zijnde om te voorzien in de 'kosten van onderhoud der lokalen en meubelen. Er is dus een post uitgetrokken, waardoor behoorlijk in die gebreken zou kunnen worden voorzien. De heer Tollens. Ik weet wel, dat er voor dat onderhoud 500 zijn uitgetrokken; maar dat neemt niet weg, dat de ramen in het Gymnasium togten en daardoor veel warmte verslonden wordt, die door sterk stoken moet worden aangevuld. De post wordt hierop goedgekeurd. No. 113 wordt aldus goedgekeurd: Vergoeding aan de hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen voor gemis van vrije woning 1400. No. 114. Kosten der Plaatselijke Schoolcommissie 200. De Voorzitter. Ik moet hierbij al weder herinneren, dat alsnu in be handeling moet komen de begrooting der Plaatselijke Schoolcommissie, die aan de Commissie van Financiën geene stof tot aanmerkingen heeft gege ven. Ik zou derhalve in bedenking geven ook deze begrooting en te ge lijk den post vast te stellenzoo als hij is uitgetrokken. Het cijfer wordt hierop goedgekeurd. Nos. 115 en 116 worden aldus goedgekeurd: Kosten voor het onderwijs in kunsten en wetenschappen 1325; Kosten der bewaarscholen f 1200. Hoofdstuk VIII. Kosten voor het armwezen, mitsgaders subsidkn EN BIJDRAGEN AAN ONDERSCHEIDENE DAARMEDE IN VERBAND STAANDE INSTELLINGEN. No. 417 Belooning van doctoren, heelmeesters, vroedmeestersvroed vrouwen enz. De heer le Poole. Er staat altoos belooning. Is [dat wel eigenlijk het woord? Het zijn tractementen. De Voorzitter. Wij hebben dat model zoo gekregen en wij dienen ons daaraan te houden. Ik heb straks voorgelezen de woordenvaccinatie aan arme behoeftigen; ik heb mij afgevraagd, of er ook zijn rijke behoeftigen. Het is het model, dat ons gegeven is. De heer van der Hoeven. Als men het dan maar niet houdt voor een model van uitdrukking. De post wordt hierop goedgekeurd. Nos. 118124 worden aldus goedgekeurd: Kosten van de gemeente apotheek 5000; Plaatsing en verzorgingskosten in de koloniën der Maat schappij van Weldadigheid en in bedelaarsgestichten 15000; Kosten van verpleging van arme krankzinnigen 7500Onderstand, vervoer- en verplegingskostenmitsgaders die van geneeskundige hulp aan arme en door trekkende personen 200Kosten van verpleging in godshuizen en elders 8000Teruggave van onderstand elders verleend aan armlastigendomi cilie van onderstand hebbende in deze gemeente 400Bij voorschot ts verstrekken onderstand aan armlastigen, elders domicilie van onderstand hebbende 100. No. 125. Subsidiën aan godshuizen 52120. De heer deMoen. Deze post moet met 85 verminderd worden, ten ge volge der begrooting van het Gereformeerd Weeshuis, Waarvan het eindcijfer zooveel minder is, zoodat de post moet bedragen f 52035. Met deze wijziging wordt de post goedgekeurd. No. 126. Subsidiën aan armbesturen Nihil. De Voorzitter. Ingevolge het laatste raadsbesluit zal nu deze post voor ƒ570 moeten worden uitgetrokken. Tot dat bedrag wordt de post goedgekeurd. Nos. 127130 worden aldus goedgekeurd: Subsidiën aan werkhuizen en dergelijke armen-inrigtingcn 7000Toelage aan het Academisch Ziekenhuis 2000; Kosten bij het verloskundig onderwijs ƒ60Begrafeniskosten van behoeftigen 250. Hoofdstuk IX. Renten en aflossingen van geldleeningen, mitsga ders alle verdere opeischbare schulden der gemeente. No. 131. Renten van de gevestigde schuld 475.50. De heer Hartevelt. Reeds bij vroegere begrootingen heb ik gevraagd, of er geene mogelijkheid bestaat om ons van die onaflosbare renten te ver lossen. Eene onaflosbare schuld behoort niet meer tot onze eeuw. Sedert 1613 en 1623 wordt 6( pCt. renten betaald over een kapitaal van 6400 ten behoeve van het St. Anna-Hofje, dus ruim 200 jaren; terwijl Rijnland voor morgengelden wegens verschillende vergrootingen der stad jaarlijks f 75.50 trekt. Is het niet mogelijk een en ander af te koopen? De Voorzitter. Dat het onmogelijk zou zijn, wil ik niet zeggen; maar dat er niet veel uitzigt op bestaat, geloof ik wel. De heer Hartevelt. Zou er dan geene overeenkomst met Regenten van het Aalmoeshuis dienaangaande kunnen worden getroffen? De heer de Fremerï. Ik geloof het niet, en acht het zeker, dat ook bij afkoop wij dezelfde renten zullen moeten blijven missen, daar toch wel geen andere maatstaf voor de afbetaling zal worden toegestaan dan de bestaande renten. Al kan men er dus in slagen om de verschuldigde ren ten af te koopen, voor stadskas, vrees ik, zal het geene verligting aan brengen. De heer Hartevelt. Ik ben het met den heer de Fremery niet eens. Als wij de 6400, waarvoor wij ruim 200 jaren 6[ pCt. renten betaalden, afkochten a pari, en dus nu eindelijk 6400 teruggaven, dan is daarin mijns inziens geen schijn van onbillijkheid. Ik heb gezien, dat in eene andere stad van ons Vaderland eene eeuwigdurende onaflosbare schuld ad 5 pCt. renten is geconverteerd in 3 pC'ts. en dat men dus daar fiks den knoop heeft doorgehakt. Waarom ook hier niet in dien geest gehandeld? De heer de Moen. In beginsel zou ik er mij wel mede kunnen ver eenigen, dat Burgemeester en Wethouders met Regenten van het Aalmoes huis en met Rijnland over deze zaak in correspondentie traden. Maar de vraag is, of men met dien afkoop wel genoegen zal nemen anders dan in verhouding tot den rentenstandaard en wat zou er dan bij gewonnen zijn? Wat Rijnland vooral betreft, betwijfel ik het, of het bereid zal worden ge vonden om de rente af te koopen. Het is echter mogelijk. De Voorzitter. Ik geloof, dat de poging daartoe in 1853 met Rijn land beproefd is, maar zonder succes. Ik wil wel eene nadere onderhande ling beproeven, maar beloof er mij niet veel goeds van. Ik vrees, dat men zich zal vastklemmen aan de bestaande overeenkomst, en men verlan gen zal, dat die worde nagekomen. Nogtans ben ik bereid nogmaals eene poging te doen. De post wordt hierop goedgekeurd. Nos. 132 en 133 worden aldus goedgekeurd: Renten van de bijzondere geldleeningen Nihil; Aflossing van de bijzondere geldleeningen Nihil. No. 134. Pensioenen en lijfrenten ƒ4716. De Voorzitter. Ten gevolge van het later besluit zal de post nu be dragen 4586. De heer de Moen. Dan is alzoo de post met 130 verminderd De Voorzitter, 1470 bedraagt het pensioen, dat aan den heer van der Paauw zal worden toegekend, en in de memorie van toelichting/T600. De post wordt goedgekeurd. Hoofdstuk X. Andere uitgaven niet onder de vorige hoofdstukken begrepen. No. 135. Kosten der Kamer van Koophandel en Fabrijken 475. De Voorzitter. Ook bij dezen post zal in aanmerking moeten komen de begrooting van de Kamer van Koophandel, waarop de Commissie van Financiën verklaard heeft geene bedenkingen te hebben, zoodat ik voorstel die begrooting en het cijfer zelf, daaruit geput, goed te keuren. De post wordt goedgekeurd. Nos. 136143 worden aldus goedgekeurd: Kosten, vallende op het houden der lotingen voor de nationale militie en schutterij ƒ340Kosten van begeleiding van militiepligtigen en verlofgangers ƒ150; Kosten van den ijk en herijk der maten en gewigtenmitsgaders voor het lokaal des wegens 10; Kosten voor openbare vermakelijkheden en feesten en voor het uitsteken van vlaggen ƒ600; Kosten van brandverzekering der gebou wen S00Kosten, vallende op het voeren van gedingen MemorieKosten van gemeenschappelijke zakenbelangen en inrigtingen of werken bedoeld bij art. 122 der Wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85) ƒ2500; Uit- keering aan het Rijk van het aandeel in de kwade posten wegens de directe belastingen ƒ600. Hoofdstuk XI. Onvoorziene uitgaven. No. 144. Onvoorziene uitgaven 19000. De Voorzitter. Deze post zal uit den aard der zaak nog later moeten worden geregeld. De heer van der Hoeven. Mag ik nog iets vragen? Uithoofde eener lesdie ik haden waardoor ik iets later ben gekomenben ik niet tegen woordig geweest bij de behandeling van sommige posten. Ik zou dus willen weten, of, bij gelegenheid, dat de post no. 105 aan de orde was, //kosten der Gezondheids-commissie," ook gesproken is over iets, waarover, meen ik, reeds jn eene der vorige zittingen gehandeld is, en wel over één weten- schappelijken keurder, die benoemd zou worden. Ik heb daarvan niets na ders gezien. Bedrieg ik mij, dan vervalt natuurlijk mijne bedenking. Maar indien er werkelijk tot het benoemen van één zoodanigen keurder mogt be sloten zijn, had men daarop dan niet bij de begrooting moeten bedacht zijn? De Voorzitter. Als ook ik mij niet bedrieg, is er in de instructie, door de Commissie ontworpenvoorgesteld twee keurders te benoemen. In dat geval en in die onzekerheid is het moeijelijk, een bepaald cijfer uit te trekken. Daarbij was er omtrent het bedrag der bezoldiging nog geen be sluit gevallen. De instructie, die aan de beoordeeling der Commissie voor de Verordeningen betreffende de huishouding der gemeente is onderworpen, kan spoedig te gemoet gezien worden. De heer Krantz. Uwe onderstelling, mijnheer de Voorzitter, dat de concept-verordening voor twee wetenschappelijke keurders is gemaakt, is volkomen juist; en dit is daarom geschied, omdat, ingeval er later tot eene vermeerdering mogt worden beslotende verordening niet behoeft gewijzigd te worden. De Voorzitter. Ik dacht, dat de Gezondheidscommissie bepaaldelijk de aanstelling van twee keurders wenschte. Dan heeft het ontwerp meer ten doel om te voorzien in alle mogelijke eventualiteiten. Maar wat hier van zij, omtrent het cijfer der bezoldiging is nog niets bepaald, en daar om was het moeijelijk dat cijfer op de begrooting te brengen. De heer Krantz. Als ik er nog dit mag bijvoegen, dat het gevoelen der Gezondheids-commissie blijkt uit de begeleidende missive. De heer Driessen. Mijnheer de Voorzittereer wij van de uitgaven afstappen, wenschte ik nog even terug te komen op no. 72. Ik zoude de inlichting, die ik wensch, gisteren bij de behandeling van dat nommer ge vraagd hebbenhadde ik niét veronderstelddat de heer Krantzdie de zaak, welke ik wensch te bespreken, gepasseerde jaar bij de behandeling der begrooting gereleveerd heeft, ook thans op dezelve zoude terug gekomen zijn. Ik bedoel den tol tusschen de stad en het spoorwegstationik beschouw dien als een groot ongerief voor stedeling en vreemdeling. Bedrieg ik mij niet, dan is gepasseerde jaar door mijnheer den Voorzitter toezegging gedaan dat er over de zaak zoude onderhandeld wordenmag ik nu weten of daaraan gevolg is gegeven De Voorzitter. Die straatweg is eene particuliere onderneming, waartoe door de Regering concessie is gegevenwaarbij bepaald isdat deze na af loop van 25 jaren bf den weg zou overnemen en de concessie opzeggen, of deze zou vernieuwen. Die 25 jaren verschenen zijnde, heeft de Regering van het regt van naasting geen gebruik gemaakt. Nu is bij de vernieu wing der concessie de gemeente tot het voortdurend verstrekken der toege zegde bijdrage gehouden. Wiide zij daarbij den tol afkoopen, waarvan ik den last niet zal ontkennenschoon die niet alleen op de ingezetenen drukt, maar door vreemden grootelijks wordt gedeeld, men zou eenegrootere geldsom moeten besteden, niet geëvenredigd aan het ongerief der ingezete nen. Ik twijfel daarbij of de geregtigden gereedelijk in dien afkoop zou den toestemmen. De heer Krantz. Ik geef den heer Driessen de verzekering, dat die zaak mij steeds als van zeer veel belang toeschijnt en mij gisteren niet is ontgaanmaar aangezien door de administratie van den straatweg een verzoek is ingediend, dat weldra in behandeling zal komen, waarbij ver nieuwing van het bestaand contract met deze gemeente gevraagd wordt, heb ik gemeenddat de gelegenheid zich zoude voordoenom het moge lijke aan te wenden ten einde van den tol ontslagen te worden. De heer van der Hoeven. Door den Burgemeester is te regt opge merkt, dat wij door dien afkoop zouden betalen ook voor personen, die geene ingezetenen van de stad zijn. Maar zou men dan niet kunnen be palen dat de burgers alhier uitsluitend het voorregt zullen hebben van den vrijdom van tol? Zou er geene mogelijkheid bestaan een middel uit te denkenwaardoor althans de ingezetenen van Leyden door den afkoop van dien tol van betaling vrij waren?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1862 | | pagina 2