Het voorstel der Commissie van Financiën is daarop aangenomen met 15 tegen 6 stemmen. Tegende heeren HarteveltTaets van Amerongenvan Kaathoven Goudsmit, Librecht Lezwyn en Driessen. IX. In beraadslaging wordt gebragt het adres van W. Bazuine om af schrijving van plaatselijke directe belasting over 1862. De conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders, waar mede de Commissie van Financiën zich heeft vereenigd, strekt om de ge vraagde afschrijving, ten bedrage van ƒ2.84, te verleenen en wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. X. Eindelijk wordt in beraadslaging gebragt het adres van het kerkbe stuur der Israëlitische gemeente betreffende de aflossing der uit de Stads- Bank vaii leening voorgeschoten gelden. Het rapport van Burgemeester en Wethouders daaromtrent luidt als volgt: u Burgemeester en Wethouders hebben de eer te berigten op het hierne vens gevoegd adres van het kerkbestuur der Israëlitische gemeente, dat aan dat bestuur ingevolge raadsbesluit in de maand Augustus des jaars 1858 een renteloos voorschot, groot ƒ3000, uit dezer Stads-Bank van leening is verleend, ten einde die gemeente in de verbouwing van haar kerkgebouw te gemoet te komen, onder bepaling van jaarlijksche aflossing bij termijnen van 300. Dat zij in 1859, 1860 en 1861 aan hunne verpligtingen heb ben voldaan en nu verzoeken, om redenen bij het adres vermeld, dat de aflossing over 1862 en vervolgens één jaar moge uitgesteld worden. Bur gemeester en Wethouders zouden van oordeel zijn, dat, op grond dat de adressanten aan de op hen rustende verpligtingen tot hiertoe naar behooren hebben voldaaner allezins termen bestaan hun dit verzoek in te willigen en nemen de vrijheid u daartoe bij deze te raden." De Commissie van Financiën raadt in haar rapport mede aan dit verzoek in te willigenzoodat alsdan de eerstvolgende termijn van aflossing zal ver schijnen in den jare 1864. De heer van der Hoeven. Ik zal voor het verzoek stemmenmaar ik heb ééne opmerking te maken. Het is niet volkomen juist, zoo als in het verzoekschrift staat, dat de zaak zonder bezwaar voor de gemeente is. Als er geene aflossing plaats heeft, is er altijd dat bezwaar, dat de gemeente gedurende langeren tijd het kapitaal mist. Maar ik heb niets tegen het verzoek en zal er voor stemmen. Het voorstel, waarover verder door geen der leden het woord wordt ge vraagd, wordt met algemeene stemmen aangenomen. Niets meer aan de orde van den dag zijnde wordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DKABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1862 | | pagina 4