Vroegtijdig mobiliseren in
chirurgische kliniek
Geopereerd?-Dan het bed uit!
Weinig ruimte voor onze weidevogels
De Eiffeltoren bestaat
de strakblauwe Franse hemel. Op de
i
dat
dit
Zijn wij eenmaal boven dan wordt onze
GEDRAG
NOG NOOIT VERTOOND
GEVLEUGELDE WOORDEN
Wild schieten
WERKHERVATTING
OPERATEUR BESLIST
GENIAAL BOUWER
Iedereen weet natuurlijk
i
i
Waarom kunnen kieviten niet te
recht in hoog gras? „Dat heeft met de
Bij het neerschrijven van deze woor
den gaan mijn gedachten onwillekeu-
Bij navraag bleek bovendien, dat
De methode van het vroeg mobilise
ren heeft ook nog voordelen op ander
gebied: de patiënten zijn eerder uit
het 'ziekenhuis, hetgeen óf voor hem
zelf óf voor het ziekenfonds geringere
kosten geeft.
Tevens heeft het ziekenhuis daar
door weer eerder een bed vrij om een
andere zieke op te nemén, hetgeen ge
zien de nog steeds krappe ziekenhuis
ruimte ook niet onbelangrijk is.
Deze gang van zaken houdt niet in,
dat de patiënten nu thuis nog eens een
hele poos herstellend blijvend rond
hangen: er is een snellere reconvales
centie, er is een snellere arbeidsge
schiktheid.
Hoe later op de avond, hoe wilder het
festijn werd. Na afloop van de jacht
(binnenskamers) werd al een voorproef
je genomen aan een gezamenlijke dis,
zij het dan ook met tam vlees. Wethou
der Huigsloot reikte de prijzen uit. De
schutters met hun wild, werden ver
eeuwigd met het oerwoud als achter
grond.
VOORHOUT - Traditiegetrouw hield
de schietvereniging St. Hubertus op 18
december in de nog oude getrouwe
„Bonte Koe” haar jaarlijkse schietwed
strijd op wild. Zoals gewoonlijk bij der
gelijke wedstrijden was de opkomst
zeer groot. Menigeen liet zich dit fes
tijn niet ontgaan. Dit jaar bestonden de
prijzen uit fazanten Degenen die niet
in de prijzen vielen kregen ’n kippetje.
Wat dit laatste betreft, dat is wel
eens als volgt onder woorden gebracht:
„de geopereerde patiënten krijgen
nauwelijks de tijd meer om zich eens
op hun gemak echt ziek te gaan voe
len”.
Bij het vroege mobiliseren ziet men
het gevreesde verschijnsel van het
„doorliggen” vrijwel niet meer optre
den. Opvallend is ook de duidelijk
verminderde behoefte aan verdoven
de medicamenten en aan slaapmidde
len.
De lichaamskrachten treden bij de
nieuwe behandelwijze sneller terug: er
is een gunstige invloed op de functie
van de ademhalingsorganen, het maag-
darmkanaal, de nieren, de stofwisse
ling, de temperatuurregulatie en de
bloedcirculatie.
Het betere moreel en de grotere op
gewektheid van de patiënten zijn, al
hoewel onmiskenbaar, moeilijk in ge
tallen vast te leggen.
Er is de laatste jaren wel het een en ander veranderd op de ziekenzalen
waar de geopereerde patiënten worden verpleegd. Tot grote verbazing van de
zieke en zijn familieleden moet de geopereerde persoon al spoedig na het
chirurgisch ingrijpen uit z’n bed komen. Alhoewel deze methode reeds vrij
algemjeen en met groot succes wordt toegepast, bestaat er bij het publiek nog
steeds een soort wantrouwen tegen deze heilzame handelwijze. Zo vooruit
strevend als de mensen soms zijn als het om de allerlaatste snufjes gaat (diep
vriesmaaltijden, noordzee-antennes, afwasmachines) op bepaalde punten kun
nen de mensen ook bijzonder conservatief zijn.
De resultaten bij een grote groep
aldus nabehandelde patiënten zijn ver
geleken met een gelijkwaardige con
trolegroep uit de tijd vlak voordat deze
nieuwe methode werd ingevoerd.
tachtig procent van de aldus behandel
de patiënten bij een eventuele volgen
de operatie andermaal vroeg gemobili
seerd zou willen worden.
Dit alles wil natuurlijk niet zeggen,
dat het voor iedereen en onder alle
omstandigheden goed is als het bed
spoedig na de operatie wordt verlaten.
Ook de scholekster ondervindt geen
moeilijkheden in hoog gras”.
Alles bij elkaar gaat het dus niet zo
goed met de weidevogels in ons land?
„Nee. De kievit heeft zijn moeilijkhe
den, de anderen, grutto, kemphaan, tu
reluur en scholekster zien een belang
rijk gedeelte van hun kroost verloren
gaan door de maaimethoden.
Trekvogels als ooievaars en ook an
dere worden hoe langer hoe minder
gesignaleerd. Bovendien is er niet veel
tegen te doen. Onze samenleving gaat
door, er blijft steeds minder natuur
over en we kunnen de boel niet stop
zetten alleen voor bepaalde vogels. Dat
zal ook wel voor andere vogels gelden.
Toch wordt er nauwkeurig onderzocht
wat we voor de vogelstand kunnen
doen en misschien vinden we een op
lossing waardoor deze overbekende
vogels toch voor ons land behouden
kunnen worden.”
ANDERE VOORDELEN
MINDER COMPLICATIES
De uitkomsten van dit onderzoek
waren buitengewoon interessant. Het
percentage complicaties na de operatie
daalde met deze nieuwe behandelwijze
van 29.7 tot 13.3. Het aantal sterfgeval
len, dat bij de controlegroep reeds bij
zonder klein was, bleek in de groep
der vroeg gemobiliseerden nog weer
kleiner te zijn.
Een stralend lentezonnetje staat aan
terrasjes van de ontelbare typisch Parijse cafeetjes, met hun leuk bewerkte
tafeltjes en stoeltjes laten de gasten de zonnestralen onbeperkt op hun gelaat
spelen. Er heerst een gezellige drukte op straat, spelende en lachende kinderen
hollen om het hardst, een paartje loopt dromerig innig elkaar omstrengeld
langs de Seine, terwijl een krantenjongen het laatste nieuws aan de man tracht
te brengen. Het verkeer raast aan alle kanten aan ons voorbij, een automobi
list heft druk scheldend zijn arm op naar een brozem, die met zijn lichte brom
fietsje rakelings aan hem voorbij schiet.
moeite dubbel en dwars beloond. Want
zelden zien wij zo’n mooi vergezicht.
Bij helder weer kunnen we zelfs 80
kilometer ver kijken.
Toch heeft de Eifeltoren aan veel
kritiek bloot gestaan, want nadat ir.
Eiffel haar in twee jaar en twee maan
den had opgebouwd, begon men al
spoedig te beweren, dat Marianne een
lelijke kroon had gekregen op haar
prachtige hoofd. Men wilde haar zelfs
slopen, maar gelukkig voor de Parij
zenaars en met hen voor de duizenden
vreemdelingen heeft men hier een
stokje voor kunnen steken.
Thans is men met de toren ver
trouwd geraakt en zij is niet meer uit
de lichtstad weg te denken. Zij ver
leent goede diensten aan meteorolo
gische en astro-fysische waarnemingen
en is het station voor draadloze tele
grafie, klank- en beeldradio.
Bovendien trekt zij dagelijks hon
derden toeristen, die er graag enkele
francs voor over hebben niets van dat
prachtige schouwspel boven te missen
en zeker een klein Eiffeltje mee naar
huis nemen
Kort na de laatste wereldoorlog
werd er op de chirurgische afdeling
van het Academische Ziekenhuis te
Leiden een begin gemaakt met het zo
genaamde „vroeg mobiliseren”. Dat
wil zeggen, dat de patiënten aldaar
twintig tot twee en zeventig uur na de
operatie het bed reeds een ogenblik
mochten verlaten. Dat was iets wat
voordien nog nooit was vertoond!
Welke zijn de weidevogels, die in
aantal afnemen? „Eigenlijk allemaal.
De kievit voorop, de grutto, de ture
luur, de kemphaan en de scholekster,
allemaal hebben ze hun moeilijkheden
om in ons land te broeden en jongen
groot te brengen. Vooral de kievit
schijnt het moeilijk te hebben.
Vroeger dacht men dat de oorzaak
gezocht moest worden in het eierrapen,
waardoor er teveel broedsels verloren
zouden gaan om het aantal in stand te
houden. Daarom worden er wettelijk
beschermingsmaatregelen genomen. Al
in 1914 werd er een sluitingsdatum
voor eierrapen ingevoerd die twee da-
vroeger lag dan tevoren, en met de
nieuwe vogelwet van 1936 werd be
paald dat de raaptijd voor kievits
eieren op 20 april zou eindigen. An
dere weidevogels werden toen ook be
schermd. Maar voor de kievit hielp
dat helemaal niet. Hun aantal bleef
achteruit gaan.
Toen kwam men op de gedachte dat
de moderne manier van maaien, met
machines misschien veel eieren en jon-
In 1878 ontwierp Eiffel reeds pavil
joens voor de te houden tentoonstelling
in de Franse hoofdstad. Hij was een
van de belangrijkste bouwmeesters
van bruggen en viaducten in Frankrijk
in zijn tijd. Bovendien was hij een van
de meest grote en geniale ontwerpers
van de sluizen voor het Panamaka-
naal. Maar niet alleen staal- en ijzer -
constructies waren zijn grote kracht
en levenslust, zijn belangstelling greep
ook de aerodinamica. Voor de ontwik
keling van deze in zijn tijd betrekke
lijk nieuwe wetenschap richtte hij in
1912 een speciaal laboratorium op. Op
28 december van het jaar 1922 kwam
ook aan zijn geniale werklustige leven
een einde.
Wij weten allemaal dat zijn staaltje
van staalconstructie een hoogte heeft
van maar liefst 300 metr. Stel U eens
voor, drie Utrechtse domtorens op el-
ge vogels zou doden en vernietigen.
Inderdaad gaan daardoor heel wat
broedsels verloren, van 10 tot 30%.
Maar de vogel met het hoogste ver
liescijfer, de kievit die het ernstigst
bedreigd wordt, kent na de maaitijd
nog een tweede legsel, die dat verlies
weer bijna voor de helft compenseert,
zodat er nog andere oorzaken gezocht
moeten worden voor de teruggang.
Voor de andere genoemde soorten is
dat verlies aan broedsel door het
maaien wel de belangrijkste oorzaak.
GRASLAND
Heeft de kievit nog andere moeilijk
heden? „Ja, helaas wel. Deze vogel
kent, zo heeft men nog niet zo lang
geleden ontdekt, inderdaad gebrek aan
woonruimte. Ze is namelijk gewend te
broeden op bepaalde soorten laag blij
vend grasland. De kievit is er op ge
bouwd zich te bewegen in laag gras.
Grutto’s en scholeksters hebben niets
tegen hoog gras, maar de tureluur en
de kemphaan schijnen er ook niet mee
in hun schik te zijn. En juist dat korte
gras, wat vroeger genoeg voorkwam in
ons land, het blauwgrasland, vindt de
kievit hoe langer hoe minder. Dat
rig terug naar de grote didact prof.
Lameris, hoogleraar in de chirurgie
aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
Lameris leerde zijn studenten reeds
ver vóór de tweede wereldoorlog ,,le
mouvement c’est le vie”: beweging is
leven.
blauwgrasland is tegenwoordig niet
economisch meer voor de grasteelt,
omdat het maar eenmaal per jaar ge
maaid kan worden.
Door toepassing van kunstmest ver
dwenen die grassoorten en werden
vervangen door veel frisser groene
grassen, die hoog werden en vaker per
jaar gemaaid konden worden. Natuur
lijk uitstekend voor de graswinning,
maar de kievit kon zijn blauwgras
land steeds moeilijker ontdekken.”
De volledige uitslag is: le groep: le
prijs J. Kraakman 59 pt.2e prijs J. La
keman 58 pt.; 3e prijs H. v. Gent 58 pt.;
4e prijs J. v. Steyn 57 pt.; 2e groep: le
prijs J. Wempe 55 pt.; 2e prijs J. War
merdam 49 pt.; 3e prijs J. Westerhoven
49 pt.; 4e prijs H. v. Welzen 48 pt.
nu tachtig jaar
kaar! Maar het is niet meer d.e hoogste
toren van Europa sinds de t.v. haar
intrede deed. De tegenwoordige tele-
viisetorens, zoals die te IJsselstein
met zijn 382,75 meter, overtroeven de
Eiffel glansrijk.
Misschien is het wel aradig om nog
enkele cijfers te noemen. Het gehele
gevaarte weegt 7 miljoen kilo, bestaat
uit 12.000 metalen delen, welke met
2.5 miljoen klinkbouten aan elkaar
zijn gehecht. De onderbouw rust op
betonblokken van 676 m2. De vier po
ten van het gevaarte staan 129 m. uit
elkaar. Het eerste platform ligt op een
hoogte van 57,63 meter, het tweede op
een hoogte van 115 m en op 190 meter
verenigen zich de 4 stijlen tot één en
kele, die op een hoogte van 276 meter
de derde verdieping draagt. Daar weer
boven op een hoogte van 300 meter ligt
een balkon van 1,6 middellijn, dat
via een wenteltrap is te bereiken. De
bouwkosten bedroegen zo’n slordige
6.5 miljoen goudfrancs.
De derde etage is via een lift te be
reiken. Als wij zouden moeten lopen
zouden wij er dagwerk aan hebben.
VISITEKAARTJE VAN PARIJS
De lichtstad leeft het leven van elke
dag. Ieder doet zijn werk op zijn eigen
manier. De een drinkt een heerlijke
fles bourgogne met een zakenrelatie,
de ander tracht pikante plaatjes te
slijten aan de vele buitenlandse gas
ten, die hier in elk jaargetijde te vin
den zijn. En boven dit alles rijst maje-
stues en machtig het slanke skelet van
de 300 meter hoge Eiffeltoren op.
Parijzenaar zei eens tegen me „Als
hier geen Eiffeltoren meer zou zijn,
dan zou Parijs zijn hart verloren heb
ben”.
Doch zij staat er nog altijd, ondanks
het geweld van twee wereldoorlogen
even krachtig en fier als 80 jaar gele
den, toen zij werd opgetrokken voor
een te houden wereldtentoonstelling
ter gelegenheid van het eeuwfeest van
de Franse revolutie.
Zij staat aan het prachtig aangelegde
Champ de Mars, in een modern stuk
Parijs met rondom dure woonwijken,
fraaie parken en de traag stromende,
schitterende Seine.
Dat Nederland een van de dichtstbevolkte landen ter wereld is, uit
zich in meer punten dan het gebrek aan woon- en andere ruimte. De
steeds meer toenemende bebouwing van wat vroeger open land was
voor de woningbouw, de expansie van de steden en de steeds perfecter
wordende bewerkingsmethoden in de landbouw hebben ook tot gevolg
dat onze natuur op sommige punten ernstige verliezen lijdt. Vooral
waar het onze weide- en trekvogels betreft, schijnt er voor hen steeds
minder ruimte over te blijven, hetgeen resulteert in een elk jaar kleiner
aantal ooievaars dat nog in ons land broedt, maar daarnaast ook een
sterk verminderd aantal weidevogels, de sinds eeuwen zo vertrouwde
stoffage van onze landschappen, waardoor tradities konden ontstaan
als het elk jaar aanbieden van het eerste kievitsei aan de koningin. We
spraken hierover met de heer R. Dosselahr, iemand die al sinds jaren
de gedragingen van onze weidevogels bestudeert.
VOORAL DE KIEVIT KOMT
IN HET NAUW
Voor de Parijzenaar is dit als van
zelfsprekend. Hij kent zijn stad enkel
nog maar met deze machtige staalcon
structie, maar voor de buitenlander en
vreemdeling zal dit strakke bouwwerk
toch altijd het visitekaartje van de
miljoenenstad blijven. Eén rasechte
tweede wereldwonder haar naam te
danken heeft aan haar ontwerper en
bouwer ir. A. G. Eiffel. Alexandre
Gustave Eiffel werd geboren op 15 de
cember 1832 te Dijon waar in 1964 een
Eiffel-festival is gehouden bij welke
gelegenheid een bronzen standbeeld
van deze geniale bouwer werd onthuld.
bouw van deze vogels te maken. De
manier van lopen, wat hij veel doet
trouwens, gaat hem moeilijk af. In te
genstelling tot de grutto heeft hij korte
poten, en hij knijpt de tenen niet ge
noeg samen, waardoor hij steeds weer
verstrikt raakt in hoge grashalmen,
die tussen die tenen komen. Daardoor
valt hij doodgewoon om.
Bovendien moet hij snel lopen, in
derdaad als een kievit, hij waggelt als
het ware. De grutto heeft daar geen
last van. Die tilt ziin lange poten hoog
op, en buigt zijn tenen gesloten achter
waarts. Hij kan goed op een poot staan
en dus manoevreren, er komt geen
gras tussen de tenen.
De chirurg is derhalve de man, die
telkens dient te beslissen of het vroeg
mobiliseren in aanmerking komt. Al
leen hij beschikt over de nodige gege
vens en over de noodzakelijke kennis.
Bovendien is het de chirurg die de
verantwoording draagt.
Overigens blijkt de methode van
„het vroege opstaan” vrijwel geen na
delige gevolgen te hebben, zij past ge
heel in het kader van de moderne in
zichten der genezing.
Volgens deze moderne opvattingen
is het immers van het allergrootste be
lang, dat de patiënten zelf een actief
aandeel hebben in hun herstel!