HANDELINGEN TAN DEN GUEENTEBAAI TAN LEYDEN.
6.
Kitting van Donderdag 2 April 1863,
geopend des namiddags ten 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. Tieboel Siegenbeek.
Tegenwoordig de heeren Stoffels, Krantz, van KaathovenHubrecht,
Sikkel Groos, van der Hoeven, de Moen, Librecht LezwynGevers,
Kluit, Drièssen, van Outerenle Poole, Tichler, du Bieu', Wttewaall,
de FremeryGoudsmit, Kneppelhout van Sterkenburg en Siegenbeek. De
heeren Tollens, Hartevelt en ten Sande gaven kennis verhinderd te zijn de
vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag,
19 Maart 1.1., worden gelezen en goedgekeurd.
I. De Voorzitter. Alvorens de gewone mededeelingen te doen, zon
ik voorstellen reeds terstond over te gaan tot beëediging van het nieuw
benoemd raadslidden heer Mr. K. J. F. C. Kneppelhout van Sterkenburg.
Hiertoe besloten zijnde, worden de bij de wet voorgeschreven eeden door
het nieuwbenoemde lid in handen des Voorzitters afgelegd.
De Voorzitter. Aangenaam is het mij, mijnheer Kneppelhout, ook
uit naam der verdere leden, u thans in ons midden welmeenend wel
kom te mogen heetenen u daarbij uit te noodigen om aan onze werk
zaamheden deel te willen nemen. Ik doe dat gaarne en met goed ver
trouwen. Immers de naam dien ge draagt, staat lang reeds binnen Leyden
gunstig aangeschreven en wordt vaak, inzonderheid waar het de bevorde
ring van volksgeluk en de ontwikkeling van het opkomend geslacht in ons
midden geldt, dankbaar en met welverdiende eere genoemd. Ik houde mij
daarom overtuigd u steeds bereid te zullen vinden daartoe krachtig mede te
werken. Uwe belangstelling in alles wat goed en edel is, wat beschaving
en verlichting onder alle standen kan doen toenemenwaarborgt mijdat
ge met lust en ijver uwe krachten aan het welzijn der burgerij zult wijden
en welwillend met ons ten haren nutte zult werkzaam zijn. Zij het u ge
gund u lang van die eervolle taaku door haar opgedragentot haar voor
deel met zelfvoldoening te kwijten.
De Burgemeester deelt vervolgens mede:
1°. Het verslag van een bezoek in de Armbakkerijop den 23«eii
Maart jl.
Dat verslag is van den volgenden inhoud:
»Op heden den 23slen Maart 1863 hebben wij mr. Daniël Tieboel Sie
genbeek, Burgemeester, en Petrus Isaacus de Fremery, Wethouder dezer ge
meente, als daartoe door het Collegie van dagelij ksch bestuur gecommit
teerd, ons begeven naar de armbakkerij, ten einde aan art. 179 der
gemeentewet te voldoen.
Aldaar ontvangen door HH. Kegenten is ons door welwillende mededee
lingen en verstrekte inzage der boeken en registers overtuigend gebleken
dat deze instelling met de meeste zorg en naauwkeurigheid beheerd wordt,
en nog immer krachtig bijdraagt om vele armbesturen en liefdadige iurig-
tingen in hunne behoelten te gemoet te komen.
De financiële toestand is mede zeer gunstig, zooals ook uit de rekening
die jaarlijks aan uwe goedkeuring wordt onderworpen, blijkt; de aanwezige
kas bleek ons te bedragen ruim f 1000.terwijl op onderpand van
veertien obligatiën Kusland 4 pCt. a 100 ieder, welke ons zijn vertoond,
in beleening verstrekt is f 12000. - bovendien zijn als disponibel fonds
nog aanwezig twintig certificaten nat. schuld ieder van 1000.2.; pG't.
De winst op het afgebakken graan heelt in het vorige jaar bedragen
3844.83, dus f 742.meerder dan in 1861, welk voordeel weder
ten goede komt aan de verbruikers van het brood.
De aanwezige voorraad graan bedroeg ongeveer 30 last rogge en 1 last
tarwewaarvoor uitmuntende berging bestaat.
Bij het opnemen van den aanwezigen voorraad brood blijkt voldoende dat
de qualiteit, gelijk algemeen erkend wordt, niet te wenschen overlaat.
Ook de nieuwe aanbouw in 1862 daargesteldbleek ons zeer doelmatig
te zijn, en heeft werkelijk voorzien in eene groote en dringende behoefte,
terwijl daardoor bij de verschillende bewerkingen veel gemak en dus ook
voordeel verkregen wordt; daarenboven is aan de behoeftigen gelegenheid
gegeven om in een wel ingerigt locaal zoo lang te verblijven, tot de uit
reiking van het brood plaats heeft, een maatregel die zeker algemeene
goedkeuring vinden zal en ook gunstig werken moet op de- gezondheid van
velen, die vroeger dikwerf aan koude en regen blootgesteld, thans met
dankbaarheid dit voorregt zullen erkennen.
Wij vinden alzoo geheele vrijheid om te verklaren dat deze instelling
volkomen beantwoordt aan hare bestemming, en werkelijk in eene groote
behoefte blijft voorzien."
D. Tieboel Siegenbeek.
de Fremery.
Dit wordt aangenomen voor kennisgeving.
2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland,
gedagteekend 25 Maart 1863, B. n°. 1357 (3<1" afd.), G. S. n°. 10, hou
dende goedkeuring van het raadsbesluit van den 5<fen bevorenstot den
onderhandschen verkoop van het huis op de Mare, wijk V, n°. 755 aan
J. Y. de Nys.
Deze wordt aangenomen voor kennisgeving, terwijl tevens met algemeene
stemmen wordt besloten, het adres van S. N. Kuyt, waarbij deze tegen
1 Mei e. k. de continuatie der huur van dat huis verzoekt, te wijzen van
de hand.
Yoorts legt de Voorzitter over:
1°. Adres van L. M. van Waasdijk, houdende verzoek tot continuatie
der huur van het huis buiten de Witte Poort.
2°. Adres van W. Arnoldus, strekkende ter bekoming van 36 vierk.
ellen gemeentegronds aan den Marendijk, tot het bouwen van een huisje.
3°. Adres van P. L. Kerrebijn, daarbij verzoekende het voortdurend
gebruik van den grondaan den vorigen eigenaar van den korenmolen
de Stier verleend.
1863.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen, ten fine van
berigt en raad, te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders.
4". Adressen van G. Bik, J. J. de Koning, W. C. Ligtvoet, H. Roos
en J. A. J. Verhaaff, om tot ambtenaar bij de plaatselijke belastingen te
worden benoemd.
Deze adressen, welke bereids in handen werden gesteld van den contro
leur (2<U afd.), komen voor op den staat die bij de aanbeveling wordt
overgelegd.
5°. Adres van J. van de Wijngaard, om tot adsistent commies-portier
te worden benoemd; ingekomen den 3Dien der vorige maand, na het uit
gaan der beschrij vingsbilletten voor deze vergadering.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit aan te houden, als be
treffende een onderwerp op heden aan de orde gesteld.
6°. Staten van af- en overschrijving, dienst 1862, van de Roomsch-
Catholijke armen en weezen.
Deze worden, overeenkomstig de voordragt, gesteld in handen der Com
missie van Financiënten fine van berigt en raad.
7°. Adres van C. M. van Leeuwen c. s.eigenaars of bewoners van hui
zen aan de Marendorps-achtergracht, tot het ruimen van het gemeen riool
in die gracht.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten hierop over te gaan tot de orde
van den dag, als behooretide dit onderwerp tot de bemoeijingen van het
Collegie van dagelij ksch bestuur.
8°. Adres van Th. W. d'Harvant Bigot, behelzende verzoek om voor
het huis op het Rapenburg, wijk I, n°. 215, eene stoep te mogen doen
leggenvermits dat huis door hem is gehuurd onder voorwaarde dat aldaar
eene stoep zou worden aangebragt.
Overeenkomstig de voordragt wordt met algemeene stemmen beslotente
volharden bij de afwijzende beschikking, op een verzoekschrift van gelijke
strekking van J. H. Wijnstroom c. s. in de jongste vergadering genomen.
Aan de orde is voorts:
II. Benoeming van een bouwkundig lid in de Gezondheids-commissie.
Voor deze en de volgende aan de orde gestelde benoeming worden de
heeren Stoffels, Gevers en Kluit door den Voorzitter aangewezen om met
hem het bureau van stemopneming uit te maken.
De voordragt luidt als volgt
"De Gezondheids commissie heeft de eer u het navolgend dubbeltal voor
te dragen, ter benoeming van een bouwkundige in haar midden, ter ver-
vanging van den heer J. W. Schaap, die zijn ontslag heeft genomen, als:
1. Jan van Lith Junior; 2. Jean Corneille Rijk."
De uitslag der stemming is, dat 14 stemmen worden uitgebragt op den
heer J. van Lith Jr. en 6 op den heer J. C. Rijk, weshalve de heer
J. van Lith Jr. wordt benoemd.
III. Benoeming van een adsistent-commies-portier bij de plaatselijke
belastingen.
De voordragt van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden
inhoud
"Na den controleur (2<le afd.) te hebben gehoord en onder overlegging
van den door dezen overgelegden staat omtrent de ingekomen adressen om
tot ambtenaar bij de plaatselijke belastingen te worden benoemd, hebben
wij de eer uter vervulling der openstaande betrekking van adsistent-
commies-portier aan te bevelen: 1. Jacobus Johannes Starkenbrug; 2. Arie
dé Ru3. Anthonie Beltman."
De uitslag der stemming is, dat uitgebragt worden op J. J. Starkenbrug
17, H.M. Smulders 2 stemmen en op A. de Ru 1 stem; weshalve benoemd is
J. J. Starkenbrug.
IV. Adres van J. II. Houbolt, waarbij deze ontslag verzoekt als hulp
onderwijzer der 2dv klasse aan de openbare school voor minvermogenden.
Burgemeester en Wethouders nemen de vrijheid de vergadering te raden
aan den adressant met 15 April eerstkomende een eervol ontslag te verleenen.
Dit voorstel, waarover door geen der leden het woord wordt gevraagd,
wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
V. Voordragt tot den verkoop van eenige kleine huisjes en verhooging
van jaarwedden van de commiesen-portiers.
De Commissie van Financiën vindt geen bezwaar de vergadering te raden
dit voorstel aan te nemen en dienovereenkomstig te besluiten.
De heer de Moen. Ik moet opmerken, mijnheer de Voorzitter, dat de
Commissie van Financiën wel geen bezwaar maakt te adviseren om het voor
stel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen; maar daar is nog
eene zekere voorwaarde bij. Persoonlijk kan, wat de tegenwoordige com
miesen-portiers betreft, de Commissie er vrede mede hebben, dat hun tracte-
ment worde verhoogd in vergoeding voor gemis van huishuur; maar hare
bedoeling is, wanneer die ambtenaren mogten komen te overlijden of wel
eene andere betrekking mogten verkrijgen, die verhooging te doen vervallen.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders zijn allezins bereid dezen
wenk te overwegen wanneer dit zal te pas komen. Er zouden wel eenige
bedenkingen tegen bestaandie zij nu niet wenschen te opperenmaar
waartoe het best de gelegenheid zal zijn, wanneer de zaak in nadere behan
deling kan komen. Zij hebben toch gemeenddat hetgeen door de Com
missie is aangegeven meer als een wensch voor de toekomst dan als eene
bepaling, nu reeds vast te stellen, moet worden beschouwd.
De heer de Moen. De zaak staat geheel in verband met de conclusie
van het rapport; en ik ben zeker, dat de overige leden der Commissie van
hetzelfde gevoelen zijn.
De Voorzitter. Wanneer de heeren dan een bepaald voorstel wenschten
te doenzou ik in overweging geven deze beraadslaging nog te verdagen
tot de volgende vergadering.
De heer van der Hoeven. Ik wenschte ook in dien zin een voorstel
te hebben gedaan. Mij dunkt, dat er geen sprake kan zijn van eene der
gelijke vergoeding, wanneer er nieuwe benoemingen geschieden, bij welke
geen gemis plaats heeft.
6