Evenwél hecht ik groote waarde aan het vertrouwen door deze benoeming uitgedrukt, doch moet beleefdelijk verzoeken mijn ontslag wel te willen aannemen. Ik heb de eer met de meeste hoogachting te zijn Aan den Baad der gemeente UEd. Achtb. Dv. Dienaar, Ley den. O. M. de Graaf." Deze worden aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter legt vervolgens over: Een adres van M. van Leeuwen, eigenaar van den molen de Valk, om het gebruik van den grond waarop die molen is gebouwd en van de daarom heen gelegen gronden. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit te stellen in handen van Burgemeester en Wethoudersten fine van berigt en raad. Be Voorzitter. Ik heb de eer nog te berigtendat ikter bespoedi ging in het des nachts verkenen van geneeskundige hulp, behoudens goed keuring van deze vergaderinghet verbod om enkele stegen in eene bepaalde rigting te berijden gedurende den nacht heb opgeheven. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is I. Verzoek van mej. Corn. BijIeveldtot ontslag als hulponderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijsIst" klasse voor meisjes. Het rapport van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden inhoud «Onder overlegging van het berigt van de hoofdonderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der D'e klasse voor meisjes, op het adres van Cornelia Bijleveld, hulpouderwijzeres aan die school, waarbij deze het ontslag als zoodanig verzoekt tegen den 3I«i der volgende maand, hebben wij de eer u te berigten, dat er alle termen be staan haar dat ontslag tegen dien tijd eervol te verkenen, waartoe wij de vrijheid nemen u bij deze te raden." Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Hubrecht was gedurende de behandeling dezer zaak afwezig. II. Staat van af- en overschrijving, dienst 1865. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. III. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1866. Wordt op gelijke wijze aangenomen. De heer van der Hoeven komt ter vergadering. IV. Voordragt tot regeling van gemeenschappelijke zaken met de ge meente Alkmaar. Die voordragt is van den volgenden inhoud: «Wij ontvingen van onze ambtgenooten van Alkmaar, bij missive van den 10en der vorige maand, n®. 330, het voorstel tot opheffing van het tusschen onze beide gemeenten bestaande beurtveer; wij vereenigen ons met dat voorstelen het is dientengevolge dat wij bij deze voordragen te beslui ten tot het aan de hoogere autoriteit vragen van magtiging, om met het gemeentebestuur van Alkmaar gemeenschappelijke zaken te regelen." Wordt op gelijke wijze aangenomen. V. Adres van J. N. W. C. Sieburghte Amsterdamtot teruggave van door hem betaalde boete. Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricagedes adressants verzoekals niet voor eene gun stige beschouwing vatbaarte wijzen van de handmet welke conclusie de Commissie van Financiën zich vereenigt. Wordt op gelijke wijze aangenomen. VI. Adres van J*. J*, van Ameyden, wed. F. G. Mastenbroek, om vergunning tot het leggen van eene brug voor haar buitenverblijf aan den Maredijk. Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, de adressante het leggen van bedoelde brug toe te staan, mits niet lager dan 70 duim boven A. P., de wijdte der doorvaart gelijk zij aan de naastbijgelegene brug voor den Maredijk, de brug worde gelegd en behoorlijk onderhouden, onder toezigt van den gemeentearchi tect, en voorts tegen betaling eener jaarlijksche recognitie van eer. gulden. Wordt op gelijke wijze aangenomen. VII. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, over 1865. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt die goed te keuren. Wordt op gelijke wijze aangenomen. VIII. Bekening van het Werkhuis, over 1865. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt die rekening goed te keuren en vast te stellen: de ontvangsten ad 32532.11 de uitgaven ad ƒ32402.68 alzoo sluitende met een batig saldo van 129.43, welke som rendanten gehouden zullen zijn in hunne eerstvolgende rekening in ontvangst te verantwoorden, alsmede een bedrag van 23.72, als nog te verhalen overgebleven. Wordt op gelijke wijze aangenomen, hebbende de hh. Stoffels, de Moen en van Heukelom, als rendanten der rekening, voor de behandeling dezer zaak, de vergadering verlaten. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1866 | | pagina 2