pagnie3.00
Be heer Hartf.velt. Maar dan vraag ik nu nogmaals, of dit eene gel
dige reden kan worden genoemdom de vacature onvervuld te laten.
De Voorzitter. Wij zullen de zaak nog eens nagaan; maar het zal
moeijelijk zijn de vacature aan te vullen, als er nu eenmaal geen candidaat
zal te vinden zijn en regenten zelve geene voordragt doen.
De staat wordt hierop goedgekeurd.
XVI. Voordragt tot vermindering van den prijs voor het gebruik van gas.
De Voorzitter. Wil men deze zaak aanhouden of wil men haar nog
behandelen? De tijd is, meen ik, reeds ver gevorderd. Ik wil den schijn
niet op mij laden alsof ik de zaak zou willen doordrijven.
De heer van Oüteren. Het is even half vier ure. Mij dunkt, wij
konden best voortgaan.
De voordragt van hh. Commissarissen der gasfabriek is van den volgen
den inhoud:
#Leyden, 14 November 1868.
Commissarissen der stedelijke gasfabriek alhier hebben de eer, na een
tijdsverloop van ongeveer twee jarenop nieuw met een voorstel tot vermin
dering van den prijs van het gas tot u te komen, namelijk dat het gas aan
particulieren in plaats van voor f 4.de 1000 kubieke voetengelijkstaande
met 28315 kubieke ellen, voor ƒ3.50 worde geleverd.
Tot dit voorstel hebben Commissarissen gemeend te kunnen overgaan
omdat het gebleken is dat na de prijsvermindering, in 1866 voorgesteld en
door den gemeenteraad aangenomen en 1° Januarij 1867 in werking geko
men, het cijfer verbruikte kubieke voeten gas door particulieren aanmerkelijk
is toegenomen; dit was in 1864 22,292,900 kuh. voeten, representeerende
eene waarde van 99233.33s, in 1865 24,890,000 kub. voeten, een bedrag
van 110889.uitmakende, in 1866 28,611,250 kub. voelen, tot een
bedrag van f 127342.65, in 1867, dus na de prijsvermindering, tot
31,431,150 kub. voeten gestegen, eene waarde van 124208.425 vertegen
woordigende. Hieruit volgt dat de prijsvermindering van het gas bet cijfer
der verbruikte kub. voeten zeer heeft doen stijgen, daar in 1867 2,819,900
kub. voeten gas meer zijn verbruikt dan in 1866 en het verschil in opbrengst
tusschen dezelfde jaren slechts 3134.225 bedraagt.
Ook blijkt het uit de volgende cijfers dat het verbruik van gas blijft
toenemen, daar in de zes eerste maanden van 1867 14,324,400 kub. voe
ten, tot een bedrag van 56587.42s, en in 1868 14,603,650 kub. voeten
tot eene som van 57567.85, zijn verbruikt, dus een verschil uitmakende
van 279250 kub. voeten gas, eene waarde van f 980.42.
Commissarissen, overtuigd dat bij lager prijs het verbruik nog zal toene
men en met het oog op de overwinst in 1867 hebben gemeend tot dit
voorstel van prijsvermindering van het gas te mogen en moeten adviseeren.
De overwinst die in 1865, na aftrek der rente, f 51331.07® bedroeg, is
in een tijdsverloop van twee jaren met 2901.08 gestegen, zoodat zij in
1867 54232.15 was. Door dit voorstel zal de zoo vaak geuitte klagt,
dat in deze gemeente het gas tegen een te hoogen prijs aan de verbruikers
wordt geleverd, verminderen, en zal Leyden gelijken tred houden met de
prijzen van het gas in andere steden en voorzeker niet onderdoen wat de
zuiverheid en het lichtgevend vermogen van het gas aangaat, daar dit alhier
dat van andere steden verre overtreft.
Niet alleen voor hen die grootere hoeveelheid gas gebruiken zal de prijs
vermindering van zelve meer voordeel aanbrengen, omdat de 1000 kub.
voeten bij een verbruik van 500.op f 3.32s, van ƒ1000.op ƒ3.15,
en van 1500.op 2.97s te staan komen, maar tevens zullen allegas-
verbruikers er door gebaat worden, terwijl eene meerdere uitbreiding voor
zeker te verwachten is. Voor godshuizen of liefdadige instellingen en kazerne
gebouwen zullen, ineevolge verordening van den 20cn September 1866
(Gemeenteblad n°. 32) de 1000 kub. voeten tegen 2.75 worden berekend.
Commissarissen vleijen zich dat door de op nieuw voorgestelde prijsver
mindering het cijfer, op de begrooting uitgetrokken, geene verandering zal
behoeven te ondergaan. Zij adviseeren mitsdien ommogt het den Gemeente
raad behagen hun voorstel aan te nemen, dit voorstel 1° Januarij 1869 in
werking te doen treden.
Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek,
C. W. Hubrecht.
P. du Rieu.
J. I. van Wensen.
Aan den Gemeenteraad
Het rapport van de Commissie van Financiën luidt als volgt:
"De Commissie van Financiën ad hoe, uitgenoodigd om uwe vergadering
te dienen van berigt en raad omtrent het door Commissarissen der stedelijke
gasfabriek ingediend voorstel tot vermindering van den prijs van het gas
voor particulieren, door namelijk dien van ƒ4.de 1000 kubieke
voeten, gelijkstaande met 28,315 kubieke ellen, te stellen op 3,50,
heeft de eer u bij deze het volgende als haar rapport dienaangaande mede
te deelen.
Zij heeft, om dit voorstel met juistheid te kunnen beoordeelen in de
eerste plaats zich doen voorleggen opgaven van de prijzenwaarvoor in de
meeste plaatsen van ons vaderland het gas wordt geleverd en het is haar
gebleken dat zulks geschiedt:
Per kubieke el. Per 1000 kub. vt.
te Amsterdam door de Amsterdamsche pijpgascom-
te Amsterdam door de Hollandsche gasfabriek 3,25
te Rotterdam door de ééne particuliere fabriek 3.00
te Rotterdam door de andere particuliere fabriek 3.50
te Dordrecht door eene particuliere fabriek *0.18*5.10
te 's Hertogenbosch door eene particuliere fabriek *0.164.53
te Delft door eene stedelijke gasfabriek 0.143.96
te Nijmegen door eene particuliere fabriek gemiddeld 3.65
te Schiedam door eene stedelijke gasfabriek 0.123.37s
te Leeuwarden door eene stedelijke gasfabriek op
1 Januarij 1869 0.12 3.37s
te Deventer door eene stedelijke gasfabriek #0.113.11
Pw kubiek» «I. Per 1000 kub. vt,
te Groningen door eene stedelijke gasfabriek op 1
Januarij 1869 0.102.83
te Utrecht door eene stedelijke gasfabriek op l
Januarij 1869 0.092.55
te Haarlem door eene particuliere fabriek volgens
mededeeling3.00
Deze opgave in aanmerking nemende, acht ook uwe Commissie het tijd
stip gekomen om na de vermindering van prijs in 1867, nu weder tot eene
verlaging over te gaan om daarbij met geene overhaasting te werk te gaan
zou zij zich wel met den voorgedragen prijs van 3.50 kunnen vereenigen,
een prijs die verre beneden de hoogere prijzen, nagenoeg overeenkomt met
die der concurrerende fabrieken te Amsterdam en Rotterdam, en weinig
verschilt met de verder genoemde plaatsenwaaronder Leeuwarden nog tot
het einde des vorigen jaars 14 cents per kubieke el, of 3 96 per 1000
kubieke voeten bedong. Bij deze prijsvermindering zou het nog geen be
zwaar opleveren de tot hiertoe gebruikelijke kortingen te behouden en alzoo
de prijzen te bepalen voor godshuizen, gestichten of liefdadige iustellingen
kazernen en stedelijke gebouwen op 2.75 per duizend kubiek voeten,
voor fabrieksgebouwen en andere localen, bij een jaarlijksch gebruik
van meer dan 500 5 pCt., dus tot 3.32s
eau 1000.—10 0 3.15
1500.15 2.97s
kortingen echter die bij verdere prijsvermindering moeijelijk kunnen behou
den blijven.
Dat bij deze vermindering van prijzen het verbruik van het gas belang
rijk zal toenemen zoude de Commissie niet durven onderschrijven. Zij ge
looft dat de uitbreiding van het debiet eenigermate is beperkt, en het te
verwachten is dat eene vermindering van prijs eene winstderving zal ten
gevolge hehben.
De Commissie moet daarom bezwaar maken dit cijfer van prijsverminde
ring voor het geheele jaar 1-69 toe te laten; nu nadat de gemeentebegroo-
ting voor 1869 is vastgesteld en goedgekeurd en daarbij een zeker bedra"
voor overwinst van de gasfabriek als ontvangst is aangenomenmag niet
wel door later ingediende voorstellen dat cijfer zoodanig verminderen dat er
mogelijkheid bestaat dat er stoornis in de financiën zoude komen; bet is
hierom dat de Commissie, met afwijking van het voorstel, zich verpligt
acht in overweging te moeten geven de voorgestelde prijsvermindering eerst
met den 1 Julij dezes jaars in te voeren, wanneer men mag vertrouwen dat
zij van geenen nadeeligen invloed op de gemeente-financiën zal zijn.
Het zijn deze overwegingen die de Commissie van Financiën ad hoe, de
vrijheid doen nemen op het overgelegd voorstel tot prijsvermindering van het
gas, u te raden te besluiten, dat, aan te vangen met 1° Julij dezes jaars
de prijs uit de stedelijke gasfabriek zal worden berekend tegen drie gulden
vijftig cents voor de een duizend kubiek voeten, doch voor godshuizen
gestichten of liefdadige instellingen, kazernen en stedelijke gebouwen, teen
twee gulden vijf en zeventig cents; voorts voor fabrieksgebouwen en andere
localen, wier gebruik jaarlijks meer dan vijfhonderd gulden bedraagt, dezen
prijs te verminderen met vijf ten honderd, en mogt dit jaarlijksch gebruik
duizend gulden te boven gaan, dat alsdan deze vermindering tien, en zoo
zij vijftien honderd gulden te boven gaat, vijftien ten honderd zal bedragen.
De Commissie van Financiën ad hoe,
Leyden, 11 Januarij 1869. B. F. Krantz.
J. Scheltema.
H. C. Hartevelt."
De Voorzitter. Verlangt iemand het woord over dit onderwerpP
De heer le Poole. Ik zou willen vragen mijnheer de Voorzitter of het
niet mogelijk ware dat bij eene volgende gelegenheid een zoo belangrijk
punt, als heden aan de orde is gesteld, niet het laatst op de agenda voor-
kwarae. Daardoor zou om uwe eigene woorden te gebruiken de
schijn vermeden zijn geworden, alsof men dit punt er wilde doorhalendoor
dit het laatst in discussie te brengen, ik had over de zaak willen spreken
maar thans vrees ik, dat daartoe weinig tijd meer zal overblijven.
De Voorzitter. Dit punt is alleen daarom het laatst op de agenda
gesteldomdat al de zakendie vóór gingenmeer haast hadden dan° deze
en het belang van particulieren meerder spoed vorderden. Deze zaak even
wel heeft zoo dringende haast niet; want het voorstel der Commissie van
Financiën strekt om den prijs voor het gebruik van gas eerst met Julij te
verminderen. Mogt er tijd te kort schieten om ze nog heden af te doen,
dan kan zij even goed in de volgende vergadering worden behandeld.
De heer le Poole. Ik wil bij deze gelegenheid hulde brengen aan de
Commissie voor de gasfabriek, door wier ijverige zorgen in Leyden zulk
heider gas brandt, maar toch meen ik, dat zij deze inrigting te zeer als eene
bijzondere inrigting beschouwt, waarvan het hoofddoel is, eene bron van
inkomsten voor de gemeente te makenten nadeele evenwel der gasverbrui-
kers. De prijsvermindering had mijns inziens nog grooter moeten zijn, en
ik wensch daarom op drie punten te wijzen 1°. Op de steden Groningen
en Utrecht. In de laatste gemeente is de prijs 2.55in de eerste 2?83
per 1000 kub. voet. 2'. Op andere openbare inrigtingen, zoo als die voor
verlichting door onderwijs; daar staat de vergoeding beneden de diensten
welke gepraesteerd worden, terwijl bij de verlichting door gas de prijzende
gepraesteerde diensten verre overtreffen. 3°. Op de verpligting om art. 254
der gemeentewet in acht te nemen, hetwelk verbiedt hoogere vergoeding
van dergelijke zaken te heffen dan strekt tot goedmaking der kosten van
aanleg, onderhoud of verstrekking van het gebruikte of genotene. Ik zou
daarom willen voorstellen om aan de hand der Commissie van Financiën
met 1 Julij de prijsvermindering in te voeren, maar dien prijs dan niet op
3.50, maar op 3.per 1000 kub. voet te stellen.
De heer de Fremery. Het zij mij vergund, mijnheer de Voorzitter,
mijne meening te stellen tegenover die, welke gij daar juist hebt vernomen.
Nadat wij gedurende vele jaren op onze begrooting belangrijke sommen
hebben uitgetrokken voor de winst uit de gaslevering, terwijl te gelijker
tijd ons ruime inkomsten toevloeiden uit de heffing der gemeente accijnsen,
waarvan de druk niet zoo direct werd gevoeld als thans het geval i9 met
de aanslagen in de directe belastingen acht ik het niet goed deze bijdrage