De heer de Moen. Wanneer men let op hetgeen in het rapport der
Commissie van Financiën voorkomt, namelijk de vergelijking met 1865,
dan is het verschil nog al belangrijk. Dan moet er nog bijkomen f 650,'
als f 300 voor extra-diensten en f 350 voor den man voor de hondenbe
lasting. Die laatste afdeeling van den post wordt dan 7350.
De heer Stoffels. Gij hebt gezegd, mijnheer de Voorzitter, dat wij
nu minder nachtwakers zullen hebben. Ik moet zeggen, dat er bepaalde
klagten bestaandat men op verschillende plaatsen 's nachts geen nachtwa
kers ziet. Bij een getal van 90 is er al eene klagt. Wat zal het zijn
met een getal van 64?
De Voorzitter. Er is nu een gedeelte van den nacht, 's morgens,
dat de stad niet goed bewaakt wordt. Dat zal niet meer plaats hebben.
De heer Stoffels. Ik heb er dan vrede mede.
De lieer van Outeren. Tegen de uitgetrokken gelden heb ik niets
maar ik keur het plan niet goedals die nachtwakers onder den naam van
agenten van policie zullen werkzaam zijn.
De Voorzitter. Als wij dan het woord agenten van policie" verander
den in "nachtwakers"dan zou misschien uw bezwaar vervallen
De heer van Outeren. Daar heb ik niets tegen en dan zullen de
nachtwakers ook niet het radicaal van veldwachters hebben.
De Voorzitter. Laten wij heit dan veldwachters noemen.
De heer van Oüteren. Ik erken, mijnheer de Voorzitter, dat de rego-
ling der policie-aangelegenheden geheel van uwe bemoeijing is, maar wan
neer de Kaad den post van bezoldiging van veldwachters aanneemt, dan kan
hij geacht worden zijne sanctie aan het beginsel te hebben verleend. Ik wilde
dit onderdeel maar liever weer onder de benaming van loongelden hebben
uitgetrokken.
De Voorzitter. Ik zou liever wenschen de benaming van veldwachters
aan hen te geven.
De heer Hartevelt. Zou het niet wenschelijk zijn dequae9tie, door den
heer van Outeren opgeworpen, vooraf uit te maken. Het zou, bij ver
werping van dit artikelden schijn hebbendat men tegen de som was
terwijl velen toch, naar het schijnt, meer hebben tegen de benoeming
van de nachtwakers tot agenten van policie met de bevoegdheid om te
verbaliseren.
De Voorzitter. Daarop is juist het geheelo systeem gebaseerd. Als
de nachtwakers zullen blijven, kunnen uit de som die loongelden niet be
taald worden. Wij kunnen daarvoor zooveel nachtwakers niet hebben, maar
wel het aangegeven getal agenten. Verlangt men zooveel nachtwakers te be-
houdendat er steeds twee tegelijk de ronde doendan zou de policie meer
geld kosten dan tot dusverre. Ik wil dus gaarne uitgemaakt hebben, of de
llaad meer geld wil uitgeven voor de policie.
De heer Stoffels. Ik stem dan voor dit jaar voor de zaak, doch al3
proef.
De heer de Moen. Wat de som betreft, ben ik er voor, en dan onder
werp ik mij aan het gevoelen van den president der regtbank.
De uitslag der stemming is, dat zich 9 stemmen voor en 9 stemmen
tegen het laatste onderdeel van den post verklaren.
Voor: de heeren Stoffels, Driessen, Meerburg, TielemanHubrecht,
de Fremery, Scheltema, van der Hoeven en Krantz.
Tegen: de heeren van Outeren, van Heukelom, Hartevelt, du Rieu,
Hoog, Wttewaall, van Wensen, de Moen en Lezwyn.
De stemmen stakende, is de beslissing tot later uitgesteld.
No. 97. Kleeding en wapening der policiedienaars en veldwachters 2600.
De Voorzitter. Deze post zal nu, als in verband met den vorigen
staande, moeten worden aangehouden.
De heer van der Hoeven. Als ik even iets mag vragen, mijnheer de
Voorzitter. Ik zie onder no. 97 wel kleeding en wapening der policiedie
naars en veldwachters, en dan ook voor de agenten der 3<1» klasse, maar
niet bepaaldelijk voor de agenten van de 44» klasse.
De Voorzitter. Er staat ook ƒ300 voor uniform-petten. Het nommer
zou dan kunnen aangenomen wordenbehoudens de petten ad f 300.
De heer de Fremery. Zou het dan niet goed zijn het geheele nommer
maar aan te houden Anders zou men er weer op moeten terugkomen.
De Voorzitter. Ik wil dat voorstel gaarne overnemen.
Wordt mitsdien besloten dit nommer aan te houden.
No. 98. Onkosten voor de nacht- en stille wachten f 320.
De heer de Moen. Dat is een bepaald tractement, van de torenwach
ters, en staat niet in verband met de vorige posten.
De post wordt goedgekeurd.
No. 99 wordt aldus goedgekeurd: Onderhoud der wachthuizen mitsgaders
licht- en brandstoffen voor dezelve f 800.
No. 100. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting
f
Het rapport der Commissie van Financiën daaromtrent bevat het vol
gende: "Hoezeer door de weglating van dit no. de kosten der straatver
lichting niet op de begrooting voorkomenzoo heeft de Commissie ge
meend hierin te moeten berusten, daar art. 205 der wet van 29 Junij
1851 (Stbl. no. 85) zulks niet uitdrukkelijk vordert, en alleen dan hierop
bij gevolgtrekking zou mogen aangedrongen worden, wanneer opzettelijk
deze post oningevuld bleef, omdat men het voornemen had de straten niet,
of niet behoorlijk te verlichten."
De Voorzitter. Naar aanleiding van het gevallen besluit zal er nu
weer f 10000 op moeten komen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
No. 101. Onderhoud der brandspuiten en andere kosten voor de brand
weer 2400.
Het rapport van de Commissie van Financiën bevat daaromtrent het vol
gende: »Is de toestand van de brandspuiten binnen deze gemeente zooda-
nigdat er weder dit jaar een nieuwe brandspuit wordt gevorderd?"
1886.
De heer dij Rieu. Is het zoo noodzakelijkdat weer eene nieuwe
brandspuit moet worden aangekocht?
De heer Hubrecht. Het is èn nuttig èn noodzakelijk. Maar het is
vooral het gevolg van het besluit, voor twee jaren genomen, om er elk
jaar eene nieuwe aan te koopen.
De heer Meerburg. Met verwondering hoor ik van het plan ora eene
nieuwe brandspuit aan te koopen, terwijl ik op de tentoonstelling te Am
sterdam eene spuit gezien heb als het eigendom van de gemeente Lcyden.
De heer Hubrecht. Het doet mij genoegendat de lieer Meerburg
dit heeft ter sprake gebragt; door anderen heb ik hier ook reeds over
hooren spreken, en nu kan ieder, die het gedrukt verslag leest, weten wat
er van is. Er moeten volgens de bestaande verordening acht brandspuiten
zijn, en nu is er eene negende aangekocht. Maar nu had de fabrikant
Bicker gevraagdof hij de brandspuit voor korten tijd mogt plaatsen op
de tentoonstelling te Amsterdam. Wij hebben hem dat toegestaan. De
acht spuitendie de verordening bepaaltzijn hier steeds in orde aanwezig
geweest.
De heer Meerburg. Maar hoe kan de man er op zetten"eigendom van
de gemeente Leyden"? Als het dit reeds was, kon de spuit toch niet wor
den ten toon gesteldterwijl zij misschien op hetzelfde oogenblik noodig
kon zijn. Als de heer Bicker de spuit eenmaal had afgeleverdkon dat
toch niet te pas komen.
De heer Hubrecht. Ik heb het ook afgekeurddat hij gezet heeft
"eigendom der gemeente Leyden."
De Voorzitter. Het was eene voorwaarde vóór de aflevering, dat de
spuit niet zou worden afgeleverd alvorens dat zij alsnog zou worden ten
toon gesteld.
De heer Hubrecht. Het was beter geweest, dat er had gestaan: "aan
gekocht door de stad." Maar het opschrift«eigendom der stad is bui
ten het dagelij ksch bestuur om geplaatst.
üc heer Driessen. Verleden jaar zijn er proeven genomen met een
toestelgenaamd cenlralisateuren vermeen ik dat die proeven zoo wel
geslaagd zijn, dat het wenschelijk zou zijn een dergelijk toestel aan to
schaffen. Ik wenschte van den heer Hubrecht, die de directie over het
brandwezen heeftte weten of men van plan iszich daarvan te
voorzien.
De heer Hubrecht. Jn het vorige jaar is wel over den aankoop van oen
centralisateur gesproken; de kosten daarvoor waren echter niet onder de
uitgetrokken som begrepen. In de aanstaande week komt de fabrikant
hier en zullen wij daarop terugkomen.
De heer Driessen. Er was verleden jaar, meen ik bepaald besloten zich
dien toestel aan te schaffen.
De heer Hubrecht. Daar is nog niet bepaald toe besloten. Er is
wel over gesproken.
De heer Krantz. De som van 1600 is mij nog al hoog voorgeko
men als ik nadenkwat andere meer zamengestelde werktuigen kostenbij
voorbeeld eene locomobile van 10 paardenkrachten met alle toebehooren,
voor nog geen 3000. Ik weet niet of de levering bij inschrijving of
op andere wijze plaats heeft.
De heer Hubrecht. Ik kan dit moeijelijk beoordeelen; maar ik weet,
dat, zooals deze fabrikant ze aflevert, er verschillende gemeenten zijn, die
zich die spuiten aanschaffen. Men moet wel in aanmerking nemen, dat zij
volledig met slangen en al haar toebehooren worden afgeleverd. Ik weet
dat andere gomeentebesturen denzelfden prijs betalen.
De post wordt hierop goedgekeurd.
No. 102 wordt aldus goedgekeurdBelooning en premien aan de brand-
spuitlieden en beambten f 2058.
No. 103. Kosten der schutterij /'6263.93J.
Het rapport der Commissie van Financiën bevat daaromtrent het vol
gende: "Volgens de begrooting der dienstdoende schutterij voor 1867.
De Commissie heeft deze onderzocht, ^ij raadt u deze voorloopig vast te
stellen, en de daarbij uitgetrokken som voor toelage uit de gemeentekas
in deze begrooting over te nemen. Een nieuwe post voor tractement
aan den officier van wapenen, te gelijk belast met het magazijn, ad ƒ300,
ontging hare aandacht niet; dan, zij wil hare noodzakelijkheid niet be
twijfelen."
Overeenkomstig de conclusie van dat rapport de begrooting der dienst
doende schutterij voorloopig goedgekeurde zijnde, wordt bovenvermelde post
mede goedgekeurd.
No. 104 wordt aldus goedgekeurd: Kosten voor het huis van bewaring
300.
No. 105. Kosten voor het toezigt op de bewaring van het buskruid en
de zorg voor militaire transporten ƒ150.
De heer Driessen. Bestaat er ook vooruitzigt, dat men die kruidmaga-
zijnen uit de gemeente verwijderd krijge?
De Voorzitter. Voor alsnog weet ik het niet. Maar dat kan ik me-
dedeelen, dat die magazijnen sedert kort zijn nagezien. In hoever er voor
uitzigt bestaatdat zij uit de gemeente zullen verwijderd wordenkan ik niet
zeggen.
De heer Hubrecht. Ik zou het ook wel wenschelijk achten. Maar tot
dusverre is daaromtrent nog geen voorstel gedaan. Het zoude zeker van
belang zijn dat die bewaarplaatsen meer buiten de stad konden zijnook
zoude daardoor eene verbetering en uitbreiding aan het plantsoen kunnen
worden gegeven, door dien grond af te graven en de wandeling tot de
voormalige Koepoort te doen doorgaan. Eene juiste berekening der kosten
van een nieuw kruidhuis, met al zijn eischenis nog niet op te geven,
hoewel reeds dienaangaande inlichtingen zijn verzocht.
De heer Driessen. Ik vermeendat ook te 's Hertogenbosch de aldaar
aanwezige magazijnen op verzoek van den gemeenteraad buiten de kom
der gemeente zijn verplaatst.
De heer Stoffels, 's Hertogenbosch is in dat opzigt volstrekt niet met
Lcyden te vergelijkenwant hier is slechts een zeer kleine voorraad aan
wezig.
38