loon in eenigzins billijke overeenstemming kome met hun moeitevollen werk kring. Hot is daarom dat ik met vrijmoedigheid voorstel, dat de traete menten van al de agenten van policie, voor ieder, met honderd gulden zullen worden verhoogd. De heer de Moen. Ik moet herinneren dat bij de beoordeeling dezer begrooting het beginsel steeds is voor oogen gehoudenom niet dan bij hooge noodzakelijkheid de tractementen te verhoogen. In beginsel ben ik in deze wel voor eenige verhooging en zou als middenweg voorstellen eene vermeer dering van 50 'sjaars. De heer Holtz. Het verwondert mij dat noch Burgemeester en Wet houders, noch de Eaads-commissie voor het oogenblik termen hebben kun nen vinden, het tractement der agenten van polieie te verhoogen. Het komt mij voor dat er voor eene verhooging van hun inkomen wel degelijk gegronde redenen bestaan. Bij het bepalen van de hoegrootheid der trac tementen voor de verschillende ambtenaren behoort toch de billijkheid op den voorgrond te staanstemt men dit toedan vraag ikis een inko men van 8.'s weeks geëvenredigd aan de diensten die de agenten van policie praesteren? Is dat bedrag eene billijke belooning voor personen die dag en nacht in dienst van de gemeente werkzaam en ten allen tijde aan weêr en wind blootgesteld zijn? In den regel verdient een werkman het zelfde geld, doch deze heeft dikwijls, wegens zoogenaamde overurenbuiten gewone ontvangsten; met den agent van policie is dit niet het geval; het kermis- en nieuwjaarwenschendat hem vroeger nog eenig voordeel aan- bragt, is afgeschaft en, voor zoover mij bekend is, verdient hij boven zijn tractement niets. Bovendienzal hij eenigen invloed op den geringeren stand kunnen uitoefenen, dan moet hij wèl zoo burgerlijk leven als een ge woon werkman; zijne woning mag niet al te gering zijn; in een woord, met een wekelijksch inkomen van 8.kan hij met vrouw en kinderen, naar mijne overtuiging, niet toe. Ik neem daarom de vrijheid voor testel len het tractement dier ambtenaren met 100 te verhoogen en het alzoo van ƒ400 op ƒ500 per jaar vast te stellen. De heer Hartevelt. Ik geloof ook dat de agenten van policie niet be loond worden in evenredigheid met hun moeijelijken werkkring, naar mijn inzien de onaangenaamste betrekking in de maatschappij. Wanneer ik het personeel alhier vergelijk b. v. met dat te 's Hage eene stad die zeker veel aan zienlijker bevolking heeft dan Leyden, maar wier platte grond niet veel met die van onze stad verschilt, dan is het duidelijk dat de werkkring hier veel uitgebreider is. In 's Hage heeft men 3 inspecteurs van policie eerste kl. en 3 tweede kl.6 agenten eerste klasse op 600, 12 tweede klasse op ƒ500 en 40 agenten derde klasse op ƒ450, dus gezamenlijk een personeel van 64 beambten, terwijl wij hier in 't geheel 18 agenten hebben. De heer de Fremery. Ik wil ook gaarne aannemen dat er aanleiding is om het tractement der policie-agenten eenigzins te verhoogenmaar ik zou daartoe niet gaarne op dit oogenblik besluitenbij de afwezigheid van het hoofd der gemeente-policie en zonder dat wij daarover den commissaris van policie hebben gehoord. Het zou b. v. kunnen zijn dat men van oordeel wTas dat niet alle agenten eene gelijke verhooging kregen, zooals dit op andere plaatsen geregeld iswaar men agenten heeft van de l®2" en 3e klasse. Ik vraag dus of het niet goed ware op de onvoorziene uitgaven ƒ1600 of 1800 meer uit te trekken, om dan na de regeling uit dien post de ver hooging te kunnen bestrijden. De heer van Oüteren. Ik moet opmerkendat het verzoek der agen ten van policie reeds sedert misschien een paar maanden is ingediend, en dat er dus tijd genoeg was, om den Burgemeester en den Commissaris van policie dienaangaande inlichtingen te vragen. Dat dit niet is geschiedkan noch mag hen benadeelen en ik zou daarin eerder een argument in hun voordeel willen vinden en de overweging van Burgemeester en Wethouders, in hunne memorie van toelichting dat er voor het oogenblik geene termen zijn om de jaarwedden te verhoogen, alleen toeschrijven aan de billijke meening dat, onder de gegeven omstandigheden, de uitgaven, in het alge meen niet kunnen worden opgevoerd. Ik ben overtuigd dat de agenten in allen opzigten behoorlijk aan hunnen pligt voldoen en dat, dank zij de ijve rige zorg en het naauwlettend toezigt van onzen Commissaris van policie, thans geen agent zich aan eenig misbruikvan welken aard ookin de waarneming van zijne dienst schuldig maakt. De Voorzitter. Ik houd mij overtuigd, dat onze Burgemeester zich zeer gaarne zal vereenigen met de voorgestelde verhooging. De eenige re den waarom zij dit jaar niet door hem was voorgesteld, is gelegen in de omstandigheid, waarop straks reeds de heer de Moen gewezen heeft, dat men niet dan buiten hooge noodzakelijkheid dit jaar tot tractements-ver- hooging wilde overgaan. Maar als de ltaad besluit om de verhooging toe te staanik ben verzekerd dat de Burgemeester er zich in verheugen zal. De heer Krantz. Het denkbeeld van den heer de Fremery ondersteun ik, om, alvorens eene beslissing te nemen, het hoofd van de stedelijke policie er in te kennen en zijn gevoelen daaromtrent te vernemen. De heer Hoog. Ik ben tegen het uitstel. Wij zijn nu juist in de ge legenheid om de zaak te behandelenwelke bij de begrooting te huis be hoort, in verband met het adres der agenten, hetwelk bij die begrooting is overgelegd aan den Baad. Wij zijn dus volkomen in staat de zaak te beoordeelen en er is geen nader advies van het hoofd der gemeente- policie of van den commissaris daarbij noodig. Ik voor mij ben zeer voor eene verhooging van 100, die door de billijkheid geboden wordt. Agen ten van policie moeten goed zijn beloond. De heer Hubrecht. Ook ik ben voor de verhooging gestemden meen ook dat de tractementen der agenten van policie niet in verhouding staan tot de veelvuldige en moeijelijke diensten die zij te verrigten hebben. De heer de Moen. Mijn voorstel tot verhooging van ƒ50 geschiedde met het oog op het volgend artikel, waaruit blijkt dat de agenten ook vrije kleeding hebben; maar ik ben toch niet tegen eene verhooging van 100. De heer Tollens. Ik moet opmerken dat in 's Gravenhage de agenten evenzeer vrije kleeding hebben boven en behalve hun belangrijk hooger tractement. In omvraag gebragt, wordt de verhooging van 100 aangenomen met algemeene stemmen, zoodat n°. 95, uitgetrokken ad ƒ7400, wordt verhoogd met 1800 en dus gebragt op ƒ9200. No. 96 wordt aldus goedgekeurd: Kleeding en wapening der policic- dienaars en veldwachters 2000. No. 97. Onkosten voor de nacht- en stille wachten ƒ9270. De Voorzitter. Bij dezen post komt ook in overweging het adres van den torenwachter, die ƒ250 loon geniet en eenige verhooging vraagt. De heer Le Poole. Ik ondersteun zeer gaarne het verzoek. Indien er eene zure betrekking is, dan is het wel deze; maar ik wensehte eene andere opmerking te maken. De torenwachter gaat des zomers, zoodra het dag is, naar huis. Dat was ook het geval bij den laatsten brand, zoodat hij het gewone signaal niet heeft kunnen geven. Nu is mijne vraag, of hij 's zomers niet b. v. tot 5 a 6 ure 's morgens kon boven blijven, op welk uur de fabrieken aan den gang gaan. De Voorzitter. Die brand is ten 4 uur 's morgens uitgebarstentoen het volle dag was. Wilde men in den ochtendstond of over dag voor brand gewaarschuwd wordendan moest de torenwachter den ganschen dag in- functie blijven. Wanneer een brand ten 7 ure b. v. uitbreekt, dan zou ook, naar het verlangen van den spreker, de torenwachter aanwezig moeten zijn. De heer Le Poole. Ik geloof niet dat dit argument opgaat. Na 6 ure b. v. is iedereen present; dan zijn de fabrieken reeds in werking en dan behoeft men door den torenwachter niet gewaarschuwd te worden. De heer van der Hoeven. Mag ik vragen of er een bepaald voorstel tot verhooging gedaan is? De Voorzitter. Neen, maar het volgende adres is ingekomen: »Aan de Edel-Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders der stad Leyden. Geeft met hoogachting te kennen Cornelis Jacobus van Pijpen, toren wachter, wonende alhier, dat hij ruim elf jaren die betrekking van toren wachter heeft waargenomen. Dat aan die betrekking eene bezoldiging wordt toegekend van 250 in het jaar. Dat die bezoldiging zeer gering mag genoemd wordenin aanmerking genomen de duurte der eerste levensbe hoeften en de diensten nacht op nacht door hem gepresenteerd reden waarom de adressant zich tot UEd. Achlb. wendt met eerbiedig verzoek, dat aan hem eenige verhooging van jaarwedde worde toegekend. 't Welk doende Leyden, 21 Augustus 1865. C. J. van Pijpen." Verlangt de heer Le Poole nu daaromtrent een voorstel te doen? De heer Le Poole. Ik stel bepaald voor eene verhooging van ƒ50. Dit voorstel wordt in omvraag gebragt en aangenomen met 21 tegen 2 stemmen. Tegen: de heeren du Rieu en Wttewaall. De post wordt alsnu tot een bedrag van ƒ9320 goedgekeurd. Nos. 98, 99 en 100 worden aldus goedgekeurd: Onderhoud der wacht huizen, mitsgaders licht- en brandstoffen voor dezelve 650; Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting 10000; Onderhoud dei- brandspuiten en andere kosten voor de brandweer 2400. No. 101. Belooning en premiën aan de brandspuitlicdcn en beambten 2466. De Voorzitter. Er bestaat omtrent dezen post een verschil met de Commissie van Financiën, die hare berekeningen baseert op het aantal bran den dat zou kunnen plaats hebben en het noodige wenscht uit te trekken voor twee in plaats van voor vier branden. Het spreekt van zelf, hoe minder branden hoe liever; wie onzer zal nu bepalen hoe vele branden er in 1866 zijn zullen? Ik geloof echter niet dat er bezwaar bestaat, om zich met het denkbeeld van de commissie te vereenigen. De heer de Moen. Niet op het aantal branden, dat in deze gemeente zou kunnen plaats hebben is het verschil gebaseerd, wij allen hopen ook van een eenigen brand zelfs verschoond te blijvenmaar onze berekening loopt over te nemen proeven. De heer Hubrecht. Bij de raming der som voor dit artikel heb ik, in overleg met den directeur voor de brandblusschingde som tot dat bedrag voorgesteldvolgens de verordening moet er eene som voor uitgetrokken worden. Maar hoeveel maal er brand ontstaan zal, dit ligt in het onze kere. Ik wensch dat de Commissie van Financiëndie een minder cijfer wil uittrekken, gelijk zal hebben, en mogt er onverhoopt meer benoodigd zijn dan zal er toch meer moeten worden aangevraagd. De post wordt goedgekeurd tot het verminderd bedrag van 1978. No. 102. Kosten der schutterij ƒ6029.59. De Voorzitter. Bij dit nommer behoort de begrooting der schut terijin ontvang en uitgaaf bedragende de som van ƒ6913. Ik stel voor vooraf deze begrooting te behandelenDaar niemand het woord deswege schijnt te verlangenbreng ik haar in omvraag. Die begrooting wordt goedgekeurdzoomede de post n°. 102. Nos 103106 worden aldus goedgekeurd: Kosten voor het huis van bewaring ƒ300; Kosten voor het toezigt op de bewaring van het buskruid en de zorg voor militaire transporten 150; Drukwerk, schrijfbehoeften en andere uitgaven voor de policie 300; Toelage aan den plaatselijken adju dant 100. Hoofdstuk VI. Kosten der plaatselijke gezondheids policie. No. 107. Toelage aan de plaatselijke geneeskundige commissie Nihil. De Voorzitter. Aangezien met primo November de plaatselijke genees kundige Commissie door het in werking treden der nieuwe geneeskundige wetgeving ophoudt te bestaan, zoo stel ik voor om de leden der Commissie een eervol ontslag te verleenenonder dankzegging voor de vele diensten gedurende een aantal jaren aan deze gemeente bewezen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Nos. 108, 109 en 110 worden aldus goedgekeurd: Kosten der gezond heids commissie MemorieKosten van toezigt en onderzoek der openbare huizen enz. ƒ50; Kosten voor het vaccineren van behoeftigen ƒ300. Hoofdstuk VIT. Kosten voor het onderwijs en ter bevordering van kunsten en wetenschappen. No. 111. Kosten voor het gymnasium en de boogerc burgerschool 27010. De Voorzitter. Ik merk op, dat deze post met ƒ200 moet worden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1865 | | pagina 12