algemeen kantoor van ontvangst een consent-billet tot uitvoer worden aan gevraagd. Dit billet moet bij de goederen blijven tot aan den post van uitvoer en aldaar door een ambtenaar der plaatselijke belasting worden afgeteekend. Wanneer dit billet niet, behoorlijk afgeteekend, binnen vier dagen na de afgifte aan bet algemeen kantoor van ontvangst terugkomtmoet hijdie uitgeslagen heeft, de plaatselijke belasting der geheele partij voldoen. In zeer bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders, ook bij niet vervulling dier formaliteiten, afschrijving van belasting toestaan, doch niet anders dan wanneer de uitvoergelijk ook de hoeveelheidde aard en de sterktegraad van het uitgevoerde, hun volkomen is bewezen. Op dit artikel is voorgesteld het slot der eerste alinea aldus te lezen door een ambtenaar der plaatselijke belastingen, die bet regt heeft om boeveelheid en sterkte op te nemenvoor zooverre er van 's rijkswege geene verzegeling heeft plaats gehad." Alzoo gewijzigd, wordt het artikel goedgekeurd. Art. 25 luidt aldus: Bij uitvoer wordt voor hoeveelheden beneden de tien kan geene afschrij ving verleend of belasting teruggegeven. Met invoeging der woorden: «van gedistilleerd," achter de woorden: «■bij uitvoer," wordt het artikel goedgekeurd. Art. 26 luidt aldus: 1. Aan het onderzoek en de peiling zijn onderworpen, behalve de berg plaatsen in doorloopend crediet, vermeld in art. 8al de distilleerderijen, grossierderijenslijterijen, tapperijen en andere gebouwen, waarin eene ne ring in gedistilleerd wordt uitgeoefend, tenzij zoodanige panden zijn toege laten als entrepots of bergplaatsen van doorloopend crediet voor den rijks accijns. Eveneens kunnen alle andere gebouwenpanden en ervenwaar de amb tenaren vermoeden dat zich gedistilleerdlikeur of andere met alcohol ver mengde dranken of vloeistoffen bevinden waarvan de verschuldigde belasting niet is voldaan geworden, met inachtneming der voorschriften van art. 276 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), worden onderzocht. 2. De distillateurgrossierslijter, tapper of andere neringdoende is verpligt binnen acht dagen, ten kantore van den ontvanger, tegen bewijs, eene on- derteekende opgave in te leveren van de bij hem in gebruik zijnde panden, met aanwijzing van hunne ligging, benevens van de kadastrale sectie en nommers. 3. Vóór het in gebruik nemen van andere panden dan de reeds opgegevene moet daarvan eene gelijke opgave gedaan worden. De heer Stoffels. Ik zou voorstellen het woordje al in het begin van het artikel door te halen. Met die weglating wordt het artikel goedgekeurd. Art. 27 luidt aldus: Het gedistilleerd, de likeuren of andere met alcohol vermengde dran ken of vloeistoffenin de bij het vorig artikel bedoelde distilleerderijen grossierderijen, slijterijen, tapperijen enz. met de daartoe behoorende pan den of erven aanwezig, moeten voor zoo ver de hoeveelheid wordt over troffen, die zonder rijks-billet mag vervoerd worden, gedekt zijn door gel dige billetten, waaruit van de betaling der plaatselijke belasting blijkt, waarvoor ook als bewijs zullen strekken de kwitantiën en geleibilletten door den rijks ontvanger binnen de gemeente afgegevenalsmede het laatste peilbewijs, ook dat der rijks-ambtenaren. In de overige gebouwen of erven moet de aanwezige voorraad mede gedekt zijnvoor zoo ver die voor hui selijk gebruik gesteld meer bedraagt dan drie kannen gedistilleerd per lid des gezins van 18 jaren of daarboven. Billettenom bij de peiling in aanmerking te komenmogen niet ouder zijn dan ééne maand na de afgifte, welke tijd echter, mits vóór den afloop, door den ontvanger kan worden verlengd, waartoe de noodige aanteekening door hem op de billetten wordt gesteld; blijvende het den ontvanger daarbij overgelaten om den aanwezigen voorraad door de ambtenaren te doen op nemen, alvorens tot gedachte verlenging over te gaan, en de billetten als dan alleen voor zoodanige hoeveelheid te verlengen, als gebleken is werke lijk aanwezig te zijn. In de eerste zinsnede wordt als wijziging voorgesteldachter de woorden //door geldige billetten" te laten volgen: //ten hunnen name afgegeven." De heer van dee Hoeven. Ik lees in dat artikel: //gedekt zijn door geldige billetten." Ik heb daar geene bedenking tegen. Maar ik heb zon der groote noodzakelijkheid de vergadering niet willen bezig houden met eene bedenking van ondergeschikt belang bij de behandeling van art. 11 dat reeds aangenomen is. Intusschen staat daar, //ongedekt van behoorlijk billet." Indien het nog mogelijk ware, zou ik gaarne dat woord van in door willen veranderd zien, hetgeen dan met de in het tegenwoordig artikel gebezigde uitdrukking overeenkomt en ook beter schijnt te zijn. De heer Stoffels. Ik heb er niets tegen. De Voorzitter. Ik stel dan voor, art. 11 alsnog zóó te wijzigen. De heer Hartevelt. Was het dan niet beter te lezenniet gedekt door behoorlijk billet?" Met deze wijziging wordt art. 11 alsnog nader vastgesteld. Art 27 wordt hierop goedgekeurd. De artt. 2830 worden aldus goedgekeurd: Art. 28. Bij alle visitatiën en peilingen is de belanghebbendeof hij die hem vervangt, verpligt den ambtenaren op hunne aanvrage al het aanwezige ge distilleerd, de likeuren of andere met alcohol vermengde dranken of vloei stoffen aan te wijzen en hun al de voorhanden billetten van inslag over te geven. Art. 29. Na verrigte peiling worden de billetten door de ambtenarenmet vermelding der dagteekening van peiling en als daarbij gediend hebbende, afgeteekend en teruggegeven en voorts voor de bevondene hoeveelheid een bewijs van peiling afgegevenhetwelk al de gedachte en vroegere billetten tot inslag buiten verdere kracht en werking stelt. Art. 30. Bij peiling zal de aanwezige voorraad gedistilleerdlikeuren of an dere met alcohol vermengde dranken en vloeistoffen worden opgenomenop de wijze hiervoor in art. 3 aangegevenen zal vervolgens de geheele voor raad worden herleid tot gedistilleerd van vijftien graden van den honderd- 1863. deeligen thermometer, hetwelk per vat vijftig kannen zuiveren alcohol be vat. Gelijke herleiding zal plaats hebben voor de hoeveelheden en sterkte vermeld op de tot dekking vertoonde documenteneen verschil in hoeveel heid tusschen den bevonden en door documenten gedekten voorraad van minder dan een vijf en twintigste zal niet in aanmerking worden genomen; grooter verschil stelt overtreding daar. Art. 31 luidt aldus Wanneer in eene distilleerderij of bergplaats likeur of ander vermengd gedistilleerd voorhanden is, waarvan de sterkte door den vochtweger niet kan worden opgenomen, is de belanghebbende gehouden om bij de peiling de sterkte van iedere soort dier dranken op te geven. Bij gebreke om hieraan te voldoenof wanneer de ambtenaren geen genoegen met de op gave nemenbepalen zij alleen de hoeveelheid en nemen zij proeven om te worden onderzocht, overeenkomstig de bij art. 3 bepaalde wijze. De kosten van dit onderzoek komen ten laste van den belanghebbendeindien hij geen opgave van de sterkte heeft gedaanof een grooter verschil dan van een vijf en twintigste met die opgave bevonden wordt. Daarop is voorgesteld in de plaats der woordenis de belanghebbende bevonden icordtte lezen: //zijn de bepalingen in art. 20 voorgeschreven hier van toepassing". Alzoo goedgekeurd. Art. 32 luidt aldus: De belanghebbende, geen genoegen nemende met de uitkomst der peiling, zal eene herpeiling kunnen vragenwaartoe andere ambtenaren zullen worden aangewezenmits zich deswegens verklarende vóór het vertrek dei- ambtenaren blijvende inmiddels het pand bewaakt. Yoor dit artikel is de volgende wijziging voorgedragen //De belanghebbende, geen genoegen nemende met de uitkomst dei- peiling, zal, vóór het vertrek der ambtenaren, eene herpeiling kunnen vragenwaarbij alsdan de voorschriften van art. 4 zullen worden opgevolgd." Aldus gewijzigd wordt het artikel goedgekeurd. Art. 33 wordt aldus goedgekeurd. Om op de bewijzen van wettigen inslag billetten te kunnen verkrij- j gen, mogen zij niet ouder zijn dan ééne maand, tenzij verlengd door den ontvanger. Als art. 34 wordt het volgende nieuwe artikel voorgedragen Onder distillateursin deze verordening voorkomende in artt. 7 812, 13, alin. 1 en 3, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 21 en 26, worden verstaan zij die alleen gedistilleerd inslaan, waarvan de rijks-accijns is voldaan. Aldus goedgekeurd. Art. 34 (nu 35). Bij het in werking treden dezer verordening is de veror dening van 29 October 1859, gewijzigd bij die van 6 Februarij 1862, regelende de invordering cener plaatselijke belasting op het gedistilleerd te Leydenvervallen. Wordt aldus goedgekeurd. De verordening, in haar geheel in hoofdelijke omvrage gebragt zijnde, wordt met algemeene stemmen aangenomen. IV. Concept-verordening, houdende instructie voor de rooimeesters. jj Door geen der leden voor algemeene beschouwingen het woord gevraagd zijnde, wordt de beraadslaging geopend over de afzonderlijke artikelen. Art. 1 luidt aldus: Er zijn twee rooimeesters. Door de Commissie voor de huishoudelijke verordeningen is voorgesteld, achter het artikel te laten volgeneen timmerman en een metselaar elkander niet bestaande in den eersten of tweeden graad van bloedver wantschap of zwagerschap." Met deze aanvulling wordt het artikel goedgekeurd. Art. 2 luidt aldusj Zij worden benoemd en ontslagen door den Gemeenteraad. De heer Hubrecht. Ik wenschte aan de Commissie te vragenof er eenige reden bestaat, waarom wordt voorgesteld dat de rooimeesters wor den benoemd en ontslagen door den Gemeenteraadterwijl in de verorde ning voor keurmeestersin de vorige vergadering aangenomen staatzij worden door Burgemeester en Wethouders benoemd en ontslagen" daar toch de bemoeijingen voor beiden in de policie-verordening zijn bepaald. De heer Sikkel Groos. De Commissie heeft dergelijke wijze van benoe men voorgesteld, omdat de architect ook wordt benoemd door den Raad, en alzoo om gelijkheid van reden. De heer Hubrecht. Juist omdat de architect door den Gemeenteraad wordt benoemden keurmeesters door Burg. en Weth.deed ik de vraag of, daar de wetenschappelijke keurder door den Gemeenteraad wordt be noemd hier eenige reden bestond om de benoeming van rooimeesters aan den Gemeenteraad op te dragen. De bemoeijingen zoo van keur- als rooi meesters zijn toch gelijk te stellen. Ik heb er anders geen bezwaar tegen. De heer Sikkel Groos. Het komt der Commissie voor, dat er tusschen de rooimeesters en den architect meer overeenkomst bestaat dan tusschen den wetenschappelijken keurder en de keurmeesters. De heer Hubrecht. Juist omdat de voorzitter der Commissie op art. 1 eene bijvoeging heeft voorgesteldzoo als die in de verordening voor keurmeesters voorkomt, meende ik, dat hij zoo veel mogelijk eene gelijk heid in beide verordeningen wilde hebben. De heer Stoffels. Ik geloof ookdatdaar de rooimeesters meer in aan raking komen met het dagelijksch bestuurhet wenschelijk is aan Burgemeester en Wethouders over te laten de benoeming van hendie zij voor die be trekking het meest geschikt achtenterwijlwanneer die benoeming door den Raad geschiedde, men gevaar zou loopen dat er soms eene minder goede keuze zoude plaats hebben. Het denkbeeld, door den heer Hubrecht in het midden gebragt, wordt door onderscheiden leden ondersteund. De Voorzitter. Ik zal dan vragen, hoe de heer Hubrecht het artikel wenscht veranderd te zien. 21

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1863 | | pagina 5