De heer df. Fremery. De heer Lezwyn heeft gisteren willen aantoonen, dat de directe belasting onjuist en onregtmatig is, dat niet alle ingezetenen daarin deelen en dat er slechts 2800 in aangeslagen zijn, zoodat zeker twee derden der bevolking daarin niet dragen. Hij acht dat onregtmatig; ik voor mij verblijd mij daarin. De directe belasting vraagt toch alleen aan hem, die iets te missen heeft, om eene bijdrageen dat dit niet alleen de meer vermogenden maar ook. de weinig bemiddelden treftblijkt dunkt mij voldoende uit de aanslagen, die zelfs tot 30 cents toe afdalen. Yoor hen is dus althans in de eerste plaats zeker geene afschaffing noodig; in tegendeel ik noem allen gelukkigdie in deze een offer te brengen hebben. De heer Librecht Lezwyn. Ik zou het gevoelen van den heer le Poole kunnen deelen, dat wij die belasting moesten verminderen; eene som van f 16000 voor onvoorziene uitgaven is mij altijd te hoog. Maar met het oog op de nog te bouwen school, zal ik mij met het voorgestelde cijfer wel vereenigenin de hoopdat in een volgend jaar niet weder een zoo hoog cijfer voor onvoorziene uitgaven zal verschijnen, 't geen ik voor ver keerd houde. Het Kijk heeft eene begrooting van 77 millioenen toch slechts f 50000 voor onvoorziene uitgaven. De heer Krantz. Die som klinkt aan den heer le Poole zoo hoog, maar zij is het toch wezenlijk niet. Men moet niet vergetendat de Com missie van Fabricage gelden noodig heeft voor de amotie eener poort als anderzins. Er is gisteren ook gesproken over de gehoorzaaldaaraan eenige gelden te besteden zoude tot genoegen strekken van vele ingezetenendie niet het minste aan de belastingen bijdragen. Het voorstel van den heer le Poole, in stemming gebragt, wordt verwor pen met 17 tegen 4 stemmen. Voor: de heeren Cock, Goudsmit, le Poole en ten Sande. De begrooting, alsnu in haar geheel in hoofdelijke omvrage gebragt zijnde, wordt aangenomen met 20 stemmen tegen 1 (die van den heer ten Sande), de inkomsten ten bedrage van ƒ380426.44, de uitgaven ten be- loope van ƒ380174.50, en alzoo met een batig saldo van 251,94. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering ge sloten. VERBETERING; No. 18, pag. 2, kol. 2, regel 19 van boven af, staat: hebben ook zij eene restitutie erlangd", moet zijn: uhebben ook zij geene restitutie erlangd." Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1862 | | pagina 6