HANDELINGEN VAN DIM GEMEENTERAAD TAN LSTDEN.
17.
1864.
Zitting van Donderdag 1 September 1861,
geopend des namiddags ten lj ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. Tieboel Siegenbeek.
Tegenwoordig de heeren de MoenStoffelsTollensMeerburgLezwyn
Tichler, de Fremery, Scheltema, van Outeren, Hubrecht, Hartevcltvan
der HoevenKrantzGoudsmitCock en Siegenbeek.
De heeren Hoog en ten Sande gaven kennis verhinderd te zijn de ver
gadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
25 Augustus 11. worden gelezen.
De heer van dee Hoeven. Ik heb geene aanmerking op de notulen
maar wenschte alleen eene vraag te doen. Ik heb hooren voorlezen bij de
namen van het weder-inkiezen der curatoren van het gymnasium, dat de
heer du Pui als secretaris is benoemd. Ik heb tegen deze herbenoeming
natuurlijk geene bedenking, maar ik herinner mij niet dat de zaak in de
vorige vergadering behandeld is.
De Voorzitter. Ik meen, dat de secretaris toch ook lid is van het
collegie van curatoren, en als zoodanig dan ook is herkozen.
De heer van der Hoeven. Het is dan zoo niet genotuleerd.
De Voorzittee. Als*men aanneemt, dat het collegie is gecontinueerd,
waarvan de secretaris tevens lid is, dan is hij ook te gelijk met de overige
heeren herbenoemd.
De heer van der Hoeven. Ik moet dan toch releveren, dat hij niet
op de lijst is genoemd. Dus zijn naam had op de lijst kunnen of moeten
vermeld worden.
De Voorzitter. Er was geen lijst. Wel voor het collegie van toezigt
over het middelbaar onderwijs, maar niet voor het collegie van curatoren
over het gymnasium.
De heer van der Hoeven. Ik merk dan toch op, dat er niet voorge
steld was om ook den secretaris te continueren. Maar ik heb er vrede mede.
De notulen worden hierop goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
Vier dispositiën van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, als:
1°. Eene van 23 Augustus 1864Bn®. 4532 (3" afd.) G. S. n°. 20 daarbij
goedkeurende de raadsbesluiten van den llden dier maand, tot den afstand
van gemeentegrond aan Mr. B. T. H. P. L. A. van Boneval Eaure en aan
J. Pannentier en Zonen.
2®. Eene van dezelfde dagteekeningB,n®. 4478 (4° afd.), G. S. n°. 21,
waarbij de ontvangst berigt wordt van de afschriften der verordeningen voor
de instellingen van weldadigheid.
3°. Eene van gelijken datum, Bn°. 4418 (3® afd,), G. S. n®. 23, hou
dende goedkeuring der raadsbesluiten van 11 Augustus jl.tot wijziging
der begrooting in ontvang en in uitgaaf.
4°. Eene, dd. 23/30 Augustus jl.B, n". 4500 (3eafd.), G. S. n®. 24,
waarbij dat collegie zijne goedkeuring onthoudt aan het raadsbesluit van
den llden bevorens, tot het in beleening of prolongatie uitgeven van in
de gemeentekas beschikbare gelden.
Deze dispositie is van den volgende inhoud:
o Gelezen eene missive van Burgemeester en Wethouders van Leyden dd.
18 dezer n®. 478, ter goedkeuring zendende het besluit van den Baad dier
Gemeente van den llen bevorens, tot hetzij op prolongatie, hetzij op be
leening geven van in de gemeentekas ledig liggende gelden.
Gelet op de artt. 136 en 194 litt. e der gemeentewet,
Gehoord het rapport van de leden der betrokken afdeeling
Is besloten
Aan den Baad der Gemeente Leyden te kennen te geven
1°. dat naar het gevoelen dezer vergadering art. 194 litt. e der gemeen
tewet op dit besluit niet van toepassing is; en
2°. de in dat besluit bepaalde wijze van geldbelegging altijd met de mo
gelijkheid van verlies gepaard gaatbij plotselinge daling van den beurs-
prijs van openbare schuldbrieven en het geacht wordt niet in den kring
der bemoeijingen van het plaatselijk bestuur te liggen zich met zoodanige
handelingen in te laten en de gemeentekas aan daaraan verbondene altijd
mogelijke schade bloot te stellenterwijl eindelijk de bij 's Baads besluit
vastgestelde wijze, waarop ten dezen over de in de gemeentekas aanwezige
gelden zoude worden beschikt, geacht wordt in strijd te zijn met art. 213
der gemeentewet, weshalve deze vergadering vermeent hare goedkeuring
aan het voormeld besluit te moeten onthouden.
Afschrift dezes zal worden gezonden aan Burgemeester en Wethouders
van Leyden, tot informatie en ter mededeeling aan den Baad.
Voor extract conform,
de Griffier der Prov.-Staten van Zuidholland,
Just DE LA PaISIÈRES.
De Voorzitter. Ik stel voor, deze dispositiën voor kennisgeving aan
te nemen. Intusschen moet ik vermelden, dat de laatstelijk voorgelezene pas
is ingekomenzoodat Burgemeester en Wethouders niet in de gelegenheid
konden zijn te overwegen wat daaromtrent voor te stellen, hetzij om te
berustenhetzij om bij het raadsbesluit te persisteren en hoogere voorzie
ning in te roepen. Ik zou dus in bedenking geven die resolutie ter inzage
neder te leggen in de leeskamer, ten einde nader te overwegen, in hoever
het noodzakelijk mogt blijken te zijn daartegen op te komen.
De heer Goudsmit. Zoude het niet zaak zijn de resolutie te stellen in
handen der Commissie van Financiën, daar het ja voor een deel eene quaestie
van regten betreftdoch ook tevens eene quaestie van financiëlen aard is Er
is overigens geen haast bij de zaak, en een gering oponthoud kan naauwe-
lijks eenig nadeel berokkenen.
De Voorzitter. Ik heb er niets tegen; maar het zou mijn denkbeeld
zijn de resolutie eerst ter leeskamer te leggenen het inmiddels aan het
oordeel van Burgemeester en Wethouders over te latenof zij een voorstel
zullen doen om tegen de resolutie op te komendan wel om daarin te be
rusten. Geschiedt er eenig voorstel, het zou kunnen leiden tot de verzending
aan de Commissie.
De heer Goudsmit. Ik heb er niet tegen, maar ik zou denken dat het
minder omslagtig ware, indien de zaak dadelijk naar de Commissie van Finan
ciën werd gerenvoyeerddan daarvoor twee vergaderingen te bestemmen.
De Voorzitter. Als wij mogten van oordeel zijn een voorstel te moeten
doen, kan dit tevens aan de Commissie worden verzonden. Maar verlangt
gij een voorstel tot dadelijke verzending te doen?
De heer Goudsmit. Neen, mijnheer de Voorzitter; van zooveel belang
acht ik de zaak niet.
Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1®. De Gemeente-begrooting voor 1865.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen
van de Commissie van Financiënten fine van berigt en raad.
2°. Proces-verbaal van het opnemen der boeken en kas van den Ge
meente-ontvanger op den 29sten der vorige maand.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit aan te nemen voor ken
nisgeving en gedurende veertien dagen ter inzage van de leden in de lees
kamer neder te leggen.
3°. Adres van H. en J. W. Filippo en P. van der Kampstrekkende tot
het in eigendom bekomen van den grond aan de Witte-poort, tot het plaatsen
eerier villa.
4'. Adres van J. C. Bijk en C. C. van Bijsbergen, houdende verzoek
om een gedeelte van den vestwal nabij den Vliet, ter bebouwing met drie
woningen.
Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, deze te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
'5®. Adres van de wed. W, van Gent, Moltzer, daarbij haar verzoek
herhalende tot afschrijving van plaatsel. directe belasting.
6®. Adres van de Erven de Wed. J. du Croix, om afschrijving van
plaatselijke directe belasting 1864.
Overeenkomstig de voordragt wordt bestoten deze te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiënten
fine van berigt en raad.
7°. Bekening van het Israëlitisch Armbestuur, over 1863.
8®. Begrooting van de Plaatselijke Schoolcommissie, voor 1865.'
Wordt beslotenovereenkomstig de voordragtdeze te stellen in handen
der Commissie van Financiën, ten fine van berigt en raad.
9®. Bapport van Gecommitteerden tot de administratie der Yereenigde
Gast- en Leprooshuizen, op de in hunne handen gestelde missive van de
plaatselijke Commissie van geneeskundig toevoorzigt, omtrent de verhouding
tusschen den geneesheer en den heelmeester in het Caecilia-gasthuiszooals
die bij hunne instructie is bepaald.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit rapport ter inzage van
de leden in de leeskamer neder te leggen.
10°. Eene missive van den Burgemeester van Hazerswoude, dd. 30
Augustus jl., n°. 612/119, waarbij hij verzoekt dat aan het bestuur dier ge
meente consent verleend worde tot het doen der noodige opgravingen in
het jaagpad voor het leggen van riolen, in den Bijn uitkomende, ten dienste
der openbare school aan den Bijndijk.
De Voorzitter. Ik wenschte om het spoedvereischende dezer zaak in
overweging te geven reeds nu het verzoek in te willigen. Het betreft een
voudig het leggen van een duiker om de daarin noodige riolen te leggen.
Het zou mij aangenaam zijn, dat daartoe spoedig mogt worden besloten,
omdat er welligt eerst over veertien dagen eene vergadering zal worden
gehouden. Natuurlijk zal de zaak worden toegestaanbehoudens* betaling
eener recognitie.
Tot de dadelijke behandeling besloten zijnde, wordt het voorstel, waar
over door geen der leden het woord wordt gevraagd, zonder hoofdelijke
omvrage aangenomen.
Aan de orde is:
I. Benoeming uit den Gemeenteraad van:
a. Twee leden voor de Commissie van Fabricage.
Voor deze en de verdere aan de orde zijnde benoemingen worden de
heeren Librecht Lezwyn, Scheltema en Cock door den Voorzitter aange
wezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
Voor het eerste lid wordt met 13 stemmen benoemd de heer ten Sande;
zijnde 2 stemmen uitgebragt op den heer Meerburg, terwijl 1 briefje in
blanco was gelaten.
Voor het tweede lid wordt met 15 stemmen benoemd de heer van Oute
ren; 1 blanco-briefje.
b. Een voorzitter en twee leden voor de Commissie van Financiën.
Tot voorzitter wordt met 15 stemmen benoemd de heer de Moen (1
blanco-briefje) en tot leden de heeren Krantzmet 15 stemmen (1 op
den heer Hartevelt), en du Bieu, met 16 stemmen.
l 25