De heer Goddsmit. Ik vereenig mij geheel met het denkbeeld van Bur- i gemeester en Wethouders. Die groote vrees voor sluikerij kan ik niet dee- len, en de gemeente moet die weten te voorkomen. In ieder geval ben ik er tegen om eene onbillijkheid te plegen tot stijving van de gemeentekas. En de onbillijkheid is vooral hierin gelegendat het sommige personen geldt die nimmer van billetten gebruik hebben gemaakt. Ik ben tegen fictiveu uitvoer, en aangezien de adressanten goed kunnen geholpen worden door het voorstel van Burgemeester en Wethouders, ben ik er voor. De heer Wttewaall. Ik verklaar mij voor het voorstel der Commissie van Einanciën. De Voorzitter. Ik zal dan in stemming brengen de adressen zelve. Burgemeester en Wethouders toch stellen voor daaraan te voldoenterwijl het rapport der Commissie van Financiën strekt om daaraan geen gevolg te geven. Door alzoo de adressen in stemming te brengen, is de zaak op de eenvoudigste wijze beëindigd. De heer van Kaathoven. Zoudt gij niet, mijnheer de Voorzitter, het voorstel van Burgemeester en Wethouders kunnen in stemming brengen tegenover dat van de Commissie van Financiën? De heer Haktevelt. Ook ik zag liever dat het rapport van Burge meester en Wethouders in stemming werd gebvagt, en dat van de Com missie van Financiën er buiten bleef. Het zoude anders den schijn kunnen hebben, of ik tegen het verleenen van restitutie was; het komt er voor mij op aan, hoe en langs welken weg men die verleenen zal. De heer van der Hoeven. Ik moet eene zaak vragen: is hetgeen door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld werkelijk de vraag van de adressanten? Dan is het inderdaad synoniem. Of hebben de adressanten iets anders gevraagd? De Voorzitter. Neen. De heer van der Hoeven. Dan begrijp ik nietwaarom de adressen zelve niet eenvoudig in omvraag konden gebragt worden. De Voorzitter. Mij dunkt, dat het maar het best is, nu het verlan gen daartoe uitgedrukt ishet rapport van Burgemeester en Wethouders in stemming te brengenal staat het ook gelijk met de adressen zelve. De conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders, hierop in hoofdelijke oravrage gebragt zijnde, verklaren er zich 10 leden voor en 10 tegen, weshalve de stemmen staken en het nemen van een besluit tot eene volgende vergadering wordt verdaagd.. Voor hebben gestemd de heeren van Kaathovende FremeryHubrecht, van der Hoeven, Stoffels, Librecht LezwynTollens, Goudsmit, ten Sande en de Voorzitter. l T>. Te<ren: de heeren Krantz, Driessenvan OuterenBaert, du Rieu, Kneppelhout van Sterkenburg, Scheltema, Hartevelt, dc Moen en Wttewaall. IX. Adres van Regenten van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kin derhuis tot het maken van vier keldergaten. Burgemeester en Wethouders, na de Commissie van Fabricage gehoord te hebben, nemen de vrijheid te raden het verzoek van Regenten tot het maken van vier keldergaten, behoorlijk door ijzeren roosters gedekt, voor de nieuw gebouwde huisjes aan den Ouden Rijn naast hun gesticht, in te willio-en, mits betalende voor elk keldergat het regt van 60 cents 'sjaars, ingevolge art. 3, n°. 37 van het tarief, vastgesteld den 5 Maart 1857 (Gemeenteblad n°. 12). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen; wor dende de heer van Kaathoven, als regent van gemeld gesticht, geacht niet te hebben medegestemd. X. Onderhandsche verpachting van de Spanjaardsbrug en den Zijldijk. De voordragt deswege wordt op gelijke wijze aangenomen. Niets meer aan de orde van den dag zijndewordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1865 | | pagina 4