kantoor van toezigt on invordering liet bedrag der be lastin» geconsigneerd of daar voor borg gesteld is. de betaling aan het algemeen kantoor van ont vangst worden de geconsigneerde gelden met de ver schuldigde belasting verrekend, en de borglogt vervalt. Art. 15. Consenl-billetlen lot invoer. Na do aangifte en na de consignatie van of borg stelling voor de belasting, verleent de gaarder aan den invoerder verlof tot invoer, volgens een daartoe be paald formulier; dit verlof of bewijs moet inhouden: 1°. l)en naam van den invoerder; 2°. De nommers, merken, soort, maat, getal ofgewigt der aangegeven goederen 3°. Den naam of de firma en de woonplaats van den Ïcrsoon aan wien zij zijn geadresseerd; Ie plaats, alwaar de goederen binnen de gemeente moeten worden geverifieerd; 5". De dagteekening en het uur, op hetwelk het consent tot invoer is afgegeven; 6% Den tijd tot het vervoer toegestaan; 7°. De losplaats; 8°. De wijze van inslag, met betaling der belasting of in plaatselijk doorloopend crediet; 9\ Hoeveel geld voor de belasting geconsigneerd, dan wel of daarvoor borg gesteld is. De aldus afgegevene bewijzen moeten gedurende den invoer der goederen daarbij lot dekking blijven, en aan de plaatselijke beambten, op hunne aanvrage, tel kens worden vertoond. Art. 16. Hoe te handelenwanneer een gedeelte der lading onbekend is. Ingeval de voerders van schepen en vaar- of voer tuigen onbekend zijn met den inhoud van sommige pakken, manden, balen, kisten of vaten, en de vracht brieven of cognoscementen dien niet aanwijzen, moe ten deze voorwerpen als van onbekenden inhoud aan de kantoren van toezigt en invordering aangegeven en aan het algemeen kantoor van toezigt in bewaring ge nomen worden. Zij worden aldaar geopend en de vervoerder opgeroepen om bij die opening tegenwoor dig te zijn. Art. 17. Invoer zonder bewijs of verlof verboden. Alle invoer van belaste voorwerpen zonder bewijs van betaalde belasting of zonder verlof tot invoer is verboden. Art. 18. Voorziening tegen misbruiken bij hel bestellen der aan belasting onderhevige goederen. Ter voorkoming van misbruiken door schippers of bestellers en van het hooger dan behoorlijk in rekening brengen der plaatselijke belasting van de door hen aangebragte of bestelde goederen, moet voor ieder adres een afzonderlijk bewijs van betaalde belasting genomen en aan de eigenaren of ontvangers der goe deren uitgereikt worden. Art. 19. Bevoegdheid van de beambten tot. het doen van visitatie en verificatie. De ambtenaren der plaatselijke belastingen zijn be voegd om, voorzien van hunne commissien, alle sche pen, vaar- en voertuigen, mitsgaders fusten, pakken, zakken, manden, kisten en in het algemeen alle voor werpen, waarmede goederen, aan plaatselijke belasting onderworpen, zouden kunnen worden of bereids zijn in gevoerd, te onderzoeken en te verifiëren. Dit heeft echter niet plaats, wanneer de goederen van wege het Rijk verzegeld zijn of onder geleide van rijksambtenaren vervoerd worden. De invoerders zijn verpligt zulks te gedoogen en te bevorderen, mitsgaders de vrachtbrieven en plaatselijke consenten te vertoonen. De beambten moeten de aanwezige invoerders uit- noodigen, om bij het onderzoek tegenwoordig te zijn. Zij moeten bij alle visitatien cene betamelijke voorzig- ligheid gebruiken, het geopende weder behoorlijk digt- maken en zich zorgvuldig onthouden de goederen te beschadigen, op straf van vergoeding der toegebragte schade. DERDE HOOFDSTUK Inslag. Art. 20. Kennisgeving van aankomst aan de losplaats Rij aankomst aan do losplaats moet de invoerder daarvan kennis geven aan het algemeen kantoor van toezigt. Art. 21. Geene lossing of verwerking zonder verificatie. Lossing of verwerking is niet geoorloofd dan in tegen woordigheid der ambtenaren met de verificatie belast. Art. 22. IVaar te verifiëren. De verificatie heeft plaats aan scheepsboordaan do losplaats of aan het algemeen kantoor van toezigt. Art. 23. Aanleekening van het bij verificatie bevondene. Na de" verificatie constateren de ambtenaren het be vondene door aanleekening op de keerzijde van het verlof tot invoer. Art. 24. Betaling der belasting. De invoerder vertoont het verlof lot invoer aan het algemeen kantoor van ontvangstbetaalt de belasting en ontvangt daarvan een bewijs. Art. 25. fVat het bewijs van betaalde belasting moet inhouden. Het bewijs van betaalde belasting houdt in: 1°. Den naam van den invoerder; 2°. De nommers, merken, soort, maat, getal of gewigt der goederen 3". Den naam of de firma en de woonplaats van den persoon voor wien de goederen bestemd zijn; 4°. Het bedrag der betaalde belasting; 5". De dagteekening en het uur der afgifte 6". Den tijd, gedurende welken het bewijs geldig is tot dekking van lossing, vervoer en inslag. Art. 26. Hoe de goederen bij inslag moeten gedekt zijn. Inslag van goederendie zonder billet niet mogen vervoerd worden, is verboden, ten zij gedekt door be wijs van betaalde belasting of door consent tot opslag in plaatselijk doorloopend crediet. Art. 27. Lossing en inslag bij nacht. Lossing, verwerking en inslag van goederen, die zonder billet niet mogen vervoerd worden, is gedu rende den nacht niet geoorloofd dan in tegenwoordig heid van een' ambtenaar. Art. 28. Opslag in doorloopend crediet. Rij opslag in doorloopend crediet moeten de formali teiten in acht worden genomen, voorgeschreven in de bijzondere verordeningen. VIERDE HOOFDSTUK. Uitslag en vervoer. Art. 29. Conscnt-billetten bij vervoer. Vervoer van belaste goederen boven de hoeveelheid bij de bijzondere verordeningen bepaald mag niet plaats hebben dan voorzien van een consent-billet. Art. 30. Geene consent-billet ten af te geven zonder bewijs van wettigen inslag. Geen consent-billet lot uitslag of vervoer wordt af gegeven dan op vertoon van een bewijs van wettigen inslag. De bijzondere verordeningen wijzen den lijd aan, gedurende welken de billetter), als bewijs van wettigen inslag, kunnen gelden. Art 31. Aanteekening van den uilslag op het bewijs van inslag. Op het vertoonde bewijs van wettigen inslag wordt door den ontvanger aangeteekend, hoeveel daarop we der uitgeslagen en vervoerd zal worden. Die aanleekening moet door hem onderleekcnd en het nommcr van het consent-billet vermeld worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1855 | | pagina 4