is een eigendom van de stad, doch bij het rijk in gebruik. Ik wenschte de vraag te doen of aan de stad voor den afstand van het gebruik door het rijk iets wordt betaald of verstrekt? De Voorzitter. Er wordt daarvoor geene tegemoetkoming verleend. De heer Goudsmit. Bestaat daartoe eene bepaalde aanleiding? De Voorzitter. Ik heb de zaak zoo gevonden, als zij nu is, maar ik zal haar in gedachte houden. De heer du Rieu. Het rijk neemt toch de kosten van onderhoud voor zich? De Voorzitter. Ja. De heer Gouüsmit. En van het Invalidenhuis ook? De Voorzitter. Ja. De heer Goudsmit. Het was mij genoeg op dit punt de aandacht te hebben gevestigd. De post wordt hierop goedgekeurd. Nos. 2630 worden aldus goedgekeurd: Huur of pacht van landen en landerijen 1552; Opbrengst van den houthak 100; Benten van kapita len 18694.52 JOpbrengst van grasverpachtingen 257; Pacht van de visscherij 284. Hoofdstuk IV. Ontvangsten van verschillenden aard en toevallige baten. Nos. 3133 worden aldus goedgekeurd: Tienden, cijnsen en erfpachten 1700; Pacht of opbrengst der bank van leening 4500; Pacht of op brengst van den haardasch, vuilnis, bagger en dergelijke mestspeciën 5722. No. 34. Boeten van politienationale militie enz. 400. De heer Gevers. Ik wenschte alleen omtrent dezen post eene vraag te doen: of er namelijk ook staten zijn, waaruit blijkt, wie betaald hebben. Ik kan niet begrijpen, dat dat bedrag zoo gering is. Ik zou het beter vin den, dat daaromtrent staten werden overgelegd, opdat bleek, hoeveel en door wie er betaald is. De heer de Moen. Het is nog al opmerkelijk, dat er in 1861 ontvan gen is 588 en in 1862 slechts 214. Moet dat daaraan worden toe geschreven, dat er minder overtredingen begaan worden? De heer Gevers. Dit is het geval nietmaar welligt zijn de vervolgin gen nog niet geschied. De post wordt goedgekeurd. Nos. 3644 worden aldus goedgekeurdVergoeding voor perceptie-kosten wegens de invordering van den rijks-accijns op het geslagt ƒ450; Terug gave van het rijkwegens bij voorschot verstrekte reisgelden aan vertrek kende of opkomende militiepligtigen of verlofgangers, en wegens bij voor schot gedane betalingen van allerlei aard ƒ15; Teruggave van verpleging en transportkosten van krankzinnigen en kinderen van gevangenen 25; Teruggave van onderstand van armlastigen elders domicilie van onderstand heb bende ƒ100; Andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoorende/500; Overwinst der gasfabriek over 1863 f 25000; Baggeren in de wateren de gemeente toekomende ƒ1000; Ontvangsten bij de Commissie van Fabri cage ƒ300; Teruggave van zegelgelden voor quitantiën der plaatselijke belastingen ƒ950. Hoofdstuk V. Buitengewone ontvangsten. No. 45. Opbrengst van den verkoop van gemeente-eigendommen, van boomen, enz. 100. De Voorzitter. De Commissie van Financiën had voorgesteld dezen post met 3000 te verhoogenals opbrengst van de afbraak der Koepoort. De heer de Moen. Dat is nu vervallenmaar nu blijft nog n°. 45 a dat in verband staat met n°. 75. De post wordt goedgekeurd. Thans komt in behandeling: Afdeeling II (Hoofdst. II). Plaatselijke directe belastingen. No. 5. Hoofdelijke omslag 50000. De heer Le Poole. Is nu n°. 46 een nieuw nommer? De Voorzitter. Ja; 1800, onder den titel: Bijdrage van bijzon dere personen voor gemeentewerken. Onder dien titel is de post door de Commissie van Financiën voorgedragen. No. 5 wordt hierop goedgekeurd. No. 6 wordt aldus goedgekeurd: Hoofdelijke omslag, bij suppletoir kohier, f 1000. Het blijkt thans, dat de inkomsten bedragen f 384819.78, en de uit gaven ƒ375117.zijnde het overschot ƒ9702.78. De heer Cock verlaat de vergadering. De Voorzitter. Ik stel alsnu voor, den post voor onvoorziene uitgaven te bepalen op 9500, en het batig saldo op 202.78. De heer Librecht Lezwyn. Zou nu niet kunnen geschieden, wat ik zoo even gezegd hebom namelijk eene afzonderlijke som uit te trekken voor den bouw der school? Want het is inderdaad geene onvoorziene uitgaaf. De heer du Kieu. Als de post voor het middelbaar onderwijs pro me- moria wordt uitgetrokkendan is de zaak gevondendat is dan eene aan wijzing, dat wij voor die zaak eene uitgave mogen doen en dan kunnen wij met het oog daarop den post van onvoorziene uitgaven wat ruimer stellen. De heer Librecht Lezwyn. Ik heb daar niets tegen; want dan zal het van zelf blijken, dat er geput wordt uit een post, waaruit de zaak kan gevonden worden. De heer de Moen. Zal dit dan worden no. 142 a? De Voorzitter. Als bij het onderwijs behoorendezou ik zeggen no. 118. Dienovereenkomstig wordt besloten. De begrooting wordt hierop met algemeene stemmen voorloopig goedge keurd en vastgesteldzoo als zij in den loop der beraadslaging is gewijzigd en met de slotsommenals boven zijn vermeld. De Voorzitter. De Baad zal ons wel magtiging geven om de cijfers der volgnoramers te veranderenwaar het noodig isdaar in de ontvang sten, op het voorstel der Commissie van Financiën, twee nommers ineen zijn gesmolten, terwijl er een nommer is bijgekomen voor het middelbaar onderwijs. Die magtiging wordt verleend. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DBABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1863 | | pagina 6