bekend. Maar ik meendatzoo er meer moet geschiedenhet adres waarvan wij reeds den inhoud kennen, niet blootelijk ter inzage moet wor den gelegd. De Voorzitter. Ik heb gemeend, dat mijn voorstel een eenigzins beleefderen vorm aan de hand gaf, als ik het zeggen magom de zaak te laten rustendan omtrent het adres over te gaan tot de orde van den dag en dat is de reden geweest, waarom ik gestemd heb tegen het voorstel daartoe strekkende. Wanneer het adres ter leeskamer wordt gelegd, zullen de leden het met meer gemak en met attentie kunnen lezenen zou er later nog een nader voorstel uit kunnen voortvloeijen. Dat was bepaaldelijk de bedoeling bij het doen van mijn voorstel. Maar ik zal dat voorstel thans niet verder aandringen en liever bepaaldelijk in stemming brengen dat om het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten einde daarop te dienen van berigt en raad. Zijdie daartegen stem men zullen zich daardoor hebben verklaard voor eene nederlegging van het adres ter leeskamer. De heer Goudsmit. Een Raad maakt geen complimentenmaar raad pleegt en besluit. En nu de Raad besloten heeft om niet over te gaan tot de orde van den dagzal ik thans stemmen voor het voorstel om het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. Dat voorstel wordt hierop aangenomen met 10 tegen 8 stemmen. Voor: de heeren ten Sande, Meerburg, van Outeren, le Poole, Tiehler, GoudsmitStoffelsde Moen Kneppelhout van Sterkenburg en Sikkel Groos. Tegen: de heeren de Fremery, Tollens, Kluit, Wttewaall, Hartevelt, van der Hoeven, Krantz en de Voorzitter. De heer Goudsmit verlaat de vergadering. III. Adres van P. Fontein tot het onderhands koopen van het huis aan de Haven, wijk VIII, n°. 130. Burgemeester en Wethouders raden dit verzoek te wijzen van de hand. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten. IV. Onderhandsche verhuring van het huis aan de Marendorps-achtergracht, wijk VI, n». 867. Deze verhuring wordt, op de voorwaarden in het concept-contract uitge drukt, zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. V. Rekening van den schuttersraad over 1862. De Commissie van Financiën heeft tegen die rekening geene bedenkingen en raadt die voorloopig goed te keuren en vast te stellen in ontvang ad f 6234.95en in uitgaaf ad f 6234.95alzoo sluitende quite. De heer Sikkel Groos. Onder de bescheiden, tot deze rekening behoo- rende, heb ik ook eene quitantie gevonden van een' heer Meerburg wegens leverantie van laken. Is deze heer familie van het raadslid van dien naam en in dezelfde fabriek werkzaam I3 dit zoodan vind ik dat zeer opmerkelijk. De Voorzitter. De leverantie is niet geschied door het raadslid Meer burg, maar door den heer C. G. Meerburg. De heer de Moen. Dit punt heeft, al een jaar te voren, ook mijne aandacht getrokken. Ik meende evenwel als lid der Commissie van Financiën er geen bezwaar in te zien, omdat de leverantie niet door ons geacht medelid Meerburg, maar door zijn zoon is geschied, die zelf patent heeft als fabriekant. De heer Meerburg. Ik kan mededeelen dat mijne firma geen compagnon heeft, en mijn zoon afzonderlijk gepatenteerd is en voor zijne private reke ning levert. De heer de Moen. Ik ben dan ook voor de goedkeuring der rekening; want de zaak kwam ons van dien aard voor, dat de Commissie geene de minste aanmerking meende er op te moeten maken. De heer Sikkel Groos. Ik meende als lid van den Raad verpligt te zijn de aandacht op deze zaak te vestigen, daar volgens de gemeentewet de leden van den Raad, middellijk noch onmiddellijk, mogen deelnemen aan leverantiën ten behoeve der gemeente. Het is nu alleen de vraag, of de heer Meerburg al dan niet middellijk bij de leverantie betrokken is. De conclusie van het rapport der Commissie van Financiën wordt hierop met algemeene stemmen aangenomenhebbende de heer Meerburg, op grond van het bepaalde bij art. 46 der gemeentewet, zich aan het medestemmen over deze zaak onthouden. VI. Rekening van het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt die rekening goed te keuren en vast te stellen, in ontvang ad ƒ6685.471, in uitgaaf ad f 6679.77^-, alzoo sluitende met een batig slot ad 5.70, van welk bedrag in de eerstvolgende rekening verantwoording zal behoo- ren te worden gedaan. De heer de Moen. Onder de leveranciers ten deze zijn er hoogst waar schijnlijk twee, die tevens rendanten zijn. Maar zeker weet ik het niet, want er kan meer gelijkheid van voornamen bestaan. Ik zou het dus wel wenschelijk achten, dat daaromtrent door Burgemeester of door middel van den Secretaris een onderzoek wierd ingesteld. En zoo het mogt blijken, dat de zaak werkelijk zoo is, dan zou ik verzoeken, dat die heeren werden verwittigd dat zulks in strijd is met de wet, opdat zoo iets niet meer zou kunnen plaats vinden. De personendoor mij bedoeldkomen op de lijst voor onder n°. 1 en 10. De conclusie van het rapport wordt hierop zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Niets meer aan de orde van den dag zijndewordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1863 | | pagina 4