VT" Y00"1^ tot onderhandsche verpachting van de Spanjaardsbrug en den Zijldijk. 1 Burgemeester en Wethouders stellen voor, onder referte aan het rapport der Commissie van Fabricage, te besluiten tot voortzetting dier pachtvoor den tijd van twee jaar, ingaande 1 Januarij ek., tegen de som van f 875 sjaars. De heer de Moen. Ik ben er niet voor, die pacht met f 100 te ver minderen, in de eerste plaats, omdat bij eenc onderhandsche verpachting m 1862 reeds de paeht-som verminderd is voor het gemis van het eiland, maar ten andere, daar toch eene spoedige verbetering van den weg naar de Oude Wetering is toegezegd. Indien de verpachting nog voor een jaar wierd aan- gegaanzou ik er vrede mede kunnen hebbenmaar niet voor twee jaren. De "Voorzitter. Ik moet alleen opmerken, dat het niet zeker is of die weg m die twee jaren wel zal kunnen tot stand komen. De heer de Moen. Als gij daar zoo onzeker van zijt, is het juist beter de pacht op één jaar te bepalen. De heer IIübrecht. Ik geloof dat het in het belang der gemeente isom de pacht op de voorgestelde wijze toe te staan. Over de zaak is vooraf lang met den pachter en zijne borgen gehandeld, en voor de gemeente waren geene voordeeliger conditiën te bedingen. Eerst had zich nog een concur rent opgedaanmaar die heeft zich later teruggetrokken. De heer Gevers. Ik ben er tegenmet het oog op de som. Als wij geene betere voorwaarden kunnen bedingendan acht ik eene openbare ver pachting verkieslijker. De heer Meerburg. Ik ben er ook tegende verpachting voor dien verminderden prijs aan te gaanen te meer tegen onderhandsche verpachting. De heer Hartevelt. Mag ik vragen, of het gemis van het gras van dat eilandje werkelijk f 100 mindere opbrengst ten gevolge heeft? Men is den pachter over het afgeloopen jaar met die som reeds te gemoet geko menen desniettemin vraagt men wederom om de paeht voor minder aan te gaan. De heer Hubrecht. De berekening is genomen naar 4 pCt. van de waarde van den grond, volgens eene tauxatie van deskundigen. De pach ter meent^ echteren dat wordt door anderen bevestigddat het grasgewas van het eilandje voor den pachter, die verpligt is paarden te houden, eene veel grootere waarde had. De voordragt, in stemming gebragt, wordt aangenomen met 15 tegen 7 stemmen. Tegen: de heeren de MoenGevers, Kranlz, Meerburg, Wttewaall, van der Hoeven en Hartevelt. VII. Voordragt betreffende het onderwijs in de gymnastiek op de scho len voor meer uitgebreid lager onderwijs. Burgemeester en Wethouders verklaren in hun rapport dat zij in overleg zijn getreden met de Commissie der alhier gevestigde gymnastiekschool en leggen, als resultaat daarvanover hare missive van den 19a™ October de zes jaars, waarop zij de goedkeuring van den Raad verzoeken, om in te gaan met den lste" der volgende maand. De heer de Moen. Komt de somin het rapport genoemdvoor per leerling, per jaar? Dat is niet zeer duidelijk. De Voorzitter. Het is voor iedere lesdat de berekening is gemaakt. De heer de Moen. Wij zouden anders weinig overhouden. De heer le Poole. Er valt voor mij nog iets op te merken. Een uur onderwijs in dat vak per week acht ik wat weinig. In de volo-ende week is men het wcêr vergeten. De Voorzitter. Gij moet daarbij in aanmerking nemen, dat de gym nastiek in de uren voor geheel den schooltijd bestemd moet worden onder wezen. De heer le Poole. Dan ontvangen zij maar een denkbeeld van dat vak van onderwijs. Deheer Gevers. Het is mij gebleken, dat de Commissie verlangt f 45 voor lederen cursuswaarop 20 a 80 leerlingen worden toegelaten. Als men nu bet getal leerlingen op die scholen in aanmerking neemt, dan zal dat onderwijs f 450 aan de stad kosten, buiten het aan de hulponderwijzers te verstrekken onderwijs in de gymnastiek. Ik moet vragen, of dat eene uit- gaaf is, die men goed kan verantwoorden. De Voorzitter. Ik geloof, dat wij de verordening moeten opvolgen die de zaak voorschrijft. deren ?heCr GeVERS* Hoeveel is het gezamenlijk getal schoolgaande kin- De Voorzitter. Ik geloof 536, maar niet alle klassen zullen voor dat onderwijs bestemd worden. Ik geloof, dat het op een derde te stellen isen dan zullen de kosten op ruim f 400 te berekenen zijn. De heer Goudsmit. Ik had dezelfde bedenking als de heer Geversmaar ik moet inderdaad, naar aanleiding van het antwoord van onzen geachten Voorzitter, ook tot dezelfde slotsom komen, dat het moeijelijk is er iets op te vinden. 1 De heer Kneppelhout van Sterkenburq. Is het onderwijs in de gym nastiek verpligtend? De Voorzitter. Ja, in de verordening is het als verpligtend opgenomen. De beer Kneppelhout van Sterrenburg. Ik wenschte wel, dat dooi de ouders op eene andere wijze in dat onderwijs werd voorzien. Maar als het onderwijs in de gymnastiek is voorgeschreven, moeten wij er in berusten. De Voorzitter. De Kaad heeft zelf in de verordening dit onderwijs als leervak voorgeschreven. De voordragt wordt hierop zonder hoofdelijke omvrage aangenomen. VIII. Adres van J. Knaap om afschrijving van plaatselijke directe belasting over 1863. Buigemeester en Wethouders en de Commissie van Financiën raden de gevraagde afschrijving toe te staan over acht maanden, ter somma van/9.59. Dit voorstel wordt op gelijke wijze aangenomen. IX. Adres van C. Vink tot het leggen van een duiker. Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het rapport der Com missie van Fabricage, den adressant de gevraagde vergunning te verleenen mits betalende de regten van 60 cents en f 1.50 'sjaars, bepaald bij art. 3, n". 10 en 12 van het tarief, vastgesteld den 5de" Maart 1857. Wordt op gelijke wijze aangenomen. X. Voordragt tot verhuring van de stads-gehoorzaal aan het rauziekge- zeischap S'empre crescendo Buigemeester en Wethouders hebben daartegen geene bedenkingen en raden de huur voor dit gezelschap tot het bedrag van f 25 's jaars te bepalen. De heer de Moen. Naar mijn bescheiden meening zouden wijalvorens aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders gevolg te geven, moeten overgaan tot eene verandering van het tarief. Er is een vast tarief bepaald bij ltaadsbesluit voor het gebruik der gehoorzaal. Wanneer daarvan telkens afgeweken wordt, is het beter het tarief te veranderen. De heer Hubrecht. Met dit muziekgezelschap was een contract gesloten, en dit is geëindigd. Daar nu de helft minder concerten zullen gegeven wor den dan vroeger, en dus van de zaal zoo veel minder wordt gebruik o-e- maakt, is het verzoek om ook naar evenredigheid minder te betalen. De heer de Moen. Ik geef toe, dat die mindere betaling in verband staat met de gesloten overeenkomst en de mindere concerten, door het ge nootschap te geven. Ik heb er overigens niets tegen. De heer Hartevelt. Ik zou voorstellen de zaal om niet in gebruik te geven bij iedere aanvraag, die er mogt gedaan worden. Ik geloof, dat dit beter is dan de zaal voor die 25 ten gebruike af te staanwant ande ren zullen ook een dergelijk verzoek doen. De inkomsten van de gehoor zaal zijn inderdaad zoo gering, dat het beter is haar voor niet in gebruik te geven. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. XI. Adres van F. S. van de Pavord Smits qq.om het kosteloos gebruik van de stads gehoorzaal tot het houden van eene of twee repetitiën en het geven van een concert ten voordeele van het Mannenkoor en de Volks voorlezingen in de maand December e. k. Burgemeester en Wethouders maken geene zwarigheid, in het belan<* dei- beide genoemde instellingenn te raden des adressants verzoek in te willi gen, en mitsdien aan gemelde Commissie die zaal kosteloos in gebruik te verleenen, tot het houden van eene of twee repetitiën en ééne uitvoering in de maand December ek.op avonden wanneer dat lokaal zal blijken be schikbaar te zijn. De heer Meerburg. Ik ben er niet voor. Ik geloof, dat dergelijke za ken behooren tot het departement van de Maatschappij tot Nut van 't Al gemeen en in dat gebouw. Ik geloof, dat, als wij zoo voortgaan, de zaal een verbazende lastpost zal worden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XII. Voorwaarden omtrent de leverancie van straatklinkers. De heer Hubrecht. Met het oog op het reeds vergevorderde uur, wil ik in overweging geven, mijnheer de Voorzitter, om het nu aan de orde komende tot later uit te stellen. Dan zoude de goedkeuring van deze voor waarden tegelijk met die der benoodigde keijen kunnen plaats hebben. Dienovereenkomstig besloten zijnde, gaat de vergadering uiteen. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1863 | | pagina 5