zelf, blijkens zijne beraadslagingen, op gronden van billijkheid overtuigd
is, dat door hein te veel in de plaatselijke directe belasting is betaald I
geworden.
8°. Adres van J. W. van Hartevelddaarbij afschrijving verzoekende
van den aanslag in de plaatselijke directe belasting van nu wijlen J. Remmers.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders, de drie laatste mede in handen
van de Commissie van Financiënten fine van berigt en raad.
De Voorzitter. Er is nog ingekomen een verzoek van de Typographi-
sche Vereeniging Lourens Jz. Coster, om het kosteloos gebruik van de
stads-gehoorzaal op Koppermaandag. Dat verzoek is jaarlijks toegestaan. De
vergadering zal toch zeker geene bedenking hebben haar ook thans weder
de vergunning daartoe te geven
De gevraagde vergunning wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming verleend.
Aan de orde is
I. Benoeming van vier leden in de Plaatselijke Schoolcommissie.
De lieeren Hoog, van Heukelom en Buys worden door den Voorzitter
aangewezen om met hem het bureau van stemopneming nit te maken.
Het eerste dubbeltal, door de Plaatselijke Schoolcommissie voorgedragen,
ter vervulling der plaats, opengevallen door de periodieke aftreding van
Prof. R. J. Fruindie verzocht had niet weder in aanmerking te komen
bestaat uit de heeren Mr. L. W. C. Keuchenius en Prof. A. Heynsius.
Bij eene eerste stemming worden van de 20 briefjes, overeenkomende
met het getal tegenwoordige leden uitgebragt op de heeren Keuchenius en
Heynsius elk 8 en Mr. J. J. Del Baere 2 stemmen, zijnde 2 briefjes in
blanco gelaten.
Niemand alzoo de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, wordt
overgegaan tot eene tweede vrije stemming, waarvan de uitslag is, dat met
11 stemmen benoemd wordt Prof. Heynsius, terwijl 8 stemmen waren
uitgebragt op den heer Keuchenius en 1 briefje in blanco was gelaten.
Het tweede dubbeltalter vervulling der plaatsopengevallen door de
periodieke aftreding van l)r. Boursse Wils bestaat uit de heeren Dr. H. Boursse
Wils en Prof. J. A. Boogaard.
Met 14 stemmen wordt benoemd Dr. Boursse Wils, zijnde 2 stemmen
uitgebragt op Prof. Boogaard, terwijl 4 briefjes in blanco waren gelaten.
Het derde dubbeltal, ter vervulling der plaats, opengevallen door de pe
riodieke aftreding van Prof. Veth, bestaat uit de heeren Prof. P. J. Veth
en Mr. J. J. Del Baere.
Met 12 stemmen wordt benoemd Prof. Veth, zijnde verder uitgebragt
op de heeren Del Baere 5 stemmen en Prof. Boogaard 1 stemterwijl 2
briefjes in blanco waren gelaten.
Het vierde dubbeltal, ter vervulling der plaats, opengevallen door de perio
dieke aftreding van Mr. G. A. van Hamelbestaat uit de heeren Mr. G. A.
van Hamel en Dr. II. W. van der Mey.
Met 12 stemmen wordt benoemd Mr. G. A. van Hamel, zijnde 4 stem
men uitgebragt op Dr. H. W. van der Mey, terwijl 4 briefjes in blanco
waren gelaten.
II. Eerste suppletoir kohier der plaatselijke directe belastingdienst 1867.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd tot een
bedrag van 2098.62j.
III. Adres van het gemeentebestuur van Alkemade tot ondersteuning van
het plan tot den aanleg van een kunstweg tusschen beide gemeenten.
Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het advies van de
Commissie van Fabricage en behoudens de bedenkingen door die commissie
op het adres gemaakt, tot het verzoek van den gemeenteraad van Alke
made toe te treden en daaraan op de dus gewijzigde wijze medewerking toe
te zeggen.
Door de Commissie van Fabricage wordt in haar rapport voorgesteld dat
van Leydens belangstelling in de uitvoering van het ontworpen plan door
de volgende geldelijke bijdragen blijkeals
«1°. eene bijdrage van 3200 voor eens, of T'ïï in het aandeel van
32000 der gemeente Alkemade, in de kosten van den aanleg van den weg,
onder dezelfde voorwaarden als door het rijk en de provincie is gesteld,
dat op dien aan te leggen weg geen tol wordt geheven;
2°. eene bijdrage van 500 'sjaars in de kosten van onderhoud van den
weg en van de brug over de Ringvaartonder voorwaarde dat van wege het
gemeentebestuur van Leyden jaarlijks dat onderhoud worde geinspecteerd of
gecontroleerd
3°. de geheele bekostiging van een verbeterden aanleg en behoorlijk
onderhoud van den weg, loopende van het Zijlhek over den Zijldijk tot het
einde waar het aansluitingspunt is van den nieuwen weg, waarvan de kos
ten worden geraamd op f 1200
4°. de afstand van het meerder bedrag der opbrengst van de tolgelden
aau het Zijlhek bij de Spanjaardsbrugboven de pachtsom van ƒ700 'sjaars,
waarop thans de verpachting van die opbrengstna aftrek van hetgeen voor
genot van grasgewas en inkomsten van jaagloon, onder de tegenwoordige
pachtsom begrepenkan worden berekend."
De Commissie van Financiën raadt, aan den belanghebbende te kennen te
geven dat de gemeente genegen is tot de uitvoering van het ontworpen plan
bij te dragen, op de wijze als door de Commissie van Fabricage is voor
gesteld; het laatste in het rapport dier commissie voorkomend punt formu
leert zij echter aldus: «Het meerder bedrag der opbrengst van de tolgelden
aan het Zijlhek bij de Spanjaardsbrug, boven de som van ƒ900, waarvoor
de opbrengst van dit hek thans, met inbegrip van het genot van grasgewas
en de inkomsten van jaagloon beide te zamen op ƒ200 berekend, is verpacht."
De heer Hoog. Ik wenschte over deze zaak even te sprekenom mijne
groote adhaesie te betuigen aan het planzoo als het ons is voorgelegd.
Ik heb het steeds betreurd, dat Leyden niet even als Haarlem een goeden
weg had naar de Haarlemmermeer, ter verkrijging van producten van daar,
zoo als Haarlem daarvan dan ook de vruchten plukt. Het komt mij dus
zeer wenschelijk voor dien kunstweg tot Alkemade aan te leggen; en ik
geloof, dat het groot subsidie, dat zoowel van wege het rijk als van wege
de provincie wordt verstrekt, wel aanwijst het groot belang, dat in de zaak
wordt gesteld. Maar ik heb het betreurddat tot dusverre door Leyden
in dat opzigt geene démarche was gedaan. Inlusschen met deze groote
tegemoetkoming in het door Alkemade te verleenen aandeel van J in den
aanleg, plus de garantie die voorgeschreven is voor het onderhoud, kan
ik mij volkomen vereenigen; maar ik heb hieromtrent nog ééne vraag te
doen. Bij die bepaling van een tiende in de 32000 is toch onder de
voorwaarden deze immers begrepen: «of zooveel minder als de som bij aan
neming zal blijken minder te zijn"? Het werk is op f 96000 geraamd.
Wordt dus de aannemingssom minder, dan is ook het derde voor het rijk
en de provincie en ook zoo voor de gemeente minder. Deze 3200 is
dus geen fixum, maar geeft, meen ik, meer eene verhouding te kennen
van ,lT tot het geheele bedrag en is dus nader ook voor vermindering vat
baar, in dezelfde verhouding als j'T van hetgeen de gemeente bijdragen
moetdus 4- i" het geheel.
De Voorzitter. Die conditie staat er niet in.
De heer Hoog. Het ligt toch in alle dergelijke gevallen in den geest
van de te maken voorwaarden. Daarom wilde ik dit punt releveren en
achtte dit noodig.
De conclusie van het rapport der Commissie van Financiën wordt, met
bijvoeging van het door den heer Hoog voorgesteldehierop met algemeene
stemmen aangenomen.
IV. Adres van eenige ingezetenen dezer gemeente ter bekoming van het
regt van opstal op een gedeelte der Ruïne en guarantie van aflossing en
renten van het kapitaalbenoodigd voor het aldaar op te rigten gebouw
voor tentoonstellingen enz.
Ten gevolge van de zoo even ingekomen missive van Prof. Boogaard c. s.
komt dit punt alsnu te vervallen.
V. Voorstel tot overname van het gebouw der gymnastiekschool.
Burgemeester en Wethouders adviseren hieromtrent o. a. het volgende:
«Nader is bij ons ontvangen een brief van den heer mr. P. C. Lezwyn
de mededeeling behelzende dat mogt uwe vergadering eventueel eene afwij
zende beschikking op het aanbod van den heer Kneppelhout nemen, het
gebouw enz. aan den onderwijzer Martin in huur zoude overgaaningeval
deze de zekerheid mogt erlangen dat de leerlingen der gemeentescholen,
zoomede de hulponderwijzers en kweekelingenhet onderwijs op de gymna
stiekschool zullen blijven bijwonen en het getal lessen niet zal worden ver
minderd. Dit laatste voorstel in den geest zijnde van de door de school
commissie voorgestelde meening, nemen wij de vrijheid u te raden den heer
Kneppelhout voor het door hem gedane aanbod beleefdelijk te bedanken
en aan den heer Lezwyn te kennen te geven, dat, behoudens het geval
dat er om deze of gene redenen gegronde bezwaren mogten bestaan tegen
het onderwijs of de handelingen van den heer Martindeze gemeente be
reid is de toezegging te doen dat leerlingen hulponderwijzers en kweeke
lingen voor het volgende jaar van het gymnastiekonderwijs in bedoeld lokaal
zullen gebruik maken en de lessen niet zullen worden verminderd, terwijl
men overigens aan het verder door den heer Lezwyn uitgedrukt verlangen
zal trachten tegemoet te komen."
De heer du Rieu. Ik kan mij niet geheel met deze voordragt vereeni
gen. Ik zou veel liever gezien hebben dat het aanbod van den heer Knep
pelhout ware aangenomen. Ik verbeeld mij dat het veel beter isdat de
stad eene gymnastiekschool heeft dan er eene huurt. Tot nog toe ging
het onderwijs in de gymnastiek geregeld en goed. Als men nu van
dat gebouw gebruik maakt en een onderwijzer benoemt, kan het onderwijs
geregeld blijven gaan. Het zou niet duurder zijn dat gebouw over te nemen
dan aan de scholen aparte lokalen te bouwen. De speelplaatsen op de scho
len zijn eer te klein dan te groot. Wanneer men dus daarbij nieuwe loka
len bouwt, komt de zaak veel duurder uit dan wanneer men het lokaal
van den heer Kneppelhout overneemt. Men is niet bij magte de uren zoo
in eens te regelen voor dat onderwijs als men wenscht. En dat bezwaar
vervalt, wanneer men dat gebouw heeft voor het onderwijs in de gymnastiek.
De Voorzitter. Het voornemen is voor 1868 het lokaal op denzelfden
voet in gebruik te hebben teger, dezelfde som. De schoolcommissie had
wel voorgesteld in elke school een afzonderlijk lokaal in te rigten voor het
onderwijs in de gymnastiekmaar inmiddels is ingekomen een brief van
den heer Lezwyn, waarbij deze te kennen geeft dat hij bereid is zich, bij
wijze van proefneming, voor het volgend jaar met de leiding van dat on
derwijs op den tegenwoordigen voet te willen belasten, zoo de gemeente
zich wil verbinden dezelfde som te betalen als zij nu doet.
De heer du Rieu. Dan zou weer de zaak voor één jaar marcheftn als
nu. Maar ik vrees, dat wij ons later op een minder goed standpunt zul
len bevinden dan op dit oogenblik. Thans biedt de heer Kneppelhout het
lokaal ter overname aan. Als men dat niet aanneemt, zullen wij ons in het
volgend jaar niet op een zoo voordeelig standpunt bevinden als nu. Wij
zullen dan geen goed lokaal voor het onderwijs in de gymnastiek krijgen,
en wanneer dan verder de gemeente voor dat onderwijs zal hebben te zor
gen wordt de zaak voor de gemeentekas des te bezwarender.
De heer Hubrecht. Ik verschil in meening van den heer du Rieu
vooral wat zijne laatste woorden aangaat. Het voorstel strekt om het lokaal
nu voor een jaar te gebruiken op de voorwaarden door den heer Lezwyn
voorgesteld, aan wiens welwillende bemoeijing wij dit voor een groot
deel te danken hebben. Overigens, hoezeer ik gaarne de welwillendheid
van den heer Kneppelhout erken, dat hij bedoeld lokaal in der tijd voor
gymnastiekschool heeft doen inrigtenzoo zoude ik het toch zeer onraadzaam
vinden dat gebouw voor de gevraagde som over te nemendaar de som
verre de verkoopwaarde overschrijdt. Vooral om deze reden hebben Burge
meester en Wethouders geen voorstel van overname gedaan, maarliever
het gebruik voor een jaar op den bestaanden voet aangeraden. Daarbij
kan ik gerust verzekeren dat, mogt het noodzakelijk zijn dat de gemeente