De lieer Goudsmit. Dan geloof ik, dat de orde der beraadslaging zoo
is, dat in rondvraag gebragt wordt de vraag: zal dit jaar een onderzoekin
de sectiën plaats bebben? maar niet liet voorstel van den lieer van Kaatho-
ven, zoo als het daar ligt.
De heer van Kaathoven. Nu het eerste gedeelte vervallen is, zou het
nu niet regelmatig zijn het tweede en derde punt in omvraag te brengen?
Daarin wordt voorgesteldom in de afdeelingen te onderzoeken de voorstellen
betreflende den hoofdelijken omslag, door hh. Burgemeester en Wethouders
en de Commissie van Financiën en dat van den heer Scheltema aan den
gemeenteraad ter beslissing aangeboden. Nu is het eerste punt vervallen.
Ik zou dus verzoeken, dat die beide punten, hetzij afzonderlijk, hetzij ge
zamenlijk, aan het oordeel der vergadering onderworpen wierden. De nadere
regeling heb ik niet voorgesteld; maar ik wensch hoofdzakelijk, dat de
vergadering beslisse over het principedat de voorstellen omtrent den hoof
delijken omslag in sectiën worden onderzocht, waaraan in iedere sectie een
lid van het dagelijksch bestuur zou worden toegevoegd, mitsgaders een lid
van de Commissie van Financiën. Al het overige is gemakkelijk nader te
bespreken.
De Voorzitter. Ik kan mij daar zeer goed mede vereenigen en zal dan
die beide punten gezamenlijk in rondvraag brengen.
De heer Keantz. Ik geloof niet, dat het doelmatig is, dat èn een lid
van het dagelijksch bestuur, èn een lid van de Commissie van Financiën
in iedere sectie zitting hebbe. Mij dunkt, dat het voldoende is, dat een
lid van het dagelijksch bestuur aan de beraadslaging in iedere sectie deel
neme; want de zaak levert anders voor de Commissie eene moeijelijkheid
op, die niet te miskennen is en in den aard der zaak ligt.
De Voorzitter. Dat kunnen Burgemeester en Wethouders wel later
behandelen.
De heer Goudsmit. Als ik mij niet bedrieg, kan de heer van Kaatho
ven zich te vreden stellen met het besluit om de belastings-ontwerpen reeds
dit jaar in sectiën te onderzoeken. Maar dan wenschte ikindien dat punt
mogt zijn uitgemaakt, dat door Burgemeester en Wethouders eene nadere
regeling werd voorgesteld. Dus wilde ik de vraag zóó gesteld hebben
zal er een sectie-onderzoek plaats hebbeningevolge eene nadere regeling
door Burgemeester en Wethouders voor te stellen?
De heer de Moen. Als gij dat in rondvraag brengt, mijnheer de Voor
zitter, anticiperen wij dan niet reeds op n°. 8 van het convocatie-billet, en
komen wij dan in geen conflict?
Door onderscheidene leden wordt te kennen gegeven dat n°. 8 nu reeds
van zelf moet geacht worden vervallen te zijn.
De heer van der Hoeven. Ik geloof, dat aan die zwarigheid het best
kan worden te gemoet gekomenals het vraagpunt zóó gesteld wordtof
die voorstellen in sectiën zullen behandeld worden. Dan is n°. 8 van zelf
daaronder begrepen.
De Voorzitter. Ik zal dan nu in rondvraag brengen, of de voorstel
len betreflende den hoofdelijken omslag in sectien zullen behandeld worden.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.
De Voorzitter legt voorts nog over:
5°. Adres van de hoofdonderwijzers der openbare lagere scholenhou
dende verzoek tot verhooging hunner toelage voor het gemis van vrije
woning.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres aan te houden tot
bij de behandeling van het desbetreffende nommer der begrooting.
De Voorzitter deelt nog mede:
1°. Dat zijn ingekomen vier werkjes over de banken van leening, van
den heer C. J. van Heel Dz.controleur van stads-bank van leening te
's Gravenhageals present-exemplaar voor dezen Baad.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten daarvoor den dank der ver
gadering te betuigen.
2°. Dat bij de aanstaande verkiezing van twee leden voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, op Dingsdag 30 October e. k.de heeren
Cock en ten Sande, volgens den rooster, in het stembureau als leden moe
ten zitting nemen.
De beraadslagingen worden hierop voortgezet in eene zitting met geslo-
tene deuren.
De deuren heropend zijnde, is aan de orde:
I. Adres van Vrouwe J. H. van Wensen Driessenom ontslag als
Begentesse van het B. C. Wees- en Oudeliedenhuis.
Begenten en Begentessen van het E. C. Wees- en Oudeliedenhuis advi
seren het verzoek tot eervol ontslag, onder dankzegging voor de vele bewe-
zene dienstenin te willigen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
II. Staten van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting.
De Commissie van Financiën heeft, wat betreft den eersten staat, geene
bedenkingenweshalve zij raadt dien vast te stellen.
De heer de Moen. Er mag toch wel uitgedrukt wordenwat en waar
voor door de Commissie wordt aangeraden; want dat //weshalve" enz. is
niet genoeg. Zoo zullen de leden er niet veel van begrijpen.
Door den Secretaris wordt hierop alsnog voorlezing gedaan van het ge-
heele rapport, dat aldus luidt:
//De Commissie van Financien heeft onderzocht den nevensgevoegden
staat van af- én overschrijving, ter zake van uitgaven bij het heerschen
der cholera-asiatica binnen deze gemeentezij had wel gaarne gewenscht
dat, terwijl de Baad niet onbekend was met eene uitgaaf van ongeveer
f 7000, deze mede vooraf had kennis gedragen, dat de in deze gevorderde
som dat bedrag zou overschrijdenzij heeft echter zich eene opgave van
kosten doen voorleggen en het is haar daarbij geblekendat deze uitgaven
werkelijk tot dit bedrag zijn gestegen; redenen waarom zij u thans raadt
dezen staat van af- en overschrijving vast te stellen."
De conclusie van het rapport wordt hierop aangenomen met 22 stemmen
tegen 1die van den heer van Kaatboven.
Omtrent den tweeden staat luidt het rapport der Commissie van Financiën
als volgt
//Op de hiernevens gevoegde voordragt van Burgemeester en Wethouders,
tot af- cn overschrijving eener som van 2351.90 op de gemeente-begroo
ting voor 1866, heeft de Commissie van Financiën de eer te berigten dat
zij daartegen geene bedenkingen heeft en mitsdien de vrijheid neemt tot de
vaststelling van den daarbij overgelegden staat te raden."
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
III. Voordragt tot aanstelling van een ambtenaar tot het houden van
toezigt op de voldoening der belasting op de honden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor voor dien ambtenaar eene be
looning uit te trekken van p. m. f 350, waarvan f 250 als vaste jaarwedde
en het overige te berekenen bij 5 pCt. op de opbrengst der belasting op
de honden.
De Commissie van Financiën raadt dienovereenkomstig te besluiten.
Wordt zonder beraadslaging aangenomen met 22 stemmen tegen 1die
van den heer van Heukelom.
IV. Adres van Commissarissen van de Nieuwe Sociëteit op de Buïne,
tot het wederom voor vijf jaren bekomen van vergunning tot behoud van
de houten schutting.
Burgemeester en Wethouders radenovereenkomstig het advies van de
Commissie van Financiënden adressanten hun verzoek toe te staanonder
de bepaling echter dat steeds voor een behoorlijk onderhoud moet worden
zorg gedragen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer van Heukelom verlaat de vergadering.
V. Adressen van P. Fonteyn en de wed. A. J. van Hoeken, tot het
bekomen van gemeentegrond bij de Zijlpoort.
Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het advies van de
Commissie van Fabricage, nadat het terrein verklaard zal zijn ter openbare
dienst niet meer bestemd te wezenhet gedeelte grondsgelegen aan den
vestwal tusschen de Zijlpoort en het vaarwater de Oude Bijn, ter grootte
van 630 vierk. ellen, benevens een door aanplemping te verbeelen gedeelte,
groot 45 vierk. ellenaan Paulus Fonteyn in vollen vrijen eigendom af te
staan tegen betaling van f 1 de vierk. el of f 675, behalve de kosten van
overdragt en wijders onder de door de Commissie aangegevene voorwaarden.
De heer de Moen. Ik ben er wel voorwat de som betreftdie de
aanstaande eigenaar zal moeten betalenmaar ik ben tegen de geheele
zaak; want ik vind het een ongelukkig idee, dat bij de avenue der stad
eene houtloods zou worden gezet.
De heer Kneppelhout van Sterrenburg. Ik had liever gezien, dat
men dien grond, in plaats van te verkoopen, in huur had afgestaan. Dan
was de man geholpen tot berging van zijne houtwaren, en dan kon de
schuur zoo gemaakt wordendat die laterals de huur opgezegd werdgemak
kelijk verplaatst konde worden. Ik ben er tegen om dergelijke stukjes grond
te verkoopendie men te eeniger tijd kan noodig hebben. In der tijd heb
ik mij dan ook verklaard tegen het toestaan van een soortgelijk verzoek aan
den steenhouwer Timmermans buiten de Morschpoort. Er kan een tijd
komen dat men over een dergelijken afstand spijt heeft. Ik ben er tegen.
De heer van der Hoeven. Ik ben er ook tegen. Ik zou ook den
grond liever in huur willen hebben gegeven. Door den heer de Moen is
toch reeds opgemerkten ik ben het wel met hem eensdat het niet
wenschelijk is, dat daar eene houtschuur kome.
De heer Krantz. Ik acht het wenschelijk, dat de grond aan den adres
sant worde afgestaanten einde de schuur te kunnen plaatsenzoo als zij
in de teekening voorkomt. Wanneer hij den grond precario krijgt,
heeft hij er niets aan. Wel vind ik den grond wat duur aan hem verkocht,
en weet geen voorbeeld dat grond met gelijk doel voor zoo hoogen prijs
is afgestaan.
De heer Hubrecht. Er is wel wat voor te zeggen van hetgeen door den
heer Kneppelhout is in het midden gebragt. Trouwens, in den laatsten tijd
heeft de Baad er steeds zijne goedkeuring aan gehecht, dat grond, die
werd aangevraagdwerd gekochtof, waar grond op recognitie was uitgege
ven deze tegen penning XXV werd overgenomen. Maar hier zou een ge
deelte van den grond moeten worden aangeplempt. Dat zou de adressant
zelf moeten doenen om dan den grond terug te krijgenals er reeds de ge
bouwen op staan, is moeijelijk. Wat den prijs betreft, behalve van Fonteyn
was er nog eene aanvrage om dien grond. In het rapport is dit behandeld
en de Commissie van Fabricage heeft den aanvrager vooraf medegedeeld,
welke koopprijs zoude worden voorgesteld, en hiermede heeft hij genoegen
genomen.
De conclusie van het rapporthierop in hoofdelijke omvrage gebragt
zijnde, wordt aangenomen met 15 tegen 7 stemmen.
Tegen: de heeren Goudsmit, Wttewaall, Meerburg, de Moen, Holtz,
Kneppelhout van Sterkenburg en van der Hoeven.
VI. Adres van W. C. Chimaer van Oudendorpom vergunning tot het
leggen van eene stoep op den Middelweg, voor de percelen wijk VII, n°.
846, 847 en 848.
Burgemeester en Wethouders radenovereenkomstig het advies der Com
missie van Fabricageden adressant de gevraagde vergunning te verleenen
onder voorwaarde dat de stoep gelegd worde gelijkstraatsbinnen de rooi-
jing, onder toezigt en op aanwijzing van rooimeesters.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
VII. Adres van A. J. Wetrens, tot het in gebruik bekomen van de
stads-gehoorzaalvoor de Leydsche Zangvereeniging.