omvrage te brengen, dat strekken zou om liet pensioen te bepalen op
1200, zijnde twee derden van het genoten vast tractement.
De "Voorzitter. Als gij dat voorstel doet en het voldoende mogt wor
den ondersteund, zal het 't eerst in aanmerking dienen te komen.
Het voorstel van den heer Gevers wordt voldoende ondersteund.
De heer Meerburg. Ik zou meenendat den adressant wel 2400
was toegekend als tractement. Indien hij eene stads-woning had gebad,
dan ware hem die som niet uitbetaald. Daar nu dat het geval niet was,
meen ik, dat hem wel bepaald die som als vast tractement is uitgekeerd.
De heer Hubrecht. Ik geloof, dat die 400 voor huishuur wel dege
lijk een deel van zijn tractement hebben uitgemaakt.
De heer Gevers. Een tractement en daarbij nog eene vergoeding voor
huishuur in berekening te brengen voor het pensioen is mijns inziens eene
ongehoorde zaak.
De Voobzitter. Wanneer de heer van der Paauw geen huis had gehad,
zou hem een tractement van 2200 zijn toegekend.
De heer Gevers. Dat zoudt gij moeten bewijzen, mijnheer de voorzit
ter, want het is alleen uwe beschouwing. Ik beweer, dat het tractement
slechts heeft bedragen 1800.
De heer van Outeren. Men wil de rijkswetten tot maatstaf nemen der
hoegrootheid van het pensioenmaar dan ben ik het niet eens met den heer
Gevers, dat de huishuur, of de vergoeding voor gemis aan woning niet in
aanmerking zou komen. Neemt men dien maatstaf aan, dan, vergis ik mij
niet zeer, wordt daarbij vrije woning als een deel der inkomsten be
schouwd en zouden er termen bestaan om hier een pensioen van f 1470
toe te leggen. Maar ik geloof, dat die maatstaf hier niet kan worden ge
bezigd, omdat die bij de rijkswet in verhouding staat tot de bijdragen der
deelnemende ambtenaren. Waar dus niets wordt bijgedragen zou men, in
elk geval, tot een geringer pensioen moeten afdalen. Ik zou mij uit dien
hoofde, nu eenmaal tot het geven van pensioenen besloten is, kunnen ver
eenigen met het voorstel van den heer Gevers.
Het voorstel van den heer Geversalsnu in hoofdelijke omvrage gebragt
zijnde, wordt verworpen met 11 tegen 7 stemmen.
Voor hebben gestemd de heeren: van Outeren, Hartevelt, Sikkel Groos,
Tichler, le Poole, Kluit en Gevers.
Tegen, de heeren: Hubrecht, de Fremery, Tollens, van der Hoeven,
Meerburg, du llieuDriessen, Krantz, ten Sande, de Moen en de Voor
zitter.
De heer van der Hoeven. Zou nu niet het eenvoudigste zijn te stem
men over het voorstel der Commissie van Fabricage? Wij zullen misschien
daardoor ééne stemming kunnen besparen. Wij hebben nu het minste be
drag afgestemd. Ik zou meenen, dat wij dan geregeld opklimmen.
De heer Hubrecht. Wat zal nu in stemming worden gebragt? Het
voorstel der Commissie van Financiën? Dat is eenstemmig met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders. Wanneer dat dus valt, is de zaak
afgedaan.
De Voorzitter. Dat kan niet, want de Raad heeft nu eenmaal bepaald,
dat de heer van der Paauw zal worden gepensioneerd.
De heer van der Hoeven. Ik kan mij vergissen; maar het komt mij
voordat het rationeel is allereerst het voorstel der Commissie van Fabri
cage in omvrage te brengen, in de eerste plaat?, omdat zij het eerst op
de zaak heeft gerapporteerd; maar ten andere, omdat wij het laagste cijfer
verworpen hebben.
De heer de Moen. Het voorstel der Commissie van Fabricage is het
meest afwijkende; en daarom geloof ik, dat het 't eerst in aanmerking
dient te komen.
De Voorzitter. Wanneer de Commissie van Financiën zich daarmede
vereenigt, dan zal ik het eerst in stemming brengen het voorstel der Com
missie van Fabricage.
De heer de Moen. Wat mij betreft, wèl.
De heer du Rieu. Ik geloof, dat wij best zouden doen met eerst het
hoogste cijfer in stemming te brengen; want als de middenterm valt, dan,
vrees ik, raken wij in de war.
De heer Meerburg. Ik zou meenendatnadat het verzoek in handen
was gesteld van Burgemeester en Wethouders en deze het hadden geren-
voyeerd aan de Commissiën van Fabricage en Financiën ter inlichting, het
voorstel van Burgemeester en Wethouders moet predomineren.
De Voorzitter. Ik zou meenendat het eerst in stemming moest ko
men het voorstel der Commissie van Financiënmaar aangezien deze hare
prioriteit heeft gecedeerd aan het voorstel der Commissie van Fabricage,
zal ik het laatste, houdende een bedrag van/ 1470, in hoofdelijke om
vrage brengen.
Het voorstel der Commissie van Fabricage wordt hierop aangenomen
met 10 tegen 7 stemmen, hebbende de heer van Outeren zich ten deze
aan de stemming onthouden.
Tegen: de heeren de Fremery, Hartevelt, Meerburg, Tichler, le Poole,
Kluit en Gevers.
De Voorzitter. Tot eene derde stemming kan men nu moeijelijk over
gaan. Het komt mij voor, dat de zaak nu gedecideerd is.
De heer Krantz. Er is nog een punt, dat door de Commissie van
Fabricage is voorgesteld.
De Voorzitter. Nu zou in behandeling moeten komen het voorstel
om Burgemeester en Wethouders te magtigen eene oproeping te doen van
sollicitanten naar de betrekking van stads architect. De uitgebragte rapporten
zijn daaromtrent eenigzins verschillend. De Commissie van Fabricage meent
dat het in het belang der gemeente ware zoo spoedig mogelijk tot eene oproe
ping over te_ gaan tegen het tractement als de architect nu genoten heeft.
De Commissie van Financiën echter wil de zaak eerst afzonderlijk geregeld
hebben en dus niet alleen het tractement bepalenmaar ook de nieuwe
instructie vast stellen. Ik geloof, dat het in het belang der gemeente ware
spoedig een architect te bezitten en tot dat einde eene oproeping te doen
plaats hebben. Maar het is te gelijkertijd nuttig bepalingen te maken voor
den nieuwen functionaris. Ik zou dus willen vragenof het niet mogelijk
ware, dat de Commissie van Fabricage in korten tijd daarmede gereed
ware. Indien dit, waaraan ik niet twijfel, het geval was, zou spoedig tot
eene benoeming kunnen worden overgegaan.
De heer Gevers. Zou nu hangende de oproeping, de instructie en het
tractement niet kunnen worden vastgesteld.
De Voorzitter. Dat zou wel kunnen geschieden; maar allereerst zou
toch het tractement moeten worden bepaald.
De heer Gevers, ils nu b. v. gegadigden tegen 15 October of 1 November
worden opgeroepen en aan hen alsdan werd bekend gemaakt, welke bepa
lingen voor de betrekking zijn vastgesteld, zou, meen ik, het best het oog
merk zijn bereikt.
De heer Hubrecht. Ik geloof, dat de bedoeling is den post onder één
hoofd te brengen. Het komt mij voordat de zaak nog al spoed vereischt.
Het is wel waar, dat de instructie herziening vereischt; maar toch is het
wenschelijk, dat er inmiddels eene oproeping geschiede, om een behoorlij
ken termijn te laten voor het indienen van verzoeken.
De Voorzitter. De Commissie van Fabricage zou toch wenschen vooraf
het tractement te hebben bepaald. Dat kan nu niet geschieden; want de
Eaad is daarvoor niet beschreven. Maar men zou even goed inmiddels de
oproeping kunnen doen.
De heer Hubrecht. Ik geloof ook dat dit zeer goed zou kunnen ge
schieden want de informatiën moeten toch hier genomen worden.
De Voorzitter. Dan geloof ik ook niet, dat het eenige moeijelijkheid
zou opleveren die oproeping al dadelijk te doen plaats hebben.
De heer Hubrecht. Het zou ook daarom zeer goed kunnen geschie
den, omdat de nieuwe architect toch uit de begrooting ziet, welk bedrag
als tractement is uitgetrokken. En ik verbeeld mij, dat daarin wel geene
groote verandering zal worden gebragt.
De heer Meerburg. Ik vind daarom te meer zwarigheid om niet tevens
bij de oproeping het tractement te bepalenomdat ik vreesdat wij anders
geen bekwamen persoon zullen verkrijgen. Als wij niet te gelijkertijd het
tractement bepalen vrees ik, dat geen bekwaam architect zich zal aanmelden
zonder de hoegrootheid van de bezoldiging te kennen, en daarom wenschte
ik dat reeds nu of in eene volgende vergadering tot die bepaling kon
worden overgegaan.
De Voorzitter. Nu is het onmogelijk die bepaling te maken; en in
de volgende vergadering geloof ik ook niet dat de-Commissie van Fabri
cage gereed zal kunnen zijn.
De heer de Fremery. Ik ben voor de voorgestelde magtiging en om
daarna te bepalen, hoe hoog het tractement zal zijn.
De heer van der Hoeven. Ik ben ook voor de magtiging; maar ik
wenschte daarbij te hebben gevoegd, dat hoe eerder hoe liever die bepa
lingen in werking werden gebragt.
De heer Sikkel Groos. Ik ben er voor dat de bepaling van het trac
tement geschiede vóór de oproeping.
De heer Driessen. Wie zal de instructie maken?
De Voorzitter. Ik meen de Commissie voor de Verordeningen.
De heer le Poole. Ik acht zulk eene overhaasting niet noodig, want de
heer van der Paauw blijft zijne betrekking toch tot 1 Januarij waarnemen.
Daarom zou ik het wenschelijk achten, dat eerst het tractement bèpaald wierd.
De heer Hubrecht. Het tractement is al bepaald in de begrooting.
Wij zouden daarin wel eene wijziging kunnen maken; maar het is bepaald,
en wel ten bedrage van/ 1800 voorts f 400 als vergoeding voor huis
huur en 150 voor bureaukosten.
De heer Krantz. Aangezien de Commissie van Fabricage zich vereenigt
met de bedenkingendoor de Commissie van Financiën aangegevenzie ik
voor mij geen bezwaar om de oproeping te doen plaats hebben.
De heer de Moen. Ik ben zeer voor de magtiging, en ingeval de Com
missie van Fabricage daarbij dan deed blijken, dat men in 't laatst van
October of 1 November de vereischte inlichtingen in loco zou kunnen
verkrijgen, zou mijns bedunkens deze zaak het best geregeld zijn, daar in-
tusschen de instructie kan herzien zijn en het tractement bij de te behan
delen begrooting bepaald worden.
Thans brengt de Voorzitter in hoofdelijke omvrage het voorstel om Bur
gemeester en Wethouders te magtigen de noodige oproeping van sollicitan
ten naar de betrekking van gemeente-architect te doenzonder gelijktijdige
bepaling van instructie of tractement.
Dat voorstel wordt aangenomen met 17 stemmen tegen 1 (die van den
heer Sikkel Groos).
De heer de Moen. Is er niet nog iets in het rapport ter behandeling
overgebleven, de voorwaarden namelijk, die de Commissie van Fabricage
voorstelt om het pensioen te kunnen verkrijgen?
De Voorzitter. Dat is reeds geschied door het besluit zoo even ge
nomen ten aanzien van den heer van der Paauw. Die voorwaarden hebben
in der tijd ter visie gelegen.
De heer de Moen. Maar ik wenschte voor goed het beginsel te hebben
vastgestelddat er in het vervolg geen pensioen meer zal worden verstrekt.
Dat is het 4° punt der conclusie van het rapport.
De Voorzitter. Dat kan even goed later geschieden.
De heer de Moen. Het zij dan Burgemeester en Wethouders aanbevolen
daaromtrent een bepaald voorstel te doen.
De heer Gevers. Ik wensch op te merken, mijnheer de Voorzitter,
dat het uur reeds tamelijk gevorderd is. En daar wij zoo even bepaald
hebben nog eene besloten vergadering te houden, zou ik in overweging ge
ven de overige punten tot eene volgende vergadering uit te stellen.
Dit denkbeeld wordt door vele leden ondersteund.
De heer Hubrecht. Ik heb geene bedenking tegen eene verdaging der
overige onderwerpen; maar die sub 13 en 14 hebben nog al haast. De
billetten dier aanbestedingen moeten nog worden gedrukt, terwijl de zaak
zelve geen uitstel kan lijden.
Wordt besloten de gemelde punten alsnog af te handelen.
Zonder beraadslaging of; hoofdelijke stemming worden hierop achter
volgens aangenomen:
VIII, vroeger XIII. De huur- en pachtcontracten van:
a. de Spanjaardsbrug;
b. de Leyderdorpsche brug;
c. het land buiten de Wittepoort, en
IX, vroeger XIV. De voorwaarden van aanbesteding van de kolken en
riolen in de Verwersstraat.
De vergadering gaat vervolgens over in eene zitting met gesloten deuren.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.