In den toestandwaarin door den maatregel van procentsgewijze verminde ring van het subsidie en verwijzing naar de kerkelijke gemeente het weeshuis gebragt wordt, komt het mij voor dat de qualificatie van burgerlijk onge past is. Is het weeshuis eene burgerlijke instelling, dan kan er geen twijfel bestaanof zij moet volgens de letter van de armenwet gesubsidiéerd worden maar wordt het verwezen naar de kerkelijke gemeente, dan behoort zij niet enkel om het feit, dat het bestuur door het gemeentebestuur wordt aange steld tot de burgerlijke instellingen maar tot de gemengde onder letter d van de armenwet. ï)e minister van binnenlandsche zakenmet de verde diging belast, heeft dan ook verklaard, dat eene instelling van liefdadigheid alleen om het feit der aanstellingniet behoort onder litt. a. De beslissing in deze zaak is ook daarom niet onverschillig, omdat bij kennisneming van de qualificatie, dat het weeshuis is eene burgerlijke instelling, de minder goedgezinde kerkelijke leden zich zouden kunnen verschuilen achter deze, tot niet vrijwillige bijdragen. De heer Cock. Ik meen nog een enkel woord aan den heer Goudsmit te moeten antwoorden. Dat lid heeft gezegd dat wij niet vergeten moeten dat, als de subsidiën verminderen, dan ook de hoofdelijke omslagen voorde ingezetenen verminderen zullen. Ik heb dat volstrekt niet uit het oog ver loren en geloof ook wel, dat dit van eenigen invloed zal kunnen zijn op de uitbreiding der particuliere liefdadigheid. Maar daaraan zooveel te hech tenals die spreker doet, kan ik niet en ik deel dan ook zijne gerustheid volstrekt niet. Ik kan mij niet voorstellen, dat, als b. v. de hoofdelijke omslag, ten gevolge van vermindering der subsidiën, eens één jaar 100U0 la ger was dan vroeger, alsdan al de belastingschuldigen zich zoo maar in eens zouden bereid verklaren die 10U00 aan liefdadige doeleinden te besteden en er mede zouden loopen naar de bestuurders der bedoelde godshuizen. Ik zoude het al zeer mooi vinden indien zij dit eens met een derdeot hoog stens de helft, dier som deden. De Voorzitter. Als niemand meer het woord verlangt, dan stel ik voor thans in omvraag te brengen de vermindering van het subsidie voor het Hervormd weeshuis, dat der Koomtch-Catholijken en dat der Lutherschen. De heer Cock. Ik zoude het zeer onraadzaam vinden hier nu eene exceptie te maken. Het komt mij voor, dat men het beginsel nopens de vermindering van de subsidiën in het algemeen in omvrage moet brengen. De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft een rapport uitge- bragt. Ik meendedat bij de te nemen beslissing daarop het eerst moest worden gelet. Het rapport van de Commissie van Financiën moet m. i. eerst in behandeling worden genomenwaartoe anders de voorlichting van dat collegie? De heer Goodsmit. Ik moet mij tegen alle exceptiën verklaren. Het beginsel moet eerst in het algemeen worden uitgemaakt. Bestaat er een exceptionele toestand, b. v. voor het Minnehuis, dat is eene zaak van latere zorg die nader afzonderlijk kan worden behandeld. De heer Krantz. De Commissie van Financiën heeft het verlangen ken baar gemaakt, dat er een afzonderlijk onderzoek ten aanzien van het Min nehuis zou plaats hebben. Maar alvorens moet door den Raad worden be slist, of er eene korting der subsidiën zal plaats hebben. De heer Scheltema. Ook ik meen mij te moeten verzetten tegen het maken van exceptiën. Wat het regt en de quaestie van het Minnehuis be treft, dat is eene zaak van later zorg, die geheel op zich zelve staat. Wij dienen nu alleen het hoofdpunt, het beginsel uit te makenongepraejudiciëerd de aanspraken van het Minnehuis. In dien geest is ook het advies der Commissie van Financiën. De Voorzitter. Nu ik bemerk dat de Commissie van Financiën er zelve geen bezwaar in ziet, zal ik het eerst in omvraag biengen het beginsel, dat de subsidiën voor de godshuizen en het Israëlitisch armbestuur jaarlijks zullen worden verminderd. Dat voorstel wordt met 15 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen: de heeren Meerburg, Cock, van Wensen, Stoffels, van Kaatho- ven en Rutgers. De Voorzitter. Nu het beginsel is uitgemaakt, stel ik voor de subsi diën telken jare met 5 pCt. te verminderen. Ook dat voorstel wordt aangenomen met 15 tegen 6 stemmen. Tegen: de heeren Meerburg, Krantz, du Rieu, Scheltema, van Kaatho- ven en Tieleman. De heer Buys. Is het uw plan, mijnheer de Voorzitter, om nu nog nader de voorstellen te doen onderzoekenwelke door den kerkeraad der Hervormden gedaan zijn P De Voorzitter. De vergadering heeft nu het beginsel en het bedrag der vermindering aangenomen Ik stel nu voor, bij het vergevorderd uur tot eene volgende vergadering aan te houden de benoeming van eene commissie uit den Raad betrekkelijk de voorstellen aangaande het Min- nehuis. Dienovereenkomstig wordt besloten. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. 75

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1868 | | pagina 6