Dat onderzoek zon toch daarheen moeten leiden elke partij bloem, die wordt afgevoerd, aan een meer of min scheikundig onderzoek te onderwerpen. Er is nog iets anders. Het verschil bij de heffing van accijns is van tarwebloem f 3 per 100 pond en van roggebloem 80 centen; het zal dus wel noodzakelijk zijn controle te hebben; de rijkswetgever heeft dus te regt geoordeeld, tarwe en rogge niet op denzelfden molen tot bloem te la ten malen. De wijziging, thans voorgedragen, strekt dus alleen om eene verandering te brengen en hetgeen ten aanzien van den bakker is bepaald nu op den molenaar-meelbereider van toepassing te verklaren, het verlies bij den bakker veel minder zijnde dan bij den molenaar-meelbereider. Dit is de reden waarom wijziging is voorgedragen in het tarief, de verhouding tusschen het graan en het meel of de bloem bepalende. De Voorzitter. Mag ik vragen, of na deze toelichting de heer Goud smit blijft bij zijn verlangen, om alsnog eene memorie van toelichting te doen opmaken. De heer Goudsmit. Ja, mijnheer de Voorzitter, het moge aan mijne traagheid van bevatting liggenin weerwil van de toelichting door den heer Stoffels gegeven, is mij de zaak nog alles behalve duidelijk. De heer Meerburg. Ik ondersteun zeer gaarne het gevoelen van den heer Goudsmit, omdat ook mij de zaak nog niet zeer duidelijk is. De Voorzitter. Als het voorstel van den heer Goudsmit ondersteund iszal ik het in stemming brengen. Ik zou zeer ongaarneals er meer licht verlangd wordt, de gelegenheid daartoe willen benemen. De heer van der Hoeven. Ik vrees toch, mijnheer de Voorzitter, dat bij het meest mogelijke licht toch nog sommige leden van den Raad in het duister zullen rondtasten. Van mij zeiven althans moet ik bijkans denken dat zulks het geval zal zijn. De Voorzitter. Wij zullen trachten in de memorie van toelichting zoo veel mogelijk de zaak duidelijk te maken. De heer Sikkel Groos. Mag ik verzoeken, dat die memorie worde ge drukt en rondgedeeld? De Voorzitter. Dat was de bedoeling. De heer Librecht Lezwyn. Ik zou ook dat drukken verlangen, want zonder dat is het niet mogelijk eene behoorlijke kennis der zaak te verkrij gen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop het voorstel van den heer Goudsmit aangenomen. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering ge sloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1863 | | pagina 4