Bijblad No. 35* van het Kort Verslag der Zittingen van den Gemeenteraad van Legden. VERORDENING regelende de invordering eeriepplaatselijke belas ling op hel geslagt te Leyden. Art. 1. Wanneer de belasting gevorderd icordt. De plaatselijke belasting op het geslagt wordt inge vorderd bij den invoer binnen de gemeente van versch, gezouten, gerookt of gedroogd rund- en kalfs-vleesch. t Art. 2. Verificatie. Bij invoer van hoeveelheden van 50 ponden en daar beneden, geschiedt de verificatie aan de kantoren van toezigt en invordering; bij groolere hoeveelheden, aan de waag. Art. 3. Waarvan geene belasting teruggegeven wordt. Geene belasting wordt teruggegeven van gehakt vleeschvet of losse heenderennoch van hoeveelhe den beneden de vijf pond. Art. 4. Iloe lang op de bewijzen van wettigen inslag terug gave der belasting kan gevraagd worden. De bewijzen van wettigen inslag, op welken bij uitvoer teruggave van belasting plaats heeft, mogen voor versch vleesch niet ouder dan vijf dagen, en voor gezouten, gerookt of gedroogd vleesch niet ouder dan zes maanden zijn. VER ORDENING regelende de invordering eener plaatselijke belasting op hel binnen- en buitenlandsch Gedistilleerd en op de binnen en bui- tenlahdsche Likeuren te Leyden. Art. 1. Wanneer de belasting wordt ingevorderd. De invordering der plaatselijke belasting op het bin nen- en buitenlandsch gedistilleerd, op de binnen- en buitenlandsche likeuren of andere vermengde alcohol bevattende dranken, waarvan de sterkte of gehalte niet op de gewone wijze kan bepaald worden, geschiedt, wanneer daarvoor elders de rijks-accijns is belaakl, bij den invoer binnen de gemeente. Art. 2. Verificatie. Bij invoer van hoeveelheden van vijftig kannen en daar heneden, geschiedt de verificatie aan de kanto ren van toezigt en invordering; wanneer dit aldaar niet kan geschieden en hij groolere hoeveelheden aan scheeps boord, aan de losplaats of, wanneer de handelaren dit verlangen, aan het algemeen kantoor van toezigt. Art. 3. Invoer voor brandersdistillateursenz. Invoer van binnen- of buitenlandsch gedistilleerd voor branders of distillateurs, om in rijks doorloopend crediet of in rijks particulier eritrepót te worden opgeslagen, is niet geoorloofd dan onder geleide van een ambtenaar tot aan de plaats van den inslag. Art. 4. Uitslag uit branderijendistilleerderijenenz. Uitslag van gedistilleerd naar elders, op rijks ver- voerbilletten of volgbrieven uit branderijen, distilleer derijen en bergplaatsen van rijks doorloopend crediet of rijks particulier entrepot, mag niet geschieden dan on der geleide van een ambtenaar tot aan den post van uitvoer. Art. 5. Hoe lang men op de bewijzen van wettigen inslag hilletten krijgen kan. Om op de bewijzen van wettigen inslag billetten te kunnen verkrijgenmogen zij niet ouder zijn dan zes maanden. Art. 6. Voor welke hoeveelheden geene teruggave van belasting plaats heeft. Bij uitvoer wordt voor hoeveelheden beneden de twintig kan geene belasting teruggegeven. VERORDENING regelende de invordering eener plaatselijke belasting op den Wijn, Fruitwijn en Kunstwijn te Leyden. EERSTE HOOFDSTUK. Wanneer cle belasting wordt Ingevorderd. Art. 1. Wanneer de belasting wordt ingevorderd. Van wijn, fruitwijn en kunstwijn wordt de plaatse lijke belasting ingevorderd bij invoer, bij uitslag uit doorloopend crediet aan personen alhier wonende of hij bereiding binnen de gemeente met het doel om in den handel gebragt te worden. TWEEDE HOOFDSTUK. Terliïcatle bij invoer en opslag In doorloopend crediet. Art. 2. Waar de verificatie bij invoer geschiedt. Bij invoer van hoeveelheden van veertig kannen en daar beneden, geschiedt de verificatie aan de kantoren van toezigt en invordering; wanneer dit aldaar niet kan geschieden en hij groolere hoeveelheden aan scheeps boord, aan de losplaats of, hij aanvrage van den be langhebbende, aan het algemeen kantoor van toezigt. Art. 3. Opslag in doorloopend crediet. Aan alle handelaren in wijn, fruitwijn of kunstwijn wordt opslag in doorloopend crediet voor de plaatselijke belasting toegestaan, onder de volgende bepalingen: 1°. dat hun lager nimmer minder dan twaalf vaten bedrage; 2°. dat zij in geene mindere hoeveelheid dan van vijf kannen uilslaan. Art. 4. Bergplaatsen der handelaarsgenot hebbende van doorloopend crediet. Doorloopend crediet wordt aan geen handelaar ge opend dan nadat hij aan het algemeen kantoor van' ontvangst schriftelijk de bergplaatsen heeft opgegeven waarin de goederen, voor welker belasting crediet ver leend wordt, opgeslagen worden en aan het gemeente bestuur door horgtogt verzekering gegeven is. Bij ver andering van bergplaatsen moet hij daarvan op gelijke wijze en terzelfder plaatse binnen drie dagen kennisgeven. Boven den ingang dier bergplaatsen moeten de han delaars een hord stellen, waarop naar den verschillenden aard van de voorwerpen des handels met duidelijke let ters in olieverw slaat: Bergplaats van wijn of van fruitwijn of van kunstwijn in doorloopend crediet van(den naam des handelaars). Art. 5. Welke bergplaatsen niet worden toegelaten. Geene bergplaatsen worden tot opslag in doorloopend crediet toegelaten, wanneer de ligging zoodanig is, dat daarop moeijelijk toezigt is te houden, of wanneer zij op eenigerlei wijze met andere pakhuizen, kelders, woningen of winkels gemeenschap hebben. Zij mogen geenen anderen in- of uitgang hebben dan op straat. Wanneer de belanghebbenden zich door de afkeu ring van door hen opgegeven bergplaatsen bezwaard achten, kunnen zij zich tot Burgemeester en Wet houders ter bekoming eener eindbeslissing wenden. Art. 6. Van de bestaande bergplaatsen. De bepaling van het voorgaand artikel is niet toe passelijk op bergplaatsen, welke bij de invoering dezer verordening lot opslag in doorloopend crediet gebezigd worden en met bebouwde of onbebouwde erven ge meenschap hebben. Deze erven zijn echter in dat geval evenzeer aan onderzoek en peiling onderworpen als de bergplaatsen zeiven. In de woning mogen voor huisselijk gebruik te ramen niet meer dan veertig kannen wijn of fruit wijn of kunst wijn gevonden worden, welke door een bewijs van betaalde belasting moeten gedekt zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1855 | | pagina 3