HANDELINGEN VIN BEN GUEENTEBilU) TIN LEIDEN. 4. Zitting van Donderdag 20 February 1868, geopend des namiddags ten 2 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren du BieuStoffels, Butgers, Goudsmit, Harte- velt, de Fremery, Kneppelhout van Sterkenburg, Scheltema, van Heuke- lom, van Wensen, Wttewaall, Hubrecht, van OuterenBuys, van Kaat- hoven en van den Brandeler. De heeren Hoog, Cock en de Moen gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zittingen van Donderdag 30 JanuarijZaturdag 1 Februarij en Maandag 3 Februarij worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter legt over: 1°. Een adres van A. A. van Bemmelen, waarbij hij afschrijving verzoekt van plaatselijke directe belasting, 1867. 2°. Een adres van J. de Huu c. s.eervol ontslagen nachtwakers, houdende verzoek hun eenig pensioen te verleenen. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen, ten fine van berigt en raad, te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën. 3°. De rekening der Kamer van koophandel en fabrieken, over 1867. De Vookzittee. Ik stel voor, deze rekening, ten fine van onderzoek, te stellen in handen van eene Commissie van Financiën ad hoe, en daartoe nog in deze vergadering, voordat de aan de orde gestelde onderwerpen worden behandeldtwee leden te benoementer vervanging van de heeren Krantz en du Bieu, die als rendanten aan dat onderzoek geen deel kunnen nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De Vooezittek. Ik moet voorts nog mededeelen, dat is ingekomen eene missive van de Commissie van Fabricage, van den 12,n dezer maand, die Burgemeester en Wethouders noodig achten, om der gevolgen wil voor de financiën, aan de vergadering kenbaar te maken. Bedoelde missive is van den volgenden inhoud: «Ten gevolge van de onlangs gewoed hebbende stormen, hebben onder scheidene openbare gebouwen der gemeente schade bekomen, zooals blijkt uit het rapport van den gemeente-architect, in afschrift hierbij gevoegd, de herstelling van welke schade wordt begroot op f 836. Uithoofde bij de begrooting voor dit jaar daarop niet is kunnen gerekend wordenzou het mogelijk zijn dat de voor het onderhoud der gemeente eigendommen toegestane gelden niet toereikende waren om de kosten van de stormschade te kunnen bestrijdenen uit den post van onvoorziene uit gaven moeten worden gevondenwaarvan de Commissie van Fabricage ge meend heeft u in tijds te moeten doen kennis dragen." Het rapport van den gemeente-architect luidt als volgt: «Door den storm in den nacht en gedurende den dag van den len Fe bruarij 11. aan onderscheidene gebouwen en opstanden, in eigendom der ge meente, schade veroorzaakt zijnde, heb ik de eer UEd. Achtb. daarvan kennis te geven, benevens het bedrag der buitengewone kosten, die ver moedelijk tot herstelling daarvan gevorderd zullen worden Den Burg. Omgeslagen een hoogopgaande schoorsteenpijp, met beschadi ging van twee daken, enz. f 80. Waaggebouw. Opwaaijing van lood en leijen 24. Lakenhal. Opwaaijing der looden bekleedingen van twee hoekkepers, met beschadiging der leijen f 36. Belangrijke beschadiging aan het groote leijen dak, waardoor ongeveer 80 vierk. ellen vernieuwing vorderen 300. Elisabeth's gasthuis. Aanmerkelijke^ beschadiging aan de pannen daken, waaruit, ten gevolge van den verouderden toestand, eene koste volgt van p. m. f 140. Gymnasium. Onderscheidene gaten in het dak f 20. Gehoorzaal, KoombeursBaaihal en eenige schoolgebouwen. Opwaaijing van lood en zinkgaten in de dakeningeslagen glasruitenenz. te zamen ƒ50. Zwemplaats. Omgeslagen rasteringen f 40. Toren van het raadhuis. Uitgewaaide leijen met de daaruit volgende her stellingen f 60. Raadhuis. Onderscheidene beschadigingen aan de daken 85. Totaal f 835." Wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is: I. Benoeming van twee leden voor de Commissie van Financiën ad hoe tot het onderzoeken der rekening van de Kamer van koophandel en fabrie ken, over 1867. De heeren van Wensen, Wttewaall en Hubrecht worden door den Voor zitter aangewezen om met hem het bureau van stemopneming uit temaken. Voor het eerste lid worden van de 16 stembriefjes, overeenkomende met het getal tegenwoordige leden, uitgebragt op de heeren: Kneppelhout van Sterkenburg 5, Wttewaall 4, Scheltema 3, Butgers en van Outeren elk 2 stemmen. Niemand alzoo de volstrekte meerderheid verkregen hebbendewordt over gegaan tot eene tweede vrije stemming, waarvan de uitslag is, dat met 14 stemmen benoemd wordt de heer Kneppelhout van Sterkenburg, zijnde 2 stemmen uitgebragt op den heer Wttewaall. 1868. Voor liet tweede lid worden uitgebragt op de heeren: Wttewaall 11, Scheltema 3 en Butgers 2 stemmenweshalve de heer Wttewaall is benoemd. II. Benoeming van eene hulponderwijzeres 4Je klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs 2" klasse, voor meisjes. Op de voordragt waren geplaatst: Johanna Petronella Drinhuyzen, hulp onderwijzeres aan die school; Wilhelmina Catharina Jacoba Hepp, kweeke- ling aan die school; Pietje Stüvel, hulponderwijzeres te Sneek. Met 12 stemmen wordt benoemd Johanna Petronella Drinhuyzen, zijnde 3 stemmen uitgebragt op W. C. J. Hepp, terwijl l briefje in blanco was gelaten. III. Benoeming van een 2en hulponderwijzer 4" klasse aan de openbare lagere school n°. 2 voor minvermogenden. Op de voordragt zijn geplaatst: Marcus de Haas, thans kweekeling aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1»klasse, voor jongens; Nicolaas Anthonie Lohman, wonende te Warmond; Boudewijn Bakker, wonende alhier. De Vookzittee. Ik wenschte omtrent die voordragt nog eenige inlich ting te geven, en wel deze, dat daarin wordt gezegd dat de heer Bakker reeds elders benoemd is. Dit is niet juist. Hij heeft alleen nader verzocht voor deze betrekking niet in aanmerking te komen. Met 15 stemmen wordt benoemd Marcus de Haas, zijnde 1 briefje in blanco gelaten. IV. Suppletoire staat van begrooting, zoo in ontvang als in uitgaaf, dienst 1867ten bedrage van f 2000. Het rapport van de Commissie van Financiën luidt als volgt: «De Commissie van Financiën heeft de eer u te berigten, dat bij haar geene bedenkingen bestaan tegen het verleenen van een verhoogd subsidie over 1867 aan het Werkhuis, waarvan haar de noodzakelijkheid uit de missive van Bestuurders dier instelling voldoende is gebleken. Zij vindt mitsdien volkomen vrijheid u te raden, tot vinding van het ge vorderde bedraghet door Burgemeester en Wethouders aangeboden concept besluit, tot verhooging der gemeente-begrooting van 1867 zoo in ont vang als in uitgaaf, met eene som van f 2000 vast te stellen. Bij het imperatief voorschrift van art. 59 der wet van den 28 Junij 1854 (Staatsblad n°. 100), zal het besluit, waarbij deze verhooging van subsidie aan het Werkhuis wordt verleendmoeten inhouden a. dat de volstrekte noodzakelijkheid van het subsidie is bewezen door de rekening en verantwoording der inkomsten en uitgaven van het betrokken bestuur, over het laatst afgeloopen, en de begrooting voor het loopend of eerstvolgend dienstjaar b. dat ten behoeve van het betrokken bestuur, naar het oordeel van den gemeenteraad, op eene billijke wijze is bijgedragen door hen, van wie, over eenkomstig den aard der instelling, in den regel bijdragen kunnen worden verwacht c. dat het bestuur der instelling, overeenkomstig haren aard en hare be stemming, aan zijne verpligtingen naar vermogen voldoet." Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd, wor dende de heer Stoffels, als lid van het bestuur over het Werkhuis, geacht niet te hebben medegestemd. V. Suppletoire staat van begrooting, zoo in ontvang als in uitgaaf, dienst 1867, ten bedrage van f 268.38. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt dien staat vast te stellen. Wordt op gelijke wijze goedgekeurd. VI. Voordragt tot tegemoetkoming van schutterpligtigen in de kosten hunner kleeding. Burgemeester en Wethouders stellen voor dat vier der op de overgelegde lijst voorkomende schutterpligtigen in staat zullen geacht worden zeiven in hunne kleeding of kleedingkosten bij de schutterij te voorzien en de negen overigenals onvermogenddaarin voor het geheel uit de gemeentefondsen zullen worden te gemoet gekomen. Wordt op gelijke wijze aangenomen. VII. Adres van B. H. Vos, om teruggave van drie maanden minerval, vóór den verschijndag betaald ten behoeve van wijlen zijn kleinzoon B. T. Vos. Burgemeester en Wethouders raden de gevraagde teruggaveter somma van f 25, te verleenen, waarmede de Commissie van Financiën zich vereenigt. Wordt op gelijke wijze aangenomen, wordende de heer Goudsmit geacht niet te hebben medegestemd. VIII. Adres van C. P. de Brauw c. s.tot het wegnemen van eene rij boomen langs de huizen op de Vischmarkt. Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt: «Op het adres van eenige bewoners der Visch- en Warmoesmarktenwaarbij zij verzoeken dat de rij boomen langs de huizen aldaar worde weggenomen hebben wij de eeronder overlegging van het door ons ingewonnen rapport der Commissie van Fabricage, u te berigten dat bij ons tegen der adres santen verzoek geen bezwaar bestaat, daar het schijnt dat zij van bedoelde boomen veel hinder ondervinden en het wegnemen daarvan voor zeker zou bijdragen tot bevordering van licht en lucht. Wij nemen mitsdien de vrijheid u te raden bovengemeld verzoek voor S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1868 | | pagina 1