VI. Vervolgens wordt In behandeling gebragt het adres van A. van Zessen, tot het leggen van een duiker in het Utrechtsche jaagpad. Ingevolge het rapport van de Commissie van Fabricage, die geen be zwaar heeft om aan den adressant te vergunnen het leggen van een dui ker in het jaagpad voor zijne woning over de Goudsche Sluis onder de gemeente Aarlandcrveenmits betalende een regt van 1.50 'sjaars, ra den Burgemeester en Wethouders in hun rapport dit verzoek toe te staan. Ook dit rapport, hetwelk tot geene beraadslaging aanleiding geeft, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VII. Hierop wordt in beraadslaging gebragt het adres van H. Loose, tot het leggen van een dam met duiker in de sloot voor zijne woning in den Huiszitten- en Meeslouwepolder. De conclusiën der rapporten van de Commissie van Fabricage en van Burgemeester en Wethouders strekken om het verzoek toe te staan. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig besloten. VIII. Wordt in beraadslaging gebragt een staat van af- en overschrij ving op de gemeente-begrooting van 1861. De conclusie van het rapport der Commissie van Financiën strekt om dien staat vast te stellen. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. IX. Wordt in beraadslaging gebragt een gelijke staat op de gemeente- begrooting van 1862, benevens suppletoire begrooting van het Werkhuis. Omtrent beiden wordt door de Commissie van Financiën eene gelijke conclusie uitgebragt als ten aanzien van het vorige punt. Ook hierover geene woordenwisseling ontstaan zijnde, wordt het voorstel tot vaststelling aangenomenterwijl de heeren Stoffelsde MoenKrantz en Driessen geacht worden zichkrachtens het bepaalde bij art. 46 der gemeentewet, buiten stemming te hebben gehouden. X. Worden in beraadslaging gebragt twee gelijke staten, A. en B, op de begrooting, dienst 1862. De Commissie van Financiën kan zich daarmede vereenigen en raadt aan die staten vast te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. XI. Worden in beraadslaging gebragt de rekeningen over 1861, van: a. het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis. De Commissie van Financiën adviseert die rekening goed te keuren en vast te stellen, in ontvang ter somma van 7,031.38 j, in uitgaaf tot 7031.05 alzoo sluitende met een batig saldo van f 0.33 J, waarvan in de eerstvol gende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan. Dienovereenkomstig wordt besloten. I. de Dienstdoende Schutterij. De Commissie van Financiën adviseert die rekening goed te keuren en vast te stellenin ontvang ten bedrage van ƒ5855.91 in uitgaaf ƒ5855.9 lj, en alzoo sluitende quite. Dienovereenkomstig wordt besloten. c. de Kamer van Koophandel en Fabrieken. De Commissie van Financiën adviseert die rekening goed te keuren en vast te stellen in ontvang ad 475.00, in uitgaaf ad 391.11, alzoo slui tende met een batig saldo van f 83.89, welke som den rendanten in korting zal strekken van de toelage over 1862. Dienovereenkomstig wordt besloten; hebbende de heeren Le Poole en Krantz, gedurende de behandeling dezer zaak, als leden der kamer van koophandel, de vergaderzaal verlaten. d. de Bank van Leening. De Commissie van Financiën adviseert die rekening goed te keuren en vast te stellen, in ontvang ad 268942.45{, in uitgaaf ad 242894.251, alzoo sluitende met een batig saldo ad 26048.20welke som in de eerst volgende rekening zal behooren te worden verantwoord. Dienovereenkomstig wordt besloten; hebbende de Burgemeester met de heeren Hubrecht en ten Sande gedurende de behandeling dezer zaak de vergaderzaal verlaten, terwijl het voorzitterschap inmiddels wordt waargeno men door den wethouder Stoffels. e. de plaatselijke School-Commissie. De Commissie van Financiën adviseert die rekening goed te keuren en vast te stellen, in ontvang ter somma van 156.50, in uitgaaf 150.63, alzoo sluitende met een batig saldo van 5.87van welke som in de eerstvolgende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan. Dienovereenkomstig wordt besloten; hebbende de heer Tollens gedurende de behandeling dezer zaak de vergaderzaal verlatenterwijl de Burgemeester ook toen nog afwezig is gebleven. De Burgemeester keert nu in de vergaderzaal terug. De heer Goudsmit. Mijnheer de Voorzitter, ik heb eene opmerking omtrent eene der behandelde rekeningen in het midden te brengen, en wel naar aanleiding van die van de Bank van Leening. Daarin komt o. a. een post voor van meergelden. Het is zeer natuurlijkdat die post daar voor komt, daar vele menschcn het zoogenaamde surplus niet opeischen. lntus- schen is liet voor mijn gevoel stuitend, dat de stad zich zoo doende ver rijkt ten koste van de mindere standen; en blijkens mijne ondervinding is de oorzaak meestal gelegen in onkunde, in zooverre als er velen zijn die geloovendat zij het regt op dat surplus verbeurd hebben. En nu wilde ik vragen, of daarin niet kosteloos zou kunnen worden voorzien, door ter gelegenheid van de maandelijksche advertentiën steeds daarbij af te kondi gen, dat degenen, die op die gelden meenen aanspraak te hebben, ze op bepaalde dagen en uren kunnen afhalen? of bestaat tegen dergelijken maat regel bedenking? De Voorzitter. Bij de eerste gelegenheid, dat Commissarissen eene vergadering houdenzal ik dit punt in bedenking geven. de Gezondheids-Commissie. De Commissie van Financiën adviseert die rekening goed te keuren en vast te stellen, in ontvang ter somma van 150.00, in uitgaaf 112.78 en alzoo sluitende met een batig saldo van 37.22, welke som in de eerst volgende rekening in ontvang zal moeten worden verantwoord. De heer de Moen. Ik verblijd mij dat deze eerste rekening zoo goed begonnen is, waaruit blijkt, dat er slechts een vierde gebruikt is van hetgeen was toegestaan. Wordt overeenkomstig het rapport besloten; hebbende de heeren Krantz en Tichler gedurende de behandeling dezer zaak de vergaderzaal verlaten. g. het Gereformeerd Minne- of armen oude mannen- en vrouwenhuis. De Commissie van Financiën adviseert die rekening goed te keuren en vast te stellen, in ontvang ad f 10585.45 Jin uitgaaf ad 10519.71L onder bepaling dat van het batig saldo ad 15.74 in de eerstvolgende rekening verantwoording zal worden gedaan. Dienovereenkomstig wordt besloten. h. Het Werkhuis. De Commissie van Financiën adviseert die rekening goed te keuren en vast te stellen in ontvang ter somma van 25405.40 .J, in uitgaaf 25296.18 alzoo sluitende met een batig saldo van 109.22J, welke som bij de eerstvolgende rekening in ontvang zal behooren te worden verantwoord. Dienovereenkomstig wordt besloten; hebbende de heeren Krantz, de Moen en Driessen gedurende de behandeling dezer zaak de vergaderzaal verlaten. XII. Eindelijk wordt in beraadslaging gebragt de suppletoire begrooting en staat van af- en overschrijving van Diakenen der Nederduitsch Hervormde gemeente, dienst 1861. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt die goed te keuren en vast te stellen. De heer Meerburg. Ik ben er wel voor het over te nemenmaar als de begrafeniskosten komen voor rekening van de stadwilde ik vragenof die begrafenissen dan niet beter konden geschieden dan ik vroeger wel ge zien heb. Het heeft mij al vroeger gestuit, dat de kisten daar zoo enkel op de graf burries werden vervoerd en soms zóó een wijl tijds op de begraaf plaats °bleven liggen, Dat was alleen het geval ten aanzien der Gerefor meerden niet van andere gezindheden. Ik zou wel willen wetenof daarin geene verandering kon worden gebragt, opdat de zaak niet meer zoo stui- tend zij. De Voorzitter. Deze bedenking behoorde eigenlijk te worden gemaakt, toen n°. 8 aan de orde was, maar komt hier niet te pas. Ik wil nogtans de zaak zooveel mogelijk overnemen. De heer de Moen. Ik begreep ook niet regt, wat de heer Meerburg bedoelde. Maar bij n°. 8 zijn alleen de doodkisten bedoeld; zijnde de be- grafenisplegtigheden aan de gezindheden overgelaten. Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DKABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1862 | | pagina 4