HMDlLMf VAD DEN GEMEENTERAAD TAM LEIDEN.
15.
Zitting van Donderdag 25 September 1863,
geopend des namiddags ten 2 ure.
Voorzitter: de beer H. P. C. Stoffels, Wethouder, funga. Burgemeester.
Tegenwoordig de heeren Meerburgdu RieuSikkel GroosDriessen
Tichler, Le Poole, Krantz, Kluit, ten Sande, Gevers, de MoenHubrecbt,
de Premery, van Outeren, Hartevelt, Tollens, van der Hoeven en Stoffels.
Het lid Lezwijn gaf kennis verhinderd te zijn deze vergadering bij te
wonen.
De aanteekeningen der vergadering van den 4a<m September worden ge
lezen en vastgesteld, waarna de Voorzitter mededeelt:
1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland,
gedagteekend 2 September 1862, lit. B. N®. 4737 (3" afd.), G. S. N°. 39,
■waarbij wordt goedgekeurd het raadsbesluit van den 21 Augustus bevorens,
tot verhooging der gemeente-begrooting, dienst 1862, zoo in ontvangst als
in uitgaaf, met eene som van 31045.50, ter voldoening der nog op de
dienst van 1861 openstaande pretensiën wegens niet afgeloopen aannemingen.
2°. Eene missive van den advocaat Mr. S. P. Lipman te 's Gravenhagevan den
6aen September jl.waaruit blijkt dat de Staat der Nederlanden in de uit
spraak van het Provinciaal Geregtshof van Zuidholland, dd. 30 Junij 1862,
betreffende de schadevergoeding aan deze gemeente toe te kennen voor het
verlies en gemis der visseherij in het Haarlemmermeer, heeft berust.
3°. Eene missive van Curatoren van het Stedelijk Gymnasium, in dato
17 dezer, houdende mededeeling dat dr. S. A. Naber, laatstelijk reetor van
het Gymnasium Willem III te Batavia, daartoe aangezocht, zich bereid
verklaard heeft, de werkzaamheden opgedragen aan den 2a<m praeceptor,
tijdens de bestaande vacature, zonder toezegging van eenige geldelijke be
looning, waar te nemen.
Deze zijn aangenomen voor kennisgeving.
Wijders legt de Voorzitter over:
1°. Een adres van Johannes Bolt, om continuatie der aanneming van het
onderhouden en schoonhouden der plantsoenen.
2®. Een adres van de Heyder en C®., daarbij verzoekende, tot verbinding
hunner weverij met de bleekerijeene brug met toebehooren over de Bin
nenvestgracht te mogen leggen.
3®. Een adres van D. A. Schretlenom vergunning o. a. tot het maken
eener uitlozing voor vuil Water onder de straat voor het perceel wijk V.
n®. 331r0"a.
4®. Acht en twintig adressen om tot ambtenaar bij de plaatselijke belastin
gen te worden benoemd, als van:
P. van Beek, J. Berg, T. van den Berg, J. Buitendijk, J. van Giesen,
H. A. van der Hart, W. J. Hazelhorst, J. G. Ingeneeger, L. Keereweer,
H. M. de KleynP. Kooreman, W. F. Koster, F. G. van der Laaken
J. M. van Leeuwerden, J. C. Lezwijn, R. C. Nouien, J. Peter, H. Roos,
A. de Ru, H. M. Smulders, J. J. Starkenbrug, J. Terdu, A. P. Valk,
B. Verhoeven, L. K. van der Vlist, J. Wassenburg, H. A. Wouters en
J. van Wijk.
Overeenkomstig de voordragt is besloten, de verzoekschriften sub 14
te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van berigt
en raad.
5'. Een adres van Commissarissen van den Oegstgeester straatweg, tot de
vernieuwing van het bestaande contract tusschen de gemeente Leyden en
concessionarissen van dien straatweg.
Overeenkomstig de voordragt is besloten dit ten fine van berigt en raad
te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en de Commissie van
Financiën.
6®. Rekeningen over 1861, van
a. de Armbakkerij
b. het Israëlitisch Armbestuur.
Overeenkomstig de voordragt is beslotendeze te stellen in handen der
Commissie van Financiën, om daarop te dienen van berigt en raad.
De heer Sikkel Groos. Ik wenschte te weten, mijnheer de Voorzitter,
of de redenen bekend zijn, die geleid hebben tot de plotselinge schorsingen
het daarop gevolgd plotseling herstel in functie van den commissaris van
policie Hendriks?
De Voorzitter. Ik verzoek den heer Sikkel Groos met deze zaak te
willen wachten tot straksals wanneer ik daaromtrent eene mededeeling
wensch te doen.
Er zijn vijf adressen ingekomendoch eer ik tot de mededeeling daarvan
overga, moet ik melding maken van hetgeen in den avond van 13 dezer
binnen de gemeente voorviel. Er hadden toen wanordelijkheden plaats, die
het gevolg waren van een weinig doordachten, en naar mijne beschouwing
onvoorzigtig genomen policie-maatregelgeheel buiten voorkennis van den
Burgemeester of mij genomen. Die maatregel had verzet ten gevolge, ja
spoedig ging meneerst tot baldadigheiden toen tot gewelddadigheden
over. Ik deed op de plaats zelve (Botermarkt) wat mogelijk was, om de
opgewonden menigte tot bedaren te brengenen trok den genomen policie- I
maatregel in. Het mogt mij echter niet gelukken de rust daar te herstellen
integendeel de opgewondenheid nam toe, men begon met steenen te werpen,
glasruiten werden ingegooid, de nog tegenwoordig zijnde policie-agenten ver
drongen en magteloos gemaaktoploopen op de Breêstraat en gelijke tooneelen
vielen voor het policie-bureau voor. Ik was toen genoodzaakt de hulp dei-
militaire magt in te roependie mij door den heer garnizoens-kommandant
spoedig werd verleend, en door de hulp waarvan het gelukken mogt, hoe
wel eerst des nachts ten drie urede rust te herstellen. Aan den avond
van den daarop volgenden Zondag hadden er op nieuw zamenscholing en
woelingen plaatsdie eenigen tijd duurden en niet eindigden voor dat er
een twaalftal der belhamels in hechtenis genomen waren. Sedert dien tijd
hielden de rustverstoringen op met de gevolgen dezer gebeurtenis staan de
volgende verzoekschriften in verband.
7°. Adressen van B. J. J. T. Bahlmann, M. Speyer, de wed. J. Creygh-
ton, G. P. van der Hart, en H. A. Tiemeyer, om vergoeding van geledene
schade ten gevolge der rustverstoring op Zaturdag den 13'lcn dezer maand.
Overeenkomstig de voordragt is besloten deze, ten fine van berigt en
raad, te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, alsmede, zoo
daartoe termen mogten aanwezig zijn, tenzelfden einde in handen der Com
missie van Financiën.
De heer Sikkel Groos. Ik heb gevraagd naar de redenen, die geleid
hebben tot de schorsing en het spoedig daarop weder gevolgd herstel van den
commissaris van policie Hendriks. Daarop heb ik geen antwoord gekregen.
De Voorzitter. Ik wil gaarne de vergadering over die zaak inlichten
maar aangezien het hier eene zaak van personen geldt, stel ik voor die in
besloten vergadering te behandelen.
De heer Sikkel Groos. Ik zie de noodzakelijkheid daarvan niet in. Mij
dunktde zaak is toch publiek genoeg.
De heer Gevers. Ik stel voor om de verdere discussiën in deze zaak
in besloten vergadering te doen plaats hebben.
Dat voorstel wordt ook door andere leden ondersteund.
De heer van der Hoeven. Maar ik zou dan voorstellen die besloten
vergadering te houden na afloop der aan de orde gestelde werkzaamheden,
ten einde de openbare vergadering door die besloten vergadering niet af te
breken.
Het voorstel om de bedoelde zaak te behandelen in eene besloten ver
gadering, na afloop der aan de orde gestelde onderwerpen, wordt hierop in
hoofdelijke omvrage gebragt en aangenomen met 17 stemmen tegen 1
(die van den heer Sikkel Groos).
Vervolgens legt de Voorzitter nog over:
8®. Eene missive van P. J. Broekhoff Jr.van den 24ei> der loopende
maand, behelzende kennisgeving van het overlijden van zijn vader, in leven
Commissaris van het Haagsche en Delftsche schuitenveer.
Deze wordt, overeenkomstig de voordragt, aangenomen voor kennisgeving.
9®. Adressen van A. J. Beauchez, D. Couwenhoveu, J. C. Emeis, Wz.
A. J. Trap, W. F. Hofkes, B. J. van TrotsenburgW. C. Verhoeven en
D. van Wijkom tot Commissaris van het Haagsche en Delftsche schuitenveer
te worden benoemd.
Overeenkomstig de voordragt is besloten deze te stellen in handen van
Burgemeester en Wethouders, ten einde daaromtrent van berigt en raad te
dienen.
10°. Voordragt van Burgemeester en Wethouders, aangaande de tegemoet
koming van leden der dienstdoende schutterijin de kosten hunner kleeding.
Overeenkomstig de voordragt is besloten, deze gedurende veertien dagen
ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen.
Aan de orde is:
I. De benoeming van eene tweede hulponderwijzeres aan de openbare
school voor meer uitgebreid lager onderwijs Is" klasse voor meisjes.
Voor deze en verder aan de orde gestelde benoemingen worden de heeren
le Poole, du Rieu en de Moen door den Voorzitter uitgenoodigd om met
hem het bureau van stemopneming uit te maken.
De heer de Moen. Alvorens tot deze benoeming over te gaan, mijn
heer de Voorzitter, wenschte ik de vraag te doen, of het wel in het belang
der inrigting is, dat op de nominatie in de eerste plaats voorkomt de zus
ter van de hoofdonderwijzeres. Ik zou vreezendatdoor zoodanige be
noeming, de gelegenheid daar is, in sommige gevallen, om de naauwe
betrekking van zusters tegen over de onpartijdige behandeling der leer
lingen te doen zegevieren. Ik weet zeer goed, dat wij daarom niet ver-
pligt zijn haar te stemmen, dat ik dan ook niet zal doen, als in strijd
met mijn beginsel, en ook daarom alleen.
De Voorzitter. Nergens is bepaald, dat eene zuster der hoofdonder
wijzeres van de mededinging naar de betrekking van hulponderwijzeres is
uitgesloten. En het blijkt uit de stukken, dat ook andere adressanten in
aanmerking zijn gekomen. Ik geloof dus, dat het aan de heeren vrij staat
omals zij zich bezwaard gevoelen hunne stem op de eerste uit te brengen
eene andere keuze te doen en mejufvrouw Renssen niet te benoemen. Er
zijn drie personen voorgedragen; uit deze moet één gekozen worden.
De heer de Moen. Ik geef toe, dat er geene bepaling bestaat, doch
daarom is niet alles wenschelijk en goed, dat niet door wetten wordt verboden.
17