port van Burgemeester en Wethouders aangenomen met 18 stemmen tegen
1, die van den heer Goudsmit, hebbende de heer Kneppelhout van Ster-
kenburg zich ten deze buiten stemming gehouden.
IV. Aanvrage van de Vereeniging tot verbetering van de volksgezond
heid tot herziening der kaarten van den platten grond der gemeente.
De heer Goudsmit. Ik wensehte, mijnheer de Voorzitter, omtrent de
te behandelen onderwerpen iets voor te stellen. Ik heb namelijk ontwaard,
dat er bij ééne zaak (n°. 9 op het oproepingsbillet) nog al haast isen
aangezien ik vrees, dat er bij het vergevorderd uur geeue mogelijkheid zal
bestaan om die zaak nog heden te behandelenzou ik voorstellen alsnu
over te gaan tot behandeling van n°. 9 der aan de orde gestelde onderwerpen.
De Voorzitter. Ik wil dan zeer gaarne de orde van behandeling wij
zigen zoodat alsdan nu aan de orde is
IX. Voordragt tot wijziging der algemeene policie-verordening.
Heeft ook iemand hierover eenige algemeene beschouwingen in het mid
den te brengen
De heer Buys. Ik heb geen bezwaar tegen de verordening in het alge
meen maar wensehte ten aanzien van een enkel punt eenige inlichting te
vragen. Uit de missive van den pachter van het ophalen der asch en vuil
nis is mij namelijk gebleken, dat deze over tweeërlei klaagt, namelijk ten
eerste over de concurrentie, welke hij ondervindt van zijne vroegere werk
lieden, die, ofschoon niet gebonden aan dezelfde bepalingen als hij, nu bij
de ingezetenen asch en vuilnis ophalenen in de tweede plaats daarover
dat diezelfde personen nu de asch en vuilnis, welke op gemeentegronden
worden aangetroffen en aan hem verpacht zijnweghalen. Nu vind ik wel
bepalingen strekkende om de eerstgenoemde concurrentie te beperkenmaar
geen verbod tegen het weghalen van asch en vuilnis, op gemeentegrond
voorkomendedoor anderen dan den pachter. Ik zou dus willen vragenof
het niet noodig ware ook daaromtrent eene verbodsbepaling op te nemen
ten einde aan den wensch van den pachter te voldoen.
De Voorzitter. Ik meen, dat hierin reeds voldoende bij de policie-
verordening voorzien is.
De heer Buys. Ja, gedeeltelijk in art. 68, waar wij lezen: 'Wanneer
dergelijke specien op gemeentegrond gevonden en niet op de eerste waar
schuwing weggeruimd wordengeschiedt de wegvoering van gemeentewege."
De policie-verordening schijnt dus van de onderstelling uit te gaandat er
asch en vuilni3 kan liggen op gemeentegrond, welke van gemeentewege zal
worden weggehaald. In het geval dat anderen dan de pachter die specie
weghalen, is niet voorzien. Dit is nu wel eene zaak van ondergeschikt be
lang, maar het schijnt toch dat de pachter daaraan nog al eenige waarde
hecht.
De heer Goüdsmit. Ik zou vragen of niet het weghalen van asch en
vuilnis op gemeentegrond zoude zijn diefstal, en deze behoeft in de policie-
verordening niet verboden te worden.
De heer Buys. Ik meen, dat dus op straat weggeworpen vuilnis niet
meer als eigendom van bijzondere personen kan worden aangemerkt, en dat
a'izoo het weghalen van die vuilnis ook moeijelijk als diefstal zou kunnen
worden gequalifieeerd. Ik sta er intusschen niet op, dat de verordening
op dit punt worde aangevuld.
De heer Goudsmit. Men zou zeer gemakkelijk onder n°. 5 kunnen
bijvoegen: »of op gemeentegrond."
De heer Buys. Mijne bedoeling was tusschen n°. 4 en 5 de volgende
bepaling op te nemen»Het wegvoeren van de aschvuilnis of andere
specie, welke op gemeentegrond wordt aangetroffen, is verboden, tenzij op
daartoe ontvangen last overeenkomstig het bepaalde in art. 68 alin. 2."
De heer Tollens. Ik ben zeer voor die aanvulling, als in favorem van
den pachter.
De heer Buys. De nommers 5 en 6 zouden dan worden 6 en 7, en de
laatste alinea aldus worden gelezen»De bepalingen sub. 145 en 6
zijn niet van toepassing op hen die van wege de gemeente belast zijn met
het ophalen van asch en vuilnis."
De Voorzitter. Ik zal thans het eerst de wijzigingendoor de Com
missie voorgesteld, voorlezen.
Die wijzigingen zijn van den volgenden inhoud:
»Art. 67 der algemeene policie-verordening wordt vervangen door de vol
gende bepalingen, als:
1". Asch en vuilnis mogen niet anders worden opgehaald dan tot 10
uren in den morgen.
2°. Asch mag niet verzameld of vervoerd worden dan alleen in overdekte
en van achteren met deuren of zeilen gesloten karren of in overdekte vaar
tuigen zoodat er geene verstuiving plaats heeft.
3°. De asch- of vuilniskarren mogen niet overladen wordenen het uit
ziften der aschgedurende het inzamelen en vervoerenis verboden.
4°. Het vervoer der opgehaalde asch en vuilnis, met schuiten, naar de
bergplaats, waarvoor vergunning is verkregen, blijft tot 11 uren in den
morgen veroorloofd.
5°. Die zich bezig wil houden met het weghalen of vervoeren van asch
of vuilnis aan of van de huizen der ingezetenenis verpligt van dat voor
nemen schriftelijk kennis te geven aan Burgemeester en Wethouders, met
opgave van het getal karrenwagens en schuiten die hij daartoe wenscht
te bezigenalsmede van de bergplaats waar hij de opgehaalde aschvuil
nis, enz. wenscht te brengen. Hij bezorgt die kennisgeving ter Secretarie,
waarvoor hem een bewijs van ontvangst wordt afgegeven.
6°. Die zonder zoodanig bewijs asch of vuilnis weghaalt of vervoert, of
door zijne werklieden doet weghalen of vervoeren, zoo ook die in strijd
handelt met de vorige bepalingen, wordt gestraft met eene boete van f 1.
tot f 10.en gevangenis van een tot drie dagen, te zamen of afzonderlijk.
De bepalingen sub 14 en 5 zijn niet van toepassing op hen die van
wege de gemeente belast zijn met het ophalen van asch cn vuilnis."
De heer Goudsmit. Ik heb ontwaard, dat de pachter ook in het uur
van het ophalen eene verandering wenscht. Hij beweert, dat hij niet mag
beginnen vóór 7 ure 's morgens, terwijl anderen het b. v. zouden mogen
doen ten 4 a 5 uur, zoo als zij verkiezen. Nu acht hij het wenschelijk
het uur van ophalen voor hein vervroegd te zienmaar dan ware het ook
wenschelijk om ten behoeve der particulieren het tijdstip van 10 in 8 ure
te veranderen.
De heer van Outeren. Wanneer in het contract eenige bepaling voor
komt, hetgeen ik mij nu niet juist herinner, waarbij den pachter wordt
opgelegd niet vóór 7 ure 's morgens te mogen beginnen met het ophalen
der speciëndan wordt aan de gemaakte bedenking te gemoet gekomen
door hem van die bepaling dispensatie te geven. Ik kan echter niet aan
nemen, dat, terwijl de burgerij nog in diepe rust is, men reeds ten 4 ure
zoude willen beginnen met asch en vuilnis op te halen. Maar, hoe het zij,
men stelle den pachter vrij van de ten deze bij contract gestelde tijdsbe
paling en alle bezwaar houdt op. Ik heb reeds tegen deze verordening
een ander bezwaar, groot genoeg om, gelijk uit de toelichting blijkt, daar
door te behooren tot de minderheid der commissie, namelijk dit dat door
niemand anders dan door den pachter asch en vuilnis mogen worden op
gehaald dan tot 10 uren in den morgen. Ik zie niet in, waarom de on
reinheid meer zou worden bevorderd, als de pachter tot 12 uur mag opha
len wanneer dit evenzeer aan anderen zou worden vergund. Ik wensehte
dus, dat pachter en elk ander aan dezelfde tijdruimte omtrent het verrig-
ten van bedoeld werk werden gebonden.
De Voorzitter. Wij meenden, dat, als vele particulieren zich met dat
ophalen mogten bezig houden, en nog wel op zulk een laat uur, de rein
heid door dat vervoer langs de straten niet zou bevorderd worden. Maar
wat de heer van Outeren wenscht, heeft dan ook juist geleid tot de nieuwe
bepaling.
De heer van Outeren. De heer Goudsmit meendedat de pachter
niet vroeger mag beginnen met ophalenals in strijd met het contract.
Ik herhaal, men geve hem dan eenvoudig daarvan vrijstelling.
De heer Cock. Indien ik wel verstaan hebwilde de heer Goudsmit
voorstellen de vrijheid, aan anderen dan den pachter geschonken, om asch
en vuilnis op te halen, die volgens deze ontwerp-verordening te tien uren
's morgens ophoudt, nog verder te beperken en in plaats van tien uren hier
lezen acht uren 's morgenszoodat na dien tijd niemand dan de pachter
alleen tot dat ophalen geregtigd zoude zijn. Tegen een dergelijk voorstel
zoude ik mij moeten verklarenhet maakt de vrijheid geheel illusoir. Wij
komenvrees ikmet deze verordening reeds op de uiterste grens van onze
bevoegdheid en het scheelt niet veel of wij gaan hier een privilegie schep
pen voor onzen pachter ten koste der algemeene vrijheid. Laat ons vooral
niet nog verder gaan. Wanneer ik immers bedenk, dat er ook winter
maanden zijn, waarin het te acht uren maar even licht is, dan vrees ik,
dat men niet te onregte eene dergelijke bepaling zoude mogen beschouwen
als eene door niets geregtvaardigde totale belemmering voor de ingezetenen
om over hun eigendom vrijelijk te beschikken.
De heer Goudsmit. Het is geene beperking van de regten der ingeze
tenen, maar van den ophaler.
De heer Cock. Al ware het ook maar slechts dat de ophalers in
hunne vrijheid om een bedrijf uit te oefenen totaal belemmerd werden, dan
reeds zoude ik er tegen zijn. Maar men moet niet uit het oog verliezen,
dat de ingezetenen, en dat zijn in dit geval de eigenaars, in den regel dat
werk niet kunnen doen en meestal helpers noodig hebben. De maatregel
om aan de eigenaars helpers te ontzeggen werkt dus direct op de vrijheid
dier eigenaars terug.
De Voorzitter. Dan is het dus beter, den pachter dispensatie van dé
bepaling van het contract te geven.
Al. 14 worden goedgekeurd.
De Voorzitter. Nu krijgen wij de alinea, door den heer Buys voor
gesteld.
Het voorstel om eene nieuwe alinea in te voegen wordt voldoende onder
steund en de alinea zelve met algemeene stemmen goedgekeurd.
Al. 5 (nu 6).
De heer Goudsmit. Ik heb hieromtrent nog eene vraag te doen, meer
dan een voorstel, en wel ten aanzien der woorden: 'die zich bezig wil
houden." Die woorden hebben juridisch de beteekenis van iets, dat aan
houdend en bij wijze van beroep verrigt wordt. De geachte voorzitter
der regtbankons medelidzal het best kunnen getuigenhoeveel twijfel
er bestaat over het habituellementin den Fr. Code Pénal. Menigeen zegt:
ik heb dit of dat wel gedaanmaar ik heb er mij niet voortdurend mede
bezig gehouden. Maar eene tweede opmerking is deze. Volgens deze be-
bepaling is de burgemeester verpligt ieder, die het vraagt, toe te staan
asch en vuilnis weg te halen en te vervoeren. Wel is bepaald, dat men
moet opgeven het getal karren enz.die men daartoe wenscht te bezigen
maar er is volstrekt niet bepaalddat men het dien persoon kan weigeren.
De burgemeester moet de toestemming geven, of liever zij wordt niet eens
gevraagd. Ik zou dus willen vragenof het bezwaar zou hebben de toe
stemming te vereischendes noods alleen van den burgemeester. De heer
Cock heeft zoo even bezwaar gemaakt tegen beperking in de uitoefening
van het eigendomsregt; maar hier geldt het een sanitairen maatregel, en
die kennisgeving waarborgt niets. Men zegt eenvoudig: ik heb zooveel
karren enz., en gaat voort.
De Voorzitter. Die bepalingen zijn toch van zelve beperkend.
De heer Scheltema verlaat de vergadering.
De heer Tollens. Ook mij komt de gemaakte aanmerking juist voor.
Ik vermeen echter dat aan het bezwaar van den heer Goudsmit wordt te
gemoet gekomen nu in al. 2 is voorgeschrevenhoe die karren en schui
tenvoor iedereen die ophalen en vervoeren wil, moeten zijn ingerigt; en
dat zijn uit den aard der zaak beperkingen, in het belang van onze pachters.
De heer Buys. Ik twijfel er aan of de Raad wel bevoegd is hier toe
stemming van Burgemeester en Wethouders te eischen. Immers moeten
zij toestemmen, dan kunnen zij ook weigeren, en desverkiezende altijd wei
geren in welk geval men zou komen tot een volstrekt monopolie van den
pachter. Zulk monopolie mogen wij niet vestigen en van daar dat de ver-