der zijn wij geslaagd bij "Regenten van het St. Anna-aalmoeshuisdaar deze zich, blijkens de hierbij overgelegde missive, bezwaard achten, als executeurs van den uitersten wil des erflaters, tegen diens uitdrukkelijken wil deze eeuwigdurende renten te doen aflossen." De heer de Moen. Ik heb geene aanmerking op die voordragt, mijn heer de Voorzitter. Maar de penning XX, waarvan gesproken is, daarmede is toeh zeker bedoeld het twintigvoudig bedrag. Wij moesten dien verou derden term maar laten varen, zoo als ik meermalen heb voorgesteldhet vermenigvuldigd bedrag te noemen, is duidelijk en klaar. De heer Habtevelt. Ik heb met genoegen gezien dat de pogingen, die bij het hoogheemraadschap van Rijnland zijn aangewend, met een goeden uitslag zijn bekroond. Er bestaat echter, zoo het schijnt, weinig kans op het afkoopen der eeuwigdurende renten van het St. Anna-hofje. Er zijn voorbeelden in ons vaderland, dat toch ook andere eeuwigdurende renten kunnen worden afgelost, en men heeft dan ook 5 pCts. renten in 3 pCts. geconverteerd. Het is waar, daar decideerde een bestuur in het welbegre pen belang van de ingezetenen; hier geldt het, zoo men wil, geen groot be lang en is de beslissing aan regenten van een hofje verbleven, maar moet dan waarlijk eeuwigdurend betaald worden, wat onze voorouders voor 200 jaren goedvonden te besluiten Zijn er nog niet nadere pogingen aan te wenden? Ben ik wel geinformeerddan heeft dit hofje het niet noodig; is dit waar, dan bestaat er immers reden genoeg, om der stad te wille te zijn en in den afkoop toe te stemmen. De heer Goudsmit. Ik moet een enkel woord zeggen op hetgeen door den heer Hartevelt is in het midden gebragt. Niet alles wat wenschelijk schijnt is geoorloofd. Ook ik zou verlangendat die rente konde worden afgekocht maar het Hofje is volkomen geregtigd, of liever verpligt te weigeren naar aanleiding van hetgeen door den testateur bepaald is. Voorbeelden bewij zen alleen, dat er vroeger wel eens onregtvaardigheden en onbillijkheden begaan zijn, die wij moeten trachten te vermijden. De heer Habtevelt. Ik ben het volkomen eens, dat de bestuurders er regt op hebbenmaar de vraag is alleenof het onmogelijk is er toe te geraken dien afkoop te verkrijgen. Waarlijk dergelijke posten moesten in onzen tijd niet meer op eene begrooting verschijnen. De Voobzitteb. Ik wil volgaarne dit punt in bedenking houden en trachten, of er een uitweg op te vinden is. Ik geloof het niet. Maar het is. nu alleen de vraag, of wij pogingen zullen doen om de rente tegen den penning XX van Rijnland af te koopen. De voordragt, hierop in hoofdelijke omvrage gebragt zijnde, wordt met algemeene stemmen aangenomen. VIII. Voordragt tot verkoop van het huis op de Mare. Het rapport van Burgemeester en Wethouders daaromtrent luidt als volgt //Johannes de Nijs, schipper van deze gemeente op Haarlem, heeft bij nevensgevoegd adres verzocht onder de hand te mogen koopen het huis op de Mare, Wijk V, N°. 755. Wij hebben daarop ingewonnen het rapport van de Commissie van Fabricage, hetgeen wij de eer hebben hierbij in originali over te leggen. Daar wij geene zwarigheid maken ons met dat rapport te vereenigen, nemen wij de vrijheid u te raden den adressant dat huis, bij het kadaster bekend Sectie B, N°. 423, onder de hand te ver- koopen voor eene som van f\ 300, te leveren 1 Mei aanst. en onder ver- pligting om de kosten van eigendomsovergang voor zijne rekening te nemen." De heer Cock. Ik zou wel willen vragen, waar dat huis staat. De Voobzitteb. Tusschen de Lange-gracht en de nieuwe wandeling, en wel de poort uitgaande aan de linkerzijde van de Mare. De heer de Moen. Ik wenschte wel, dat de Commissie van Fabricage hoe eer hoe liever het voorstel deed om al die huizendie wij missen kun nen, op te ruimen door verkoop. De heer le Poole. Ik kan daar niet zoo voor zijn. Wij geraken op die wijze hoe langer hoe fliecr uit onze bezittingen. Ik ben er voor, dat wij wat vaste punten behouden. Toen er jaren geleden quaestie was van den verkoop van de heerlijkheid Oud-Poelgeest onder Koudekerkzijn daar tegen eenige stemmen opgegaan. Maar het heeft niet te min plaats gehad. Intusschen had men toch beter gedaan daar niet toe over te gaandaar het tracé van den spoorweg op Woerden daar zeer nabij komt. Indien de weg nu eens door de plaats had moeten loopen was het van veel belang geweest, indien wij die bezitting nog hadden gehad. Ik geloof niet, dat eene gemeente zich zoo maar van alles moet ontdoen. Ik ben dus niet voor de voordragt. Naar mijn gevoelen moet eene gemeente overal vaste punten hebben; somtijds zijn zij van nut. De voordragt wordt hierop in stemming gebragt en met 22 stemmen tegen 1 (die van den heer le Poole) aangenomen. De heer de Moen. Daardoor zal toch natuurlijk vervallen het adres, dat ingekomen is, om het huis weer in te huren? De Voobzitteb. Zeer zeker. IX. Voordragt tot onderhandsche verhuring van het huis op de Binnen vestgracht bij de Hoogewoerdspoort. De heer Hobbecht. Nu het voorstel tot verkoop van het huis op de Mare is aangenomen, wensch ik deze vergadering in overweging te geven, om het thans aan de orde gestelde, de verhuring van het huis aan de Binnenvestgracht, aan te houden. Bij de Commissie van Fabricage bestond reeds eenigen tijd het voornemen, om, gelijk de heer de Moen het daar zoo even wenschelijk achtte, een voorstel in te dienen, tot verkoop van eenige huizen aan de stad toebehoorendedaar de Commissie dit voor de stad voordeeliger rekende, dan deze panden te verhuren. Gisteren is eene voordragt vastgestelddie spoedig zal worden ingezonden. Onder de huizen die ten verkoop worden voorgesteld, behoort het huis aan de Binnenvest- gracht, en nu meent de Commissie, dat indien dit huis weder voor een jaar verhuurd wordt dit op den verkoopprijs vau invloed zal kunnen zijn. Om deze redenen stel ik voor, deze voordragt aan te houden. Wordt besloten de onderwerpelijke voordragt buiten verdere aanmerking te houden. X. Adres van bewoners aan de Warmoesmarkt, houdende verzoek tot het rooijen van boomen. Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt dienaangaande als volgt: //Op het adres van eenige inwoners dezer gemeente aan de Warmoes- markt, waarbij deze verzoeken dat van de twee rijen ijpenboomen die, welke aan den huizenkant gelegen is, moge worden geveld, hebben wij in gewonnen het rapport van de Commissie van Fabricage, hetgeen wij de eer hebben hiernevens over te leggen, en die daarbij voorstelt dit verzoek aan te houden, tot dat aan u zal zijn aangeboden het plan tot eene overdekte vischmarkt, waarmede wij ons wel kunnen vereenigen, weshalve wij de vrij heid nemen u dienovereenkomstig te raden." De heer Cock. Ik wenschte de vraag te doenin welk verband het plan om de boomen niet te kappen staat tot de overdekte vischmarkt. De Voobzitteb. Mogelijk konde die markt digt bij een deel dier boo men komen en zoude men zich welligt later beklagenindien er waren weg genomen, bijaldien het in het belang der vischmarkt mogt worden geacht ze te behouden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de conclusie van het rapport. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering ge sloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1863 | | pagina 4