verhoogd, omdat bij raadsbesluit van 19 October 11. aan den lceraar voor
de natuurlijke historie bij die instellingen eene verhooging van jaarwedde is
verleend.
JJe post wordt aldus goedgekeurd.
No. 112 wordt aldus goedgekeurdJaarwedden der hoofd- en hulponder
wijzers en onderwijzeressen, mitsgaders toelage ten behoeve van kweekelin-
gen ƒ38888.
J)e heer van Kaathoven verlaat de vergadering.
No. 113. Onderhoud van de school, de schoolmeubelen en de woning
des onderwijzers ƒ2500.
De heer Hubbecht. De Commissie van Financiën heeft eene opmerking
gemaakt over de vermeerdering van ƒ500 wegens reparatiën, terwijl de ge
bouwen nieuw zijn. De dagelijksche kosten voor herstellingen nemen toe;
de Commissie van Fabricage acht het wenschelijk en heeft het voornemen,
om voor het volgend jaar het onderhoud der scholenmet inbegrip der her
stellingen en vernieuwingendie vooraf kunnen worden nagegaanin het
openbaar aan te bestedenen zal daarvan dit jaar nog een plan indienen.
De post wordt daarop goedgekeurd.
Nos 114, 115, 116 worden aldus goedgekeurd: Kosten van schoolboe
ken en schrijfbehoeften der leerlingen ƒ4000; Vuur en licht in de school
ƒ1000; Vergoeding aan de hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen voor
gemis van vrije woning ƒ1400.
No. 117. Kosten der plaatselijke schoolcommissie 200.
De Voorzitter. Vóór de afdoening van dit nommer breng ik in om
vraag de begrooting der plaatselijke schoolcommissie ad ƒ200 in ontvang
en uitgaaf
Deze begrooting en ook de betrokken post worden goedgekeurd.
No. 118 wordt aldus goedgekeurd: Kosten voor het onderwijs in kunsten
en wetenschappen ƒ1125.
No. 119. Kosten der bewaarscholen 1300.
De heer Tollens. Ik heb een verzoek te rigten tot de Commissie van
Fabricage en wenschte haar te wijzen op den allerellendigsten toestand waarin
de bewaarschool van jufvrouw Lancel zich bevindt. Het lokaal is inderdaad
beneden het dragelijke en ik zou mij schamenwanneer door een vreemde
een bezoek op die school werd gebragt.
De Voorzitter. Ik kan de verzekering geven, dat de zaak in ernstige
overweging is genomen en dat er reeds in voorzien is. Er zal dan ook
later een voorstel tot verhooging van dien post worden gedaan en aanvan
kelijk zullen er 4 hulponderwijzeressen meer worden aangesteld, om in de
behoefte te voorzien.
De heer nu IllEU. Zou bij de bestaande behoefte nog niet in een ander
deel der stad een lokaal als school kunnen worden ingerigt?
De Voorzitter. Ook dat zal in overweging worden genomen.
De post wordt daarop goedgekeurd.
No. 120 wordt aldus goedgekeurd: Kosten voor het middelbaar onder
wijs (burgeravondschool) f 2000.
No. 121. Aanbouw en voltooijing eener nieuwe school voor minvermo
genden 6050. -
De Commissie van Financiën stelt voor, dit artikel met ƒ1600 te ver
minderen door de kosten eener schoeijing aan de Binnenvestgracht te vin
den uit de gelden die na aftrek der aannemingssom overblijven van
den voor de school uitgetrokken post.
De heer Hubkecht. Nu de aannemingssom minder is dan aanvankelijk
werd gerekend r kan de som voor de beschoeijing uit het daarvan over
schietende worden bekostigd.
De heer de Fremf.ry. Het overschietende op de aannemingssom bedraagt
slechts 1300, terwijl de kosten van beschoeijing op ƒ1600 zijn geraamd.
Men kan dus niet 1600 uit dien post bestrijden.
l)e heer Hubreoht. Ofschoon op de begrooting een hooger cijfer was
uitgetrokkenzal nu de beschoeijing uit deze som moeten worden gevon
denen kan ik, na hierover met den gemeente-architect te hebben gespro
ken zeggendat de zaak nu zal worden aangelegd om beneden dat cijfer
te blijven. Overigens heb ik in de vergadering van 24 November 1864,
op eene daartoe gedane vraag, bepaald geantwoord, dat schoeijing en hek
aan de waterzijde niet in het bestek waren opgenomen.
De heer Scheltema. Toen ik voor weinige dagen aan een mijner mede
leden, die met de financiële zaken der gemeente bekend is, de vraag
deed, of over het vermoedelijk batig saldo van 1865 beschikt kon worden
tot dekking van uitgaven als deze, die niet op de begrooting van 1865
voorkomen, werd mij geantwoord dat dit niet geschieden mogt. Geheel in
strijd daarmede is het gevoelen van den geachten Voorzitter van de Com
missie van Financiën, bij de behandeling van een der vorige artikelen
geuit. Ik zou, indien het geschieden mogt, er zeer voor zijn den geheelen
post voor de school te schrappen van de begrooting en de gelden te betalen
uit het vermoedelijk batig saldo van het loopende jaar.
De heer Krantz. De zaak betreft de dienst van dit jaar en de be
schoeijing zal ook dit jaar gemaakt worden.
De heer Scheltema. Naar aanleiding van dezen post wensch ik nog
iets in het midden te brengen. Toen ik gisteren mijne bezwaren te kennen
gaf tegen de hoog opgevoerde kosten voor fabricagewerken heb ik wel
door den heer de Moenin antwoord op het door mij aangevoerde, hooren
wijzen op de kosten voor den aanbouw van schoollokalenmaar heb niet
begrepen dat de heer de Moen die in verband bragt met de kosten voor
fabricagewerken. En toch dat schijnt zoo te zijn, zooals mij uit het korte
verslag in de courant van de zitting van gisteren is gebleken. Volgens den
heer de Moen zouden dus de kosten van fabricage in de laatste jaren zoo
hoog zijn geweest, omdat er ƒ150.000 aan scholen is uitgegeven. En dit is
geheel onjuist. Ik heb geene aanmerking gemaakt op de kosten van aan
bouw van scholendie kosten hebben niets gemeens met de uitgaven
voor fabricagewerken, daar zij alle gebragt worden op het hoofd: //Kosten
voor het onderwijs enz."
De heer de Moen. Ik heb gisteren in het algemeen gesproken. Ik
heb geantwoord op de bezwaren die tegen het eindcijfer der begrooting
186fi.
werden geopperden cr op gewezenhoe de kosten voor den aanbouw van
scholen en die voor het onderwijs in het algemeen van grooten invloed op
de verhooging van het eindcijfer moesten zijn. Onder dat eindcijfer zijn
natuurlijk ook de verhoogde kosten voor het onderwijs begrepen. Maar ik
heb niet beweerd, dat de aanbouw van scholen den post voor de gewone
gemeentewerken verhoogt.
De heer Scheltema. Ik ben met deze uitlegging volkomen te vreden;
maar mijne aanmerking was gegrond op het kort verslag in liet Leidscli
Dagblad van het verhandelde in de raadszitting van gisteren, waarin die
opvatting voorkwam.
De heer Le Poole. Ik vind het onderdeel n°. 4, namelijk ƒ3200
voor schoolmeubelen, al zeer hoog, tenzij dat daaronder nog iets anders
begrepen is.
De heer Hubrecht. Onder deze algemeene benaming is alles begrepen
wat voor de inrigting der scholen noodig isen dat wel voor vijf lokalen.
De post wordt alsnu met de vermindering van ƒ1600 goedgekeurd tot
een bedrag van ƒ4450.
Hoofdstuk VIII. Kosten voor het armwezen, mitsgaders subsidión
EN BIJDRAGEN AAN ONDERSCHEIDENE DAARMEDE IN VERBAND STAANDE
INSTELLINGEN.
No. 122 wordt aldus goedgekeurd: Bclooning van doctoren, heelmees
ters, vroedmeestersvroedvrouwen enz. 6840.
No. 123. Kosten van de gemeente-apotheek 5500.
De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft op dezen post eene
vermindering van 500 voorgesteld, met het oog op den uitgetrokken post
voor het loopende jaar; maar als ik nu zie dat in 1864 werkelijk is uitge
geven 5636, dan is de raming van 5500 voor het volgend jaar zeker
niet te hoog.
De heer de Moen. Ik wil niet betwisten dat in 1864, ten gevolge van
bijzondere ziekten de uitgaven hooger waren, maar in 1865 hebben er
ook ziekten geheerscht en is de post ook op 5000 uitgetrokken. Wij
willen hopen dat er in 1866 ook niet meer zal noodig zijn, en dat is de
reden van het voorstel tot vermindering.
De heer de Fremery. Ik wil daarop antwoorden, dat reeds in de eerste
zes maanden van 1865 2625 werkelijk is uitgegeven. Naar dezen maat
staf zouden de uitgaven voor het loopende jaar 5250 bedragen, terwijl
men bovendien toch altijd in het najaar meer zieken te verwachten heeft.
Ik blijf dus van meening dat onze raming op ƒ5500 niet te hoog kan ge
acht worden.
De heer de Moen. Het is zoo, dat in de eerste helft van 1865 iets
meer is uitgegeven dan de helft van 5000, maar men vergete niet dat
wij in de eerste helft van dit jaar hebben te lijden gehad van de pokken
die wij hopen dat in de tweede helft niet meer zullen terugkeeren.
De heer Le Poole. Maar men kan toch niet weten. Het is altijd be
ter iets meer uit te trekkendan is men zeker.
De heer Tollens. Ik geloof met de Commissie van Financiën, dat ƒ5000
voldoende kan geacht worden.
De heer de Moen. Ik wil alleen nog ter geruststelling van den heer
Le Poole zeggen, dat, als men het ongeluk heeft dat in 1866 onverhoopt
eene epidemie mogt uitbreken, er dan immers een afzonderlijk crediet zal
moeten worden aangevraagd.
Het voorstel der Commissie tot vermindering van den post met 500
wordt met algemeene stemmen aangenomen en het artikel dus op 5000
vastgesteld.
No. 124. Plaatsing en verzorgingskosten in de koloniën der maatschappij
van weldadigheid en in bedelaars-gestichten 15000.
De heer Le Poole. Ik behoef niet te herinnerendat er vroeger veel
malen en met ernst over dezen belangrijken post is beraadslaagd. Het
denkbeeld werd zelfs geopperdom die som in het vervolg te weigeren. Ik
wil nu echter alleen vragen, of die som nog altoos 15000 moet bedra
gen of dat personeeldat in die koloniën van weldadigheid verpleegd
Wordt, altoos even groot blijft, terwijl toch in den laatsten tijd vooral
werkzaamheid en welvaart in deze stad zijn toegenomen.
De Voorzitter. Ik moet daarop antwoordendat volgens de rekening
van 1864, voor die plaatsing en verzorgingskosten in die koloniën en in
de bedelaars gestichtenwerkelijk 14589 is uitgegeven, zoodat de uitge
trokken som van 15000 zeker niet te hoog kan zijn. En wat de zaak
zelve betreft, ik moet den geachten spreker doen opmerken, dat de wet
ons tot die uitgave verpligt.
De heer de Moen. De Commissie van Financiën heeft den nominatieven
staat ingezien, die het cijfer volkomen regtvaardigt. De Commissie be
treurt ook wel, dat die som zoo hoog is, maar er is niets aan te doen.
De meeste plaatsingen geschieden krachtens regterlijk vonnis.
Dc post wordt hierop aangenomen met 21 stemmen tegen 1 die van
den heer Le Poole.
Nos. 125 en 126 worden aldus goedgekeurd: Kosten van verpleging
van arme krankzinnigen 8000Onderstand, vervoer- en verplegingkosten,
mitsgaders die van geneeskundige hulp aan arme en doortrekkende perso
nen ƒ300.
No. 127. Kosten van verpleging in godshuizen en elders 8000.
De Voorzitter. Ik merk alleen op, dat de Commissie van Financiën
van oordeel is, dat ƒ7500 voldoende kan geacht worden, terwijl wij heb
ben voorgesteld ƒ8000. De vergadering zal hebben te beslissen.
De heer de Moen. Ons voorstel berust daarop, dat in 1864 werkelijk
is uitgegeven ƒ7493, dat de begrooting van 1865 7500 aanwijst en
dat wij daarom geloovcn dat die som ook voor 1866 voldoende zal zijn.
De post, aldus met ƒ500 verminderd, wordt aangenomen.
Nos 128 en 129 worden aldus goedgekeurd: Teruggave van onderstand
elders verleend aan armlastigendomicilie van onderstand hebbende in deze
gemeente 400; Bij voorschot te verstrekken onderstand aan armlastigen,
elders domicilie van onderstand hebbende 100.
No. 130. Subsidiën aan godshuizen 48631.
27