HANDELINGEN VAN BIN GEHEENTERAAJ VAN LITBIN. 2. Zitting van Donderdag 4 Maart 1869, geopend des namiddags ten 2 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Rutgers, Buys, Le Poole, Tichler, Kneppelhout van Sterkenburg, du Rieu, Wltewaall, Krantz, van Wensen, Stoffels, Tol lens, Hoog, Hartevelt, Hubrecht, de Fremery, Goudsmit, Scheltema, van Heukelomvan OuterenCock en van den Brandeler. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 21 Januarij II. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1Dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandvan 2 Fehruarij B n°. 542 (3e afd.), G. S. n#. 24, waarbij worden goedgekeurd de raadsbeslui ten van 21 Januarij, waarbij is besloten tot de uitgilte van gronden aan J. W. Filippo en B. van Dorsten Hz., alsmede tot den verkoop van boo- men en de onderhandsche verhuring van de stalling aan het Blaauwe hek aan C. van der Lubbe. 2®. Gelijke dispositie van dezelfde dagteekening, B n°. 555 (3e afd.), G. S. n#. 34, houdende goedkeuring der gemeenterekening over 1867. 3#. Gelijke dispositie van 16 Fehruarij, B n°. 61)2 (Ie afd.), G.S. n#. 1, ten geleide van het koninklijk besluit van 3 Fehruarij, n®. II, waarbijvoor vijf jaren concessie wordt verleend tot tolheffing voor bet gebruik van het jaagpad langs den Vliet tusschen Leyden en den Leydschendam. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1®. Adressen van S. A. Andreson, A. J. Schretlen en A. van Iperen, heel- en verloskundigen, houdende het verzoek om tot heelmeester in het Caecilia-gasthuis te worden benoemd. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Gecommitteerden tot de administratie der vereenigde gast- en leprooshuizenten fine van berigt en raad. 2®. Voorstel van de Commissie tot de strafverordeningentot wijziging van eenige art. der algemeene polieieverordening van 24 October 1867. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 3®. Adres van F. L. Feenstratot het in eigendom bekomen van gemeente grond en alkoop van recognitie. 4®. Adres van B. van Dorsten Hz., tot vermindering van den koopprijs bij dispositie van 21 Januarij voor den afstand van gemeentegrond bepaald. 5®. Adres van Commissarissen der sociëteit Amicitia, tot het in gebruik bekomen van gemeentegrond. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Finan ciën, ten fine van berigt en raad. 6®. Adres van J. A. van Leeuwen, tot het leggen van eenestoep voor een huis in de Pieterskerk-Choorsteeg. Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, dit te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. 7®. Adres van A. W. Sijthoff, om met het leveren van het verslag van den Gemeenteraad te worden begunstigd. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres aan te houden tot de behandeling van het te dier zake aan de orde gestelde onderwerp. 8®. Adres van C. W. Haaxman, gewezen inspecteur van policieom uitbetaling van ingehouden gelden en schadevergoeding voor kleeding. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in handen van den Burgemeester. 9®. Adres van adhaesie aan het adres van prof. J. A. Boogaard c. s. be treffende het stellen van een harraoniegebouw. Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, dit adres ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 10®. Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1868. De Vookzitter. Ik stel voor deze rekening, waarvan de heeren du Rieu en Krantz rendanten zijnin handen te stellen eener Commissie van Finan ciën ad hoeen daarvoor twee leden te benoemen na de behandeling van het sub n®. IV aan de orde gestelde onderwerp. Dienovereenkomstig wordt besloten. 11®. Rekening van den schuttersraad der dienstdoende schutterij dezer gemeente, over 1868. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie van Financiën. De Voorzitter. Ik heb de eer nog mede te deelen dat is ingekomen een verzoek van J. C. L. Sicherer en C. J. Heintz om het vrij gebruik van de stads-gehoorzaal op den 26™ Februarijtot het geven van eene soiree musicale, waarvan de zuivere opbrengst zou strekken tot vergrooting van het grondkapitaal van het Evang. Luth. Wees- en Oudeliedenhuis. Burgemeester en Wethouders hebben, behoudens goedkeuring van den Raad, omtrent dit adres voorloopig gunstig beschikt. De Raad staat echter niet voor een fait accompli, en is daaromtrent geheel vrij. Ik stel thans evenwel voor dat voor het gebruik der zaal voor dit doel geen geld zal worden berekend. Dienovereenkomstig wordt besloten. 1869. De Voorzitter. Ook is ingekomen eene uitnoodiging van de Commissie voor de Volksvoorlezingen van het departement Leyden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, tot het bijwonen der laatste bijeenkomst in dit saizoenop den 12«n Maart e. k., 's avonds te 7 uren, in den schouwburg. De Commissie verlangt daaromtrent berigt te ontvangen. De missive der Commissie is van den volgenden inhoud «Leiden Maart 1869. De Commissie voor de volksvoorlezingen van het departement Leiden der maatschappij tot Nut van 't Algemeen noodigt u bij deze beleefdelijk uit, de bijeenkomst van den 12den Maart a. s.des avonds te 7 uren, in den schouwburg met uwe tegenwoordigheid te vereeren, en u daartoe te 6j ure in de kumer van Commissarissen te bevinden. Tot regeling der plaatsennemen wij de vrijheid u te verzoekenvoor zoover door u van de uitnoodiging wordt gebruik gemaakt, ons hiervan bericht te zenden. Namens de Commissie voornoemd, Snellen, Voorzitter. G. Japjkse, Secretaris. Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Nog is ingekomen eene missive van de commissie voor de tentoonstelling van wapens, enz, in Artiet Amicitiae te Amsterdam te houden. Deze commissie heeft tijdelijk eenige voorwerpen voor de tentoonstelling verzocht. Wij hebben de commissie voor de oudheden daaromtrent gehoord en deze maakt daartegen gecne zwarigheid, mits de noodige voorzorg worde in acht genomen. Een lijstje der verlangde stukken is bij haar advies ge voegd. Zij zijn de volgende: 2 rondassen, 10 hellebaarden, 5 pieken, 1 speer, 2 harnassen, en het k'eed waarop het beleg der stad Leyden is ge borduurd. Burgemeester en Wethouders hebben de eer omtrent dit verzoek gunstig te adviseren, onder voorwaarde, dat aan onderhoud en berging de meeste zorg zal worden besteed, en tevens onder voorwaarde van franco overzending. De heer Goudsmit. Ik zou alleen willen vragenof deze voorwerpen worden afgestaan, onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat de bruikleener voor alle risico instaat. Wordt die voorwaarde niet gesteld, dan staat hij voor toevallig verlies niet in. Eu dit kan toch voor ons niet gewenscht zijn. De heer Hubrecht. Ik geloof niet, dat dit punt eenig bezwaar kan op leveren, en houd mij overtuigd dat het bestuur der tentoonstelling, dat reeds de verzekering heeft gegeven alles met de meeste naauwgezetheid te zullen verzorgen, ook hiertoe zal bereid zijn. De heer Goudsmit. Dat geloof ik gaarne, maar uit hun verzoek blijkt er niets van. En daarom acht ik het wel noodig, dat het bij de vergunning als voorwaarde worde gesteld. De Voorzitter. Ik wil zeer gaarne het voorstel van den heer Goudsmit overnemen. Op die voorwaarde wordt het verzoek ingewilligd. Voorts heb ik nog berigt ontvangen dat morgen zal inkomen het rap port der commissie in zake de armbakkerij. Met afwijking van het regle ment van orde stel ik voor, dat de vergadering thans reeds besluit dat dit belangrijk stuk worde gedrukt. Het zal p. m. 20 bladzijden druks beslaan. De Vergadering vereenigt zich met dat voorstel. Aan de orde is: I. Verzoek van Prof. A. E. Simon Thomas, om continuatie als praelector in de verloskunde, voor den tijd van drie jaren. De heeren Tollens, Goudsmit en van Heukelom worden door den voor zitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Het rappoit van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt: «Op het adres van Prof. Abraham Everardus Simon Thomas, houdende verzoek om continuatie als praelector in de verloskunde, hebben wij de eer u te berigten dat de wijze, waarop deze betrekking door dien hoogleeraar wordt waargenomen, allen lof verdient, zoodat wij de vrijheid nemen u te raden hem als zoodanig weder voor den tijd van drie jaren te continueren." Met algemeene stemmen wordt prof. A. E. Simon Thomas gecontinueerd. II. Verzoek van Dr. J. Baert, om continuatie als stadsgeneesheer. Diakenen der Ned. Hervormde gemeente, regenten van de Roorasch Catholijke armen en weezen en armverzorgers der Ned. Israëlitische ge meente hebben gunstig omtrent dit verzoek geadviseerd. Met 20 stemmen wordt dr. J. Baert op nieuw benoemdterwijl een briefje in blanco was gelaten. III. Voordragt tot benoeming van een leeraar in de Hebreeuwsche taal aan het Gymnasium. Die voordragt is van den volgenden inhoud «Curatoren van het gymnasium te Leiden hebben de eer, naar aanleiding van het hun door u toegezonden Extract uit het register der deliberatiën van den Gemeenteraad van Leiden, dd. 21 Januari 1869, blijkens hetwelk aan Dr. P. de Jong op zijn verzoek eervol ontslag is verleend als leeraur der Hebreeuwsche taal aan het gymnasium alhier, u mede te deelen dat zijin hunne vergadering van 6 Februari 1869besloten hebbenter ver vulling van genoemde vacature, u in overweging te geven, als leeraar in het Hebreeuwsch aan gemelde inrichting te benoemen J. van den Bergh theol. cand. aan deze hoogeschool." Met 18 stemmen wordt benoemd J. van den Bergh, terwijl 3 briefjes waren in blanco gelaten. 2 N

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1869 | | pagina 1