Hij legt bij zijn verzoek over getuigschriften van de hoofdonderwijzers
en hoofdonderwijzeressen der verschillende openbare lagere scholenwaarbij
zij allen zonder onderscheid hunne volkomen tevredenheid betuigen over
de wijze, waarop de leverancier aan zijne verpligting voldoet, en hem tot
de continuatie aanbevelen.
Bij zoo vele gunstige berigten van bevoegde personen, omtrent eene
leverancie, waarbij de geregelde gang van het onderwijs op de scholen het
hoogste belang heeft, meenen wij ook ditmaal bezwaar te moeten maken
deze aanneming aan eene onzekere concurrentie bloot te stellen, waarvan
alligt, ook bij de strengste bepalingen, tijdverlies voor de scholen het
gevolg zoude zijn. Daarenboven gelooven wij dat er geene plaats in ons
vaderland zal zijn aan te wijzenwaar op de levering dier artikelen voor-
deeliger voorwaarden zijn bedongen.
Het is op al deze gronden dat wij niet aarzelen u tot de onderhandsche
aanbesteding dier benoodigdhedenaan den adressant, wederom voor den
tijd van 3 jaar, te raden."
Het rapport van de Commissie van Financiën is van den volgenden
inhoud
«■Bij nevensgaand adres, dat ten fine van berigt en raad in handen der
Commissie van Financiën werd gesteld, verzoekt Jan Hermanus Zitman de
onderhandsche continuatie voor den tijd van drie jaren, van de aanneming
der leverancie van alle boeken, kaarten, modellen voor tapisserie- of hand
werken en dergelijke, ten dienste der openbare lagere scholen, welk ver
zoekschrift vergezeld gaat van de gunstige getuigschriften van al de hoofd
onderwijzers en hoofdonderwijzeressen dier verschillende scholen.
Zij heeft kennis genomen van het daarop uitgebragt rapport door Burge
meester en Wethouders, waaruit blijkt dat de continuatie dier aanneming,
op den tegenwoordigen voet, zoowel in het belang der gemeente-financiën
als in dat van het openbaar lager onderwijs moet worden geacht.
Zij vereenigt zich ten volle met het daarbij aangevoerde ter ondersteu
ning van des adressants verzoek en vindt mitsdienop die grondenmede
vrijheid u tot de onderhandsche continuatie dier leverantie, op dezelfde
voorwaarden, te raden."
De conclusie van dit rapport, waarover door geen der leden het woord
wordt gevraagd, wordt met 13 stemmen tegen 1 (die van den heer Goud
smit) aangenomen; zijnde inmiddels de heer van Wensen ter vergadering
gekomen.
Vm. De "Voorzitter. Daar de vergadering thans voltallig is tot het
onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw inkomende raadsleden, zoo stel
ik voor daartoe alsnu over te gaan.
Ik verzoek de heeren du Bieu, Cock en Hartevelt de Commissie voor
dat onderzoek te willen uitmaken.
Nadat de Commissie zich eenige oogenblikken had verwijderd, brengt de
heer du Kieu, namens haar, rapport uit op de verschillende stukken, suc
cessievelijk van de heeren van den Brandeler, Tollens, Goudsmit, van
Heukelom, Wttewaall, van Outeren, DercksenVerster, Eigeman en Bijle-
veld, die allen bevonden zijn aan de vereischten van art. 17 der gemeen
tewet te voldoenterwijl ieder der genoemde heerenvoor zooveel ter
vergadering tegenwoordig, bij de behandeling van zijnen geloofsbrief de
vergadering verliet.
De Voorzitter. Ik bedank de Commissie voor het door haar uitge
bragt rapport.
Na de behandeling van den geloofsbrief van den heer van Heukelom,
verliet de heer Krantz de vergadering.
IX. Adres van J. M. Secreve, om gedeeltelijke afschrijving van zijn
aanslag in de plaatselijke directe belasting 1869.
Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt:
»In den hoofdelijken omslag worden de ingezetenen aangeslagen in even
redigheid van hun belastbaar inkomen, zoodanig als dit op den len Januarij
van het dienstjaar, volgens de bij de verordeningen aangenomen grondsla
gen, geacht wordt te zijn. Vermeerdering of vermindering in die grond
slagen gedurende den loop des jaars geeft in den aanslag voor dat jaar
geene verandering.
Aan dezen grondregel van de bestaande plaatselijke directe belasting
toetsende het hierbij gevoegd adres van J. M. Secrevewaarbij deze af
schrijving van die belasting voor negen maanden verzoekt, als vroeger
gewoond hebbende op de Hooigracht en thans in een hofje binnen deze
gemeente, blijkt het ontegenzeggelijk dat dit verzoek voor geene gunstige
beschikking vatbaar is.
Wij nemen dien ten gevolge de vrijheid u te raden het te wijzen van
de hand."
Dienovereenkomstig wordt zonder discussie besloten.
X. Voordragt tot het verleenen van teruggave of afschrijving van plaat
selijke directe belasting, dienst 1869, aan onderscheidene personen.
De voordragt luidt als volgt:
»Ten einde vele verzoeken om gedeeltelijke of geheele afschrijving van
plaatselijke directe belasting over het loopende jaar te voorkomen, hebben
wij de eer u hierbij over te leggen een staat vermeldende de namen van
eenige belastingschuldigenwelke de gemeente verlaten hadden voor de
uitreiking der betrekkelijke aanslagbillettenna zich van de registers der
bevolking te hebben laten afschrijven, of overleden waren met voorstel om
den aanslag van die personen in genoemde belastingvóór hun de billetten
worden toegezonden, te verminderen met eene som, zooals de 8»1® kolom
van dien staat aangeeft."
De Commissie van Financiën kan zich wel vereenigen met het voorstel
om afschrijving te verleenen aan de voorgedragen 91 personen tot een be
drag van f 942.07.
De Heer Hartevelt. Onder de personen, die op deze lijst voorko
men, en voor wie ontheffing van plaatselijke belasting wordt voorgesteld,
verschijnt ook mejufvr. La Bivière, en wel voor ruim /ll, als ik mij niet
vergis, voor 8 maanden van het loopende jaar, en zulks op grond dat zij
in April in het huwelijk is getreden. Nu meen ik zeer te moeten betwij
felen, of het aangaan van een huwelijk aanleiding of regt geeft tot afschrij
ving van plaatselijke directe belasting als thans in deze stad wordt geheven,
wanneer de gehuwden de stad blijven bewonen.
De heer Goudsmit. Ook mij komt dit verzoek uiterst vreemd voor.
Wanneer immers de verzoekster de gemeente niet heeft verlatenblijft de
belasting verschuldigd. De wet spreekt duidelijk van personen, die in eene
plaats vertoeven, en zij die huwt houdt toch door het huwelijk alleen niet
op in de gemeente verblijf te hebben.
De Voorzitter. Ik zou voorstellen, dat de Baad den staat goedkeure,
behoudens den post van mejufvr. La Bivière, om daarop later terug te
komen.
De heer Goudsmit. Er bestaat naar mijne meening geen enkele reden
om den post van mejufvr. La Bivière aan te houden. Wanneer het con-
steertdat zij nog steeds in deze gemeente vertoeftkan er geen sprake
zijn om haar van de belasting te ontheffen. Zij is eenmaal aangeslagen in
de plaatseljke belasting, en er is geene wettelijke verordening, die haar
wegens het aangegane huwelijk van deze verpligting ontheft.
De Voorzitter. Ik vind het wel twijfelachtig. Bedoelde jufvrouw is
in de plaatselijke directe belasting aangeslagen voor /T7.86 en vraagt nu,
omdat zij is in het huwelijk getredenrestitutie over de 8 maanden ten
bedrage van f 11.99.
Ik wil, bij nader inzien en in overleg met den Wethouder, gaarne dezen
post intrekkenen dan u voorstellen den staat met vermindering van die
11.99 goed te keuren.
Aldus wordt besloten.
XI. Verzoek van P. Dingjan Pz.om vergunning tot het leggen van
een stoep voor zijn huis op de Turfmarkt.
Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het rapport van de
Commissie van Fabricage, des adressants verzoek toe te staan.
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aangenomen.
XII. Bekeningen over 1868 van:
a. de Gemeente-Apotheek en de vereenigde Gast- en Leprooshuizen;
b. Vrouwen-Kraammoeders.
De Voorzitter. De rekeningen van de Gemeen te-Apotheek en de Ver
eenigde Gast- en Leprooshuizen kunnen niet in behandeling worden genomen
omdat de heer Stoffels daarbij niet mag tegenwoordig zijn en dan het ver-
eischte getal leden niet zou overblijven, wanneer die heer de vergadering
verliet.
Dit is echter niet het geval met de rekening betreffende de Vrouwen
kraammoedersen daarom verzoek ik de heeren die thans in behandeling
te nemen.
De Commissie van Financiën raadt die rekening goed te keuren, de
ontvangsten ad f 3276,95, de uitgaven ad f 1942.28, alzoo sluitende met
een batig saldo van 1334.67, hetwelk in de eerstvolgende rekening in
ontvang zal worden verantwoord.
Niemand daarover het woord verlangende, wordt de rekening zonder dis
cussie of hoofdelijke stemmingovereenkomstig de conclusie van het rapport
goedgekeurd.
Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DBABBE.