te veel; en doet de behoefte aan meerdere zich voor, dan zal men hierop moeten terugkomen. Wat echter de Touwersbrug over de Mare betreft, waarover de heer Scheltema bedenking maakte, zoo valt het toch onder het oog van een iederdat de hoofden aldaar zoozeer voorziening eischen dat de zaak geen uitstel kan lijden. De poorten der brug zijn reeds aan- gescherften de toestand is in een woord zoodanigdat dit werk niet kan uitgesteld worden. Het plan bestaat omdaar de breedte der hoofden zulks toelaat, die brug te verbreeden, en eene brug van constructie als de Jans- brug over de Donkersteeg aldaar te leggen. Het artikel «-onderhoud van bruggen" is hier ter stede eene belangrijke post der begrooting, maar ook het aantal is in vergelijking met andere steden in het oog vallend. Haar lem heeft b. v.met inbegrip der bruggen over de vaart naar Leyden en Amsterdam, in het geheel 51 bruggenhier ter stede alleen zijn 150 brug gen, waarvan 27 beweegbaar, terwijl daarenboven langs het Utrechtsche pad 49, langs het Haarlemmer pad 13 en langs het Delftsche pad 11 brug gen gevonden worden. De heer Meerburg. Ik voeg er bij dat ik ook die brug heb nagegaan en haar zeer slecht heb bevonden. De heer Holtz. Ik heb ook de brug met attentie gezien en ik ben het eens met den president der Commissie van Fabricage, dat de toestand zoo slecht is, dat die spoedig herstel vordert. De heer Hartevelt. Mag ik den heer Scheltema doen opmerken dat hij mijns inziens in de memorie van toelichting moet lezen, dat de vernieuwing van de louwersbrug vereischt wordt en dat de wenschelijkheid doelt op de wijze hoe die brug te vernieuwen. De heer Scheltema. Nu ik van een bevoegd medelid gehoord hebdat de brug werkelijk vernieuwing eischt, kan ik er niet tegen zijn. De heer van der Hoeven. Dat artikel zal tochna hetgeen wij van den heer Hubrecht hebben gehoord, eene verandering ondergaan. De Voorzitter. Ja. De heer de Moen. Het is wel noodig, dat dit n°. goed uit elkander worde gezet. De Commissie van Fabricage heeft toegegeven aan het ver langen dat een onderzoek worde ingesteld omtrent de brug in den Room burgerpolder, waarvoor 900 was uitgetrokken, en om op"de brug bij de Pesthuislaan 300 uit te sparen. Evenzoo is zij bereid om de vernieuwing der brug over de Waardgracht bij de Groenesteeg uit te stellenen alzoo 850 uit te sparen. Voor de stootpalen wil zij ook 300 minder ramen. Een en ander zou alzoo eene vermindering van 2350 op het artikel maken. In omvraag gebragtwordt de post met algemeene stemmen goedgekeurd tot een bedrag van 11,900. No. 77. Onderhoud van pompen en riolen 3867. De Commissie van Financiën stelt voor dit nommer met 1000 te ver minderen^ door het vernieuwen van de pomp in de Kloksteeg aan de Pie terskerk uit te stellen en het stellen van eene nieuwe pomp op de Gedempte Koepoortsgracht niet te doen plaats hebben. De heer Hubrecht. De Commissie van Fabricage wil gaarne toegeven dat het vernieuwen van de pomp bij de Pieterskerk zou kunnen worden uitgesteld. Maar het zou toch te betreuren zijn dat niet tot het plaatsen eener nieuwe pomp op de Gedempte Koepoortsgracht zou worden overgegaan. Er was zoo drin gend door de bewoners verzocht aldaar eene pomp te stellenen men had hun reeds toegezegd, dat men er later op zou terugkomen. Bij de dem ping der Marendorpsehe Achtergracht is aldaar eene pomp geplaatst, evenzoo op de Voldersgracht en IJzerengracht. De pomp thans staande op de Ga- renmarkt wordt veel gebruikt, ja dikwijls komen er klagten, dat zij niet ge noeg water kan geven zoodat wel eens is overwogenof het gebruik slechts bepaalde tijden per dag kon vergund worden. Het zou dus aan veler wensch voldoenwanneer op de Koepoortsgracht eene pomp werd geplaatst. De heer Krantz. Bij de huizen van de mindere klasse is het niet te verwachten dat er altijd water zal voorhanden zijn, en is het noodig daarin te voorzienofschoon de ondervinding heeft geleerddat door het plaatsen eener pomp men nog niet in het bezit is van goed water, en het is ook zeer twijfelachtig of dat hier zal worden verkregen. Door de demping van de Koepoortsgracht is de waarde der aldaar gelegen huizen zeer gestegen en er is dus geene reden om. meerdere uitgaven uit de gemeentekas te doen. Het gedeelte van de stad aldaar is zeer fraai en als men eene pomp wilde zettendie tot ornement moest strekkenzouden de kosten belangrijk hoo- ger moeten zijn dan de opgegevene. In den winter vooral is de "om°-evino- eener gewone pomp zeer onoogelijk. De slotsom mijner beschouwing is deze: 1 dat het niet zeker is of er goed water zal gevonden worden 2° dat het billijk is dat de bewoners zelve daarin voorzien; 3° dat de plaatsing op het aangewezen terrein eene ontsiering zoude zijn. De heer de Fremery. Toen ik de eer had lid der Commissie van Fa bricage te zijn, was mijne eerste zorg om, zooveel in mij was, er naar te streven om door het plaatsen van verschillende pompen in de behoefte aan goed water te voorzien. Moge dit ook op meerdere plaatsen niet volkomen zijn gelukt, de ondervinding leerde mij toch dikwerfdat door het schieten van nieuwe puttenzelfs op korten afstanddaarin verbetering kan worden aan- gebragt. Ik zou daarom wenschen dat de Commissie van Fabricage in deze met stil stond maar voortging om de proeven te herhalen. Ook wanneer het water niet volkomen goed is, zal het toch immer beter zijn dan het gracht water, dat nog zoo vaak wordt gebruikt. De heer Kneppelhout van Sterrenburg. Ik ben tegen het plaatsen van eene pomp op de Koepoortsgracht, die daar zeer misplaatst zoude zijn; tot de demping werd besloten om eene verfraaijing en verbetering te ver krijgen. Ik vrees dat de pomp daar weinig sierlijk zoude staan, tenzij die, zoo als de heer Krantz heeft aangevoerd, een mooi stuk werk was, een soort van monument. Maar dan zag ik liever zulk een gedenkteekendat tevens tot pomp kondc zijn ingerigt, op het midden van de Ruïne. Indien eene pomp in de buurt van de Koepoortsgracht noodig isdan vind ik het beter die op de St. Jacobsgracht te plaatsen, op de hoogte van het R. C. Weeshuis. Daar zoude eene gewone pomp kunnen voldoen, maar van te voren dient de grond goed onderzocht te worden, of het water bruikbaar is; anders zoude het noodelooze kosten zijn daar eene put te maken. De heer Scheltema. Ik wensch eenige inlichting te vragen omtrent den toestand van de Langebrug. Ik heb gezien dat daar werkzaamheden plaats hebben. Een gedeelte van de Langebrug is vroeger ingestort en nog geheel verstopt, waardoor de vele onreine stoffen hoe langer hoe meer ophoopen, zoodat de ruiming onmogelijk wordt. Ik wensch dus de vraag te doen of er mogelijkheid bestaat om het ingevallen gedeelte te herstellen, en mogt men mij daarop geen bepaald antwoord kunnen geven, omdat daartoe een opzettelijk onderzoek vereischt wordt, zoo geef ik in overweging om dat onderzoek te doen plaats hebben. De heer Hubrecht. Dit punt is al meermalen in de vergaderingen van de Commissie van Fabricage besproken. Men heeft naar aanleiding daar van een onderzoek ingesteld en op drie plaatsen het in vroeger tijden vol- gegooide riool doen opbreken en het is gebleken dat daar de wangen van het riool nog in voldoenden staat waren. De kosten van een nieuw verwulf, van de muur aan de Ketelboetersteeg tot aan het Rapenburg, zijn door den architect geraamd op 6500. Daar komt bij, dat ook bij die be langrijke kosten van herstelling het nog niet zeker zoude zijn, of de verbetering wel die kosten waard zoude wezen; het dempen der geheele Langebrug en aanleggen van riool met beerputten zoude ver te verkiezen zijn. De heer du Rieu. Ik zou willen vragenof men dan niet door het doortrekken van het riool nog meer onreine stoffen door de stad zou trekken. De Voorzitter. Aangezien er later een voorstel zal gedaan worden om trent deze zaak, en dewijl dit punt niet tot dezen post behoort, zou ik in overweging geven thans dit artikel niet te behandelen. De heer Hubrecht. Het was ook slechts eene inlichting over den toe stand aldaar. De Voorzitter, Ik zal thans het artikel in stemming brengen. De heer Hubrecht. Zoudt gij niet eerst in rondvraag brengenof er eene nieuwe pomp op de Koepoortsgracht zal worden geplaatst? De Voorzitter. Ik zal dan in stemming brengen de vraag: zal er al of niet op de Koepoortsgracht eene nieuwe pomp worden geplaatst? Met 14 tegen 8 steramen wordt liet voorstel daartoe verworpen. Voor hebben gestemd de heerenDriessen, de Fremery, Hoog, Hubrecht, ten Sandevan Outerenvan der Hoeven en de Voorzitter. De voorgedragen som voor de bedoelde pomp alzoo vervallen zijnde, wordt het artikel, tot een bedrag van 2867, met algemeene stemmen goedgekeurd. No. 78. Onderhoud van havens, vaarten, kaaimuren, sluizen en andere waterwerken ƒ5600. De Commissie van Financiën stelt voor dit nommer met ^850 te ver minderen door het onderdeel /«dempen van de sloot langs den singel bij het raamland buiten de voormalige Marepoort" weg te laten. De heer Hubrecht. Deze post is ook in de begrooting gebragtdaar de zaak vroeger hier in den Gemeenteraad ter sprake gebragt is. Al is deze sloot dan ook onder eene andere gemeente, zoo is zij zoo hinderlijk voor de bewoners van Leydendat eene demping hoogst noodig is te ach ten. Ware het niet noodig hier een riool te leggen, dit zoude zeker, vooral ook door de kosten der beide beerputtenvan grooten invloed op de kosten wezen. De heer de Moen. Aangezien men nu aan de overzijde van de sloot op nieuw huizen heeft gebouwd, is het van belang, dat de bewoners zeiven voor de reinheid der sloot zorg dragen of die voor rekening van den eigenaar worde gedempt. Ten minste, wij zouden nog wel een jaar kunnen afzien. De heer Hubrecht. Ik wil er niet verder op aandringen om die demping te laten doorgaan; maar geloof daarom nog niet dat de bewoners aldaar zullen verzoeken, zulks voor hunne rekening te mogen doen. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders kunnen er zich mede vereenigen en aan den wenscli der Commissie van Financiën voldoen. Met weglating der som van ƒ850 wordt deze post goedgekeurd. De heer de Moen. Ik wenschte dan, dat de policie last gaf, dat de slager, die daar woont, niet langer die sloot gebruike tot rotplaats van al lerlei krengen. Anderswanneer dat mogt voortdurenzal het strekken tot benadeeling van de algemeene gezondheid. No. 79 wordt aldus goedgekeurd: Onderhoud van vaartuigen 600. No. 80. Onderhoud van klokkenhorologiënspeelwerken en derge lijke 750. De heer Krantz. Tegen het bedrag vo^r de regeling der klokken uitge trokken heb ik geen bezwaar, mits de klokken geregeld worden. Daarom trent heb ik den laatsten tijd vele klagten vernomen. Niet alleen dat de klokken met elkander verschillen maar ook bestaat er een groot verschil in den middelbaren tijd. Nog dezen morgen heb ik mij overtuigd dat er een ver schil was van ongeveer 5 minuten tusschen onze klokken en die van het station van den spoorweg. Bij eene goede regeling is dit onmogelijk en zoude ik verlangendat onze klokkenist even exact ware als zijn voor ganger. De Voorzitter. De klokkenist gaat tegenwoordig eens of meermalen in de week bij professor Kaiser. Volgens diens tijdwijzer gaan nu de klok ken. Ik weet wel, dat de klok van het station daarmede eenigzins ver schilt, maar dan tracht de klokkenist het te middelen, in het belang van het reizend publiek. De heer Krantz. Ik moet opmerken dat het verschil van berekening tusschen professor Kaiser en andere geleerden omtrent den middelbaren tijd geen vijf minuten is. De heer Hubrecht. Zou de klagt ook gekomen zijn van de klok aan de akademie? Dan kan ik al dadelijk zeggen, dat die klok niet onder het toezigt van de stad is en dus ook niet door den stads-klokkenist wordt ge regeld. De stads-klokkenist geeft zich alle moeite om zijne taak met naauw- gezetheid te vervullenjuist heden morgen heeft hij mij medegedeelddat het verschil slechts vijf seconden bedraagt. Het artikel wordt hierop goedgekeurd. No. 81 wordt aldus goedgekeurd: Kosten van aanleg en onderhoud der algemeene begraafplaats Memorie. No. 82. Kosten van verbetering der waterverversching in stadsgrachten. Memorie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1865 | | pagina 6