HANDELINGEN DEN LEIDEN Zitting van Donderdag 13 Januarij 18 70, geopend dee namiddags ten 2 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Wttewaallvan Wensen, EigemanTollens, Stoffels, Hartevelt, Tielemandu Rieu, BijleveldKrantz, van Heukelom, Dercksen, Cook, Scheltema, de Fremery, Hubrecht, Le Poole, Lezwijn van Outeren, Goudsmit, Verster en van den Brandeler. De heer Hoog gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. Be Voorzitter, de vergadering geopend hebbende, houdt de vol gende rede: Mijne Heeren! Bij den aanvang onzer werkzaamheden in den pas ingetreden jaarkring is het mij eene behoefte met eenen hartelijken welkomstgroet deze vergade ring te openen. Moge het jaar 1870 voor u, mijne geachte medeleden, en hen die u dierbaar zijn, een jaar vol zegeningen wezen. Moge de gemeente aan onze zorg toevertrouwd in welvaart en bloei toenemen en even als het vorige jaar voor rampen beveiligd blijven. Met mij toch zult gij instemmen dat wij met een dankbaar gevoel kun nen terugzien op het jaar, dat achter ons ligt. Geen onzer medeleden ont viel ons door den dood. Deed het ons leed dat de heeren van Kaathoven en Meerburg hun ontslag namen als leden van den gemeenteraad en de heeren Rutgers en Tichler bij hunne periodieke aftreding niet meer wenschten herkozen te worden, wij verheugen ons dat hunne plaatsen zoo waardig zijn vervuld. De algemeene gezondheids-toestand was meer dan voldoende. Orde en rust werden niet gestoord en wij bleven bewaard voor brandge vaar en andere onheilen. De markten werden zeer druk bezocht. De veemarkt in het bijzonder handhaafde haar ouden roem. De opbrengst dezer laatste bedroeg dan ook B pCt. meer dan die van het reeds zoo gunstige jaar 1868. Ofschoon de nijverheid ook hier ter stede, even als elders, den invloed ondervond van de voor het fabriekwezen minder gunstige tijdsomstandighe den zoo bestaat er echter hoop op verbetering ten deze. De financiële toestand der gemeente geeft stof tot tevredenheid. De invordering der plaatselijke belasting had geregeld plaats. Werken van verschillenden aard werden uitgevoerd. De in aanbouw zijnde meisjesschool 1" klasse zal weldra voltooid zijn en belooft ten volle te zul len beantwoorden aan de eischen des tijds. De vruchten die het middelbaar en lager onderwijs afwerpen wegen ruim op tegen de aanzienlijke offers, die de gemeente zich daarvoor getroost. De bewaarscholen werden dit jaar op nieuw geregeld. Wat onze hoogeschool betreft, deze schoone instelling mag zich in een geijenschten bloei verheugen. Door de benoeming van een hoogleeraar voor de oogheelkunde werd in eene lang gevoelde behoefte voorzien. Het nosocomium academicum nadert zijne voltooijing. Onder de gewigtigste besluiten uwer vergadering behoort wel in de eerste plaats dat op het adres van den algemcenen kerkeraad der Ned." hervormde gemeente, in zake de armbakkerij en het minnehuis, waarbij deze gestich ten tot zuiver kerkelijke instellingen van weldadigheid zijn gebragt. Hadden Burgemeester en Wethouders zich gevleid ook in het afgeloopen jaar bij uwe vergadering de verbetering van het rioolstelsel en het ver schaffen van beter drinkwater aanhangig te makenzij werden daarvan ech ter teruggehouden. Bij het verschil toch van gevoelendat nog in het algemeen bij het rioolstelsel bestaat, achtten zij het gevaarlijk een bepaald voorstel in te dienen, zonder dat deze aangelegenheid grondig onderzocht werd. Het door de commissie voor de volksgezondheid aan deskundigen opge dragen onderzoek, betrekkelijk de toepassing van het stelsel van Liernur op het gedeelte der te dempen Binnenvestgraöht, wordt binnen zeer weinige dagen ingewacht. De groote financiële bezwaren aan het daarstellen eener duinwaterleiding voor deze gemeente verbondenheeft ons ook naar andere middelen doen omzienten einde op minder kostbare wijze in de bestaande behoefte aan goed drinkwater te voorzien. Wij hopen echter dat de tijd niet verre is, dat wij omtrent beide deze zoo belangrijke aangelegenheden onze meening aan uwe vergadering zullen kunnen mededeelen. Is er alzoo reeds veel in de stad onzer inwoning tot stand gebragt, veel gewigtigs blijft nog te doen overig. Zoo immer reken ik ook dit jaar op uwe mij steeds betoonde welwillende en krachtige medewerking cn voeg hierbij den opregten wensch dat onze gezamenlijke pogingenonder den zegen des Allerhoogstentot heil van onze medeburgers en ter bevordering van Lëidens bloei mogen strekken. De heer Stoffels. Het zij mij vergundmijnheer de Burgemeester enik ben er zeker vanook namens alle leden van den Raadu een welkomstgroet aan te biedenbij deze eerste vergadering in den pas ingetre den nieuwen tijdkring. Ik dank u namens de vergadering voor de welwil lende woordendoor u ons toegesproken. Het viertal jarendat gij aan het hoofd dezer gemeente zijt geplaatst, zal u de overtuiging hebben gegevendat deze vergadering gaarne met u medewerkt in het belang der gemeente. Wij koesteren dan ook geen anderen wensch, dan dat u lust en krachten zullen gegeven worden op dien weg voort te gaan en gij u daarbij niet zult laten ontmoedigen door uitdrukkingen gebezigd in zeker dagbladalsof gij met het collegie van dagelijksch Bestuur de zaken der 1870. gemeente met nalatigheid zoudt behandelen. Immers toch worden dusdanige woorden en beoordeelingen doorgaans gebezigd door hendie met den aard der zaak onbekend zijn. Blijf uwe krachten aan de belangen dei- gemeente wijden, op medewerking en ondersteuning onzerzijds kunt gij rekenen. Het ga u en die u dierbaar zijn wel, en 's Hemels beste zegen zij uw deel. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 30 December 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, van den 14 De cember 1869, B. n°. 724-L (3de afd.) G. S. n°. 60, waarbij de gemeente rekening over 1868 wordt goedgekeurd. 2°. Gelijke dispositie van 28 December jl.B. n". 7572 (3de afd.) G. S. n°. 30houdende goedkeuring van het 2de suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting voor 1869. 3°. Gelijke dispositie van dezelfde dagteekeningB. n°. 7426 (2de afd.) G. S. n°. 53, strekkende tot definitieve vaststelling van een suppletoiren staat van begrooting en een staat van af- en overschrijving op de begroo ting der dienstdoende schutterij over 1869. 4°. Gelijke dispositie van den 4 Januarij 1870, B. n°. 44, G. S. n°. 32, waarbij worden goedgekeurd de raadsbesluiten van 30 December bevorens tot uitgifte van gemeentegrond aan C. J. Zaalberg, tot onderhandsche ver huring van de stalling aan den Rijnsburgervliet aan C. van der Lubbe en tot den verkoop van boomen. 5°. Missive van het bestuur der Nationale Zangvereenigingwaarbij de dank wordt betuigd voor het aan die Yereeniging kosteloos in gebruik geven der Stads-gehoorzaal. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Er is nog ingekomen een verzoek van Dr. L. W. E. Rauwenhoff en C. G. Nieuwveenwaarbij zij eenmaal 's maands het koste loos gebruik verzoeken van de kleine zaal in de Stads-gehoorzaal, op een avond dat deze niet door eene andere vereeniging is bezet, tot het houden der vergaderingen van het hoofdbestuur van de onlangs opgerigte Leidsche Vereeniging tot het bevorderen van geregeld schoolbezoek. Ik stel voordat verzoekeven als dit meermalen ten behoeve van der gelijke vereenigingen plaats heeft, toe te staan. Dienovereenkomstig wordt besloten. Aan de orde is I. Benoeming van een gecommitteerde tot de administratie der Ver- eenigde Gast- en Leprooshuizen. De heeren van WensenStoffels en Hubrecht worden door den Voorzitter aangewezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Met 12 stemmen wordt benoemd de heer Eigemanzijnde verder uitge- bragt op de heerenDercksen 5Le Poole 3 en Wttewaall 2 stemmen. De Voorzitter. Zou de heer Eigeman zich nu reeds kunnen verklaren, of hij bereid is deze betrekking op zich te nemen? De heer Eigeman. Ik heb geen bezwaar, mijnheer de Voorzitter, en ben bereid de betrekking op mij te nemen. II. Benoeming van eene Iste hulponderwijzeres der 4<le klasse aan dc openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs 2de klasse voor meisjes. De voordragt bevat de volgende namen Johanna Jacoba van derWeyde, Wilhelmina Frederica van Benten Anna Carolina Maria Broekhoff, allen binnen deze gemeente woonachtig. Met 11 stemmen wordt benoemd mej. J. J. van der Weyde; zijnde verder uitgebragt op mejufvrouwenBroekhoff 6 en van Benten 2 stemmen terwijl 3 briefjes in blanco waren gelaten. III. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1869. De voordragt is van den volgenden inhoud //Ingevolge art. 4 der verordening van den 9 Januarij 1868houdende instructie voor den ijker van het botervaatwerk (Gemeenteblad n°. 2 van 1868), heeft deze ambtenaar na den afloop van het jaar 1869 behoorlijk verantwoording gedaan van het bij hem ontvangen ijkloon. Daaruit blijkt dat in dat jaar is ontvangen eene som van f 1129.20J-, hetgeen, behou dens de daarop gevallen kostenuitsluitend zijne bezoldiging uitmaakt. Om deze uitgaaf op de gemeentebegrooting te kunnen vindenis het noodig dat hiertoe art. 84 dier begrooting worde verhoogd vermits op dat art. slechts f 1000 is uitgetrokken, tegen welke verhooging de meerdere ontvangst op het ijkloon overstaat. Wij hebben hiertoe ontworpen nevens overgelegden suppletoiren staat van begrooting, dien wij de eer hebben bij deze aan uwe goedkeuring te onderwerpen". De Commissie van Financiën vereenigt zich met deze voordragt. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. IV. Voorstel van de raadsleden Wttewaall, du Rieu, Hartevelt, Verstcr en Bijleveld, tot het brengen eener wijziging in de algemeene policic-veror- nening. Dat voorstel luidt als volgt: »Aan den Gemeenteraad te Leiden. De ondergeteekenden van oordeel, dat het verbod om te schrobben en de sneeuw van de straat weg -te ruimenanders dan op daartoe bekomen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1870 | | pagina 1