hebben in den afgeloopen zomer ik ben niet in de gelegenheid geweest
het bij te wonen daarmede proeven doen nemen. Is er geen plan aan
dat voorstel gevolg te geven?
De Voorzitter. Die zaak is in overweging. Het is wel eene aangele
genheid die naauwgezet onderzoek verdient. Ik kan dit mededeelendat
nog in den loop dezer week proeven zijn genomen aan de stads werf met
andere spuitenvan Bikkers te Rotterdam en geloofdat de Commissie van
Fabricage deze proeven zal beoordeelen in verband met diewelke in den
afgeloopen zomer met de stoombrandspuiten zijn genomen, zoodat dienaan
gaande rapport mag worden ingewacht.
De heer Hübrecht. Men heeft gemeend het rapport van den directeur
der brandblussching te moeten afwachten, die, als lid der jury, bij de ten
toonstelling te Middelburg en het beproeven van stoom- en andere brand
spuiten tegenwoordig is geweest. Dit rapport nu is ingekomen, bij de
leden der Commissie rondgezondenen ik vertrouw dat eerlang aan den
Raad hierover een voorstel zal worden aangeboden.
De post wordt hierop goedgekeurd.
No. Ü8 wordt aldus goedgekeurdBelooning en premiën aan de brand-
spuitlieden en beambten 600.
No. 99. Kosten der schutterij f 6391.59.
De Voorzitter. In de goedkeuring van dit artikel zal tevens begrepen
zijn de goedkeuring der begrooting van de schutterij daarmede in betrek
king staande. De Commissie van Financiën heeft aangeraden die begroo
ting goed te keurenals hebbende daarop geene aanmerking.
De heer Meerbürg. Ik heb tegen dezen post van de begrooting niets;
maar bij mij is meermalen de vraag opgekomenof het niet wenschelijk
was dat er iets meer dienst gepraesteerd werd door de muzieken of die
muziek alleen dienen moet om de schutterij op het land te brengen;
want gebruikt kan zij toch niet worden. Ik zou dus of die muziek geheel
willen weglaten of haar wenschen te verbeteren en de heeren officieren niet
noodzaken er toe bij te dragen. Het is een corps, dat niet bruikbaar is.
De Voorzitter. Ik zou dat harde oordeel niet durven uitspreken. Ik
ben bij de repetitiën meermalen tegenwoordig geweest, en ik moet betwij
felen of dat oordeel wel juist is.
De heer Meerburg. Het is toch dikwijls gebeurd dat, als het corps
gevraagd werd, het antwoord was: het personeel is te gering of niet hier
tegenwoordig.
De Voorzitter. Men kan inoeijelijk uit het bezwaar, bij enkele geval
len door sommigen gemaakt, tot de minder goede gehalte van het corps
in zijn geheel besluiten. Ik weet, dat bij verschillende gelegenheden het
corps goed bleek zamengesteld en dat met voldoening er op kon worden
gewezen. Ik zal vragen, of de gemaakte bedenking wordt gedeeld, om of
den post voor de muziek weg te laten of te verhoogen.
De heer de Moen. Ik moet opmerkendat de post voor muziek door
den schuttersraad is voorgedragen en deze is meer bevoegd te beoordeelen
of die al of niet genoegzaam is. De schuttersraad heeft voor de muziek
niet meer gevraagd. Vroeger was die som veel minder. De Commissie
van Financiën vond dus in het geheel geen reden om een hooger cijfer
voor te stellen.
De heer de Fremerï. Het is mij gebleken, dat de commissie, die be
last is met het toezigt over de muziek, er wel degelijk werk van gemaakt
heeft, en de vraag besproken heeft, of het niet wenschelijk was iets meerder
voor de muziek voor te dragen. Maar met het oog op de vele en buiten
gewone uitgavendie wij in het volgend jaar te doen hebbenheb ik als
lid van het dagelijksch bestuur gemeend voor dit jaar het te moeten ontraden.
Komt er in later tijd een voorstel in van gelijke strekkingdan geloof ik niet
dat er bij Burgemeester en Wethouders eenig bezwaar zal zijn om den post voor
muziek iets te verhoogen. Intusschen moet ik zeggen, dat de uitvoeringen
op het Plantsoen om de veertien dagen geregeld hebben plaats gehad en
aan velenook aan mijwerkelijk genoegen hebben gegeven. Ik kan dus
geenszins deelen in het harde oordeel, dat zoo even is uitgesproken.
De heer Krantz. Ik behoor tot die ledenwelke voor meerdere bijdra
gen voor de muziek gestemd zijn. Voor eene stad als deze is het bezit van
een goed muziekcorps geene onverschillige zaak. Het bestaande zal ik nu
niet beoordeelen maar ik zou toch aarzelen tot eene vermeerdering van uitga
ven te besluiten, zonder zekerheid te hebben, dat die tot verbetering der
zaak zelve zoude leiden.
De Voorzitter. Ik zal vragenof er meer leden zijndie het bezwaar
van den heer Meerburg deelen.
De heer Goudsmit. Bedrieg ik mij niet, zoo is voorleden jaar het
denkbeeld geopperd, of het Plantsoen niet bij gelegenheid der uitvoe
ringen van de muziek der schutterij voor het publiek toegankelijk kon wor
den gesteld. De heer Scheltema heeft geantwoord, dat daarop later zou
worden teruggekomen. Ik meen nog altoos dat, als het publiek er voor be
taalt, het niet meer dan billijk is, dat het er ook van geniete.
De Voorzitter. Hebt gij het Plantsoen bezocht bij de uitvoering tijdens de
jongste landbouw-tentoonstelling? Ik deed zulks en ik kan verklaren dat
er geen doorgaan mogelijk was en het gedrang zeer hinderlijk was. Later
is het wel iets verminderd, maar er was aanvankelijk geen doorkomen.
Wordt dus de toegang in het vervolg geheel vrijgelaten, dan kan ligt het
genot grootelijks te loor gaan.
De heer Goudsmit. Juist het buitengewone trok toen veel volk. Doch
bovendien kan ik wel begrijpen, dat daardoor het genot van enkelen ver
minderd is; maar daarentegen dat van hen grooter is, die nimmer in de
gelegenheid zijn elders muziek te hooren.
De heer Krantz. Het komt mij voor dat aan het verlangen van den
heer Goudsmit zal kunnen worden voldaan, als het plan, door de Com
missie van Fabricage voorgesteld, om het Plantsoen te verfraaijen, op de
zelfde wijze als dit aan de zijde van den molen heeft plaats gehad, wordt
ten uitvoer gelegd. Nu zijn het smalle laantjes tusschen hakhout, waar
door een groot publiek moeijelijk heen kan. Maar dan vertrouw ik, dat er
ruimte genoeg zijn zal, om den toegang tot de muziekuitvoeringen geheel
vrij te kunnen laten.
De heer Hartevelt. Wat de heer Krantz over deze zaak heeft gezegd,
hoorde ik met genoegen. Gaarne zag ik, dat het dagelijksch bestuur be-
1884.
sluiten konde tot het doen van een voorstel, om een stedelijk muziekcorps
op te rigtenwij hebben daaraan in onze stad behoefte. Laat de som op
de begrooting voor het muziekcorps der stedelijke schutterij voor 1865
onveranderd; geholpen en gesteund door velen uit dat corps, is met meer
der geld iets goeds daar te stellen, 's Hagc en Haarlem gaan ons voor en
er zijn bronnen genoeg voorhanden, om goede informatiën in te winnen.
De Voorzitter. Ik weet zeer goeddat in andere steden en ook in
den Haag, er over gedacht wordt. Óp dat voetspoor zou de zaak ook
hier kunnen worden tot stand gebragt; wij zullen dus onderzoeken, of
zij uitvoerlijk isen bekend trachten te worden met de kostendie daar
toe gevorderd worden. Verlangt de heer Meerburg overigens stemming over
het artikel?
De heer Meerburg. Neen, mijnheer de Voorzitter.
De post wordt hierop goedgekeurd.
Nos. 100103 worden aldus goedgekeurd: Kosten voor het huis van
bewaring f 550; Kosten voor het toezigt op de bewaring van het buskruid
en de zorg voor militaire transporten f 150; Drukwerk, schrijfbehoeften
en andere uitgaven voor de policie f 300; Toelage aan den plaatselijken
adjudant f 100.
Hoofdstuk VI. Kosten der plaatselijke gezondheids-policie.
Nos. 104107 worden aldus goedgekeurdToelage aan de plaatselijke
geneeskundige commissie 500; Kosten der gezondheids-commissie f 200;
Kosten van toezigt en onderzoek der openbare huizen enz. j 50; Kosten
voor het vaccineren van behoeftigen f 250.
Hoofdstuk VII. Kosten voor het onderwijs en ter bevordering van
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
No. 108. Kosten voor het gymnasium en de hoogere burgerschool f 25810.
De Voorzitter. Zoo als de Commissie van Financiën teregt heeft opge
merkt, moet de post, ten gevolge van een later raadsbesluitzijn ƒ26110.
Tot dat bedrag wordt de post goedgekeurd.
Nos. 109113 worden aldus goedgekeurd: Jaarwedden der hoofd- en
hulponderwijzers en onderwijzeressenmitsgaders toelage ten behoeve van
kweekelingen f 38250Onderhoud van de schoolde schoolmeubelen en
de woning des onderwijzers f 2000; Kosten van schoolboeken en school-
behoeften der leerlingen 4000; Vuur en licht in de school 1000;
Vergoeding aan de hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen voor gemis
van vrije woning f 1400.
No. 114. Kosten der Plaatselijke Schoolcommissie f 200.
De Voorzitter. Bij deze gelegenheid zal tevens moeten worden vastge
steld de begrooting der Plaatselijke Schoolcommissie. Die begrootingdoor
de Commissie van Financiën onderzocht zijnde, heeft geene aanmerkingen
opgeleverd.
Die begrooting en de daartoe betrekkelijke post worden goedgekeurd.
Nos. 115118 worden aldus goedgekeurd: Kosten voor het on
derwijs in kunsten en wetenschappen f 1325; Kosten der bewaarscholen
1400; Kosten voor het middelbaar onderwijs f 2000; Aanbouw eener
nieuwe school voor minvermogenden f 17000.
Hoofdstuk VIII. Kosten voor het armwezen, mitsgaders subsidi6n
EN BIJDRAGEN AAN ONDERSCHEIDENE DAARMEDE IN VERBAND STAANDE
INSTELLINGEN.
No. 119. Belooning van doctoren, heelmeesters, vroedmeestersvroed
vrouwen enz. f 6840.
De heer Le Poole. Er is meer gesproken over dat woord beloo
ning. Het is eigenlijk geene belooning; want het zijn vaste tractementen.
De Voorzitter. Het is zoo; maar het is een voorschrift, dat wij gekre
gen hebben, en daarin is het woord helooning opgenomen. Ik erken, dat
ik de reden voor het verschil niet inzie; maar het is een woord, dat niet
door ons gekozen is.
De post wordt goedgekeurd.
Nos. 120123 worden aldus goedgekeurd: Kosten van de gemeente-
apotheek f 5000; Plaatsing en verzorgingskosten in de koloniën der maat
schappij van weldadigheid en in de bedelaarsgestichten f 15000; Kosten
van verpleging van arme krankzinnigen f 750Ö; Onderstand, vervoer- en
verplegingskostenmitsgaders die van geneeskundige hulp aan arme en door
trekkende personen f 300.
No. 124. Kosten van verpleging in godshuizen en elders f 8000.
De Voorzitter. De Commissie van Financiën stelt voor, op grond van
hetgeen in het vorig jaar is uitgegevendezen post op f 7000 te brengen.
Het dagelijksch bestuur heeft daartegen geene bedenking.
Tot dat verminderd bedrag wordt de post goedgekeurd.
Nos. 125 en 126 worden aldus goedgekeurd: Teruggave van onderstand
elders verleend aan armlastigendomicilie van onderstand hebbende in deze
gemeente, f400; Bij voorschot te verstrekken onderstand aan armlastigen,
elders domicilie van onderstand hebbende f 100.
No. 127. Subsidiën aan godshuizen 50454.
De Voorzitter. Bij dit nommer zijn tevens de begrootingen overge
legd van de vier daarbij vermelde godshuizen. Tegen die begrootingen zijn
bij de Commissie van Financiën geene bedenkingen gerezenen zij heeft
mitsdien aangeraden ze goed te keuren tot de uitgetrokken cijfers.
Dienovereenkomstig wordt besloten en de post goedgekeurd.
No. 128. Subsidiën aan armbesturen nihil.
De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft voorgesteld f 510
uit te trekken, ten behoeve van de Israëlitische armen. Burgemeester en
Wethouders, na de bestaande raadsbesluiten geene vrijheid gevonden heb
bende om die som voor te dragenvereenigen zich echter met het denk
beeld van de Commissie van Financiën.
Dit voorstel goedgekeurd zijnde, wordt de post alzoo vastgesteld.
No. 129. Subsidiën aan werkhuizen en dergelijke armen inrigtingen
f 7000.
DeVooRZiTTER. Ook daarbij zal de begrooting van het Werkhuis moeten
worden behandeld, tegen welke bij de Commissie van Financiën geene be
denking bestaat.
30