aanmerkelijk in duurte toegenomen), naar des adressants innige overtuiging
toen reeds de som van ƒ400 verre overtroffen;
2°. dat uit uw meergenoemd besluit zou kunnen worden opgemaaktdat
aan den adressant telken jare zou worden toegelegd eene som van ƒ400
voor vergoeding van voedingskosten van twee mannelijke bedienden en hij
evenals dit te 's Gravenhage en welligt in meer andere gemeenten het geval
is, vrij over die som zou kunnen beschikken, om daardoor zoo mogelijk
voor hem eenig voordeel te erlangenwanneer hijzich de meerdere werk
zaamheden getroostende, er slechts één bediende op nahield;
dat dit evenwel niet het geval is en hem slechts de helft der genoemde
som ad ƒ400 is uitbetaald, aangezien hij sedert zijne in functie treding als
gemeente-apotheker niet meer dan één bediende heeft gehad en hij ook
trouwens gaarne bereid is (getuige de buitengewone drukke bezigheden
tijdens het heerschen der jongste cholera epidemie) door persoonlijke deel
neming aan de werkzaamheden, zoolang mogelijk, meerdere hulp bij wijze
van een tweeden bediende overbodig te maken en daarom niet wenseht dat
hem de vrije beschikking over die toelage werd verleend, maar er verre
de voorkeur aan zou geven bijaldien door U in eene verhooging van
tractement kon worden getreden;
dat het wel geen betoog zal behoeven dat men vooral in den tegen-
woordigen tijd, beter twee bedienden voor ƒ400 dan één voor 200 de
noodige verpleging kan verschaffen
dat hij hiermede evenwel niet bedoelt een hooger kostgeld voor zijne
bedienden te verzoeken (die hunne eischcnnaarmate hooger kostgeld voor
hen werd uitbetaaldook hooger zouden stellen)maar de vrijheid neemt
het bovenstaande alleen aan te voerenom aan te toonen dat de gemeente
gedurende een tijdsverloop van vijf jaren door de besparing van genoemde
ƒ200, gevoegd bij de ƒ200, die als bezoldiging aan dien tweeden bediende
(welke bezoldiging sedert de invoering der nieuwe geneeskundige staatsrege
ling en de daaruit voortvloeiende schaarschte van behulpzaam personeel
kan geacht worden thans bijna verdubbeld te zijn) zou zijn uitgekeerd,
een voordeel genoot van ƒ2000, terwijl zijn tractement door dat voordeel
niet de minste verandering onderging;
dat hij van geene tractements-verhooging zou sprekenware het ver
gund in zijne vrije uren, die hem in gewone tijden overblijven, zoodanige
zaken, met zijn vak als apotheker in verband staande uit te oefenen,
gelijk zulks vroeger plagt plaats te hebben en waardoor zijne inkomsten
zouden kunnen gebaat worden, iets hetgeen hij niet wenschelijk acht
(ofschoon zijne instructie het hem niet verbiedt), vooral omdat daardoor
zijne positie tegenover leveranciers niet zoo onafhankelijk zou zijnals
zijns inziens noodzakelijk is;
dat zijn tractement in de eerste jaren zeer werd te gemoet gekomen
doordat hij zijn vrijen tijd kon besteden met aan eenige heeren studenten
les te geven, evenals hij dat in zijne vorige betrekking van apotheker in het
Academisch Ziekenhuis gewoon was te doen; dat nu geheel is opgehouden
door de weinige relatiën die hij thans met genoemde heeren heeft en
waartoe zijne vorige betrekking zoo gereedelijk aanleiding gaf; zoodat zijn
tractement zooals het nu is, zonder eenige hulpbron, niet voldoende zou
zijn, om, wanneer hij in het huwelijk trad, er eenigzins fatsoenlijk van
te leven
dat hij vertrouwt zijne betrekking (zooals trouwens behoort) steeds met
de meeste naauwgezetheid te hebben waargenomen, gelijk ook uit de jaar
lij ksche verslagen van heeren Gecommitteerden tot de administratie der ver-
eenigde gasthuizen voldoende kan blijken;
[Redenen waarom hij eerbiedig verzoekt:
1°. hem wederom voor den tijd van vijf jaren in zijne betrekking als
gemeente-apotheker te willen continueeren
2°. zijn tractement met zoodanig bedrag te verhoogen, als uwe Verga
dering zal goeddunken.
'tWelk doende enz.
Leyden 29 April 1867. G- Roskes
Gem.-apotk."
De Voorzitter. Mag ik nu den Secretaris verzoeken ook het rapport
van Gecommitteerden voor te lezen?
Ook hiervan, alsmede van het rapport van Burgemeester en Wethouders
geschiedt hierop voorlezing.
Het rapport van Gecommitteerden luidt aldus:
„Ter voldoening aan de apostille van den Burgemeester dezer gemeente
van 21 Mei 11. n°. 985, waarbij in onze handen is gesteld, ten fine van
berigt en raadeen request van den heer G. Roskesgemeente-apotheker
strekkende: 1°. om in zijne betrekking te worden gecontinueerd; 2 tot
verhoo°ing zijner jaarwedde, hebben wij de eer u te berigten ten opzigte
van het eerste verzoekdat de adressant zijne betrekking met zooveel
naauwgezetheid en verdiensten heeft waargenomen, dat wij zijne herbenoe-
mino- zeer wenschelijk achten en die in hooge mate aanraden.
Wat aangaat het tweede gedeelte van het request, de aanvrage tot ver-
hooo-ino- van jaarwedde, zijn wij van meening evenzoo een advies in gunsti-
gen"zin te moeten uitbrengen.' Hoezeer bij de aanstelling van den adres
sant zijne jaarwedde op onze voordragt is geregeld en op het tegenwoor-
di^e cijfer gebragt, mogen wij niet uit het oog verliezen en voorbijzien,
da"t hij door"het persoonlijk deelnemen in de werkzaamheden de aanstelling
van eenen tweeden bediende, waarop bij de invoering van de tegenwoordige
regeling gerekend was, overbodig maakt, zonder dat de dienst, zelfs bij
de° «-rootste drukte gedurende het heerschen der cholera-epidemieeemger-
mate belemmerd is geworden of iets te wenschen heeft overgelatenhetgeen
voor de administratiezoowel met betrekking tot het tractementals tot
de vergoeding voor kost en inwoning, eene vrij aanzienlijke besparing
geeft. "Daarenboven wordt deze nog zeer gebaat, in tegenstelling met het
geen' vroeger geschiedde, door de bereiding van geneesmiddelen uit grond
stoffen door den apotheker zeivenwelke vroeger gereed gemaakt werden
aangeschaft. Op grond van een en ander durven wij in gemoede u aan
raden het verzoek toe te staan en nemen wij de vrijheid u voor te stellen
de jaarwedde van den gemeente-apotheker met ƒ200 te verhoogen, en alzoo
die vast te stellen op ƒ1200."
Het rapport van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden
inhoud
«Op het adres van den gemeente-apotheker Gerardus Roskes, waarbij
deze verzoekt dat 1°. hij wederom voor den tijd van vijf jaren in zijne be
trekking van gemeente-apotheker moge worden gecontinueerd2°. zijn
tractement met zoodanig bedrag worde verhoogd als uwe vergadering zal
goeddunken, hebben Burgemeester en Wethouders de eer u te berigten,
dat voor zoover hun bekend is en ook blijkens het rapport van Gecommit
teerden tot de administratie der gemeente-apotheek de adressant in allen deele
de hem opgedragen betrekking naar behooren vervult en er alzoo alle-
zins termen bestaan hem in zijne bediening te continueeren; dat evenwel
bij de onzekerheid omtrent den invloed dien het stichten van een nieuw
nosocomium academicum en alles wat daartoe behoort op de gemeente
apotheek zou kunnen hebbenzij het niet geraden achten nu deze betrek
king voor vijf jaren te bestendigen en het beter achten daartoe voor als
nog een korter tijdvak te kiezen dan wel door aan de vijf jaren vast te
houden, die trouwens nergens bepaald zijn voorgeschreven, zich voor het
vervolg te binden waarom zij de voorkeur zouden geven dat deze continua
tie voor ditmaal slechts voor twee jaren plaats hadde; wat eindelijk het
verzoek aangaat tot verhooging van jaarwedde, kunnen zij zich wel ver
eenigen met hetgeen door Gecommitteerden is voorgesteld om deze met
200 te verhoogen, en zulks voornamelijk omdat, doordien hij zelf werk
zaam is, een tweede bediende onnoodig is geworden, waarvoor vroeger
ƒ200 kostgeld en ƒ100 belooning werd uitgegeven; dan zij zouden daaraan
dan ook de bepaling willen verbonden hebben: en zulks zoolang hij geen
tweeden bediende zal behoeven. Zij nemen dientengevolge de vrijheid u
te raden 1°. den adressant voor den tijd van twee jaren in zijne betrekking
van gemeente apotheker te continueren2°. zijn tractement met 200 te
verhoogen welke verhooging zoolang door hem zal genoten worden tot dat
hij een tweeden bediende zal behoeven."
De Voorzitter. Ik zal nu den heer van Heukelom vragen, of hij een
amendement op het voorstel wenseht voor te dragen.
De heer van Heukelom. Ja, ik zou wel wenschen, dat het tractement
van den heer Roskes wierd bepaald op 1200, en dat wel op grond zijner
meerdere werkzaamheden, en niet afhankelijk van meerdere hulp. Want ook
zelfs, wanneer hij een tweeden bediende mogt krijgen, zou ik het wen
schelijk achten, dat voor dezen afzonderlijk 200 zou worden betaald.
Hij schijnt de werkzaamheden zonder een tweeden bediende te kunnen
waarnemen. Dus ik zou hem f 1200 willen hebben toegekend, ?pnder
conditie.
üe heer Meerburg. Ik ondersteun dat voorstel, daar Gecommitteerden
ook de verhooging onvoorwaardelijk voorstellen.
üe heer van Outeren. Ik stel mij de zaak dus voor, dat de tracte
ments-verhooging bepaaldelijk moet strekken tot erkenning van den bijzon
deren ijver en tot belooning der buitengewone diensten, door den heer
Roskes persoonlijk gepraesteerdwaardoor de uitgaven voor een tweeden
bediende worden bespaard; maar nu kunnen er zich, pok zonder dat de
werkzaamheden toenemen, omstandigheden voordoen, waardoor de heer
Roskes niet meer persoonlijk alles zoo zal waarnemen als thans; dan heeft
hij een tweeden bediende noodigook al blijven de werkzaamheden van de
apotheek dezelfde. Ik kan mij dus met het amendement niet vereenigen,
De heer van der Hoeven. Ik ben er daarentegen voor; maar in dc
andere conditie van slechts voor twee jaren te worden gecontinueerd, wordt
door het amendement van den heer van Heukelom mijns inziens geene ver
andering gebragt.
üe Voorzitter. Dat punt van continuatie zal nader in discussie komen.
De heer Hartevelt. Het komt ook mij wenschelijk voor, de zaak op
de door den heer van Heukelom voorgestelde wijze te regelen. Eene ver
hooging van tractement van ƒ200 komt den stads-apotheker in billijkheid
toe of niet; die verhooging mag m. i, niet afhankelijk gemaakt worden
van het al of niet noodig zijn van een tweede bediende; moest ik hierover
die al of niet noodzakelijkheid oordeelen, dan zoude ik beweren, dat er in
de stads-apotheek geene behoefte aan een tweeden bediende bestaat.
In hoofdelijke omvrage gebragt, wordt het amendement van den heer
van Heukelom aangenomen met 11 tegen 5 stemmen.
Tegen: de heeren Cock, van Outeren, du Rieu, Tieleman en Rutgers.
6. Bepaling van den tijd, voor welken de gemeente-apotheker zal wor
den benoemd.
De Voorzitter. De heeren weten, dat de vorige benoeming was voor
den tijd van vijf jaren. Daartoe strekt ook het verzoek van den heer Ros
kes; maar Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Financiën
hebben daaromtrent een ander voorstel, te weten den adressant voor den
tijd van twee jaren in zijne betrekking te continueeren. Het is met het
oog op het nieuw te bouwen ziekenhuis, dat Burgemeester en Wethouders
vermeendenden tijd van aanstelling van den heer Roskes slechts voor twee
jaren te doen. Bij de voltooijing en het in werking komen van dat zieken
huis zal toch vermoedelijk eene nieuwe regeling plaats hebben.
De heer Meerburg. Ik zou cr wel voor zijn, den heer Roskes weer
voor vijf jaren te continueeren. Men kan er gerust van zijn, dat er nog
wel drie jaren mede zullen heenloopeneer het nieuwe nosocomium in
gebruik is. Maar ten andere meen ik, dat men iemand, die zoo zijn pligt
doet, niet zoo maar dadelijk ontslaan kan. Daar de heer Roskes zoo
verdienstelijk zijne verpligtingen nakomt, acht ik het meer honorabel op
denzelfden voet te continueeren.
De Voorzitter. Het is niet in de verte de bedoeling om den heer
Roskes, aan wien wij veel verpligt zijn, eenig denkbeeld van ontslag uit
zijne betrekking voor de toekomst in te boezemen. De reden is alleen
omdat dan zeker eene geheel nieuwe regeling der zaak zal plaats hebben,
en wij aan geene tijdsbepaling zullen gebonden zijn.
De heer de Moen. Ik ben er zeer voor, den heer Roskes voor twee
jaren te benoemen. Wanneer het te bouwen ziekenhuis dan nog niet mogt
gereed zijn, kan hij altijd op nieuw worden gecontinueerd.
De heer Meerburg. Ik zal er dan nu voor stemmen,
Met. algemeene stemmen wordt hierop het voorstel aangenomen.
c. Verzoek van G. Roskes om in de betrekking van gemeente-apotheker
te worden gecontinueerd.