ons gasthuis een man hebbente gelijk chirurg en medicus en ook gewoon beide die functiëu in het gasthuis zonder hulp van anderen gelijktijdig te vervullen; een man daarenboven die niet dan hoogst zelden uit Leyden afwezig is. Kan het vervullen van eene vacature ooit achterwege blij ven dan is het onder deze omstandigheden. De heer Goudsmit. Ik heb dit bezwaar. Men wildat de doctor ook chirurgicale hulp verleene. En nu is het niet te ontkennendat dit niet onmogelijk is; toch zou ik gelooven dat eene zoodanige opeenstapeling van werkzaamheden voor de goede en geregelde behandeling der lijders niet wenschelijk is, en er veeleer een chirurgijn ad hoe behoort te zijn, te meer naar mate het opdoen van ervaring voor den doctor als chirurg in Leyden niet groot is. Men zou dus welligt een paar honderd gulden uit sparen maar ten koste van de dienst. De doctor zal het doenniettegen staande hij veel liever de chirurgicale hulp aan een ander opdroeg. De heer van Outeren. Ik heb eerbied voor het gevoelen van hh. Ge committeerdenomdat zij zeker de meest bevoegden zijn de zaak te beoor- deelenmaar ik wil de bezwaren van andere leden daartegen niet voorbij zien. Ik zou daarom voor het oogenblik willen besluiten de betrekking van heelkundige niet te vervullenmaar in dat besluit wenschen op te nemen dat die benoeming vooreerst niet zal plaats hebben; dan kan de ervaring leerenof zoodanige benoeming noodzakelijk blijkt te zijn. De heer Goudsmit. Die ervaring zal men dan eerst kunnen opdoen als reeds een arm of been gebroken is. Maar dan is het te laat, en heeft men soms een experimentum in corpore vili. De heer van Outeren. Dan zal die arm of dat been wel goed gezet wordendaar ben ik gerust op en dat bezwaar zou wederom hetzelfde blij venindien de doctor of een of meer leden der commissie, om ziekte of andere redenen, afwezig waren. Maar wanneer ook dat gebeuren mogt, zal er wel tijdelijk in voorzien worden. Ik heb in de vorige vergadering onzen Voorzitter hooren zeggendat een toen gemaakt argument meer aardig was dan juist; datzelfde mag ik ook wel nu zeggen. Een experi mentum, in corpore vili, omdat men den patient aan één deskundige toe vertrouwt, terwijl men zeker is, des gevorderd, onverwijld andere of meer dere hulp te kunnen krijgen! De heer Buys. Het geheele betoog van den heer Goudsmit steunt op eene onderstelling, welke met de werkelijkheid niet overeenkomt, de onder stelling namelijk, dat tot nog toe dr. Junius de medische en de heer Longepee de chirurgicale gevallen behandelde. Dit is intusschen zoo niet; dr. Junius behandelt beide en vraagt alleen bij groote uitzondering hulp als hij die noodig heeft. Mogt nu werkelijk de hulp van een afzonderlijk chirurg noodig zijn, dan kan die zonder eenige moeite verkregen worden. De heer Goudsmit. De doctor heeft zelf die hulp nu gevraagd. Hij heeft dus of te veel werkof hij heeft zich zelf niet voor alles voldoende geacht. De heer Stoffels. Op de vraag aan den doctor schriftelijk gerigt, heeft hij tot antwoord gegevendat de vervulling der betrekking van heel kundige in het ziekenhuis wenschelijk was. Later deelde hij mij monde ling mede, of, wanneer de Baad tot niet-vervulling besloot, hij,' als het noodig wasbij Gecommitteerden om hulp kon vragen. Die vraag is hem toestemmend beantwoord. De heer Goudsmit. Dan is dat een mondeling advies tegenover eene schriftelijk uitgebragte meening. De heer van Outeren. Als Gecommitteerden er niets tegen hebben doe ik het voorstel om te besluiten dat de betrekking van een heelkundige in het gesticht voor alsnog niet zal worden vervuld. De heeren Buys, Stoffels en Meerburg, als Gecommitteerden, verklaren zich daar niet tegen. Het voorstel van den heer van Outeren wordt aangenomen met 16 tegen 7 stemmenhebbende de heer Meerburg zich buiten stemming gehouden. Tegen stemden de heeren Cock, du Rieu, Scheltema, Goudsmit, Knep- pelhout van Sterkenburg, Wttewaall en Le Poole. De Voorzitter. Verder strekt het voorstel van de Commissie om in art. 1 der verordening het woord heelkundige weg te laten. De heer Stoffels. Na de aanneming van het voorstel van den heer van Outeren behoeft de verordening niet te worden veranderdwanneer de hee ren Buys en Meerburg althans mijne meening deelen. Beide heeren Gecommitteerden stemmen met het gevoelen van den heer Stoffels in. De Voorzitter. Thans zijn aan de orde de concept-verordeningen be treffende de bewaarscholen. De Wethouder voor fabricage heeft echter het voorstel gedaan om eerst af te doen het adres van Van der Heyden. Ik wil gaarne aan zijn verlangen voldoen. De heer de Eremery. N°. 6 van de agenda zou ook wel eene spoedige afdoening vereischen, omdat het mandaat van den heer Elsevier eindigt met de maand Mei aanst. De heer Stoffels. De verordeningen op de bewaarscholen hebben ook zulk eene bijzondere haast niet en zullen misschien nog wel tot discussie aanleiding geven. Ik zou er dus ook wel voor zijn, die beide andere pun ten het eerst te behandelen. De heer van Wensen verlaat de vergadering. V. Verzoek van Jhr. W. I. C. Rammelman Elsevier, om continuatie in de betrekking van stads-archivaris. Burgemeester en Wethouders raden het verzoek van den adressant in te willigen. De heeren TichlerLe Poole en de Fremery worden door den Voorzitter aangewezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken. De uitslag der stemming is, dat met 22 stemmen de heer Elsevier in voorschreven betrekking wordt gecontinueerd; zijnde 1 briefje in blanco gelaten. VI. Adres van G. Roskes, om continuatie als stads-apotheker. Het rapport van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden inhoud //Op het hiernevens gevoegd adres van G. Roskeswaarbij deze conti nuatie verzoekt in zijne betrekking van stads-apotheker, hebben wij het rapport ingewonnen van Gecommitteerden tot de administratie der Ver- eenigde gast- en leprooshuizenhetgeen wij hierbij overleggen. Wij vereenigen ons gaarne daarmede, doch nemen de vrijheid u voor te stellen hem voor den tijd van drie jaren te continuerentenzij de omstan digheden vroeger eene wijziging in deze betrekking inogten vorderenten gevolge van de opening van het nieuw akademisch ziekenhuis. Een gelijk besluit werd door u onlangs ten opzigte van den geneesheer in het Caeci- lia-gasthuis genomen." De heer du Rieu. De heer Roskes vraagt continuatie voor twee jaren en Gecommitteerden dragen ook die continuatie voor twee jaren voor. Maar de burgemeesterskamer stelt eene continuatie voor drie jaren voor. Ik vind dat vreemd. Immers, mogt na die twee jaren het Ziekenhuis nog niet in orde zijnkan de heer Roskes toch even goed op nieuw eene opdragt vra genmaar om er zoo dat jaartje bij te voegen, dat niet gevraagd is, daar zie ik geene noodzakelijkheid voor. Burgemeesterskamer heeft dat ook eenigzins ingezienblijkens hetgeen zij zelve in haar rapport heeft te ken nen gegevendoor er bij te voegenbehoudens of tenzij in de betrekking vroeger verandering mogt komen. De heer Stoffels. In den regel geschieden benoemingen van dien aard altijd voor drie jaren. Burgemeester en Wethouders meendendat dezelfde weg ook hier moest worden gevolgd. Dit kan geen bezwaar opleveren want er is ook de clausule bijgevoegdof tot zoolang het nieuwe Zieken huis zal geopend zijn. Dus het doet er niet tce. De heer du Rieu. Als het waarschijnlijk was, dat die betrekking ge durende verscheidene jaren kon vervuld worden, zou het eene reden zijn om den adressant voor drie jaren te benoemen. Maar nu dat niet het ge val is, zou ik wenschen, dat die betrekking niet te lang gecontinueerd wierd, en blijf ik het vreemd vinden er dat jaartje bij te voegen. De heer Stoffels. Wij meendendat de zaak op hetzelfde neerkwam. Maar wil de heer du Rieu bepaald voorstellendat de heer Roskes voor twee jaren worde gecontinueerd, ik heb er vrede mede. De heer Meerburg. Ik kan niet denkendat de in-werking-stelling van het Nosoeomium zoo spoedig zal plaats hebben; en er zullen toch altijd stads-doctoren en een stads-apotheker moeten zijn en blijven. Het voorstel van den heer du Rieu, voldoende ondersteund zijnde, wordt hierop in hoofdelijke omvrage gebragt en aangenomen met 16 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren Hoog, Meerburg, Le Poole Rutgers, Tollens, Stoffels en de Voorzitter. Tot stemming overgegaan zijnde, wordt de heer Roskes, met 22 stem men gecontinueerd, zijnde L briefje in blanco gelaten. VII. Benoeming van een tijdelijk lid in de Commissie van Financiën tot het onderzoeken der rekening van de stedelijke gasfabriek. Bij de eerste stemming worden uitgebragt op de heeren: Hartevelt 7, Tieleman en Meerburg ieder 4van Heukelom 3Le Poole 2 stemmen ter wijl 2 briefjes oningevuld zijn en 1 briefje onleesbaar is. Bij de tweede vrije stemming wordt de heer Hartevelt benoemd met 15 stemmen, zijnde verder uitgebragt op de heeren Tieleman 5 en Meerburg 2 stemmen; terwijl 1 briefje in blanco was gelaten. De heer Meerburg verlaat de vergadering. VIII. Adres van A. van der Heyden om ontslag als 2do opzigter bij de gemeente-fabricage-werken. Burgemeester en Wethouders radenovereenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, op dit verzoek gunstig te besluiten en den adres sant het gevraagd ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 Mei aanst. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Stoffels. Wegens het vergevorderde uur zou ik nu voorstellen mijnheer de Voorzitter, de zaak van de bewaarscholen tot de volgende ver gadering uit te stellendaar er toch zulk een groote haast niet bij is. De heer Goudsmit. Ik wil dat wel ondersteunenmits wij binnen kort eene vergadering hebben. Is dit het geval nietdan zou ik liever voor stellen nu nog tot de behandeling over te gaan. De heer Stoffels. Over veertien dagen zal er vermoedelijk wel weer vergadering zijn. Het voorstel van den heer Stoffelsom de beraadslaging over de verorde ningen op de bewaarscholen aan te houden tot de volgende vergadering, wordt aangenomen met 18 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Tichler, Goudsmit, de Fremery en de Voor zitter. De vergadering wordt daarop gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1869 | | pagina 7