De post wordt goedgekeurd en daarmede de evenbedoelde begrooting j vastgesteld. N°. 130. Toelage aan het akademisch ziekenhuis ƒ2000. De heer van dek Hoeven. Mag ik nu bij deze gelegenheid vragen of er thans iets naders nopens dat ziekenhuis bekend is? De Vookzxttee. Bij het dagelijksch bestuur, neen; maar mij persoon lijk is het bekend, dat de zaak in behandeling is. De heer van der Hoeven. Het schijnt daarmede te zijn als met de stoombrandspuitendat de zaak lange overweging vereischt. De post wordt goedgekeurd. Nos. 131 en 132 worden aldus goedgekeurd: Kosten bij het verloskun dig onderwijs 50; Begrafeniskosten van behoeftigen 25Ö. Hoofdstuk IX. Kenten en aflossingen van geldleeningen mitsgaders ALLE VERDERE OPEISCHBARE SCHULDEN DER GEMEENTE. Nos. 133 en 134 worden aldus goedgekeurd: Kenten van de gevestigde schuld 400Pensioenen en lijfrenten 4586. Hoofdstuk X. Andere uitgaven niet onder de vorige hoofdstukken BEGREPEN. No. 135. Kosten der kamer van koophandel en fabrieken 475. De Voorzitter. Ook bij deze gelegenheid moet in behandeling komen de begrooting der Kamer van Koophandel, waaromtrent de Commissie van Financiën verklaard heeft geene bedenkingen te hebben. Die begrooting vastgesteld zijnde, wordt de post goedgekeurd. Nos. 136143 worden aldus goedgekeurd: Kosten, vallende op het houden der lotingen voor de nationale militie en schutterij 340; Kosten van begeleiding van militiepligtigen en verlofgangers ƒ10; Kosten van den ijk en herijk der maten en gewigten, mitgaders voor het lokaal des wegens ƒ10; Kosten voor openbare vermakelijkheden en feesten en voor het uitsteken van vlaggen 3000; Kosten van brandverzekering der ge bouwen/800; Kosten van gemeenschappelijke zaken, belangen en inrig- tingen of werken, bedoeld bij art. 122 der wet van 29 Junij 1851 2500; Uitkeering aan het rijk van het aandeel in de kwade posten wegens de di recte belastingen 500. De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft teregt, naar aan leiding van het raadsbesluit, onlangs aangenomen, voorgesteld aan de be grooting een nieuw art. no. 144toe te voegenToelage aan de eigenaars van den Schouwburg 1500. Die nieuwe post wordt goedgekeurd. No. 144 (thans 145) Onvoorziene uitgaven 5400wordt tot straks aan gehouden. Thans wordt overgegaan tot de INKOMSTEN Hoofdstuk I. Ontvangsten wegens vroegere diensten. Nos. 1 wordt aldus goedgekeurd: Batig saldo der laatst vastgestelde reke ning, voor zooverre daaraan niet reeds eene bepaalde bestemming is ge geven 20174.80. Hoofdstuk II. Opbrengst van belastingen en heffingen. Afdeeling I. Opcenten op 's rijks directe belastingen. Nos. 24 worden aldus goedgekeurd: 15 opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommen 9014.85; 10 opcenten op de hoofdsom der belasting op de ongebouwde eigendommen 63.081; 5, 10, 15, 20, 25 opcenten op de hoofdsom der belasting op het personeel 21663.98. Afdeeling II. Plaatselijke directe belastingen. Omtrent nos. 5 en 6 wordt besloten die tot het laatst aan te houden. Afdeeling III. Belastingen op voorwerpen van verbruik. Nos. 710 worden aldus goedgekeurd. Belasting op het geslagt, met uitzondering van varkens- en schapenvleesch 22000; Belasting op het ge distilleerd 80000; Belasting op het gemaal 80000; Belasting op den wijn, kunstwijn en fruitwijn 19000. Afdeeling IV. Heffingen voor het gebruik van openbare plaatsenwegen werken en inrigtingen. No. 11 wordt aldus goedgekeurd: Opbrengst van tollen op de wegen, mitsgaders van straatgelden 1735. No. 12. Opbrengst van brug-kaai-haven-kraan-sluis-dok- boom- en veergelden ƒ2200. De heer Tollens. Mag ik dan hier terugkomen op het voorstel van zoo evenen vragenof het niet mogelijk is de doorvarende schippers te laten bijdragen in de kosten van onderhoud der gemetselde kaaimuren. In Delft geschiedt dat ook. Ik zou dus willen vragen, of het hier niet ook doeltreffend wezen zou hen een klein doorvaart-regt te doen betalen. De heer de Fremery. Ik kan mededeelen, dat dit punt reeds in over weging is geweest bij het dagelijksch bestuur. Wij hebben daarbij nagegaan welke voorschriften daaromtrent in andere plaatsen en bepaaldelijk te Delft bestaan, doch tot nu toe geene aanleiding gevonden om bij voldoende op brengst van andere belastingen weder nieuwe voor te dragen. Terwijl men alom er naar streeft om bestaande belemmeringen weg te nemen, mis ik vooralsnog de overtuiging dat het wenschelijk zijn kanhier den in- of doorvoer te gaan belasten; integendeel vrees ik dat de toevoer van al wat ons noodignuttig en goed is er merkelijk door zal worden tegengehouden en het voordeel, dat men zich bij eene dergelijke heffing voorstelt, daardoor geheel zal wegvallen. Ook zijn in den laatsten tijd, onder anderen te Meppel door het hooger bestuur bezwaren gemaakt cm eene voorgestelde verorde ning tot heffing van doorvaart-gelden goed te keuren. Verlangt men echter de zaakhet opgevatte onderzoek kan verder worden voortgezet. De heer Tollens. Ik wensch de schippers niet zeer te bezwaren. Dat Gedeputeerde Staten van Drenthe dat doorvaart-geld in Drenthe hebben ge weigerd verandert voor ons de zaak nietals wij die nuttig achtenin het vertrouwen dat Gedeputeerde Staten onzer provincie geene goedkeuring zullen weigeren aan zoodanige heffing. Ik kan niet inziendat een dubbeltje of een paar dubbeltjes zooveel bezwaar voor de schippers oplevert. Wij heb ben van hunne doorvaart alleen de lasten en schade, die zij met hun boomen aan de gemetselde wallen toebrengen. De Voorzitter. Als wij uw denkbeeld overnamenzouden wij er later rapport over kunnen uitbrengen. Ik geloot, dat wij op dit oogenblik daar over geen besluit kunnen nemen, dat tot eenig resultaat leidt. Ik vrees, dat wij de zaak thans besprekende, tijdverlies zouden lijden zonder eenig nut; terwijl, als wij haar nader tot een voorstel maakten, wij alles meer au fond zouden kunnen behandelen. De heer Tollens. Gij zoudt mij verkeerd hebben begrepen, mijnheer de Voorzitter, indieny gij meendet dat in mijn voorstel iets anders gelegen wasdan eene eenvoudige uitnoodiging omvoor 't vervolgop zoodanige kleine belasting voor de doorvarende schippers attent te willen wezen. Ik dank u dat gij mijn voorstel overnemen wilt. De post wordt hierop goedgekeurd. Nos. 1317 worden aldus goedgekeurd: Opbrengst der wik-, weeg-, meet- en keurloonen ƒ1600; Opbrengst voor banken of staanplaatsen in hallen, op markten en dergelijke openbare plaatsen ƒ8000; Opbrengst voor het gebruik of genot van openbare gemeentewerken, bezittingen of inrigtingen en dat van door of van "wege het gemeentebestuur verstrekte diensten, niet bedoeld in de voorgaande artikelen 1300; Opbrengst wegens begraafplaatsen memorieLeges en voordeelen der gemeente-secretarie en van den burgerlijken stand ƒ1000. No. 18. Opbrengst van het minerval aan het gymnasium 3700. De Voorzitter. Dit cijfer is door ons voorgedragenen door de Com missie van Financiëndie later den waren stand der zaak beter konde na gaan, verminderd tot 2900. Tegen die vermindering staat over no. 19, door ons uitgetrokken op 600, en door de Commissie van iinanciën door latere ervaring beier ingelicht, op 1420 geraamd, waarmede wij ons vereenigen. De post wordt tot het bedrag van 2900 goedgekeurden die sub no. 19, Opbrengst van schoolgelden aan de hoogere burgerschool, tot het bedrag van 1420. No. 20 wordt aldus goedgekeurd: Opbrengst van schoolgelden aan de lagere scholen 17200. De heer van der Hoeven. Mag ik vragenof men niet nog zou kun nen terugkomen op de allernuttigste belasting op de honden. Die belasting zou, wel is waar, weder moeten worden in het leven geroepen. Ik vind haar echter nuttiger dan die doppendie de honden voor eenigen tijd weder op den neus droegen. Die belasting is waarlijk niet bezwarend voor de eigenaren van hondenen al werpt zij niet veel afzij kan het middel zijn om het aantal honden binnen deze gemeente eenigermate te beperken. De Voorzitter. Voor mij zeiven heb ik er groot bezwaar tegen; maar ook dit is een punt, dat later in behandeling zou kunnen komen. Hoofdstuk 111. Baten en opkomsten spruitende uit gemeente-eigen dommen EN BEZITTINGEN. Nos. 2126 worden aldus goedgekeurd: Huur van huizen en andere gebouwen 2750; Huur of pacht van landen en landerijen 1552; Op brengst van den houthak 100; Kenten van kapitalen f 18719.52.); Op brengst van grasverpachtingen 208Pacht van de visscherij 384. Hoofdstuk IV. Ontvangsten van verschillenden aard en toevallige BATEN. Nos. 2740 worden aldus goedgekeurd: ^Tiendencijnsen en erfpachten 1700; Pacht of opbrengst der bank van leening 4800; Pacht of op brengst van den haardasch, vuilnis, bagger en dergelijke mestspeciën 5722; Boeten van policie, nationale militie, enz. 400; Boeten wegens overtredingen in zake van plaatselijke belastingen 100; Vergoeding voor perceptiekosten wegens de invordering van den rijks-accijns op het geslagt 450; Teruggave van het rijk: wegens bij voorschot verstrekte reisgelden aan vertrekkende of opkomende militiepligtigen of verlofgangers, en wegens bij voorschot gedane betalingen van allerlei aard 15; Teruggave van ver pleging en transportkosten van krankzinnigen en kinderen van gevangenen 25Teruggave van onderstand van armlastigenelders domicilie van onderstand hebbende, 100; Andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoorende 500; Overwinst der gasfabriek over 1864 25000Baggeren in de wateren de gemeente toekomende 1400; Ontvangsten bij de Com missie van Fabricage 250Teruggave van zegelgelden voor quitantiën der plaatselijke belastingen 800. Hoofdstuk V. Buitengewone ontvangsten. Nos. 41—43 worden aldus goedgekeurd: Opbrengst van den verkoop van gemeente-eigendommen, van boomen enz. 3100; Bijdragen van bij zondere personen tot de daarstelling van gemeentewerken nihil; Subsidie of bijdrage van het rijk in de kosten van het middelbaar onderwijs ƒ7000. Alsnu worden de posten no. 5 en 6 (Hoofdst. II. Afd. II) goedgekeurd als volgt: Hoofdelijke omslag 50000; Idem bij suppletoir kohier 1000. De begrooting, in haar geheel in stemming gebragt, wordt met algemeene stemmen vastgesteld als volgt: in ontvangst op 415347.24, in uitgaaf op 415311.59, batig saldo 35.65, zijnde vooraf de post no. 145, On voorziene uitgavengebragt op 2600. Niets meer aan de orde van den dag zijnde wordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DKABBF,.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1864 | | pagina 6