en dat, als adressant verlangt uit te stallen, hij daartoe eene plaats op de markt kan verkrijgen. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van den Voorzitter aange nomen. De Voorzitter legt vervolgens over een gewijzigd ontwerp van Burgemees ter en Wethouders, betreflende de plaatselijke directe belasting. Wordt besloten dat ontwerp met de overige stukken te verzenden naar de alsnog zamen te stellen aldeelingen van den llaad. Aan de orde is: I. Stemming over art. 2 (oud 3) van de toevoeging tot het reglement van orde. De Voorzitter. Zoo als de heeren wetenhebben hierover in de vo rige vergadering de stemmen gestaakt, en betrof het eenvoudig de vraag, of in deze toevoeging tot het reglement van orde zal worden aangenomen, dat de sectiën voor iedere zaakdie men aldaar wenscht te behandelenop nieuw zullen worden zamengestelddan wel voor een jaar. Het voor stel strekte om te lezen«jaarlijks bij loting zamen te stellen." De andere punten zijn aangenomen; maar nu moet alleen herstemd worden over dat voorstel, hetwelk voldoende was ondersteund. Het bedoelde voorstel, alsnu andermaal in stemming gebragt zijnde, wordt aangenomen met 10 tegen 5 stemmen. Tegende heeren van Heukelom, van Outerenvan der Hoeven, Hu- breeht en Krantz. De toevoeging tot het reglement van orde, m haar geheel, wordt met algemeene stemmen aangenomen. II. Adres van J. Seheltema Jz. om vergunning tot het leggen van een pijp, tot afvoer van stoom, onder den grond der Prinsensteeg. Burgemeester en Wethouders stellen overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage voor, den adressant de gevraagde vergunning te verleenenmits de straat na het leggen der pijp ten zijnen koste behoor lijk worde hersteld, en 'sjaarlijks door hem betaald worde het regt van 1.50bepaald bij het tarief van B Maart 1857. De conclusie van het rapport wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Heeft een der leden nog eenig voorstel te doen? De heer du RieU. In de vorige vergadering heb ik, wijzende op de lijst van personen, door wie ontheffing was aangevraagd van de kosten hunner schutterlijke kleeding, opgemerkt, dat daarop voorkwam de naam van den meubelmaker G. M. Kosters. Ik acht mij verpligt thans mede te deelen, dat ik van dezen 11. Zaturdag een bezoek heb gehad, waarbij hij mij te kennen gaf, dat hij geenerlei poging had aangewend om van die kosten vrijgesteld te worden, integendeel dat hij zich reeds op eigen kosten zijne schutterlijke kleeding had aangeschaft. Er schijnt dus een abuis in de lijst te zijn ingeslopen. Ik meende, dat het noodig en nuttig was dit mede te De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders moeten erkennen, dat hier edn abuis heeft plaats gehad, hetgeen mij intusschen leed doet. De heer Stoffels. Er heeft ten aanzien van Kosters een abuis plaats „chad de heer du Rieu zal zich zelf hiervan overtuigendoor het inzien der béide lijsten. Onder n°. 92 komt daar een andere naam voor die met die van Kosters schijnt verward te zijn. Doch hoe dit ook zij, tot heden is Kosters niet opgeroepen om zich te verklaren, of hij al of niet van wege de gemeente een pak voor de schutterij wenschte te ontvangendat zal eerst Donderdag of Vrijdag plaats hebben. Tot zoo langdunkt mijhad die man met zijn courantengeschrijf kunnen wachten en zich ^zelven van dat abuis kunnen overtuigenen gezien hebben dat de namen Kopten en Kosters met elkander verward waren. Dit is nu wel niet goeddoch kan ligtelijk ge beuren, en zou zeker ontdekt zijn. De Voorzitter. Ik vertrouw, dat de vergadering met deze toelichting wel genoegen zal willen nemen; en dat daaruit genoegzaam blijkt, dat hier eene onwillekeurige vergissing heeft plaats gehad. Er zal in een volgend jaar gezorgd worden, dat zoo iets niet meer plaats hebbe. Ik geloof, dat het, na de vaststelling der toevoeging tot het reglement van orde, alsnu wenschelijk zou zijn lot de zamenstelling der afdeelingen bij loting over te gaan. De heer van Kaathoven. Ik zou mij daarmede niet kunnen vereeni gen mijnheer de Voorzitter, daar het getal afwezige leden nog al aan zienlijk is, en dit punt niet voorkomt in het beschrijvingsbillet. De Voorzitter. Wij kunnen toch niet deelnemen aan het onderzoek in de afdeelingen, voor dat hare zamenstelling is gearresteerd. De heer van Kaathoven. Als mijnheer de Voorzitter zich met de trek king wil belasten, dan is mijne tegenwoordigheid niet noodig en neem ik de vrijheid de vergadering te verlaten. De heer de Fremery. Het getal afwezigen doet ten deze niets af, daar die zamenstelling toch bij loting geschiedt, welke zeer goed kan plaats hebbenwanneer de Burgemeester voor ieder lid van den Raad een nom- mer trekt. De Voorzitter. Indien de vergadering zich hiermede vereenigtzal ik dan overgaan om voor elk lid een nommer te trekken volgens de lijst der leden van den Raad. De uitslag dier loting is als volgt: lste afdeelingde heeren Wttewaall, Holtz, Tielemanvan Outeren, Goudsmit, van Wensen en du Rieu. 2de afdeclingde heeren HoogCockSeheltematen Satide lmessen Meerburg, Krantz en eene open plaats, aan te vullen ten gevolge van het overlijden van den heer Librecht Lezwyn. 3de aldeeling: de heeren van Heukelom, van der Hoeven, tollens, de Moen, van Kaathoven, Kneppelhout van Sterkenburg en Hartevelt. Overgegaan zijnde tot de aanwijzing der Wethouders, door wie de afdee lingen respeetivelijk zullen worden voorgezeten, is de uitslag daarvan als volgt lste afdeelingde heer de Fremery. 2de afdeeling: de heer Stoffels. 3de afdeelingde heer Hubrecht. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1866 | | pagina 6