HAIDmiSIR TAS DIS fiUIlHTSBAAD TAN LEYDÜI.
21.
Zitting van Donderdag 19 September 1861?,
geopend des namiddags te 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren Stoffels, du Bieu, van Heukelom, van Wensen,
Driessende Moenvan der HoevenTollensHubrechtde Fremery
Hartevelt, Goudsmit, Tieleman, Buys, Kneppelhout van Sterkenburg,
Scheltema, Meerburg, Cock en van den Brandeler.
De heer Hoog gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Dingsdag 3
September 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Dispositie van Ged. Staten van Zuidhollandvan den 27611 Augustus
1867, B. n°. 4529 (3° afd.) G. S. n°. 47, waarbij wordt goedgekeurd het
raadsbesluit van den 16on bevorens, tot wijziging der begrooting, dienst
1867in ontvang en in uitgaaf.
2°. Dispositie van Ged. Staten van Zuidholland, van den 3»n September
1867, B. n°. 4805 (3e afd.) G. S. n°. 33, houdende goedkeuring van het
raadsbesluit van 24 Augustus, waarbij tot de onderhandsche verpachting
van de haardasch, de vuilnis en het puin voor den tijd van één jaar is
besloten.
Deze worden aangenomen voor kennisgeving.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Missive van Curatoren van 's Kijks hoogeschool alhiervan den 7#n
dezer maand n°. 38/272®, waarbij zij verzoeken te mogen overgaan tot het
doen verrigten van eenige werkzaamheden bij het terrein thans voor een
Nosocomium Academicum afgestaan.
2°. Adres van mr. P. du Kieu, daarbij toestemming verzoekende tot het
herstellen en vergrooten van het plankier achter aan zijn huis, uitkomende
aan den Nieuwen Kijn.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze stukken te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
3°. Adres van H. van Cazant, pachter van den afval van- en de leve
ring der benoodigdheden voor de beestenmarkt, om continuatie zijner pacht.
4°. Adres van T. W. van Hartrop, ter bekoming van een gedeelte ge-
meentegronds.
5°. Adres van ds. A. J. Molenaar, waarbij hij herziening van zijn aan
slag in de plaatselijke directe belasting verzoekt.
6°. Adres van A. T. van Erphoudende verzoek tot herziening van zijn
aanslag in de plaatselijke directe belasting.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Finan
ciën ten fine van berigt en raad.
7°. Missive van mrn. Kegenten van het H. G. of Arme Wees- en Kin
derhuis, van den 16en dezer maand, houdende verzoek tot wijziging van een
goedgekeurden staat van af- en overschrijving, dienst 1866, waarbij cene
misstelling heeft plaats gegrepen.
Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, deze te stellen in handen
van de Commissie van Financiën, ten fine van berigt en raad.
8°. Adres van bewoners van de Lombardsteeg, uitkomende op de Haar
lemmerstraat, houdende verzoek ter bekoming van een gaslantaarn.
9°. Adres van C. en S. van Waveren, waarbij zij verzoeken met hunne
schroefstoomboot te mogen aanleggen binnen deze gemeente, ter plaatse
waar tot nu toe hunne vrachtschuit hare ligplaats had.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten omtrent deze adressen over
te gaan tot de orde van den dag, als niet behoorende tot de bemoeijing
dezer vergadering.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een lid in de Commissie tot een regtskundig onder
zoek in zake de Armbakkerij.
Yoor deze en de verdere aan de orde gestelde benoemingen worden de
heeren de Fremery, Meerburg en van Heukelom door den Voorzitter aan
gewezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
De uitslag der stemming is, dat met 17 stemmen benoemd wordt de heer
Cock, zijnde 2 briefjes in blanco gelaten.
II. Benoeming van een commissaris voor de Gasfabriek.
Door Commissarissen worden voorgedragen de heeren mr. II. C. J. Hoog
en H. C. Hartevelt, bij welk dubbeltal door Burgemeester en Wethouders
gevoegd zijn de heeren mr. J. van Outeren en mr. H. P. J. Tollens.
Bij eene eerste stemming worden uitgebragt op de heerenvan Outeren
8 Hoog 7Hartevelt en van Heukelom elk 2 stemmen.
Bij eene tweede vrije stemming verkrijgen de heeren: van Outeren 12,
Hoog 6 stemmen, en Hartevelt 1 stem; weshalve de heer van Outeren is
benoemd.
III. Benoeming van een secretaris bij het collegie van Gecommitteerden
tot de administratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen.
De voordragt van Gecommitteerden is van den volgenden inhoud:
//Naar aanleiding van het raadsbesluit dd. 15 Augustus jl.hebben Ge
committeerden tot de administratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen
alhier, de eer te dienen van berigt en raad, op de in hunne handen ge
stelde adressen der sollicitanten naar de thans bij hunne administratie vace
rende betrekking van secretaris. Gecommitteerden aarzelen niet te erkennen
dat het hun moeijelijk viel eene keuze te doen uit zoo velen der sollicitanten
als zij geschikt achten ter vervulling dezer opengevallen betrekking.
1867.
Nu hun evenwel is opgedragen in deze te dienen van berigt en raad
moest er echter wel eene keuze door Gecommitteerden worden gedaanen
het is daarom dat zij, na rijp beraad, met uitzondering van dr. C. W. II.
van Kaathovendie zich in deze van alle advies en aanbeveling verlangde
te onthoudenhebben besloten den gemeenteraad kenbaar te maken dat het
hun aangenaam zoude wezen, voor de. betrekking van secretaris eene keuze
te willen doen uit de heeren m". H. P. van Kaathoven, A. J. Wijnstroom
en den heer P. Herdingh Hz."
De uitslag der stemming isdatbij eene eerste stemmingworden uit
gebragt op de heerenmr. H. P. van Kaathoven 9J. Hoog 7 P. Her
dingh Hz. 2 stemmen en mr. A. J. Wijnstroom 1 stem.
Bij eene tweede vrije stemming worden uitgebragt op de heerenHoog 9
van Kaathoven 8Herdingh 2 stemmen.
Bij eene derde stemming worden uitgebragt op de heeren: Hoog 10 en
van Kaathoven 9 stemmen; weshalve is benoemd de heer J. Hoog.
IV. Benoeming van een secretaris bij het collegie van Curatoren van
het Gymnasium.
De voordragt van Curatoren is van den volgenden inhoud:
//Onder terugzending der in onze handen gestelde adressen van de heeren
mr. W. P. Steenhoff en mr. A. J. Wijnstroom, hebben wij de eer te be-
rigtendat beide die heeren ons als secretaris van ons collegie welgevallig
zullen zijn en dat wij geene reden hebben om den een boven den ander
te verkiezen. Wij nemen alleenlijk de vrijheid te doen opmerkendat de
vacerende betrekking hoofdzakelijk gezocht wordt om de gelegenheid die
Jiij aanbiedt tot nuttige werkzaamheid en 'tot het opdoen van ervaring eu
oefening in het behandelen van .zakenten gevolge waarvan onzes inziens
de benoeming meer waarde zal hebben voor mr. W. P. Steenhoff, die eerst
onlangs is gepromoveerd, dan voor mr. A. J. Wijnstroom, die reeds in
andere betrekkingen zulk eene gelegenheid gezocht en gevonden heeft."
Met 10 stemmen wordt benoemd de heer mr. W. P. Steenhofï; zijnde
verder uitgebragt op den heer mr. A. J. Wijnstroom 7 stemmen, terwijl 2
briefjes in blanco waren gelaten.
V. Voordragt aangaande de betrekking van Prorector van het Gymnasium.
De voordragt van Curatoren van het Gymnasium is van den volgenden
inhoud
«Curatoren van het gymnasium hebben de eer liet navolgende voorstel
aan uwe overweging te onderwerpen.
De heer dr. W. Bisschop, docent in de Ned. taal en letterkunde, ge
schiedenis en aardrijkskunde aan de gemeentelijke instellingen van hooger
en middelbaar onderwijs, was tevens proreetor van het gymnasium. Hij
had die betrekking bekleed vóór de organisatie van het middelbaar onder
wijs te dezer stede en heeft haar daarna behouden hoewel sedert dien tijd
niet meer uitsluitend aan het gymnasium verbonden. Sedert dien tijd ge
noot hij bovendien eene personele toelage van f 200 'sjaars, waardoor
zijne jaarwedde werd gebragt van f 1600 op f 1800.
Door het vertrek van dr. Bisschop naar Leeuwarden is thans de post
van prorector vacantzijn opvolger zal dien titel niet dragen. Ook de toe
lage van ƒ200 tot het tractement van den eersten docent in de Ned. taal- en
letterkunde, geschiedenis en aardrijkskunde is nu vervallen. Diensvolgens
stellen wij voor, de betrekking van prorector op te dragen aan den oudsten
docent in de oude talen dr. H. W. van der Mey enin verband daarmede
hem eene gelijke toelage van f 200 'sjaars te verleenen, die zijne jaarwedde
op ƒ1800 brengen zal.
Wij vertrouwen dat dit voorstel geene uitvoerige regtvaardiging zal be
hoeven. Het ligt in den aard der zaakdat het prorectoraat worde opge
dragen aan een der docenten in de oude talendie uitsluitend aan het gym
nasium onderwijs geven. Keeds de ancienneteit geeft dus aan dr. van der
Mey billijke aanspraak op die betrekking. Maar daarenboven is hij een
uitstekend docent, bij de leerlingen zeer geliefd, wiens onderwijs de beste
vruchten draagt. Wij achten het dus in het belang van het gymnasium,
hem naauwer en, zoo mogelijk, voor goed aan die inrigting te verbinden.
Om die reden aarzelen wij ook niet, de verhooging zijner jaarwedde tot
het bovengenoemde bedrag in ons voorstel op te nemen. Wij koesteren de
hoop, dat de aanneming van dat voorstel door den gemeenteraad als open
lijk bewijs van goedkeuring door dr. van der Mey zal worden gewaardeerd
en alzoo tot het beoogde doel zal leiden."
De heer de Moen. Het was eene personele toelage, die in der tijd aan
den heer Bisschop was verstrekt, en geen erfregt, dat daarbij is toegekend.
Ik ben dus tegen de voordragt.
De heer van dee Hoeven. Ik zou over deze zaak niet gesproken heb
ben indien niet hetgeen door den vorigen spreker gezegd wasmij daartoe
noodzaakte. En dan moet ik zeggendat hier twee zaken te onderzoeken zijn
in de eerste plaats de betrekking van prorectoren ten andere de personele toe
lage die aan den heer Bisschop was verstrekt. De betrekking van prorector is
vacant. Nu is het zeer natuurlijkdat, als er een rector is, er ook een prorector
moet wezen, die voor, hem of in zijne plaats waar dit vereischt mogt worden
kan optredenzoodat er in ieder geval wel geene zwarigheid zal bestaan om
den heer van den Mey te benoemen. Heeft die zaak geene zwarigheid,
dan zal er ook wel geen groot bezwaar bestaan diens tractement te verhoo-
gen. Daarenboven is de heer van der Mey, zooals Curatoren te regt zeg
gen een uitmuntend docent. Ik geloof dusdat de billijkheid eenigermate
eischt hem die verhooging toe te kennen. Maar wat het andere betreft,
de benoeming van een prorector, daaromtrent dient de Baad in ieder geval
eene beslissing te nemen. Wij zouden de zaak kunnen splitsen, door de
vragen aldus te stellen1°. zal de heer van der Mey worden benoemd en
2°. zal zijn tractement worden verhoogd?