dat boven de buitenste Wittepoort heeft gestaan en dat ik wel wenschte op
eene voegzame plaats bewaard te zien. Mag ik dus weten waar het is ge
bleven? Ik bedoel het opschrift vervat in de bekende woorden: «Tot bid
den u bevlijt," enz.
De heer Hubrecht. Dat opschrift is naar de stads-timmerwerf overgebragt,
en wordt aldaar-tot het eene andere bestemming heeft, zorgvuldig bewaard.
De Voorzitter. Als wij eens een kabinet van oudheden gaau oprigten,
zal misschien de tijd daar zijn om er eene plaats voor te vinden.
Het ontwerp wordt hierop aangenomen met 22 stemmen tegen 1 (die
van den heer Hartevelt).
VIII. Aanvrage van C. Soetens, om concessie voor eene railroute 's Gra-
venhageLey den
Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het rapport van de
Commissie van Fabricagehet verzoek toe te staan, in dien zin, dat de
plaats van waar binnen de gemeente de route zoude uitgaannader ter zijner
tijd door hen zal worden aangewezenen dat binnen de gemeente de werk
zaamheden eerst dan zullen mogen aanvangen, wanneer de railroute over
hare geheele uitgestrektheid der voltooijing zal genaderd zijn.
De heer van Kaathoven. Ik zou veel liever gezien hebben, dat er
aangeboden was het spoor te leggen van het station tot het middenpunt der
stad. Ik geloof, dat de onderwerpelijke route de stad zal ontsieren. In-
tussehen geloof ik, dat er van de geheele zaak niets komen zal, nadat wij
elders gezien hebben, dat zich eene Engelsche maatschappij gevormd heeft,
die zich eene soortgelijke onderneming ten doel stelt en die, als in het be
zit der vereischte fondsen, wel haar plan zal doorzetten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de aanvrage toe te staan.
IX. Adres van H. P. A. van Wensen, tot afkoop eener recognitie voor
het gebruik van gemeentegrond aan de Ruïne.
Overeenkomstig het rapport der Commissie van Fabricage, maken Burge
meester en Wethouders geene zwarigheid hierop gunstig te radenmits de
afkoopsom berekend zij tegen den penning XXV of het 25-malig bedrag
van de recognitie ad f 14.90, en alzoo ten bedrage eener som van
f 372.50, en de kosten van overdragt komen ten zijnen laste.
De Commissie van Financiën vereenigt zich met de conclusie van dit rapport.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
X. Adres van de Gemeente-Commissie van het Nederd. Herv. kerkgenoot
schap, tot het in gebruik bekomen van gemeente-grond.
Burgemeester en Wethouders radenovereenkomstig het rapport van de
Commissie van Fabricage, het gedeelte van den vestwal aan de Marepoort
van den hoek der begraafplaats tot de stedelijke gasfabriekuitmakende het
oostelijk deel van het perceel bij het kadaster bekend onder Sectie A.
N° 438, ter grootte van 820 vierkante ellen, nadat de gemeenteraad heeft
verklaard dat het niet meer voor de openbare dienst bestemd istot weder-
opzeggens toe aan de Gemeente-Commissie voor het Nederduitsch Hervormd
kerkgenootschap af te staan.
De Voorzitter. Ik moet den Raad mededeelen, dat, nadat het rapport
was nedergelegd, wij opmerkzaam zijn gemaakt op eene vraag, die nu wei-
ligt zou kunnen oprijzen bij het beslaan van twee gemeente commissiën van
dit kerkgenootschap te dezer stede. Het zou dus misschien eenige moei-
jelijkheid kunnen geven, als het verzoek werd ingewilligd, en men daaruit
wilde afleiden de erkenning door Leyden van het regt van eene der beide
commissiën; eene erkenning, die niet kan plaats hebben. Om nu allen
twijfel dienaangaande weg te nemenzou ik in overweging geven bij ons
besluit de bijvoeging op te nemen: //dat afgestaan wordt aan de verzoekende
Commissie, als thans die begraafplaats beheerende, zonder in eenig onder
zoek naar de betwiste wettigheid van haar bestaan te treden."
De heer van der Hoeven. Ik heb geene consideratie; maar ik voor
mij meen, dat die bijvoeging niet noodig is. Ik geloof, dat de toestem
ming van het verzoek zonder die bijvoeging niet hinderen kan, en dat
men daaruit geene gevolgen kan afleiden omtrent de meening van den
gemeenteraad over het hangende geschil.
De heer de Moen. Ik zou er voor zijn het verzoek toe te staanook
zonder die bijvoeging.
Met 14 tegen 9 stemmen wordt overeenkomstig het voorstel van den
Voorzitter besloten, en voorts het verzoek zonder hoofdelijke stemming
toegestaan.
Tegen de door den Voorzitter voorgestelde bijvoeging hebben gestemd:
de heeren Geversvan der HoevenKneppelhout van Sterkenburgvan
Kaathoven, Scheltema, Cock, Wttewaall, Librecht Lezwyn en de Moen.
XI. Adres van M. T. Meijer, wed. H. Root, strekkende tot herstel
der schutting langs hare woning aan de zijde van het Gangetje.
Overeenkomstig het rapport der Commissie van Fabricage raden Burge
meester en Wethouders dit verzoek af te wijzen.
De heer Gevers. Ik kan mij met het rapport niet vereenigen, daar
die vrouw onmogelijk in staat is op hare kosten de schutting te herstellen,
die zoozeer van de voorbijvarende schuiten heeft te lijden. Ik zou het dus
wenschelijk achten dat dat herstel van wege de gemeente geschiedde. De
billijkheid vordert zulks, ofschoon zij er welligt geen regt op heeft.
De heer van der Hoeven. Ik kan mij met de conclusie van het rap
port wel vereenigen en zal dus stemmen tegen het toestaan van het verzoek.
De heer Hartevelt. Waar het contract zoo duidelijk spreekt, houdt
alle hardheid open is het een groot faveur te noemendat de stad bij
exceptie reeds tweemalen de kosten gedragen heeft.
De heer Kneppelhout van Sterkenburg. Na kennis te hebben geno
men van het rapport van de Commissie van Fabricage en van de beschikking
van 1830, vereenig ik mij met het rapport tot afwijzing van het adres.
De heer Goudsmit. De zaak is aan geen twijfel onderhevig. Het her
stel ten koste der gemeente was aan niemand toegestaandan aan den
vorigen eigenaar; door het ook aan een opvolger toe te staan, zouden
wij eene schenking doen. Maar bovendien, als er schade geleden is, kan
deze niet worden verhaald op de stad, maar veeleer op degenen, die haar
toegebragt hebben.
De heer Hubrecht. Het doet mij leed voor de verzoekster, maar de
Commissie van Fabricage meende, na een naauwgezet onderzoek van al het-
1884.
geen over deze zaak reeds vroeger was gebeurden vooral met het oog op
het raadsbesluit in 1830 genomen, niet anders te mogen adviseren.
De heer le Poole. Ik vind het toch eene groote hardheidde adres
sante, zonder eenige vergoeding, bloot te stellen aan zulke voortdurende
schade, die zij door de voorbijvarende schuiten ondervindt. Er is geen
plek in de geheele stad waar zooveel aanstoot geschiedt als juist daar. Ik
vind het eene hardheid, dat, terwijl elders ten algemeenen nutte herstelling
plaats vindt, men daar, waar eene zoo belangrijke reparatie noodig is, geene
vergoeding erlangt. Het is toch zekerdathoe meer scheepvaart er in
deze stad is, hoe meer welvaart dit ook geeft, en dit alzoo eene reden
oplevert om de schade te vergoedendie van die scheepvaart het gevolg is.
De conclusie van het rapport, tot afwijzing van het verzoek, in hoofde
lijke omvrage gebragt zijnde, wordt aangenomen met 21 tegen 2 stemmen.
Tegende heeren Gevers en Le Poole.
XII. Adres van P. Diebentot het leggen van een vlot in den singel
tusschen de Hoogewoerds- en Koepoorten.
Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het rapport der Com
missie van Fabricage, dit verzoek r.iet in te willigen.
De heer van Kaathoven. Ik ben voor de afwijzing, maar niet op
grond der argumentatiedat het zeepsopwater het water van den singel zal
verontreinigen. Dagelijks worden door de fabrieken zooveel verontreinigende
bestanddeelen in den waterboezem binnen de stad ontlast, dat dit weinige
daarbij niets te beteekenen heeft. Vroeger bestond er eene keur, die, zoo
als ik hoorthans is opgehevendat er geen zeepsopwater in den boezem
van Rijnland mogt worden gebragt, omdat men dit schadelijk achtte voor
de gezondheid van mensch en vee; thans schijnt dit, in het belang van de
industriegeene bezwaren meer op te leveren.
De heer Goudsmit. Nu ik van den heer van Kaathoven hoor, dat het
geen gevorderd wordt de gezondheid niet benadeelt, ben ik er voor, omdat
ik al wat in het belang der nijverheid is wil hebben bevorderd.
De heer Krantz. Ik ben voor het rapport. Wanneer de bleeker behoefte
heeft aan zuiver water, zoude hij dit door een duiker kunnen verkrijgen,
gelijk dit bij vele andere nijverheids-inrigtingen het geval is.
De conclusie van het rapport, tot afwijzing van het verzoekwordt aange
nomen met 22 stemmen tegen 1 stem (die van den heer Goudsmit).
De heer Gevers verlaat de vergadering.
XIII. Adres van dr. G. van Gorkom, om teruggave van betaalde
plaatselijke directe belasting.
Burgemeester en Wethouders stellen voor de gevraagde afschrijving te
verleenen van den tijd van zes maanden, tot een bedrag van 25.38,
waarmede de Commissie van Financiën zich vereenigt.
De heer Kneppelhout van Sterkenburg. Het uur is reeds ver gevor
derd en ik zie tot mijn leedwezen dat de heeren ongeduldig worden. En
toch wenschte ik een enkel woord over deze zaak in het midden te bren
gen. Ik wil wel geloovendat d». van Gorkom niet tegen de wet gehan
deld heeft; maar bij mij is de vraag opgekomen, waar hij zijn domicilie
gedurende al dien tijd gehouden heeft. Dit kan wel niet anders dan binnen
d© gemeente Leyden geweest zijn, daar het niet denkbaar is dat een Leydsch
predikant*'gedurende een half jaar buiten zijrre gemeente verblijf zal houden.
Gedurende dien tijd zullen ook de meubelen en het huisraad van d». van Gor
kom zich wel in Leyden bevonden hebben. Ik acht het een zeer gevaarlijk an
tecedent om aan ambtenarendie binnen de gemeente moeten wonen, toetelaten
zich buiten de gemeente te vestigen. Dit strekt tot ontduiking der stede
lijke belastingen en tot benadeeling van de inkomsten der stad. Reeds
meermalen heeft het plaats gehad met ambtenarenja zelfs met officieren
van het garnizoen. Er dient toch eindelijk wel iets op gevonden te worden
om dergelijke ontduiking te doen ophouden. Wat ik hier aanvoer is niet
om iets onaangenaams tegen den heer van Gorkom te zeggen; maar het
geldt hier eene zaakdie ook andere personen regardeert en die ik zeer on
gepast vind.
De heer Goudsmit. De heer van Gorkom heeft de gemeente voorzeker
niet verlaten om de belasting te ontduiken, maar veeleer, gelijk algemeen
bekend isomdat hij verkeerde in eenen toestand waarin ik thans de eer heb
te verkeeren, van namelijk in de stad geen huis te kunnen vinden, terwijl
hij bovendien de belasting betaalde te Zoeterwoude. Het verwijt, aan den
waardigen predikant gerigtis dus ongegrond en uit de lucht gegre
pen. Maar hetgeen men thans bestrijdt is het gevolg van een verkeerd
aangenomen en door mij bestreden stelsel, om namelijk de teruggave uitsluitend
afhankelijk te maken van de afschrijving van de bevolkingsregisters, een
willekeurigen en bedriegelij ken maatstaf.
De heer Krantz. De redenen in het rapport ontwikkeld zijn gegrond op
het beginsel, dat door den Raad aangenomen en steeds gevolgd is. De
heer van Gorkom was niet slechts persoonlijkmaar met zijn gezin en
inboedel in eene andere gemeente gevestigd.
De heer Wttewaall. Met het beginsel, waarop men afschrijving kan
vragenben ik niet ingenomendoch door den Raad is het vroeger alzoo
bepaald. Hij, die aan het voorschrift voldoet, heeft dus regt op afschrijving
van lasten, die een ander moet betalen, die zich niet tijdelijk in eene andere
gemeente kan verplaatsen.
De heer de Moen. Ds. van Gorkom heelt niets gevraagd dan hetgeen
regt en billijk was. Burgemeester en Wethouders hebben bij hun rapport
verklaard, dat de afschrijving van het bevolkingsregister met het einde van
April 1863 naar de gemeente Zoeterwoude heeft plaats gehad, alwaar hij
met zijn gezin 6 maanden gewoond heeft, onder betaling der gemeente
lasten aldaar. Intusschen is de bewoner van het huis op de Breedestraat
door hem verlatenaangeslagen op het suppletoir kohier. Uwe Commissie
van Financiën kon en mogt dus niet anders adviseren, ingevolge de ge
meentewet, dan tot de voorgestelde restitutie conform hun rapport.
De conclusie van het rapport wordt hierop aangenomen met 21 tegen 2
stemmen.
Tegende heeren Kneppelhout van Sterkenburg en Le Poole.
Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.
8