De heer van Heukelom. Ik moet daarin eenigermate verschillen. Ik geloof, dat het beter is de zaak op te dragen aan een ambtenaar, die ver ondersteld moet worden den stand van zaken te kennen en, zoo hij dien niet kent, daarnaar onderzoek kan doen. De heeren der gebuurten brengt men in eene moegelijke positie door van hen te vergen dat zij zullen uitmaken wie in hunne wijk in staat zijn tot die kosten bij te dragen. Ik kan best begrijpen dat zijom moeijelijkheden te voorkomen, wat al te vrijo-eyi<* wor den, en ik zou denken dat zij eerder dankbaar zouden zijn, indien men hen van die onaangename taak verloste, dan dat zij zich daardoor gekrenkt zouden gevoelen. De Voorzitter. Mag ik vragen, of dan de vergadering voor ditmaal kan goedvinden m de voordragt te berusten, ten einde in een volgend jaar zoo als door den heer Goudsmit is aangegevenaan de commissarissen van po'icie een onderzoek naar het onvermogen op te dragen? Wij zouden daardoor aan de heeren van de gebuurten eene groote moeijelijkheid bespa ren. En wat de klagt betreft, dat de bewijzen van onvermogen niet in de leeskamer zijn overgelegd, de heer de Moen zal het mij ten goede houden dat dit buiten mij om geschied is. De zaak komt mij voor het eerst voor, fn,lk meclK'e dat Z1J door de beambten ter secretarie op dezelfde wijze was behandeld als vroeger. De heer de Moen. Ik heb het ook slechts beschouwd als eeue omissie. In hoofdelijke omvrage gebragt, wordt de voordragt aangenomen met 12 stemmen tegen 1, die van den heer du Kieu. Adres van J. fecheltema Jz. om vergunning tot het leggen van een pijp tot afvoer van stoom onder den grond der Prinsensteeg. De heer Hubrecht. Mijnheer de Voorzitter, is het getal leden wel vol doende om over deze zaak te kunnen beraadslagen? De verzoeker zelf kan toch over deze aanvrage niet medestemmen, en dan is het vereischte getal leden niet meer aanwezig. De Voorzitter. Ik dank u voor dezen wenk en stel dan voor, deze zaak aan te houden. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Verzoeken om afschrijving van plaatselijke directe belastingals van A. G. T. Coster. .Burgemeester en W ethouders en de Commissie van Financiën stellen voor de gevraagde afschrijving te verleenen, voor twee maanden ad 3.65. Dienovereenkomstig wordt besloten. De Curators in den boedel van den gefailleerden J. Hartevelt Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Financiën stellen voor de gevraagde afschrijving te verleenen, voor vier maanden ter somma van 28.8o. Dienovereenkomstig wordt besloten. c. W. A. Bartels. d. H. Muller. Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Financiëu stellen voor deze verzoeken te wijzen van de hand. Dienovereenkomstig wordt besloten. VI. Onderhandsche verhuring van fl. den kelder op de Brccstraat 6. het magazijn en den zolder in de Smidsstecg. De voordragten deswege worden aangenomen. ..VU* Voordragt tot verhooging der jaarwedden van twee hulponder wijzeressen. 1 Burgemeester en Wethouders stellen voor, het bij de bestaande verorde- rung op f 000 bepaalde tractement van de twee te benoemen hulponder- wijzeressen aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs l*>e klasse voor meisjes, waarvan ée'ne in Frankrijk, België of Zwitserland en eene in Engeland opgevoed, voor ieder met/100 te verhoogen eene verhooging die zij in het belang der zaak wenschelijk achten. ^Ue'Com missie van Financiën vereenigt zich met deze voordragt. De heer de Moen. Er is een abuis in het rapport der Commissie van Financien. Er staat: "de Commissie." Dat moet zijnde meerderheid der Commissie," want ik ben niet voor de voordragt. De conclusie van het rapport wordt hierop aangenomen met 7 teen 6 stemmenB Tegen: de heeren Scheltema, Hartevelt, Tielemanvan Kaathoven de Moen en van Outeren. 7 VIII. Benoeming van twee hulponderwijzeressen aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs le klasse voor meisjes. De heer Krantz. Ik heb ten deze eene vraag te doen. Ik verwacht dat bij die uitbreiding van personeel ook het aantal kinderen aan die school zal toenemen. Maar ik heb in langen tijd niets gehoord omtrent de loka liteit, en zou dus willen weten, of er uitzigt bestaat, dat een grooterlokaal zal worden aangewezen, waaraan dringend behoefte bestaat. De Voorzitter. Wij honden de zaak steeds in gedachten en wij zijn bezig naar eene goede lokaliteit om te zienmaar hebben daarbij noo* al bezwaar ontmoet. Wij hebben ook overwogen of het lokaal zelf noo- voor uitbreiding vatbaar zou zijn. In ieder geval kan ik u de verzekering Ke ven dat wij er op bedacht zijn. De heer Krantz. Ik neem dit gaarne aanmaar blijf met ernst eene spoedige uitvoering aanbevelen. De ruimere lokaliteit is zoowel noodig in het belang der gezondheid van de kinderenals voor het geldelijk voordeel dat het gevolg zal zijn der uitbreiding. Tot de benoeming overgegaan zijnde, worden de heeren Krantzde Moen en du Rieu door den Voorzitter aangewezen om met liera het bureau van stemopneming uit te maken. De voordragten bevatten de volgende namen: Voor de eerste vacature: Clémence Dejardinte 's Gravenhage, Eufonie Bienen, te Parijs; E. Thiébaut, te Berchem bij Antwerpen; voor de tweede 1800, vacature: Susan Porter, te Arnhem; Marian Morris, te Ely Engeland! Mary Stewart, te Glasgow. Voor de eerste vacature worden uitgebragt 11 stemmen op Clémence Dejardinzijnde 2 briefjes in blanco gelaten. Mitsdien is benoemd niej. ulemence Dejardin. Voor de tweede vacature wordt met gelijke stemming benoemd mei. Susan Porter. J Niets meer aan de orde van den dag zijndewordt de vergadering Zitting van Maandag 5 November 1866. geopend des namiddags te 3 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren StoffelsWttewaall, Hartevelt, Krantz, van Wen sen, van Kaathoven, de Moen, du Kieu, van Heukelom, van Outeren, van der Hoeven, Hubrecht, Hoog, de Fremery en Tollens. De heeren Pieleman en Scheltema gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag l No vember 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter. Alvorens over te gaan tot de behandeling der aan de orde gestelde onderwerpenheb ik een treurigen pligt te vervullen door uwe veigadering mede te deelen een schrijven van den heer Mr. P. C. Le- zwyn, houdende kennisgeving van het overlijden van zijn vader, den heer A. Librecht Lezwyn,_in leven lid dezer vergadering. Wat de afgestorvene voor deze gemeente is geweest, mijne heeren, is u allen bekend. Vroeger als wethouder, daarna gedurende een tal van jaren lid uwer vergadering, heeft hij in die betrekkingen, even als in zoo menige andere, met naauw- gezetheid de belangen dezer gemeente behartigd. Toen in de laatste jaren, ten gevolge van ligchaamslijdenzijne krachten verminderden, bleef zijne belangstelling in het welzijn dezer gemeente dezelfde, getuige zijne tegen woordigheid bij het behandelen der gemeente-begrooting, in onze laatste zittingen. Moge eenmaal, mijne heeren, wanneer onze levensdraad zal zijn afgesponnen, van ons de getuigenis kunnen worden afgelegd, die wij van den overledene kunnen gevenhij was getrouw in de vervulling van de hem opgelegde taak. Ik zal den brief voorlezen, die wegens dat overlijden bii ons is ingekomen. J "Leiden, 4 November 1866. De treurige pligt rust op mijom U kennis te geven van het overlijden van mijnen geachten Vader, den heer Abraham Librecht Lezwyn, lid van uwe vergadering. Eeiie ziekte van weinige dagen maakte een ciude aan zijn werkzaam en nuttig leven. Mij van uwe deelneming overtuigd houdende, heb ik de eer mij te noemen J P. C. Lezwïn." Ik stel voor, Burgemeester en Wethouders op te dragen deze missive met een brief van rouwbeklag namens den Raad te beantwoorden. Dienovereenkomstig wordt besloten. De Voorzitter deelt mede: ®®ne dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland van 30 October 1866, B. n». 6465 (3" afd.), G.S.n«.50, houdende goedkeu ring der staten van af- en overschrijving, van 4 en 18 October, in zake het mobilair der hoogere burgerschool, de cholera en de declaration van Mr. H. A. Neeb. Deze wordt aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter. Ook is nog ingekomen een adres van J. M. Randoe, koopman alhier, geadresseerd aan Burgemeester en Wethouders, houdende verzoek omdaar hij in groote verlegenheid verkeert wegens de berging zijner goederenvergunning om tijdelijk in gebruik te mogen bekomen het brandspuithuis aan de Hooglandsche kerk, dat thans ledig is, en het zoldertje boven den paardenstal. Burgemeester en Wethouders zouden den gewonen loop gevolgd hebben, om dit adres vooraf te stellen in handen der Commissiën van Fabricage en Financiën. Maar daar het hier een zeer bijzonder geval betreft, van spoedvereischenden aard, hebben Burgemeester en Wethouders gemeend bij deze gelegenheid de vergunning voorloopig aan uwe vergadering te moeten vragen. Kan de Raad alzoo goedvinden deze voorloopige vergunning te geven en de bedoelde perceeltjes in gebruik te geven tegen 50 cents per week? Wij zullen dan inmiddels het verzoek in handen dier Commissiën stellen. Ik moet tot nadere opheldering mede delendat de adressant gedurende 36 jaren een pakhuis in huur heeft ge,.ir. kem cEe huur op eenmaal is opgezegd. Hij zag nu geene mo gelijkheid om een lokaal te huren. De Raad zou hem dus eene ware dienst bewijzen door aan het verzoek te voldoen. Kan deze vergadering dus goedvinden, met afwijking van den gewonen regel, daartoe te besluiten? De heer du Rieu. Waarvoor wordt dat brandspuithuisje en het zol dertje gebruikt? De Voorzitter. Het brandspuithuisje zou alleen dienen tot berginc van meubelen en het zoldertje tot pakhuis voor planken. Om de geringd heid der huur zou deze aan den marktmeester kunnen worden uitbetaald. De heer van Outeren. Indien de verzoeker het voornemen heeft het lokaal anders dan tot pakhuis te bezigen en het als winkel te gebrui ken of daarvoormeubels uit te stallen, dan ben ik tegen het verzoek. Dergelijke bedoeling had de verzoeker bij eene vorige aanvrage om het ge bruik van een ander tegen de kerk gelegen gebouw der gemeente. Zooda nige nering of uitstalling zou ik daar niet willen toestaan. De Voorzitter. Om dezelfde reden hebben Burgemeester en Wethou ders ook als voorwaarde gesteld, dat het uitstallen niet mag geschieden, 42

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1866 | | pagina 5