1". Proces-Verbaal van het opnemen der kas en boeken van den gemeente
ontvanger op den 26sten Julij.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit voor kennisgeving aan
te nemen en gedurende veertien dagen ter inzage van de leden neder te
leggen.
De Voorzitter, Ik heb wijders de eer over te leggen (2°) de begroo
ting voor de dienst van 1870. Deze wordt gedrukt en zal aan de leden
worden rondgezonden.
"Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter. Verder heb ik de eer voor te stellen om tot de maand
September aan te houden de beslissing, of de begrooting in afdeelingen zal
worden onderzocht. Zoo als de vergadering weet, bepaalt de daartoe be
trekkelijke verordening, dat de Eaad vooraf moet beslissen, of eene zaak in
afdeelingen zal worden behandeld. De begrooting zou reeds hebben kunnen
rondgezonden zijn, indien niet het drukken van de memorie van toelichting
nog eenigen tijd vorderde, ten gevolge van den nieuwen vorm, waarin die
thans is gebragt.
Voorts legt de Voorzitter over:
3°. Adres van Commissarissen der Leidsehe schouwburg-vereeniginghou
dende verzoek om het subsidie over 1869/70, ten behoeve van den
schouwburg.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres aan te houden tot
bij de behandeling der begrooting.
4°. Adres van J. P. Bakkerhoudende verzoek tot het rooijen van boomen
tot demping der sloot en tot het leggen van een duiker bij het buitenver
blijf «lloekstein"onder Zoeterwoude.
5°. Adres van B. van Westingen, houdende verzoek om een dam te
mogen leggen in den Zijldijk onder Leyderdorp.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
6°. Adres van J. N. Huter, wonende op de Varkenmarkt wijkl. n°. 154,
daarbij verzoekende, uithoofde hij in behoeftige omstandigheden verkeert,
vrijstelling van zijn aanslag in de plaatselijke directe belasting ad ƒ4.42.
7°. Adres van de wed. P. J. Henrard, die onder mededeeling dat zij in
1868 gewoond heeft in een huis aan den Ouden Eijn wijk VII. n°. 1090,
waarvoor de plaatselijke directe belasting bedroeg f 4.48 zij voor dit jaar tot
uitoefening eener kleine affaire is gaan wonen in een huis op de Haarlemmer
straat, wijk VI. n°. 342, dat zij dit huis, vermits zij die affaire heeft
moeten opbreken, reeds voor Mei heeft verlaten en nu is aangeslagen voor
17.51 en zij nu uithoofde van behoefte afschrijving voor 2/3 verzoekt.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten omtrent deze verzoekenals
niet behoorende tot de bemoeijingen der vergadering, over te gaan tot de
orde van den dag.
8°. Adressen van C. A. Le Eoux, geb. Kuyp, en van de Erven de wed.
J. H. van Wensen, verzoekende afschrijving van plaatselijke directe belasting.
Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Finan
ciën, ten fine van berigt en raad.
9°. Concept-verordening houdende een gewijzigd raadsbesluit regelende
de heffing van leges ter plaatselijke secretarie te Leyden, die wordt gedrukt
en aan de leden zal worden rondgezonden.
De Voorzitter. Ik moet nog mededeelen dat er zes boomen bij de nieuwe
meisjesschool moeten gerooid worden. Ik wenschte daarop de goedkeuring
van den Eaad te vragen. Heeft niemand bezwaar om tot het rooijen dier
boomen te besluiten?
Dit voorstel, waarover door geen der leden het woord wordt gevraagd,
wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Ik geef in overweging om met het onderzoek der ge
loofsbrieven te wachten, totdat er nog een van de leden mogt opkomen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde:
I. Benoeming van eene 1ste hulponderwijzeres der 2de klasse aan de
openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der l«te klasse voor
meisjes.
De voordragt bevat de volgende namenJacoba Catharina Vlaanderen
thans werkzaam aan dezelfde school; Susanna Juliana Henrietta Kaempff,
hulponderwijzeresse te Zutpben Flora Maria Oppenoorth liulponderwijzeresse
te Purmerende.
Voor deze en de verder aan de orde gestelde benoemingen worden de
heeren Stoffels, Hartevelt en Tieleman door den Voorzitter aangewezen om
met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
Met 10 stemmen wordt benoemd J. C. Vlaanderen, zijnde drie briefjes
in blanco gelaten.
II. Benoeming van eene 1ste hulponderwijzeres der 2de klasse aan de
openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse voor
meisjes.
De voordragt bevat de volgende namen: Hcndrika Petronella Werst;
Johanna Elisabeth Dreschler, Erkina Johanna van Braambeek, de beide
eersten bereids aan bovengemelde school werkzaamde laatste hulponderwij
zeres te Arnhem.
Met 10 stemmen wordt benoemd H. P. Werstzijnde drie briefjes in
blanco gelaten.
III. Benoeming van een 2den hulponderwijzer der 4de klasse aan de
openbare lagere school n°. 1 voor onvermogenden.
De voordragt bevat de volgende namen: Jacob Dondorp, Willem Nicolaas
van PoelgeestFerdinand Godefridus van den Bergde beide eersten
werkzaam binnen deze gemeente, de laatste te Utrecht.
Met 10 stemmen wordt benoemd J. Dondorp, zijnde drie briefjes in
blanco gelaten.
IV. Adres van Ds. H. C. Eogge, waarbij hij tegen den lsten September
dezes jaars het ontslag verzoekt uit zijne betrekkingen aan het gymnasium
en de hoogere burgerschool, alsmede aan de school voor meer uitgebreid
lager onderwijs der 1ste klasse voor meisjes.
Burgemeester en Wethouders, na den Inspecteur van het middelbaar
onderwijs en de Vereenigde Commissie van toezigt op gemelde instellingen
te hebben gehoordstellen voor den adressant tegen opgemeld tijdstip het
gevraagd ontslag eervol te verleenen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
V. Adres van Dr. H. J. Polak, houdende verzoek om een eervol ontslag
als leeraar voor de oude talen aan het gymnasium.
Burgemeester en Wethoudersna ingewonnen te hebben het advies van
Curatoren van het gymnasium, vinden vrijheid te raden den adressant het
gevraagd ontslag uit bovengenoemde betrekking tegen gemeld tijdstip eervol
te verleenen.
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
VI. Eekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over 1868.
Het rapport van de Commissie van Financiën is van den volgenden inhoud
«De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen, ten
fine van berigt en raad, gestelde verantwoording van Burgemeester en Wet
houders van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente over 1868benevens
de daarbij overgelegde rekening van den gemeente-ontvanger.
Zij heeft bij dat onderzoek opgemerkt dat daaronder de hoogst mogelijke
volledigheid plaats had.
Omtrent deze rekening, die gedrukt is en sedert den 31sten Julij jl. ter
inzage van alle leden op de leeskamer is nedergelegdheeft de Commissie
de volgende punten als hare opmerkingen mede te deelen
1® dat geen gevolg is gegeven aan den verkoop van inschrijvingen op het
Grootboek, hoezeer zulks bij de begrooting was besloten en wel bepaaldelijk
om daarmede de uitbreiding aan de meisjesschool voor meer uitgebreid lager
onderwijs 24e klasse te bestrijden;
2® dat het cijfer der te verhalen posten van de plaatselijke directe belas
ting een meer dan gewoon hoog bedrag uitmaakt, doch zulks een gevolg is
van het late uitschrijven der belasting, doordien de koninklijke goedkeuring
daarop niet vroeger was verkregen;
3° dat terwijl bij de begrooting een artikel meer bepaald gewijd is aan
daggelden van werkliedendeze daar alle onder behooren te worden gebragt
om de uitgaven aan dat onderwerp besteed le kunnen nagaan en alzoo het
eigen beheer te kunnen beoordeelen, en niet, zooals bij deze rekening, dan
nog dagloonen mogen gebragt worden onder andere artikelen, zooals voor
het opmaken van de schietbaan en het waterhalen enz.
Deze opmerkingendie de Commissie zich verpligt vond mede te deelen
opdat daarop voor het vervolg zou worden gelet, belemmeren haar niet u
te radengelijk zij de eer heeft bij deze u te doenom onder goedkeuring
der rekening van het Pesthuis, benevens die der trekvaarten en jaagpaden,
welke deze gemeente in gemeenschap met andere bezit, deze rekening voor-
loopig vast te stellen bij een besluit, waarvan het ontwerp, overeenkomstig
art. 220 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n° 85), u te gelijk met de
rekening door Burgemeester en Wethouders is aangeboden"
De Voorzitter. Zoo als aan de heeren bekend is, hebben Burgemeester
en Wethouders niet gedeeld het gevoelen, in dit rapport uitgedrukt, ten
aanzien van den verkoop van werkelijke schuld. Burgemeester en Wethou
ders hebben gemeend, dat zij tot dien verkoop niet moesten overgaan.
Welligt zal bij de behandeling der begrooting dit punt nog eens ter sprake
worden gebragt. Wat na de opmerking omtrent de daggelden aangaat,
moet ik de vergadering indachtig maken dat Burgemeester en Wethouders
bij enkele uitgaven het niet ondienstig hadden geacht te doen uitkomen
wat die werken in hun geheel kosten, waaronder onder anderen de schiet
baan en het waterhalen behooren. Burgemeester en Wethouders zijn bereid
in vervolg van tijd aan dien wenk gevolg te geven. Verlangt nog iemand
het woord over de rekening of over het rapport der Commissie?
De heer Le Poole. Ik vereenig mij volkomen met de conclusie van het
rapport der Commissie van Financiën om de rekening goed te keuren. Maar
ik moet toch eene aanmerking maken en wel op de «aanmerkingen",
kolom 9 van de gedrukte rekening ons toegezonden, deze namelijk dat zij
verwijzen naar vergaderingen die nooit hebben plaats gehad. Zoo wordt
onder de uitgaven, hoofdstuk II, art. 10, verwezen voor de kosten van het
vervaardigen van een ontwerp nopens de duinwaterleiding naar een raads
besluit van 23 Mei 1869. Voor zoover ik weet, is er dien dag geen ver
gadering gehouden. Het was een Zondag. En verder bij hoofdstuk IV,
art. 10, kosten van toezigt op de invordering der plaatselijke directe be
lasting, wordt verwezen naar de vergadering van 16 Maart 1869, ook een
datum, dat er geene raadsvergadering is geweest. Ik wenschte wel, dat
die verwijzingen naauwkeuriger warenwant als men het beslotene eens wil
of moet naslaan, doet men zoo doende vergeefsche moeite.
De Voorzitter. Wij zullen de zaak nagaan en de fout, zoo die mogt
bestaan, herstellen. Verlangt nog iemand het woord over de rekening?
Zoo niet, dan stel ik voor, overeenkomstig de conclusie van bet rapport
te besluiten.
Dit voorstel, in hoofdelijke omvrage gebragt zijnde, wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
VII. Adres van J. H. Zitmantot onderhandsche continuatie der aanne
ming van de leverancie der schoolbeboeften ten dienste der openbare lagere
scholen.
Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt aldus:
«In onze handen werdten fine van berigt en raadgesteld het adres
van Jan Hermanus Zitman, aannemer van de leverancie van alle boeken,
kaarten, modellen voor tapisserie- of handwerken en dergelijke, ten dienste
der openbare lagere scholenwaarbij hijop daarbij aangevoerde gronden
andermaal de onderhandsche continuatie zijner aanneming verzoekt.