HANDELINGEN TAN DEN GEMEENTERAAD TAN LETDEN. 23. Zitting van Donderdag 34 November 1864, geopend des namiddags ten 2 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. Tieboel Siegenbeek. Tegenwoordig: de heeren Stoffels, de Moen, Wttewaall, van Outéren LezwynTollens, de Fremery Krantz, Kneppelhout van Sterkenburg, Scheltema, Hartevelt, Hoog, Hubrecht, Gevers, Meerburg, Tichler, van der Hoeven en Siegenbeek. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Dingsdag den 15den dezer worden gelezen. De heer Hoog. Ik wenschte eene vraag te doen, mijnheer de Voor zitter: of niet in de notulen had moeten zijn melding gemaakt, dat, bij verhindering van den Secretaris, diens functiën door den heer Wethouder Hubrecht zijn waargenomen? Althans ik meen dat niet te hebben hooren voorlezen. Het heeft mij ook gefrappeerd, dat in het gedrukt verslag on zer handelingen die vermelding ook volstrekt niet voorkomt. Ook meen ik uit de notulen zelfs niet vernomen te hebben, dat de heer Hubrecht onder de tegenwoordig zijnde leden behoord heeft. Is mijne opmerking juist, zoo zoude ik dit gaarne verbeterd zien. De Voorzitter. De heer Hubrecht heeft de presentielijst geteekend, en is dan ook onder de rondvrage door mij begrepen. Voor het overige zal de rectificatie in de notulen geschieden, zoo als door u verlangd is. De notulen worden hierop goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede 1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland, van den 15<len November 1864, B, n°. 6317 (3doafd.), G. S. n°. 25, hou dende goedkeuring der raadsbesluiten van den 5den bevorens, 1°. tot onder- handsche verhuring van de stalling aan den Bijnsburgervliet, de twee stukjes tuin- of teelgrond buiten de voormalige Marepoort, het magazijn en den zolder in de Smidssteeg, den kelder op de Breêstraat en het huis op de Marendorps-achtergracht2°. tot onderhandsche aanbesteding van het on derhouden en schoonhouden der plantsoenen. 2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, in dato 22 dezer, B, n°. 6380 (3de afd.), G. S. n°. 40, waarbij de vereischte magtiging wordt verleend om met het gemeentebestuur van Delft in overleg te treden, tot het regelen van gemeenschappelijke zaken. 3°. Eene missive van het bestuur der afdeeling Leyden en Omstreken der Hollandsche maatschappij van Landbouw, van 11 November, behelzende dankbetuiging voor de welwillende medewerking bij de laatst gehoudene ten toonstelling ondervonden. Deze missive is van den volgenden inhoud: //Leyden, 11 November 1864. Het bestuur der afdeeling Leyden en Omstreken der Hollandsche maat schappij van Landbouw heeft de eer heeren Burgemeester en Wethouders en den Gemeenteraad van Leyden zijnen beleefden dank te betuigenvoor de welwillende medewerkingdie zij zoo ruimschoots hebben verleend bij gelegenheid van de laatst gehouden landbouw-tentoonstelling. De bijdrage door de gemeente en door verschillende leden van het bestuur geschonken en de vele bemoeijingen van den heer Voorzitter der Commissie van Fa bricage bij die gelegenheidzullen steeds bij onze afdeeling in eene aange name herinnering blijven. Namens de afdeeling, A. H. van der Boon Mesch, Voorzitter. G. van Geer, Secretaris. Aan heeren Burgemeester en Wethouders en den Gemeenteraad van Leyden." Deze worden aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Proces-verbaal van het opnemen der boeken en kas van den gemeente ontvanger, op den 21«<en dezer maand. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze voor kennisgeving aan te nemen en gedurende veertien dagen ter inzage van de leden in de lees kamer neder te leggen. 2°. Voordragt van Diakenen der Nederd. Herv. gemeente, ter benoeming van een regent voor het Gereformeerd Minnehuis, bij periodieke aftreding. 3°. Adressen van Dr. C. ter Laag c. s. en A. W. Sythoff e. s., tot on dersteuning van het plan betreffende den bouw eener concertzaal met ne vengebouwen op het plein der Ruïne. Wordt beslotenovereenkomstig de voordragt deze stukken ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 4°. Adressen van J. Heitmann en F. H. Botheom afschrijving van plaatselijke directe belasting, 1863. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën. Aan de orde is I. Adres van T. Hooiberg, tot het in gebruik bekomen van een lokaal in het St. Catharina-gasthuis. Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt aldus: 1864. Op het in onze handen gesteld adres van T. Hooibergdaarbijvoor- loopig voor den tijd van drie maandenhet gebruik verzoekende van het ledig staand lokaal aan het St. Catharina-gasthuis, heeft de Commissie van Fabricage een rapport uitgebragt, hetgeen wij de eer hebben hiernevens te voegen en waarmede wij ons gaarne vereenigen. Op de daarbij gestelde voorwaarde, nemen wij alzoo de vrijheid u te ra den den adressant het gebruik van bedoeld lokaalvoorloopig voor den tijd van drie maanden en tegen betaling van een huurprijs van 15 voor ieder kwartaal, toe te staan." De heer Hartevelt. Ik wenschte eene vraag te doen: of er namelijk eene schrijffout in het rapport van de Commissie van Fabricage voorkomt. Er staat: eindigende 1 Februarij." Wanneer er dus eene vergunning wordt gegeven voor drie maanden, die met 1 Februarij eindigt, dan is er reeds schier eene maand verloopen. Immers wij hebben nu 24 November; en als ik dus van November af tel, zou de vergunning met 24 Februarij moeten eindigen. De heer Hubrecht. Het is geen schrijffout. De heer Hooiberg heeft het huis, dat hij met 1° November wenschte te betrekken, door omstan digheden, buiten zijn toedoen, op dien tijd niet in gebruik kunnen nemen; daarop is hem vergund, dit lokaal voor berging van goederen reeds eenige dagen geleden te bezigenen kan dus de huur gerekend worden vroeger te zijn ingegaan. De Voorzitter. Derhalve zou deze vergunning geacht moeten worden iets vroeger te zijn ingegaan, vermits de omstandigheden daartoe aanleiding hebben gegeven. De adressant heeft een pakhuis in gebruik gehaddat door een van onze geachte medeleden in eene andere betrekking werkzaam on der zegel is gebragt, waardoor het gebruik voor den adressant geheel ver viel. Onder die omstandigheden is hem vergund zijne werktuigen tijdelijk in het St. Catharina-gasthuis te plaatsen. De conclusie van het rapport wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. II. Adres van H. G. Sonders, om vergunning tot het leggen van eene stoep voor het perceel wijk VIIn°. 875, in de Hooglandsche-kerk-choorsteeg. Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt aldus: //Burgemeester en Wethouders hebben de eer, op bijgaand adres van H. G. Sonders, Waarbij hij vergunning vraagt tot het leggen eener stoep vdót.jrijr^hiüs in de" Hooglandsche-kerk-ehoorsteeg, Wijk VII, N°. 875 te befijgtefi'j, '.'dat' zij daarop hebben ingewonnen het rapport der Com missie va»; Ekbricage, hetgeen zij de eer hebben hiernevens in originali over te Ook zij zijn van oordeel, dat het drukke verkeer door die steeg het leg gen eener stoep niet veroorlooft en nemen dientengevolge de vrijheid u te raden tot de afwijzing van liet verzoek te besluiten." De conclusie van dit rapportwaarover door geen der leden het woord wordt gevraagdwordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. III. Adres van A. de Groot, tot wijziging van het raadsbesluit van 11 Augustus 11. en het in eigendom bekomen van 15 ellen gemeente- gronds. Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt aldus: •/Bij nevensgevoegd adres verzoekt A. de Groot, stalhouder alhier, wijzi ging van het raadsbesluit van 11 Augustus dezes jaarswaarbij hem een gedeelte gemeentegronds aan het Utrechtsche veer, ter grootte van 10 ellen, in gebruik werd afgestaan. Wij hebben daarop ingewonnen bijgaand rapport der Commissie van Fa bricage, waaruit blijkt dat zij, om daarbij aangevoerde redenen, geene be denkingen tegen de inwilliging van het verzoek heeft. Wij kunnen ons daarmede wel vereenigen en nemen mitsdien de vrijheid u te raden, met wijziging van genoemd raadsbesluit, een gedeelte gemeente gronds aan het Utrechtsche veer, ter grootte van 15 ellen, nadat het, ingevolge art. 230 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85) is ver klaard ter openbare dienst niet meer bestemd te wezenaan den adressant tegen betaling eener koopsom van f 15, in eigendom af te staan." Wordt op gelijke wijze aangenomen. IV. Voordragt tot uitbreiding van het schoollokaal voor openbaar meer uitgebreid lager onderwijs 2<le klasse voor meisjes. Burgemeester en Wethouders stellen voor hiertoe te bezigen het lokaal in het St. Catharina-gasthuis, thans in te rigten tot hulplokaal bij deze school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse, voor meisjes, dat bestemd en aangewezen was voor gymnastiekschool ten dienste der school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1ste klasse, voor jongens, hetgeen geheel van de laatste school kan afgéscheiden en met bedoelde school voor meisjes verbonden worden. De kosten hiervan worden berekend op ongeveer 1000, nader.administratief te regelen. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en maakt geen bezwaar, voor zooveel het financiëel betreft, te raden tot het doen dezer uitgaaf te besluiten behoudens nadere regeling bij suppletoiren staat van begrooting of staat- van af- en overschrijving. De heer van der Hoeven komt ter vergadering. De heer Krantz. Tegen dit voorstel heb ik geene bedenking; maar ik wenschte van deze gelegenheid gebruik te makenten einde Burgemees ter en Wethouders attent te maken op de school van jufvrouw Renssen. De geschiedenis van die school is ons bekend. Wij hadden niet gedacht dat zich zoo vele kinderen zouden aanmelden en besloten tot den aankoop van het huiswaarin die school nu is gevestigd. Door het groot aantal leer- 33

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1864 | | pagina 1