HANDELINGEN ViN DEN GEMEENTERAAD TAN LEIDEN.
Zitting van Donderdag 9 Maart 1865
geopend des namiddags ten 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. Tieboel Siegenbeek.
Tegenwoordig de heeren Stoffelsde Moenvan OuterenLe Poole
van der Hoeven, Goudsmit, de FremeryTollens, Hubrecht, Wttewaall,
Tichler, du Rieu en Siegenbeek.
ife heeren Hoog, Hartevelt, Meerburg, ten Sande en Holtz gaven
kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 2
Maart 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland,
gedagteekend 28 Februarij/7 Maart 1865 B. n". 923 (leafd.), G. S. n°. 39,
waarbij de ontvangst berigt wordt van een afschrift der Verordening van
den 16<len Eebruarij jl.houdende wijziging en aanvulling der Algemeene
Policie-verordeningvastgesteld den 26stcn September 1861.
Deze wordt aangenomen voor kennisgeving.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adres van Dr. G. W. A. Plaat, om continuatie als stads-doctor.
Overeenkomstig, de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in han
den van de drie groote armbesturen, ten fine van berigt en raad.
2°. Adres van A. G. Rexwinkel, houdende verzoek om stoepen met
palen te mogen doen leggen vóór de percelen op de Oude Vestgeteekend
wijk VI, n°s 1146 en 1148.
3°. Adres van H. Burgersdijkom vergunning tot het doen leggen van
eene stoep vóór het perceel op de Haarlemmerstraat, wijk VI, n°. 373.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
4°. Adres van Dr. J. J. Comelissenwaarbij hijuit hoofde zijner
benoeming tot hoogleeraar aan het Athenaeum te Deventer, een eervol
ontslag verzoekt tegen 1 Mei als tweede praeceptor aan het Gymnasium.
Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, dit adres te stellen in
handen van Curatoren van het Gymnasium, ten fine van berigt en raad.
5°. Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, over 1864,
met staat van af- en overschrijving.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen
eener Commissie van Financiën ad hoe, wordende de lib. De Poole en
Lezwyndieter vervanging van de hh. Krantz en du Rieu leden van de
Kamer van Koophandel, in het vorig jaar met den heer de Moen deze
commissie uitmaaktenuitgenoodigd zich ditmaal met die taak weder te
willen belasten.
6°. Voordragten ter benoeming van twee hulponderwijzers aan de open
bare school voor gewoon lager onderwijs aan minvermogenden.
Overeenkomstig, de voordragt wordt besloten deze ter inzage van de
leden in de leeskamer neder te leggen.
Alvorens tot behandeling der aan de orde gestelde onderwerpen over te
gaan, wordt de vergadering gedurende eenige oogenblikken voortgezet met
gesloten deuren.
De deuren heropend zijnde, is aan de orde:
I. Ontwerp-adres van rouwbeklag aan den Koning.
Dit adres luidt als volgt:
De 'Raad der gemeente Leydendiep getroffen door het allersmartelijkst
verlies dat Uwe Majesteit en Hoogstdeszelfs doorluchtig Huis, met geheel
de natie, heeft ondervonden in het afsterven van Hare Majesteit de Ko
ningin-Weduwe, gevoelt levendig de behoefte Uwe Majesteit welmeenend
van zijne hartelijke en ongeveinsde deelneming de eerbiedige verzekering
te geven.
Innig gehecht aan de edele en hooggewaardeerde Vorstinwie ons Va
derland zoo oneindig veel te danken heeft, op wier bezit het zich zoo regt-
matig mogt verhoovaardigenwier dierbaar leven het zoo gaarne lang nog
had gespaard gezienbeseft hij ten volle hoe zwaar Haar droevig afsterven
Uwe Majesteit, door de heiligste banden aan Haar gehecht, die immer van
Haar blijken van de teederste zorg en liefde mogt ontvangenmoet aan
doen en ter neder drukken.
Van ganscher harte spreekt hij dan ook de bede uit, dat de goede Voor
zienigheid Uwe Majesteit en de leden van Haar doorluchtig Huis bij dien
zwaren slag moge steunen.
De overtuigingdat een ieder als om strijd de waardige afgestorvene
achting en genegenheid toedroeg, Haar uitnemende hoedanigheden steeds
dankbaar zal vereerende weldadenvan Hare milde hand genotennim
mer zal vergeten en Hare nagedachtenis in gezegend aandenken zal houden,
strekke Uwe Majesteit en Uwer Majesteits doorluchtig Huis tot troost en
balsem bij de pijnlijke wonde, Haar in Gods ondoorgrondelijke wijsheid
geslagen."
Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd en vastgesteld.
II. Adressen van G. Tibboel en Ably Oudendorp en C°.waarbij zij
den eigendom verzoeken van een gedeelte gemeentegronds aan den vestwal
hij de voormalige Marepoort, ter bebouwing.
Het rapport van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden
inhoud
'Burgemeester en Wethouders hebben de eer te berigten dat zij de
1866.
hierbij overgelegde adressen van G. Tibboeldaarbij andermaal terugkomende
op zijn verzoek, om gemeentegrond, ter bebouwing met eene veestalling,
afgewezen in de vergadering van den 11 Augustus jl., en van W. C. Chi-
maer van Oudendorp, of wel voor zijne firma Ably, Oudendorp en C°.
houdende het verzoek, dat de bovenbedoelde grond beschikbaar moge blij
ven omvoor het geval dat de katoencrisis mogt ophoudenaldaar eene
villa te bouwengesteld hebben in handen der Commissie van Fabri
cage die daarop aan hunne vergadering het rapport heeft medegedeeld
hetgeen zij de vrijheid nemen u bij deze in originali over te leggen.
Zij kunnen zich met dat rapport wel vereenigen en nemen diensvolgens
de vrijheid u te raden, afwijzend op deze beide adressen te beschikken;
en voorts, uithoofde G. Tibboel in gebreke blijft na te komen de voor
waarden waarop hem het gebruik van dezen grond tot wederopzeggens is
vergund, te besluiten, de vergunning op te zeggen, die, krachtens raads
besluit van 11 December 1862, aan G. Tibboel dd. 9 Maart 1863 is
verleend."
De heer van der Hoeven. Ik kan mij zeer goed met dit rapport ver
eenigen; maar ik wenschte alleen te vragen, of de requestrant Tibboel
vroeger gewaarschuwd isdat hij niet voldaan heeft aan hetgeen hij beloofd
had te zullen doen. Want ik vind het anders nog al hard, als iemand iets
vraagt, men, hem dat weigerende, tevens hem iets wat hij bezit ontneemt.
Er zal wel geene onregtvaardigheid in liggenwant er is werkelijk niet vol
daan aan de gestelde conditiën; maar ik vraag alleen, of eene waarschuwing
of herinnering is voorafgegaan.
De heer Hubrecht. Herhaalde malen is hij er aan herinnerddat door
hem de voorwaarden, Waarop hij dien grond heeft gekregen, niet werden
nagekomen.
De heer van der Hoeven. Dan heb ik niets te zeggen.
De conclusie van het rapport wordt hierop zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
III. Adres van A. Zinkveyltot het in eigendom bekomen van een ge
deelte gemeentegronds van het trekpad onder Zoeterwoude, ter bebouwing.
Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt:
Op het adres van Abraham Zinkveylwaarbij deze den eigendom ver
zoekt van een gedeelte gronds van het trekpad en van de daarnevens lig
gende slootonder de gemeente Zoeterwoude in den Gasthuispolder nabij
Wouterenbrug, ter grootte van 21 vierk. ellen, en behoorende tot het
noordwestelijk gedeelte van het perceelbij het Kadaster dier gemeente
bekend onder Sectie A. n°. 1189, ten einde daarop te bouwen een woon
huis met stoep; hebben wij ingewonnen het advies van de Commissie
Fabricage. Dit hierbij in originali overleggende, nemen wij tevens de
vrijheid, als ons daarmede wel kunnende vereerfigen, u te raden dit verzoek
in te willigen, onder de voorwaarden door die Commissie aangegeven.
De heer de Moen. Ik ben er voor, mits de termijn bepaald worde,
binnen welken die bebouwing plaats liebbe. Ik weet wel, dat de adressant
zelf aangeeft, wanneer hij het gebouwde wil betrekken, maar dat geeft nog
geene zekerheid genoeg.
De heer Hubrecht. Hier zoude dan kunnen bijgevoegd worden: «onder
voorwaarde dat binnen zes maanden met den bouw een aanvang moet zijn
gemaakt". Dit zal ook voor den adressant geen bezwaar opleverendaar
zijn voornemen isom reeds dadelijk te gaan bouwen.
Met die bijvoeging wordt de conclusie van het rapport aangenomen.
IV. Concept-verordening op het brandwezen.
De Voorzitter. Ik zal in de eerste plaats vragen, of iemand hierover
ook het woord verlangt tot het voeren van algemeene beschouwingen.
De heer Goudsmit. Ik heb eene aanmerking op de orde der afdeelingen
in de verordening. In de tweede nam. wordt geregeld bet personeel en in
de eerste het materieel van het brandwezen. Maar nu wordt reeds in art. 2
van de eerste afdeeling gesproken van een generalen en van een opper-
brandmeester, terwijl er nog van geen van beiden noch van eenig ander per
soneel gesproken is. Het komt mij alzoo meer logisch voor eerst te behan
delen het personeel en daarna het materiëel.
De Voorzitter. Als daartegen geen bezwaar bestaat, zouden wij die
afdeelingen later kunnen omzetten. Wij kunnen daarom toch met de behan
deling van het concept voortgaan.
De heer Goudsmit. Ik heb anders geene bedenking; maar ik herhaal,
dat in art. 2 gesproken wordt van een generalen brandmeester, zonder dat
wij nog weten of er een zal zijn.
De Voorzitter. Als de vergadering het dan goedvindt, zullen wij latei-
de tweede afdeeling voor de eerste stellen. Ik zal alsnu de artikelen afzon
derlijk opnoemen en den leden gelegenheid geven om bedenkingen in het
midden te brengenzoo zij dat verlangen.
AFDEELING I. van het materieel.
Art. I luidt aldus
De Gemeenteraad bepaalt het getal brandspuiten en de plaatsenwaar zij
worden bewaard. Elke spuit zal aan beide zijden van een nommer voorzien
zijn en bij brand daarenboven worden kenbaar gemaakt door een stokvoor
zien van een wit geverwd bordje, waarop insgelijks duidelijk het nommer
der spuit aan beide zijden staat uitgedrukt. Deze stokken zullen eene lengte
hebben van minstens 2* el en zoowel op den aanbrenger als op de pers
pomp geplaatst worden. Elke spuit zal van drie lantaarns voorzien zijn.
De heer Goudsmit. Ik heb op dit artikel deze bedenkingdat de Raad
niet alleen bepaalt het getal der brandspuiten, maar ook de plaatsen, waar
zij bewaard zullen worden. Ik meendat dit laatste zoo zeer tot de détails
van uitvoering behoort, dat het uit den aard der zaak behoort tot den
5