Ï!;rrï°P het, gymnasmm slechts na, de gegoede en vermogende kla£ geniet die bijna geheel. En wie is nu aan het beste einde, wie heeft voordeel bij laag minervalImmers de gegoede en .vermogende klasse. ï;°kelten de kosten van het gymnasium dragen, en men late een emi- nenten knappen burgerjongen voor met toe. Wie nu aan een onbemiddeld huisvader uit de burgerklasse vertelt: het minerval is zoo laag opdat uw zoon zal kunnen studeren, steekt eigenlijk den draak met hem; want al is hy deftig gezeten burger, maar die toch de handen vol heeft om rond te komen, dan convenieert het hem nog niet ook al ko=tte het zijQ zoon tot zijn S"° '""0d" 'l00r kin<lere" d» "i-lekfc ten'bat *JT/5rVik beb dit reeds aanKet°ond)en dat strekt ten bate van een 80 tal leerlingen, eu wat beteekent dat aantal op eene ik vraag i kan nu cgd ieder studeren P T« p nn w»* i bijkomt voor boeken 3 konden sommigen dit nog betalen kn°t W of»ri arend, en al J» niet.? W.t betcekentbij de l't'É daarna soms jaren lang wachten op eene betrekkingeenige honderde guldens minerval? Doch er is nog iets. De eemeentè h*f»=n nonüer(le lederen leerling op het gymnasium, rijk of arm, dom of knap Voor eerst behoeft een burgerjongen, die door wetenschappelijke opleD ding een -sieraad des vaderlands" zou kunnen worden, die dus gen brekebeen maar een eminente knappe jongen moet zijn'alle jaren 4enè r te kost|en- Ka" blJ A 100, maar niet meer betalen welnu als°men hem voort wil helpen men geve hem er slechts./100 bij, om zich te be kwamen voor de academie, en ik ben overtuigd dat hij met glans aan de academie zal komen, al zet hij geen voet op het gymnasium En in de tweede plaats, tegen een burgerjongen van onbemiddelde burgerouders die op het gymnasium is en ƒ150 subsidie krijgt, staan er wel twintig' ov r Sep.^en ,er.' vermogenden stand, die ook ieder/"450 en dus tezamen ƒ9000 subsidie krijgen. Men heeft beweerd en als argument tegen voorstel aangevoerd, dat verhooging van schoolgeld in het nadeel is van den burgerstanddat die stand ook door laag minerval bevoordeeld wordt dan kan immers iedereen studeren. Ik spreek dit stellig tegen Laao- mi nerval is volstrekt met in het voordeel van den burgerstand, daargdaten nog of dan iedereen zal kunnen studeren. Het zou waar zijn, indien er evenveel burgerjongens van onbemiddelde ouders als jonge heeren uit den gegoeden en vermogenden stand aan de academie kwamen en indien tevens die burgerstand met ongeveer de helft in het cijfer der belastingen opbTt Men ga slechts na: wie betaalt de f 10000 subsidie aan bet gymnasium en wie geniet ze? De burgerstand brengt daarvan de helft op °cnmen ga gTTd h6eft den Kaad on«ev»aagd Je aanhangige zaak te advieseren, had men mogen verwachten dat hij zijn advies tot verwerping van mijn voorstel met deugdelijke gronden had gestaafd. Zij- laat het punt waarop het aankomt geheel rusten. Wat bewoog dus den Senaat tot haar adres? mE° .;at z°u de ,Scnaat >ve). zeSgenindien de Eaad zich op gelijke wijze J—6, met de,kosterl.' met van opleiding tot, maar van de beoefening wetenschap; die is immers nog van meer belang? Het studeren ko In 3Cianf f C nogmfr dan het gymnasium, en daarentegen kost een student minder aan 's lands kas dan een leerling op het gymnasium colleiLPMmeent A1m "U de Raad aan den Minister verzocht om de collegie^elden en examengelden te verminderenook op grond dat zoo velen en zullen ze «iet ^unen beSen en zullen moeten wegkwijnen? De Plaatselijke Commissie van Toezigt op de scholen van middelbaar on- derwijs (dat is voornamelijk de hoogere burgerschool) betuigt hare verbazing fs rik hl m,Jn° inTT,™" ï°eHchting gezegd heb? dat bet niet bewezen niet in de hertf t "let dat het biizonder onderwijs vil Cl kan voorziendat bet staats- of gemeente-onderwijs zoo bbff r' n i b,Jzondere- Ik beb dit in het algemeen gezegd en blijf bij mijn gevoelen ik beslis niet. Dat de Plaatselijke Commissie er anders over denkt verbaast mij, niet. Indien het onderlijs op de open bare school beter was dan op de bijzondere, ook dit zou niet te ver wonderen zijnmaar dat dit het geval zou moeten zijn of -dat de kinderen zit 7g m°eten mtkelïdewijl er' zooaIs de Phiatselijke Commis- z in difin1t0peni fres f" sr00ter aantal huIPonJerwijzers verbonden zijn dit kan ik met toegeven dit zou eer daaraan toe te schrijven zijn dat de openbare school aanzienlijke subsidie krijgt, en de bijzondere niets. Met geld kan men veel doen, ook hulponderwijzers krijgen. De Plaatselijke Commissie van SThlt onJ V00rname IJk °Pvo,or de b°°g«e burgerschool. Ik zeg niets zrin is liet terWIJS °S 6 SCh,°0L Dat h6t V0°r d6n P"JS uitmuntend kan zijn is met te verwonderen, als men voor /60 koopt wat ongeveer 250 kost. Maar dat zij ten dienste is van en gebruikt wordt door de «arische burgerij dat ze geschikt is voor alle standen, beroepen en bedrijven voor den meesterknecht en ambachtsman; dit kan ik niet toegeven. Zij wordt De Plaatselijke Commissie van Toezigt wijst op de wet op het middelbaar onderwijs. Die verpligt alleen tot burgerscholen en bepaalt in art. 13 dat burgerschol voornamelijk bestemd moeten zijn voor den aanstaanden ambachtsman en landbouwer. Dat is onzs boogere burgerschool niet. Zou er wel een enkele aanstaande ambachtsman of landbouwer op ziin? Is zii geschikt tot opleiding voor allerlei bedrijven, die door den kleinen burger- stend worden uitgeoefend? Worden de leerlingen op de boogere burgerschool niet voor geheele andere betrekkingen in de maatschappij opo-eleid? Ik spreek hier met van Math. Scient. Genitrix. Die instelling leveft voor den mjveren burger en ambachtstand goede vruchten op. e Plaatselijke Commissie van Toezigt laat ook het staathuishoudkundig tJK uT rUSte,n' Zl^ ,treedt wel il' eene breedvoerige becijfering be treffende de hoogere burgerschool en legt een uitgewerkten staat over hare cijters geven echter evenmin een goed overzigt als die van de Commissie van I inancien. De Plaatselijke Commissie zegt dat -op dit oogenblik de ïoogeie burgerschool aan de gemeente 'sjaars niet meer kost dan 3547 7nnn v juisV kost ve,et meer- Behalve de rijks-subsidie van f 7000, kost zij aan de gemeente behalve een kapitaal van bijna HO 000 bevolking van 40.000 zielen. Dit getal moest veel grooter zijn, indien de stanf J g. r W8S eene instelling voor elke kIassa> eiken stand tot opleiding voor elk beroep, ambacht ot nering, voor de o-anscbe burgenj. Dit is z,j „iet en dit zal zij, zooals zij nu is hoe kostbfar ook ingengt en hoe uitmuntend het onderwijs ook zijn moge, nimmer worden En neemt men nu in aanmerking die kostbare inrigting, den voet waarop liet onderwijs wordt gegeven, de kosten van het onderwijs dat per leerhui no0 kost, den stand der leerlingen, de carrière waarvoor zij worden r60"nig en ,IU"! Indien de hoogere burgerschool rijks-instelling werd, dan is de PlaatseHifee Commissie van Toezigt bevreesd dat andere gemeenten zouden klaïn ove ongelijken en onevenredigen druk der belastingen. Die vrees is wel wat ver „ezocht. Hoevele njks hoogere burgerscholen zijn er nu reeds en beeft men nog eene gemeente liooren klagen? En waarom beeft de eene «emeente eene rijks hoogere burgerschool, de andere niet? Waarom b. v. UtrechT dat zooveel beter betalen kan dan wij, en Leyden niet? En wat zou bet vooi het rijk beduiden als het nog eemge of wel al de hoogere burgerscholen voor zijne rekening nam? Indien er tien meer kwamen en elke kostte, evenals hier, jaarlijks aan de gemeente f oOOO, dan zou dit zijn ƒ50.000. Wat maakt dit voor den staat, bij eene begrooting van 100 millioeu? Zal men door die ver meerdering van 50.000 klagen over ongelijke en onevenredige beting en dit nog wel terwijl het eene zaak geldt immers van algemeen belang? fk keer het- om en beweer dat Leyden te veel moet opbrengen voor het algemeen belang als zy zulke kostbare instellingen moet onderhouden in hed al<re meen belang. De Plaatselijke Commissie van Toezigt zegt nu wel: die Tn- scllmgenziju meer nog, of wel in de eerste plaats- in het rcgtstrèeksch voor deel van de gemeente waar zij gevestigd zijn maar zoo redenerende ga ik verder 1 Jw'J7ln 6irSte P atS 1D bet reStstreeksch voordeel van'den befang- hebbende en zoo die ze betalen kan dan moet hij de kosten draden Noo- eene opmerkmg, dan stap ik van dit stuk af. De Commissie schijnt be vreesd voor eene burgerdagschool, ik niet; wij hebben reeds de uitmun tende burgeravondschool Math. Scient. Genitrix. Dat is eene inrigtin^oör de nijvere burgerijvoor den welgestelden ambachtsman, den aanstaanden opzigter. Voor die is zij van meer belang dan- de boogere burgerschool Maarzij is met zoo kostbaarzij is, als ik het zoo zeggen mag, minder voor' J7i e7e,!l gesofllkt, dan de boogere burgerschool en de docenten zijn mis schien minder geleerde maar meer practisehe lui treden t°koHoor^l 7 "T Ind7be taal' volkenkunde lieden ook op vooi de hoogere burgerschool. Zij zijn bevreesd dat ver hooging van schoolgeld nadeelig zal werken op de aan hunne zor* toever- trouwde inrigtmg. Een dier heeren was al zeer gebelgd, noemde mïin voor stel -onbekookt' en wanneer een hoogleeraar dit zegt. zouden dan no°- om zijne eigen woorden te gebruiken, -de burgers twijfelen aan de waarheid?" Ik laat dit nu- in het midden. Ik vraag alleen wat is billijk. 4ls er sub sidie gegeven moet worden, om de kinderen van soms ruim gepensioneerde Oost Indische ambtenaren of gefortuneerde lieden uit Indiö, waaronder met an 7? -TISS° een enkele ex-gouveriieur-generaai of een suikerlord op te lelden voor de ruim bezoldigde Indische dienst of om rni Indië fortuin e makenmoet dan de Leydenaar daarvoor opbrengendie soms niet weet bakker"' klTêrmaLTk" 7' mflke" bliJde is aIs ze later afs oaKKer, kleeimaker enz. hun brood kunnen verdienen. De Kamer van koophandel en fabrieken heeft een zeer uitvoerio- adres ingezonden. Ik stem volkomen met haar in omtrent het befan- van^onder- wijs, van volksonderwijs voor den ambachtsman, doch ik herhaal het- dat is de quaestie met. Het is en blijft de vraag: wie moet het ondenvfis be talen dat door de goede en beschaafde klassen genoten wordt? Dat punt kunde leert. Zij zal het gezag van mannen als Vissering en de Bruyn Kops niet ten eene male verwerpen; zij heeft dan ook de klip die haar' in dim en fl h i e" d°01' al de openbare scholen te noemen co//«seh0ren en de scholen voor de gegoede en beschaafde klasse, waarop die hb. staat- liuisboudkundigen doelen weg te denken. 'Alle onderwijs" is volgens de Kamer van Koophandel-iiotts-onderwijs"; scholen uitsluitend voor de gegoede klassen h6nL 7 hroer '"f' bcs!a;'1 alzo° "een verschil tusschen eentenschool en hoogere burgerschool; voor de Kamer zijn alle scholen volksscholen. De Kamer zegt dat het motief van haar adres is, dat de klassen die door Bet onderwijs ook op de scholen voor uitgebreid lager onderwijs (waaronder die rich ÏLlIr" f i 7 e" •iufvr°UW 1{enss«n) cn op de hoogere burgerschool zich trachten te bekwamen tot het uitoefenen van handwerken (hier worden toch geen ^handwerken bedoeld? die worden, als ik mij niet verris wel bij jufvrouw Renssen geleerd), ambachten en neringen, zullen- worden be- moeijehjkt en verhinderd dat inzonderheid de hoogere burgerschool eigenlijk is eene inrigting voor- nollen en ten dienste van elks vak." Dit noem ik met aan vooral niet nu de Kamer speciaal ook van ambachten gewaagt. Zou er op de school van den heer Japikse of op de hoogere burgerschool wel een enkel aanstaand ambachtsman gevormd of opgeleid worden of eene en kele keukenmeid! bij jufvrouw Renssen? En indien al een welgesteld am bachtsman of wel een verwers-, smids- of sehoenmakersbaas zijn zoon den cursus op de boogere burgerschool liet doorloopen en van hem een opvol- ger wilde-maken zou die jongeheer, van de liooge burgerschool komende, kwast, hamer of pikdraad- ter hand nemen, daar hij zijn vak toeh het beste van alles moet leeren, En zoo niet, wat dan? Op 17jarigen leeftijd neet hij dan van veel iets, van geen enkel wetenschappelijk vak genoe- en van het vak of ambacht, waarvoor hij bestemd was, niets, ja misschien is dam lat beroep zijns vaders hem te min. In het tweede nommer van de Irids van 1866 baalt onze stadgenoot, de heer J. Kneppelhoutde vozende woorden aan van mej. de Mardef Girard, die aan het hoofd van een op voedingsgesticht m_ Frankrijk heeft gestaan, woorden die, naar ik meen, wel behartigenswaard zijn. Sprekende van het onderwijs aan de kinderen van ambachtsheden, zeide zij: -of wel kregen zij (de kinderen van den Werkman) -eene opleiding boven bun standdan werden zij nutteloos voor de rnaat- -schappijzij werden hetgeen men noemt hommes déclassés; ieder weet hoe -rampzalig zulks is; zij gingen eene existence mixte te gemoet, en J'oeuvre -de declassement se poursuivaiten het getal dergenen die het vaderlijk -gereedschap vaarwel zeiden werd zoo aanzienlijk, dat het inderdaad be- //zorgdheid begon te wekken." De Kamer wil vooral ook aantoonen het hooge belang der hoogere bur-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1867 | | pagina 7