den beer Tollens in den aanvang is gezegdhij kan zijne stem aan het voorstel niet gevenomdat de gevraagde som te hoog wasals represen terende de renten van eene tonne gouds; het publiek, dit lezende, zou hierdoor misschien in dwaling kunnen komen; er is hier sprake van een kapitaal van ƒ5000, waarvan de renten tegen 5 pCt. 'sjaars slechts f 250 bedragen. De heer Tollens. Wat de heer Hartevelt mij daar in den mond legt, heb ik noch bedoeld noch gezegd; maar ik heb gezegd en bedoeld, dat deze, voor dit werk, gevraagde uitgaaf de rente bedraagt van een tonne gouds. De beraadslaging hierop gesloten zijnde, wordt de conclusie van het rap port van Burgemeester en Wethouders in stemming gebragt en aangenomen met 17 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heerenGoudsmit, EigemanYerster, Dercksen en Tollens. III. Adres van den Raad van administratie der Hollatidsche ijzeren spoor weg-maatschappij tot het bekomen van grond aan deze gemeente in eigendom toebeboorende en het leggen van eene beweegbare brug in den sirigelweg. Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt De Raad van administratie der Hollandsche ijzeren-spoorweg-maatschappij diende het, in onze handen ter fine van berigt en raad gestelde, adres in, waarbijonder aanduiding van het plan tot uitbreiding van het station nabij deze gemeenteverzocht wordt den eigendom te bekomen van 29 ares en 60 centiares gemeentegrond zijnde een gedeelte van het benoorden de Pest- huislaan gelegen weiland, aan deze gemeente toebehoorende en thans verhuurd aan H. Borgerding, en wijders vergunning om in den singelweg, tusschen de Morsch- en voormalige Rijnsburgscbe poorten eene beweegbare brug te leggen. Doordrongen van het groot belang, dat er ook voor deze gemeente in eene uitbreiding van het goederen-, zoo niet personen-vervoer gelegen is, juichen wij dat plan ten volle toe en nemen de vrijheid, op grond van het door ons ingewonnen rapport der Commissie van Fabricage, u te raden te besluiten het verzoek van den adressant in te willigen, en hem den gevraag- den grond in 'eigendom af te staan tegen de som en onder de verpligtingen, ook wat aangaat den tegenwoordigen huurder van bedoeld weiland, in even genoemd rapport vermeld." Het rapport der Commissie van Fabricage is van den volgenden inhoud De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van den raad van administratie der Hollandsche ijzeren-spoorweg-maatschappij te berigten: dat zij het daarbij aangeduide plan tot uitbreiding van het station voor het goederen-vervoer in het belang acht van den handel en de nijverheid der gemeente, omdat daardoor de gelegenheid tot aan- en afvoer van steenkolen wordt uitgebreid en vergemakkelijkt, dat op dien grond geene bedenking bestaat, tot den afstand van een gedeelte, groot 29 ares en 60 centiares van de partijen weilandgelegen aan den Singel bij de Pesthuislaanonder de gemeente Oegstgeest, op den kadastralen legger bekend onder Sectie E, N°. G75 en 676, die ter grootte van 1 hectare, 33 ares en 52 centiares, hij proces-verbaal van openbare verhuring van 18 December 1865, wat het eerste perceel betreft, voor de som van ƒ160 'sjaars verhuurd is aan Her- manus Borgerding, met wien de Raad van administratie, blijkens overgelegd bewijs, is overeengekomen over den afstand van de huur, ten gevolge waar van bij de onzekerheid wanneer er aanvaarding plaats heeft, de gemeente van de Hollandsche ijzeren-spoorweg maatschappij zekerheid verkrijgt voor de voldoening van den geheelen huurprijs ad ƒ160 over het loopend jaar, waarmede de huurtijd is geëindigden dat evenmin bezwaar bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning, om in den Singel voor de schei- sloot te maken eene coupure, ten einde daarover te leggen eene beweegbare brug van 4.50 meters voor de vaart uit de singelgracht naar de sloot. De Commissie, overwegende welke maatstaf in redelijkheid moet worden aangenomen tot berekening der hoofdsom van de verlangde 29 ares en 60 centiares, meent die te vinden in den tegenwoordigen koopprijs van weiland, aan de singels dezer gemeente gelegen, die niet minder bedraagt dan ƒ3000 per hectare, en derhalve voor de af te stane oppervlakte op ƒ888. De commissie acht het wijders dienstig tot het maken der coupure in ge bruik af te staan ongeveer 80 centiaresnader op te meten bij de voltooijing der brug van den Singel tusschen de Morsch- en de voormalige Rijnsburg- sche poortenten einde daarover te leggen eene beweegbare brug met brug- gehoofden en leuningen, voor rekening der maatschappij te maken, te on derhouden en te bedienen, tegen betaling eener jaarlijksche recognitie van f 3 en onder voorwaarde dat die coupure wordt gemaakt zooveel noodig onder de goedkeuring en de voorwaarden van het hoogheemraadschap van Rijnland of van het daarbij betrokken polderbestuur ten aanzien van de daardoor te ontstane gemeenschap tusschen het buitenwater en het polder water, alsmede onder uitdrukkelijke voorwaarde dat bij onverhoopte onbruik baarheid der brug voor de passage langs den singel de verleende vergunning wordt ingetrokken en de coupure voor rekening der maatschappij wordt digt gemaakt, zoodat alles in den thans bestaanden toestand zal worden hersteld. De commissie meent op die voorwaarden het nemen eener gunstige be schikking te mogen aanraden." De Commissie van Financiën heeft, blijkens haar rapport, geene beden king tegen den afstand van den gevraagden grondop de voorgestelde voor waarden maar geeft evenwel bepaald in overweging de koopsom van ƒ888 te kapitaliserenof wel dat bedrag in mindering te doen strekken van verkoop van inschrijving op het Grootboek. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders hebben geen bezwaar ge maakt, om met den Raad van administratie der Hollandsche ijzeren-spoor weg-maatschappij ten deze voorloopig in overleg te treden en alle inlichtin gen te verschaffenzij hebben van die gelegenheid gebruik gemaaktom te wijzen op den slechten toestand van het stations-gebouw en vooral op de slechte inrigting der verschillende wachtkamers. Het strekt mij tot genoegen te kunnen mededeelen dat van wege den Raad van administratie ons werd te kennen gegeven dat binnen een niet te ver verwijderd tijdstip aan ons verlangen in dat opzigt waarschijnlijk zal kunnen worden voldaan. De heer Hoog. De laatste mededeeling, door den Voorzitter gedaan, heb ik met groot genoegen vernomen. Het was mijn voornemen er juist op aan te dringendat van deze gelegenheid werd gebruik gemaaktom deze zaak aan den Raad van administratie aan te bevelen. Nu echter van die zijde reeds eene toezegging is gedaan, zal ik geen verdere opmerkingen daartoe in het midden brengen en alleen de hoop te kennen geven dat zoo spoedig doenlijk de toegezegde verbetering van het stations-gebouw tot stand zal worden gebragt. Maar uit de voorgelezen stukken is mij geblekendat van de zijde van de Commissie van Fabricage is opgemerkt, dat het wel wenschelijk ware, dat de adressanten ook werden gerenvoyeerd naar het hoogheemraadschap van Rijnland. Nu heb ik uit het voorstel van Burge meester en Wethouders niet vernomen, dat aan die opmerking gevolg zal worden gegeven. Intusschen zou ik het wel wenschelijk achtendat dat denkbeeld aan adressanten werd kenbaar gemaakt bij de dispositie, welke van wege dezen Raadnaar ik verwachtin ganstigen zin aan hen zal afgaan. Dat is nu geen quaestie, die hier kan worden behandeld of be sproken, maar de coupure, die men hier wil maken, ligt in de geheele door sluisdeuren afgeslotene omringing van Oegstgeest. Het zou dus kunnen gebeuren dat de adressanten verpligt werden bij deze brug sluisdeuren te maken. Ik wil volstrekt niet beslissendat dit het ge val zal zijnmaar verlang hieromtrent na onderzoek eene decisie bij het bestuur van Rijnland te doen nemen, en ik vertrouw ook, dat Rijnland zich ten deze met de spoorweg-administratie zeer spoedig zal kunnen ver staan ik wensch alleendat bij de door ons te nemen beslissing de Raad van administratie voorzigtigheidshalve, ten aanzien van dit punt, naar het hoogheemraadschap worde gerenvoyeerd. Overigens heb ikwat de zaak zelve betreft, daartegen volstrekt geen bezwaar als lid van dezen Raad. De Voorzitter. Het is waar, dat Burg. en Weth. in het rapport om trent de te vragen goedkeuring van het Hoogheemraadschap van Rijnland niets hebben opgenomenmaar het was toch hffn bepaald voornemen al de voorwaarden in het rapport van Fabricage vermeld te omschrijven. De heer Hoog. Juist, omdat de bedoelde opmerking door Burg. en Weth. niet was overgenomen achtte ik mij verpligtde opmerking te moeten rele veren. Met het antwoord van den Voorzitter ben ik thans volkomen voldaan. De heer Goddsmit. Ook mij was het aangenaam van den Voorzitter te vernemendat er besprekingen hebben plaats gehad over verbeteringen van het stationsgebouw, maar daar wij ons bereid verklaren aan het verlangen van den Raad van administratie der Hollandsche ijzeren-spoorweg-maatschappij te voldoenzou ik het wenschelijk achtendat het herstel van het station als eene voorwaarde in de gunstige dispositie op het adres werd opgenomen. Als men iets verlangt en er hebben daarover besprekingen plaatsdan be grijp ik, dat men veel en gaarne belooft, om het begeerde te verkrijgen, maar dit levert nog geen waarborg op, dat het gebeuren zal, en daarom zou ik wenschendat die verbetering van het station eene voorwaarde der concessie wierd. De Voorzitter. De besprekingen over deze zaak hebben plaats gehad tusschen de heeren Hubrecht en Bake en naar aanleiding van eene daarna gevoerde correspondentie heeft de Raad van administratie geantwoord dat zoodanige vergrooting wordt voorbereid. Ik acht het dus niet noodig zoo danig eene voorwaarde te stellen. De heer Goddsmit. Dan kan ik vrede hebben met het gedane voorstel. De heer Eigeman. Ik heb met genoegen vernomen de goede bedoelin gen van de maatschappij om bij hare aanvrage tot het erlangen van ge meentegrond op het oog te hebben de belangen onzer nijverheid, door het goederen-vervoer te willen bevorderen. Indien dit door het afstaan van dien grond bevorderd kon worden, zou ik gaarne willen ingelicht zijn omtrent de wijze, hoe de goederen van die plaats uit den singel in de stad kunnen gebragt worden zonder veel kosten. Dit is mij niet duidelijk. De brug toch aan de voormalige Rijnsburgscbe poort is zelfs om kleine vaartuigen door te laten te laag. Men moet dus een omweg maken naar de Galg poort, het Galgewater op; maar, dan stuit men op de Borstelbrug, die ook te laag is. Er blijft dan over om te gaan regts of links, dit is voor vele zaken een groote omweg. Gaat men links naar de Oude Vest, daar is de brug voor groote vrachten in groote schepen ook al niet van de ge makkelijkste. Ik verbeeld mij, dat, wanneer het kolen-vervoer, waarop bij de aanvrage gedoeld wordt, met het spoor bevorderd wordt, .het verdere vervoer naar de stad met groote schepen tot aan de bestemming, van dat punt af, veel moeijelijkheid in zal hebben, en, wanneer dit niet kan met groote hoeveelheden te gelijk, zeer kostbaar zal zijn. De heer Hdbrecht. Het bestuur der Hollandsche spoorweg-maatschappij neemt voor hare rekening het maken van een coupure in den singel, breed 4,50 meters, en het leggen daarover van eene beweegbare brug; maar als het belang van den handel zou medebrengen, dat er ten deze ten aanzien der vaste brug voor de Morschpoort verandering gebragt wierd, dan meen ikdat de kosten daarvan niet op de maatschappij kunnen worden gelegd maar dat in dat geval Leiden zelf de kosten daarvan zal moeten dragen. In omvraag gebragt, wordt het voorstel van Burg. en Weth. met alge- meene stemmen aangenomen. IV. Voordragt tot het aanbrengen van veiligheidsmaatregelen aan de schietbaan met staat- van af- en overschrijving. Het rapport van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden inhoud //Ten gevolge van ingekomen klagten over de onveiligheid van het ge bruik der schietbaan, op het Raamland buiten de voormalige Mare-poort, onder de gemeente Leiderdorp gelegendoor den Burgemeester dier gemeente ter onzer kennis gebragtwerd na gehouden overleg met den garnizoens- kommandant het gebruik voorloopig geschorst en inmiddels een onderzoek bevolen betreffende de gegrondheid dier klagten en van de middelen van voorziening die vereischt worden om de veiligheid van het gebruik te waar borgen. Uit het verslag der daarvoor benoemde deskundigen het rapport van den garnizoens-kommandant en dat der Commissie van Fabricage, be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1870 | | pagina 4