mij ter harte gaat. Het belang van driehonderd kinderen, die van het ge
bruik eener dergelijke inrigting verstoken worden, is eene zaak die ernstige
behartiging verdient. Daar komt bij, dat de staat der bewaarscholen in
het algemeen veel te wenschen overlaat; ik spreek natuurlijk van de open
bare. Wij hebben die in de Scheistraat deze week bezocht, en het is ons
daarbij gebleken, dat zij, wat lokaliteit en ruimte betreft, al zeer gebrekkig
is. Er is ruimte voor slechts 2S0 kinderen, en er gaan 400 ter school.
De lucht is er niet zuiver, terwijl er zich kinderen bevinden niet meer dan
twee jaren oud. Het is mij dus voorgekomen wenschelijk te zijn, dat
Burgemeester en Wethouders die zaak in overweging namenen de vraag
bespraken of het niet van belang ware eene of meer bewaarscholen van
stadswege te bouwenof althans de bestaande zóó te organiserendat
de gebleken bezwaren wierden weggenomen. Het is waar, de wet spreekt
niet van bewaarscholen, en de gemeentebesturen zijn alzoo niet tot hare
oprigting gehouden, maar zooveel is zeker, dat die inrigtingen te beschou
wen zijn als de laagste sport op de ladder van het lager onderwijs. Tot
het stel van een goed onderwijs, waarin wij ons hier gelukkig verheugen,
behoort eene goede bewaarschool. Ik opper dus de vraagof het niet zaak
ware omtrent deze aangelegenheid een behoorlijk onderzoek in te stellen en
daarover aan den Baad rapport uit te brengen.
De Voorzitter. Ik heb er niets tegen de zaak in overweging te nemen,
maar ik moet herinneren, dat zij bezwaren inheeft. Wij hebben vroeger
eene goede bewaarschool gehad aan de Vrouwenkamp. Waarom is zij
allengs ontvolkt? Omdat andere, door de bijzondere liefdadigheid opgerigt
en krachtig aanbevolen, daarbij door uitdeeling van kleederen een dadelijk
voordeel aanboden. Allengs werd daarvan, gelijk te verwachten was, partij
getrokkenonze school verminderde in aantal van leerlingen en het lokaal
aan de Scheistraat kon voldoende in de behoefte voorzien. Maar wij zullen
desniettemin nog eens nader de zaak in overweging nemenof bij verander
de omstandigheden meerdere uitbreiding wenschelijk konde zijn.
De heer Goodsmit. Wat de geachte Voorzitter daar heeft opgemerkt,
is volkomen juist. Maar men is sedert dien tijd door schade en schande
wijs geworden. Men weet nu, dat dergelijke inrigtingen, mits op eene ruime
schaal aangelegd, niet ligt door particuliere krachten te onderhouden zijn.
In elk geval is het wenschelijk de zaak in rijpe overweging te nemen.
De heer dü Kieu. Ik kan mij geheel vereenigen met het rapport. Ik
geloof, dat de gasfabriek bepaald behoefte heeft aan het gebruik van dat
lokaal. Maar ik zou daarom aan de verzoekers nog eens de Baaihal willen
hebben aangeboden, die hun vroeger was aangewezen. Als daarbij het
gemeentebestuur zich de zaak der bewaarscholen aantrokdan geloof ik
dat die kinderendie er nu gaaner niet te veel bij zouden lijden.
De heer Krantz. Als inwoner van wijk V zoude ik wenschen aan het
verzoek van bestuurderen van de bewaarschool te voldoen. Maar ik ben
overtuigd, dat de gasfabriek de bewuste lokalen behoeft en door de ont
houding reeds is benadeeld, zoodat ik in het algemeen belang tot afwij
zing adviseren moet. Ik vlei mij evenwel, dat bestuurderen der bewaarschool
het aangeboden lokaal zullen aannemenaangezien toch de afstand niet
zoo belangrijk is, en te meer wensch ik dit, om reden die school zeer
goed is, en volgens de nu ontvangen mededeelingen die der gemeente in de
Scheistraat in een min goeden toestand verkeert.
De heer Tollens. Ik geloof, dat het dagelijksch bestuur volkomen ge-
regtigd is het gebouw terug te nemen, hoezeer ik het betreur voor heeren
directeuren en de bezoekers van die bewaarschool, die zoo nuttig werkte.
Maar ik had dan ook zooveel te meer verwacht, dat de verzoekers met beide
handen het aanbod hadden aangenomen, dat hun in der tijd gedaan is be
treffende de Baaihal. Ik deel ook volkomen het aangevoerde door den heer
Goudsmit. In eene stad als deze, waar zooveel gedaan wordt voor het
onderwijs, mag eene goede bewaarschool inderdaad niet ontbreken en moet
zij teregt worden aangemerkt als de onderste trede der ladder van volkson
derwijs, dat ik gaarne gebragt zag onder de zorg van het Gemeentebestuur,
ook wat de lokaliteit aangaat. Ik zeg dat laatste ook met het oog op de
school van mejufvrouw Lancel in de Scheistraat. Ik heb vroeger, als lid
der plaatselijke schoolcommissie, die school meermalen bezocht en mij geër
gerd over den ellendigen toestand van dat lokaal, waar soms de lucht ver
pest is, door een daarlangs loopend riool. In mijn rapport aan de Com
missie zijn destijds de bezwaren tegen dat schoollokaal opgenomen, maar
ik moet veronderstellen, dat ze niet gekomen zijn ter kennis van het dage
lijksch bestuur, vermits ik nog onlangs hoorde, dat de toestand niet verbe
terd was.
De heer Hartevelt. Het is mij na lecture der stukken overtuigend
gebleken, dat het lokaal waarin thans de bewaarschool wordt gehouden, voor
de gasfabriek noodzakelijk wordt gevorderd. Het is thans de vraag, hoe
te voorzien in de behoefte eener bewaarschool voor wijk V, eene zaak,
die mijns inziens het gemeentebestuur zich zeer ter harte dient te nemen,
bij de wetenschap van de vele uitmuntende resultaten, door die bewaar
school verkregen. Het is geen onverschillige zaak, of het opkomende ge
slacht zich aan orde en zindelijkheid gewenneen zich voorbereide voor
meer degelijk onderwijs. Naar mijne meening en overtuiging is het de
pligt der besturen van zoo vele gemeenten hiertoe krachtdadig mede te
werken, en zich het lot der bewaarscholen aan te trekken.
Hoe nu in de behoefte van de bewaarschool voor wijk V na 4 October
a. s. voorzien? Mij dunkt, door een der lokalen in de Baaihal tijdelijk af te
staan. Nu heb ik wel gelezen en gehoord dat dit reeds is aangeboden, dat
het bestuur der bewaarschool hierop het stilzwijgen heeft bewaarden men
daaruit opmaakt, misschien zeer ten regte, dat dit aanbod niet wordt aangeno
men; maar ik zoude van dat bestuur een bepaald antwoord verlangen; is
dit antwoord weigerachtig, dan heeft de Baad althans voor het oogenblik
gedaan wat hij konde, en moet dat bestuur het weigerend antwoord weten
te regtvaardigenlater is misschien terrein aan te wijzen en om niet te
gevenwaarop eene bewaarschool kan worden gebouwden voor welker
aanbouw uit stadskas eene zekere som kan worden toegestaanmits het tekort
door de ijverige pogingen van het bestuur der bewaarschool worde bijeen-
gebragt.
De heer Le Poole. Het is zeer moeijelijk voor mij over deze zaak te
sprekendaar ik tevens commissaris ben van de gasfabriek. Maar als be
stuurderen der bewaarschool het gedrukt verslag onzer handelingen lezen,
zullen zij daaruit genoegzaam ontwaren, dat alle leden hartelijk leed gevoe
len dat eene inrigting, die zoo veel nut verspreidt, uit dit lokaal moest
worden verwijderd. Maar een ieder zal dan ook overtuigd zijn, dat de
maatregel, waartoe wij moeten overgaangansch niet willekeurig is. Een
ieder zal toch moeten erkennendat het lokaal gelegen is midden in het
hart der gasfabriek. Die bewaarschool nu zou toch misschien wel kunnen
behouden blijven, maar zij kan op die plaats niet meer bestaan, want er
moet van rondom gebouwd worden. Het is dus werkelijk gecne daad van
willekeur, die hier verrigt wordt; en er is geen lid in deze vergadering,
of hij spreekt met waarachtige deelneming over den maatregel. Ik betreur
dien dan ook zeer, maar men moet van den nood eene deugd maken.
Daarenboven zou de Baaibal toch ook wel eene voldoende ruimte opleveren.
Wil men er eene speelplaats inrigtendan zou zeer goed op de plaats voor
dat gebouw eene omheining kunnen worden gemaakten dan konden de
kinderen er ook de buitenlucht genieten. Waarom er dan geen gebruik
van gemaakt? Wij kunnen van onzen kant niet meer doen.
De heer Baert. Ik meende dat die bewaarschool wel zou kunnen be
houden blijven, en er op het terrein der gasfabriek voldoende ruimte zou
te vinden zijn, waar een locaal voor de kalkbereiding en berging kon ge
plaatst worden, doch bij mijn bezoek der fabriek heb ik, sedert ik vroeger
de eer had daarvan commissaris te zijn, zulk eene belangrijke uitbreiding
aldaar gevondendat er niet aan te denken valt. Ik heb zelfs nu een aan
tal vaten ongebluschte kalk in de open lucht zien liggen, dat zeer schade
lijk is voor de zaak. Ik ben om alle deze redenen zeer voor de conclusie
van het rapport.
De heer de Fremery. Indien aan het denkbeeld van den heer Goud
smit gevolg kon worden gegevenzal er toch altijd nog geruime tijd moe
ten verloopen voor de zaak beslist is en die in uitvoering komen kan. Daar
om wenschte ikdat bestuurders der bewaarschool konden besluitenom
vooralsnog gebruik te maken van het lokaal, dat hun reeds vroeger officieus
is aangebodentot tijd en wijle in de zaak nader zou kunnen worden
voorzien.
De heer Hubrecht. Was reeds geruimen tijd de afstand van het lokaal,
tot bewaarschool gebruikt, voor de gasfabriek wenschelijk, thans is het
eene dringende behoefte, en ik kan verzekeren dat commissarissen niet
dan in de uiterste noodzakelijkheid hierop zouden hebben aangedrongen,
wetende, dat daardoor eene nuttige instelling iu ongerief zoude komen.
Nu echter bij onderzoek is gebleken, dat de toestand van het gebouw
dringend voorziening vereischt, zullen HH. bestuurderen zeiven erkennen,
dat het gebruikin dien toestandtot dat doel niet langer kan voortduren.
Ik wensch echter dat de nabij gelegen Baaihalreeds vroeger aangeboden
al is het tijdelijk, nu nog ten gebruike zal worden gevraagd, opdat zoowel
voor de oudersals de ter school gaande kinderengeen ongerief moge
ontstaan.
De heer van der Hoeven. Ik geloof, dat wij wel niet anders kunnen
doendan op het verzoek afwijzend te beschikken. Het ligt zoo in den
aard van den mensch, dat, als men een tijd lang een voordeel heeft gehad,
men dit beschouwt als blijvend. Intusschen is dat voordeel niet op zooda
nige wijze toegekend. Het gebruik van het lokaal is slechts precario gege
ven. Maar, zooals men reeds heeft aangemerkt, is dat lokaal niet meer te
beschouwen als veilige bewaarschooldaar het in zulk een staat verkeertdat
nog eenmaal de kinderen gevaar loopen van onder het puin te worden be
dolven.
De heer de Moen. Ook ik vereenig mij volgaarne met het rapport van
Burgemeester en Wethouders. En aangezien deze zaak reeds zoozeer be
sproken en beschreven iszou ik wel wenschendat het rapport van Bur
gemeester en Wethouders, dat zooveel goede substantiën bevat, in het
gedrukt verslag onzer handelingen wierd opgenomen, opdat daaruit blijke,
dat de Baad van Leyden volstrekt niet bestuurd wordt door een geest van
onbillijkheid.
De Voorzitter. Het was bepaald mijn doel te zorgen, dat het rapport
in zijn geheel in het verslag worde opgenomen.
De conclusie van het rapport wordt hierop met algemeene stemmen aan
genomen.
V. Suppletoire staat van begrooting van het Heilige Geest- of Arme
Wees- en Kinderhuis over 1865.
De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt
die goed te keuren en vast te stellen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
VI. Adressen om afschrijving van plaatselijke directe belasting over
1865 van:
a. A. M. Mazel;
b. Jhr. A. W. A. Gevers Deynoot;
c. H. Tomas.
Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Financiën stellen voor
de gevraagde afschrijving te verleenen
a. A. M. Mazel, voor vier maanden, ad 11,67.
b. Jhr. A. W. A. Gevers Deynootvoor vier maandenad f 44,95.
c. H. Tomas, voor drie maanden, ad 15.98.
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
De Voorzitter. Ik heb nu nog ten slotte eene uitnoodiging te doen.
In den loop dezer week heeft de heer Molkenboer, die zijne studiën aan
de akademie te Antwerpen voortgezet heeft, mij den wensch uitgedrukt,
om eene door hem uit pleister vervaardigde buste van van der Werf aan
eeuige belangstellenden op het Baadhuis ter bezigtiging aan te bieden.
Onder dankzegging hiervoor, heb ik hem tot gemeld einde een lokaal
alhier aangewezenen ik wensch de heeren aan te zoeken van deze gele
genheid gebruik te maken.
Niets meer aan de orde van den dag zijndewordt de vergadering gesloten.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DBABBE.