Twintig jaar onschuldig in
de gevangenis
Na dertig jaar geschiedde
den „Evangelieman" recht
Acteur als dirigent
Laatkomers
-A
bel
Sneeuwvlok - de Eskimo" WIM
Zichtbaar gemaakte muziek
Cultuurfilm der Ufa
Onderduiken in de literatuur
Steriliseer geen pap
of melk
Zijn letterraadsels
moeilijk?
Geldige bonnen
ZOET ROGGEBROOD
GEBR. TEN HOEVE
iMnm
zorgt voor sterke
babies!
NIEUWS
BLOEM
BONNEN!
KOOPMANS
PANNEKOEK
4 MEEL
Tis/litcc
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1944 2D
Zo wanhopig het jongemeisje is, dat op een
zoele zomeravond van het jaar 1820 in de
kloostertuin van het idyllisch aan de oever van
de Donau gelegen dorpje St. Othmar zich in de
armen heeft gevlijd van een jongeman, zo ener
giek en vastberaden is hij.
Maak je geen zorgen, mijn kind; lk verlaat
morgen St. Othmar en trek naar Wenen, waar
een bekwaam en vlijtig rechtsgeleerde minstens
even goed zijn brood zal kunnen verdienen als
hier. Zodra het mij gelukt is daar een betrek
king te krijgen, kom ik je halen en dan staat
niets ons geluk meer in de weg."
Het is de griffier Mathlas Freudhofer, die
Martha, de uitverkorene zijns harten, verslag
uitbrengt van een alleronaangenaamst onder
houd. dat hij heeft gehad met zijn chef, den
prior Friedrich Engel van het Benediktijner-
klooster, die verstoord is over de verhouding tus
sen zijn nicht en zijn schrijver.
Hij heeft mij grof beledigd en met ontslag
gedreigd, als ik je niet opgeef. Ik heb hem aan
het verstand gebracht, dat ik geen lichtzinnig
vrouwenjager ben en het ernstig met je meen,
maar het leek. of deze verzekering zijn verstand
Juist de op vlucht joeg. Hij vergat al zijn waar
digheid van geestelijke, sloeg mij met de vuist
en beval mij, onmiddellijk mijn kof
fer te pakken en het klooster te ver
laten."
Arme jongen! Maar ik blijf je
trouw en zal op je wachten tot je
mij naar Wenen komt halen. Daar
zullen we samen gelukkig zijn."
Verstoord liefdesgeluk
Getroost met de verzekering van
haar trouw sluit Mathias zijn Mar
tha opnieuw in de armen en het
jonge paar verliest zich in toekomstr
dromen en liefdesgeluk. Maar plot
seling schrikt het meisje op, springt
overeind en roept luidkeels; „Mijn
hemel, Mathias. brand! Het klooster
waar een dikke rook komt aange-
staat. in brand!"
Beiden snellen naar de plaats, van-
kronkeld en waar de vlammen reeds
aan het grote gebouw lekken. Het
is de woonvleugel van den prior,
waar de brand woedt. Mathias Freud
hofer bedenkt zich geen ogenblik en
snelt, te hulp met emmers water,
terwijl Martha de dorpsbrandweer
gaat waarschuwen, die spoedig het
blussingswerk overneemt, maar niet
verhinderen kan, dat bij het mor
genkrieken de aangetaste vleugel
van het Benedlktijnerklooster een
ruïne is. Het onderzoek van de
brandweer komt tot de gevolgtrek
king van brandstichting
Wie is de dader? Het blijft een
open vraag. Friedrich Engel, die
tijdig het vege lijf wist te redden,
kan slechts één persoon noemen die
als de schuldige in aanmerking komt;
zijn griffier Mathias Freudhofer, dien
hij kort tevoren uit het klooster had
weggejaagd. „Alleen deze deugniet
kan de brandstichter zijn! Hij heeft
zich willen wreken!" herhaalt hij
steeds op woedende toon. Martha,
Opera's, die
„echt gebeurden"
die voor Mathias getuigen kan, wordt
niet geloofd, want zij is belangheb
bende
Een levensdrama voltrekt zich
Mathias Freudhofer moet zich
wegens brandstichting voor het ge
recht verantwoorden. Hij heeft een
alibi maar het wordt niet aanvaard.
Martha wordt als getuige gewraakt,
Friedrich Engel legt een waarschijn
lijk getuigenis ten laste af en de enige
ovc-rigc getuige is de leraar Johan
nes Freudhofer, Mathias' broer, bij
wien hij tijdens zijn studietijd in
huis was. maar die ook Martha be
mint en zijn broer diens geluk bij
het meisje benijdt. Hij legt een zo
onverschillige verklaring af, dat zij
generlei ontlastende waarde heeft.
Het gerecht verklaart Mathias schul
dig en veroordeelt hem tot twintig
jaar gevangenisstraf.
Twintig jaar zucht een jongeman
in de kerker, waar hij de beste tijd
van zijn leven verslijt en vroeg ver
grijst. Van zijn afwezigheid, maakt
Johannes gebruik om alsnog Mar
tha's hart en hand te winnen, maar
zij wijst hem af. Zij is aan de wan
hoop ten prooi en in haar vertwijfe
ling stort zij zich op zekere dag in
de Donau om zo een droevig einde te
maken aan haar leven, dat voor haar
geen waarde meer heeft. Mathias
zit zijn straf uit. maar kan als ont
slagen gevangene geen behoorlijk
werk meer krijgen. Hij wordt tenslot
te straatprediker en verkondigt met
woord en lied het Evangelie.
De ontknoping van het drama
Zo komt hij als gebroken en ver
grijsd man op een dag van het jaar
1850, dus dertig jaar na zijn veroor
deling, op een plein in Wenen en
zingt er ziin lied „Selig sind, die Ver-
folgung leiden". Men roept den
..Evangelieman", zoals de straat
prediker wijd en zijd bekend is. om
bijstand te verlenen aan een sterven
de en. zoals immer bereidwillig, be
geeft hij zich in het huis. waar men
hem nodig heeft. In een der vertrek
ken ligt een doodzieke man, die op
zijn sterfbed biechten wil. En de
„Evangelieman" verneemt tot zijn
ontzetting, dat de stervende Jo
hannes Freudhofer is. die dertig jaar
geleden brand stichtte in het Bene-
diktijnerklooster te St. Othmar uit
minnenijd jegens zijn broer Mathias.
De ..Evangelieman" maakt zich nu
bekend en vergeeft zijn zondigen
broeder, voor deze voorgoed de ogen
sluit.
In een neven vertrek heeft de huis
bewaarster de biecht van den ster
vende mede aangehoord. Zij is ge
tuige in een rehabilitatieproces, dat
ten gunste van Mathias wordt aan
hangig gemaakt en dat zijn on
schuld aan het licht brengt; te laat
echter om het onrecht ongedaan te
maken, dat zich aan hem heeft vol
trokken. Maar Mathias Freudhofer
vindt kracht naar kruis en met die
kracht zet hij zijn menslievend le
venswerk voort, na zijn eerherstel
nog meer geacht en bemind dan
voordien. „Selig sind, die Verfolgung
leicren"...
Dit is de beginregel geworden van
een beroemde aria uit „Der Evange-
limann"; de opera, die de Oosten
rijkse toondichter Wilhelm Kienzl in
tekst en op muziek bracht naar de
novelle, die Meissner van deze ge
rechtelijke dwaling te boek had ge
steld. Op 4 Mei 1895 werd „Der
Evangelimann" voor het eerst te
Berlijn opgevoerd en sedertdien is
deze opera een der geliefdste num
mers van het Duitse repertoire ge
worden een echte volksopera, die
ook tot de eenvoudigen spyeekt en
Wilhelm. Kienzl, de
tekst- en toondichter
van de volksopera „Der
Evangelimann".
Cliché AP.)
die dezelfde weg ging, waarlangs een
Lörtzing, een Weber, een Humper-
dinck het hart van het volk vonden.
Directeur: H. J. Kerkmeester, Bus-
sum; hoofdredacteur: Hendrik Lindt.
Amsterdam; plv. hoofdredacteur; lr. A
H. de Haas van Dorsser, Haarlem
binnenland; J. v Grieken; illustratie
en opmaak: R Kampstra; volkscul
tuur en kunst: M Wolters, muziek:
G. K. Krop; sport: J. J. Llber; adver
tenties: A, H. Lammers, allen te Am
sterdam, K 113
Een naarstig lezer heeft uitgeplo
zen, dat de leuze „Viva Verdi" niet
af te leiden was uit een opschrift
..VIVA Vittorio Emmanuele. Re D'
Italia", hetwelk de burgers van Na
pels tijdens de moeilijkheden, welke
Verdi ontmoette bij het lanceren van
zijn opera „Un ballo in maschera",
op de stadsmuren schreven, maar
dat de afleiding juist andersom was.
De Italiaanse patriotten vreesden
n.l. niet de bejubeling van hun par
tijgenoot Verdi, maar wel die van
den koning.
Wij steken dezen bolleboos gaarne
een pluim op de hoed voor deze mu
ziekhistorische troef, maar troeven
hem tegelijkertijd terug, als hij met
zijn vondst de politieke identiteits
verandering van Verdi naar ons ver
schuift. Verdi heeft wel degelijk het
politieke front gezwenkt, toen hij
niet alleen de titel van zijn opera,
maar ook de personen en de plaats
van handeling veranderde om zijn
opera tot een opvoering te doen
komen.
oals een journalist van alles moet
weten, zo moet een acteur van alles
kunnen. Weliswaar heeft hij vele
hulpmiddelen; voor schermen, bok
sen en... masseren (John Soer in
„Colinette") kan hij les nemen; voor
piano- of vioolspelen gaat dat ook
enigszins maar al bezwaarlijker, om
dat dit begrip voor muziek en het
betrokken instrument vereist en
mede, omdat hierbij altijd een echte
pianist of violist achter de schermen
nodig is. Wie heeft nooit het stom
me gehaspel aanschouwd van de tal
loze „Tannhausers", die in de Venus
berg-scène op de stumperigste ma
nier hun luit beaaiden?
Dat de directeur als dirigent moet
optreden, komt op het toneel uiter
aard nimmer voor, althans niet als
dirigent in functie. Bij de film is
dat anders en daar leert de ervaring,
dat dit een der moeitVjkste opgaven
voor den filmspeler is. Meer nog
dan de bespeling van een instru
ment vereist het bespelen van een
orkest inzicht in de muziek en in de
behandeling van „het materiaal". In
meer dan één film heeft men den ac
teur als muzikaal leider een figuur
zien slaan; zeker meer dan men een
dirigent als filmacteur zag falen! In
de meeste .muziekfilms" heeft men
dan ook maar angstvallig vermeden,
den acteur, die een musicus moest
voorstellen ook als dirigent te laten
optreden.
In de thans onderhanden zijnde
film „Die Degenhardts" moet de
filmspeler Ernst Legal een concert
leider voorstellen in een uitgebreide
muzikale scène. Hij dirigeert daar
n.l. eht slotkoor van Haydns „Schöp-
fung". Dit vereist een volledig bezet
symphonie-orkest, een groot ge
mengd koor en solisten, die zich
onder zijn leiding moeten stellen.
Het befaamde koor van Bruno Kittel
staat op het orgeloxaal ener kerk
opgesteld; beneden zit het orkest der
Berliner Philharmonie en vlak voor
den dirigent vinden de solisten hun
plaats. Dit grote geheel moet Legal
als een echte dirigent leiden en
naar verluidt doet hij dit ideaal.
Eer Ernst Legal het zover heeft
gebracht, moest hij een lange en ge
duldige leerschool doormaken. Hij
moest eerst houding, gebaar en mi
miek van een echten dirigent gron
dig bestuderen en met zijn muzikale
indrukken associëren. Daarna moest
een dirigent hem de Juiste gebaren
bijbrengen en vervolgens was nog
een langdurig oefenen nodig om alles
precies te doen „kloppen". De aard
van deze scène maakte toepassing
van filmtrucs onmogelijk. Alles
moest „echt' zijn en als de Ufa ons
niet bedriegt (Waarom zou zij?), dan
is hier een volkomen geslaagd resul
taat bereikt
Meer dan eens hebben wij er al
op gewezen, hoe ons concert- en
schouwburgpubliek zich wel verjongt,
maar niet in alle opzichten verbetert.
Men zou het huidige publiek kunnen
splitsen in een ervaren en een oner
varen deel. Het laatste zou van het
eerste kunnen en moeten leren, maar
enerzijds lijkt het vermogen, ander
zijds de bereidheid niet bijster groot.
Het vermogen faalt, waar oude mis
bruiken zich handhaven; de bereid
heid schiet tekort, waar opvoeding
en desnoods dwang ontbreekt.
Een vooruitgang is ongetwijfeld,
dat men niet meer naar concert of
schouwburg tijgt om zich te laten
zien als kunstliefhebber. Men mag
gerust zeggen, dat het publiek van
vandaag de dag komt uit oprechte
kunstzin en behoefte. De pantoffel
parades in wandelgangen en foyers
behoren vrijwel tot het verleden, al
is de gezelligheid er niet minder om.
Een vooruitgang is ook, dat men gre
tiger de nieuwere kunst verwerkt en
waardeert, waardoor het repertoire
van muziek en toneel zich vernieuwen
kan, zonder dat dit gestraft wordt
met de schittering der afwezigheid.
Maar dan is men vrijwel uitgepraat.
Want men ziet algemeen, dat onpret
tige gebruiken als het te laat komen
zich handhaven. De laatkomers geven
er zich in hun blijdschap, toch nog
gauw naar binnen te kunnen slippen,
blijkbaar geen rekenschap van, dat
zij zeer hinderlijk zijn voor aegenen,
die zich de moeite gaven op tijd aan
wezig te zijn en hun aandacht reeds
op het podium gespannen hebben. Dit
geldt nog meer. wanneer die laat
komers zich niet bescheiden bij een
deur posteren, tot zich een geschikte
gelegenheid voordoet om hun plaat
sen in te nemen, maar zich nog
tijdens de uitvoering van hun ver
meend recht verzekeren. Men kent
het hinderlijk schouwspel, als^één
laatkomer zich naar zijn plaats be
geeft. Soms moet een halve rij toe
schouwers opstaan en nog angstvallig
de voeten bergen, willen zij niet uit
dank voor hun bereidwilligheid op de
tenen getrapt worden. Niet alleen die
halve rij mensen, maar vaak ook nog
de achter hen zittenden ondervinden
storende hinder van dien énen laatr
komer.
Voor de concertzaal is van hoger
hand reeds het voorschrift gegeven,
dat tijdens de uitvoering van een
muziekwerk niemand mag worden
binnengelaten behalve in een afge
schoten deel van de zaal, waar de
zondaars moéten blijven tot zij zon
der stoornis voor anderen hun plaats
kunnen bereiken. In de practijk is
er weinig van terechtgekomen, om
dat dit voorschrift volstrekt onvol
doende wordt nageleefd. In de
schouwburg, waarvoor wonderlijk
genoeg nog geen dergelijk voor
schrift is gegeven, kan de hinder
nog groter zijn.
Wat de concertzaal- en schouw
burgdirecties moesten doen, heeft
onlangs een dirigent geprobeerd.
Tijdens een concert van de H.O.V.
met de mondharmonica
Roman door Manfred Hausmann
10)
„Je hebt gelijk. Jumbo! Dat had
ik niet gedacht!"
„Wat had Je niet gedacht?" vroeg
Abel.
„Zie je daar die zwarte bal uit de
toren hangen?"
„Die kleine hier vlak voor ons?"
„Ja. Dat betekent, dat er een at-
mospherische storing is gemeld. Het
kan vandaag nog wel eens lelijk gaan
spoken
Ze voeren langs de Columbuskade
met haar vele kranen.
„Wat is dat allemaal??" vroeg
Abel.
„Jammer, dat we zo'n slecht zicht
hebben! Dat platte gebouw, waar de
vlag op staat, is het „Station aan
Zee" van de Norddeutsche Lloyd.
Daarnaast zie je door de mist heen
de olietanks. Nu wordt het wat lich
ter. Allemaal stookolie voor de
„Bremen" en de „Europa". Die witte
boot voor aan de kade is de Roland,
dat is de stoomboot voor de zeebad
plaatsen. Gaat strakjes naar Helgo
land!"
„Zo!"
En Jumbo vertelde nog, dat in de
Kaisershafen ook een van de Siena-
stoomboten lag. „Die links van Je met
twee gele schoorstenen."
„Zo, die?"
„Mooi gezicht, niet? Ja, kerel, het
is hier altijd even interessant. De
mond van de Wezer is voor mij het
mooiste op de hele wereld."
De misthoorn op de pier van de
Noordersluis loeide duidelijk door de
uit elkaar scheurende en weer sa-
mendampende nevelflarden heen.
„Dus, Jumbo: Robbenplate, Altes
Fahrwasser. Schwarze Bründe. Koers
voorlopig Noordwest. Kan je de vol
gende ton al zien?"
„Neen, Maar dadelijk steekt de
wind op en dan trekt de mist wel
weg. Haal de seizingen maar wat
neer."
Het land, de schimmen van het
land aan beide kanten verdwenen uit
het gezicht. Voor hen lag, grauw en
grijs voor zover het oog reikte, de on
gewisse verte, die zij invoeren. Klei
ne golven klotsten hun tegemoet. Het
Tekeningen en
van
MEULDIJK
806. „Zoals u ziet", vertelt doctor 807. Piet en Pen krijgen een matras
Filippus, „ben ik kluizenaar. Vroeger en gaan gezellig liggen snurken,
woonde ik onder de mensen, maar „Kijk", wertelt de doctor verder aan
om me rustig aan mijn wetenschap Sneeuwvlok, „u ziet dat ding daar.
te kunnen wijden, heb ik me hier Dat is een verrekijker, maar
- - - - - geen gewone. Het is een uitvinding
van mezelf. Met die kijker ben ik
aan de Zuidpool gevestigd. Wat ik
hier precies doe zal Ik u uitleggen."
in staat alles te zien wat er op onze
„Pairdon", onderbreekt Pen Kwen, aardbol gebeurt, waar het ook zijn
,,'t is erg interessant, dokter Flip, mag. in de steden, op het land en
maar^ Piet en ik rollen haast om op de zeeën, overal kan ik kijken."
„Tjonge", zegt Sneeuwvlok, „dat is
niet mis."
van de maf. Mogen wij gaan sla
pen"
werd koud, een koude wind kwam
uit zee op. De Noordzee beademde
hen.
„Zo", zeide Peter, „nu- zullen we
ons maar eens gaan'wassen! Of wil
len we eerst nog gauw de zeilen
hijsen."
„Eerst een stukje bikken!" sprak
Jumbo.
HOOFDSTUK V
Zó gaat het, als je plezier hebt.
Onder de korte golven aan de op
pervlakte rezen en daalden op grote
afstanden de laatste uitlopers van de
branding der Noordzee. Met het
blote oog kon men ze nauwelijks
onderscheiden, maar het lichaam
voelde ze heel goed. wanneer ze on
der de Scharhörn doorgleden. Het
was precies alsof het schip tegen een
meegevende barrière liep; de boeg
ging zuchtend omhoog, het zeil schoot
een eindje terug en begon te klap
pen, dan sloeg de boom weer wat
naar lij over en plaste de boeg weer
op het water.
Zij voeren het vuurschip van Im-
vallen concertbezoeker een blijkbaar
nog erg onbescheiden laatkomer een
oorveeg toegediend.
Mag men van zulk een paarden
middel geen voorstander zijn. men moet
toch een dringend beroep doen op
concertzaal- en schouwburgdirecties
om, desnoods zonder dwingende
voorschriften, verreweg het grootste
deel van haar publiek te gerieven
door afdoende maatregelen tegen
telaatkomers. De moeilijkheden om
op tijd ergens te zijn, zijn in deze
abnormale tijd van duisternis en
soms onregelmatige loop der trams
inderdaad grot-er dan anders. Maar
gispte Eduard Flipse de onrust inhet publiek bedenke, dat degenen,
de zaal, gedeeltelijk ook veroorzaakt voor wie het komt, de musici en to
door laatkomers. Zijn wij wel inge- neelspelers, zich ook niet kunnen
licht, dan heeft het Haarlemse pu- veroorloven te laat te komen en er
bliek deze terechtwijzing niet ter steeds in slagen op tijd te zijn. De
harte genomen, maar was het er opofferingen, die zij zich daarvoor
Voor de vrouw
zelfs over ontsticht! Een ander deel
schijnt tot radicale maatregelen te
zijn overgegaan, want onlangs heeft
ook te Haarlem een lastig ge-
te getroosten hebben, mogen dan
toch zeker worden verwacht van
degenen, voor wie zij deze offers
brengen!
Wie een concert van Beethoven
noort en daarbij denkt aan zijn
avondboterham of aan de grote was
van morgen, die begrijpt niet veel
van muziek. Jammer van de toe
gangskaart
Maar wat voelt en denkt iemand,
die wel muzikaal is eigenlijk bij het
aanhoren van een concert? De een
concentreert zich volkomen op de
klanken. Zijn Voorstellingsvermogen
is uitgeschakeld, hij stelt zich niets
voor. Anderen zien landschappen,
zeeën, wolkenluchten. Weer anderen
zien bij bepaalde muziekstukken
steeds weerkerende kleuren en kleur
combinaties.
Dat zijn alles individuele ondervin
dingen, niet gebaseerd op wetenschap
pelijke basis. Maar de wetenschap is
toch zo ver gekomen, dat zij tonen
zichtbaar kan maken. De regisseur
dr. Hartmann houdt zich op het
ogenblik te Babelsberg bezig met het
vervaardigen van een nieuwe cultuur-
film der Ufa, die de titel zal dragen:
„Het wonder van de klank". Voor de
eerste maal zal hier de wetenschap
een tipje van de sluier oplichten, die
voor het grote publiek nog hangt over
het probleem van de klank.
„Men kan een concert niet alleen
horen maar ook zien", zo luidt de
opvatting van dr. Hartmann „Wij
hebben op school geleerd, dat het ge
luid zich in golven voortplant. Iedere
toon heeft een aparte golf. Het is
mogelijk, deze geluidsgolven grafisch
vast te leggen. En dat is eigenlijk
heel mijn werk"
Zoals bij de meeste wetenschappe
lijke cultuurfilms, is ook bij deze zeer
langdurige precisie-arbeid nodig, die
vaak voor kleine onderdelen weken
duurt. Maar dr. Hartmann is reeds
zover, dat hij, terwijl het geluidsappa
raat een lange viooltoon reproduceert-,
op het witte doek de overeenkomstige
grafisch vastgelegde golvingen kan
tonen. Een lange zigzaglijn als een
eindeloze koortscurve.
De toon verklinkt. Langzaam wordt
het beeld een kleine golf, dan een
streep. De viool zwijgt. Zo werden
ook reeds een pianostuk en een or
kestconcert opgenomen!
En dan het omgekeerde geval, dat
bepaald spookachtig werkt. Een mu
sicus heeft muziek op een klankfilm-
band getekend, niets dan curven en
golven, een orkest speelt deze muziek,
geen noot werd ervoor op papier ge
zet, maar in het geluidsapparaat
klinkt het alsof violen, fluiten, een
piano aan het spelen waren. Synthe
tische muziek.
Ook uitgesproken natuurkundige
experimenten worden voor deze film
verricht. In het filmatelier staat een
cello, goed vastgebonden. In plaats
van normale strijkstok wordt nu een
uit hetzelfde materiaal als een strijk
stok vervaardigde, zeer lange band.
die over rollen loopt, onophoudelijk
over de bassnaar getrokken. Daar
door ontstaat een aanhoudende, zeer
zware toon.
En nu houdt een assistent van dr.
Hartmann de schijnwerper van een
stroboscoop voor de cello. Een stro
boscoop is een enorm krachtige, elec-
trische filmlens. Met dit apparaat
worden even zovele beelden per se
conde opgenomen als de snaartrillin
gen heeft, n.l 64 stuks. Daardoor
wordt het trillen van de snaar zicht
baar, iets dat voor het menselijk oog
veel te snel gaat. De trillingen zijn zo
sterk, dat de snaar soms bijna haar
buurvrouw aanraakt. En als men goed
toekijkt, ziet men de hele cello mee
bewegen, als het ware mee-ademen
met de muziek.
De heer D. Wouters publiceert
sinds een jaar of tien „straatlie
deren". Zijn laatste publicaties op
dit gebied zijn enkele deeltjes „Lie
deren uit de Oude Doos", verschenen
bij het Spectrum en bij De Schouw.
Ook deze nieuwe bundels hebben
het oude bezwaar: de liederen zijn
tamelijk willekeurig bij elkaar ge
bracht en worden zonder critiek ge-
etaleerd als „straatlied". Al bij de
eerste bundels „Het Straatlied" van
D. Wouters en dr. J. Moormann is
er in alt blad op gewezen, dat cou
pletten van bekende liedjeszangers
hier als „straatlied" en volkspoëzie
werden uitgegeven. Deze zg. „ano
nieme" poëzie zou bij een degelijke
verantwoorde uitgave geïdentificeerd
moeten zijn.
Thans is er een nieuw geval. J. H.
P. Jacobs vestigt er in de Limburger
Koerier de aandacht op. in een pole
miek tegen De Telegraaf.
Het gaat om een gedicht „De
Tijd".
Met zestig afgepaste schreden,
Doorloopt de wijzer op de plaat
De cirkel, die hij nooit verlaat.
Dan is ons weer een uur ontgleden,
Gelijk de luide hamerslag
Op 't klokmetaal ons melden mag.
Hoe snel, hoe schielijk is 't vervlogen
Voor die genoot, maar voor die bang
verbeidde of leed, wat duurde 'tlang.
Wat stelt de wijzer ook voor ogen?
De tijd? Een denkbeeld is 't alleen
Genot en smart zijn werklijkheen.
Het is niet met een maat van uren.
Maar met de maat van lief en leed.
Dat elk van ons het leven meet,
Dat wij verslinden of... verduren.
En elke dag is lang of kort
Naar dat het ondervonden wordt
Wouters drukte dit vers af met als
datering „plusminus 1935". Het is
echter van Nicolaas Beets en vol
strekt niet van 1935.
De recensent van „De Telegraaf"
vraagt nu wat het er toe doet en
voegt daar aan toe:
„Eerst als de poëzie der dichters
anoniem onderduikt en weer op gaat
duiken in het volkslied, wordt haar
een groot compliment van levens
vatbaarheid gemaakt."
En verder vraagt hij:
„Is het zo erg. als een lied geen
naam van een schrijver meer kent
en in de volksmond is? Gog geve dat
het mij en mijn vrienden moge over
komen."
Inderdaad, wanneer een gedicht „in
de volksmond is" en niet slechts op
dood papier staat in een vergeten
boek, dan leeft het en de dichter kan
zich gevleid gevoelen.
Maar hoe staat het met deze ge
vleide dichters, wanneer hun verzen
buiten hun medeweten en buiten hun
mede-eten door de druk vermenigvul
digd worden? Wanneer dus een ander
met de baten gaat strijken? Dan
hoort men wel andere klanken!
Het gaat bij het gedicht van Nico
laas Beets niet om „het leven in de
volksmond". Het gaat om het na
drukken.
Nadrukkers zijn van nature al heel
wat minder argeloos dan nazingers.
Dat geldt waarschijnlijk ook al voor
den drukker van „plus minus 1935",
het geldt echter ten volle voor den
heer D Wouters, die. als zijn verza
melingen enige betekenis willen heb
ben, er voor moet zorgen, dat hij niet
zulke bokken séhiet. Dit keer komt
hij er in de Telegraaf nog betrekke
lijk goed af, maar ik zie het gezicht
van den recensent al. wanneer hij in
een volgend boekje van D. Wouters
enkele van zijn éigen verzen name
loos ziet overgedrukt. „God geve", dat
het hem en zijn vrienden moge over-,
komen en dat wij dan mogen genieten
van de verontwaardiging. Wa'nt deze
recensent behoort tot de auteurs, die
terecht boos zijn. wanneer een ander
hun werk in bloemlezingen overdrukt
zonder hun uitdrukkelijke toestem
ming.
Hetzelfde fatsoen, dat een bloem
lezer verschuldigd is aan levende
schrijvers moet echter ook gelden ten
opzichte van overleden auteurs. Beets
had er recht op genoemd te worden.
De heer D. Wouters had de plicht
Beets te identificeren. Zoals de heer
D. Wouters ook de plicht had bij zo
veel andere liederen de auteurs te
noemen.
Wat heeft het b.v. voor zin, om
nu nog even een nieuw voorbeeld te
noemen van slordig overdrukken van
bekende gedichten, wat heeft het voor
zin, als D. Wouters „Jurriaans reis
om de wereld" afdrukt als straatlied,
terwijl hij het vers als schoollied kan
vinden in de bundel „Kun Je nog
zingen, zing dan mee?"
In feite heeft de heer D. Wouters
weinig meer gedaan dan klakkeloos
overdrukken wat hij klakkeloos ver
zamelde of opkocht. De wetenschap
van het straatlied zou er meer mee
gebaat zijn, wanneer van alle liederen
precies was opgegeven hoe zij in han
den kwamen van den verzamelaar,
op welke plaats, in welke tijd. Dan
was er later kans op uitgave
door iemand, die begiftigd was met
oordeel des onderscheids.
Het onderduiken in de literatuur,
door de Telegraaf zo verheerlijkt, is
vaak meer een kwestie van leven op
andermans zak of van diefstal
(plagiaat) dan van „leven in de volks
mond". Het grootste deel van de door
D. Wouters verzamelde straatliederen
heeft nimmer in de volksmond ge
leefd, zelfs niet op de straat, maar
slechts bijeengerijmde probeer
seltjes en verhanse'ld gestolen goed,
dat uitgegeven is in hoop op gewin.
En een uitgever moest dat onderken
nen. M. W.
Met de ln de hulshouding ter be
schikking staande middelen is
het zeer lastig melk en pap te sterili
seren, voornamelijk omdat voor het
steriel maken van melk een zéér
hoge temperatuur (110 gr. C.) en een
hoge druk nodig ls. Ook het sterili
seren van pap en ln water gekookte
gortmout. havermout e.d geeft onzeke
re resultaten Het best kan men ge
kookt water 15 minuten bij 100 gr. C.
steriliseren en hiervan bil eventueel
gebiek aan melk. met taptemelkpoeder
pap koken en zelfs melk voor de kof
fie maken, mits men deze direct op
drinkt. Wie water steriliseert, beware
dus zijn melkpoeder en wel op een
droge, koele plaats Heeft men geen
lnmaakglazen. dan kan men water in
flessen bewaren De flessen worden
zeer goed schoongemaakt, nagespoeld
met kokend water, gevuld met kokend
water en afgesloten met een uitge
kookte kurk. Eenvoudiger ls het, on
gekookt leidingwater ln schoonge
maakte flessen te bewaren en dit
water geregeld, b.v. om de week, door
vers water te vervangen.
Gemakshalve kao men Iedere dag
enkele flessen van vers watc voor
zien, zodat men nooit alle flessen tege
lijk behoeft to verversen.
Voor zuigelingen en kleine kinderen
beware men de bij den melkboer ver
krijgbaar gesteriliseerde flessen melk
De flessen van deze melk zijn met een
beugelsluitlng afgesloten, terwijl er p
het etiket staat vermeld, dat de in
houd gesteriliseerd ls. Dergelijke fles
sen moeten op een koele plaats be
waard worden.
Gesteriliseerde pap of melk. welke
verkeerd ruikt of andere teKenen van
bederf vertoont, mag in geen gev
gebruikt of op dé een of andere
manier eetbaar gemaakt worden, doch
moet worden weggegooid.
Tegen het steriliseren van groenten,
aardappelen, erwten of bonen bestaat
geen bezwaar, indien men zeer zorg
vuldig te werk gaat.
Voor de kinderen
sum voorbij. De nevelflarden waren,
dunner geworden. Zon, blauwe lucht
en door elkaar zwalpende golven.
En tussen hemel en water, nu eens
zeilend op wijd uitgespreide vleugels,
dan weer met langzame wiekslagen
vooruit roeiend of krassend op elkaar
af en steil omhoog schietend, dozij
nen zilverkleurige meeuwen.
De wind stak op. Het rook naar
zilt schuim en nat hout.
Bij de ton voor het kruispunt op
de Robbensüdsteert zeilden zij het
Altes Fahrwasser in.
Abel vond, dat je hier toch maar
luizig goed op de hoogte moest zijn.
Hij stond met Peter achter de boven
bouw van de kajuit en keek over de
grijze watervlakte. Jumbo zat aan
het roer.
„Waar gaat het links heen. waar
die stoomboot vandaan komt?"
„Dat is een Finse boot", zeide
Peter.
„Waaraan zie je dat?"
„Het is een schip van de Finska
Angfatrygs A. B."
(Wordt vervolgd.)
Beste meisjes en jongens,
Heel wat vriendjes en vriendinnetjes
schrijven ml.1, dat zU letterraad
sels zo moeilijk vtnden Dat zal dan
komen, omdat zij bij het oplossen de
Juiste manier niet volgen en daarom
zal lk nu bU een makkelijk letter
raadsel even uitleggen, hoe jullie de
zaak het best kunnen aanpakken.
Het spreekwoord, dat wij opzoeken
moeten, bestaat uit vier woorden en
zestien letters. Begin dus nu met de
cijfers van 1 tot 16 naast elkaar te
zetten en schrijf zo straks bij de op
lossing de antwoorden op de verschil
lende vragen letter voor letter onder
de aangegeven cijfers; dan wordt
langzaam maar zeker het spreekwoord
opgebouwd Daar gaan we.
Een 14. 15. 9. 4. 5. 16 ls een sappige
vrucht
Een 14. 10. 13. 11. 12 ls een maat.
Een 1. 12. 8. 6, 7 ls een bekende
roofvogel.
Een 3. 8. 9. 13. 1 ls een riviermond.
Een 2. 4. 6. 3. 10. 16 ls de hoofd
stad van een groot land.
Ik geloof, dat allen dit raadsel
zeker met een klein beetje moeite
kunnen vinden. Wat zal lk weer een
briefjes ontvangen Of lk ze allemaal
beantwoorden kan. weet lk nog niet.
De vorige week heb lk niet minder
dan 200 kinderen een antwoordbrief-
kaart gestuurd. Denk jullie erom. dat
ln de brief duidelijk Je eigen adres
staat, anders kan van meeloten en
beantwoorden der briefjes niets ko
men. Stuurt allen Je oplossingen aan
Oom Jan, p.a. Redactie Het Volk,
Hekelveld 15. Amsterdam-C. Er wor
den onder de goede oplossers deze
week weer 5 boeken en 5 spelen ver
loot. Niet later dan Dinsdag inzendenI
Uit het raadsel van Rlkl kwam na
tuurlijk Sneeuwvlok, of ls die soms
geen oude vriend van ons allemaal?
De woorden, die ln de taartpunten
geplaatst moesten worden waren: 1.
Steel. 2. Nonja. 3 Elfel. 4. Ernst of
Evert. 6. Ulver. 6. Worst. 7. Vroeg. 8.
Laren, 9. Onder en 10 Korst.
De prijswinnaars werden na loting:
Jan Wlllerns. Wllgenstraat 3. Zaan
dam; Coba Bi.ilsma, Blankenstraat.
Amsterdam; Lilly Schreuder. Rooden-
burgerstraat 6. Lelden; Bertha Jansen,
Parallelweg 5, Rheden; Marletjc Don-
derwlnkel. Casper Fagelstraat 12,
Velp; Nellie van Straten. Oranjestraat
5. Maassluis, Dora Braak. Van Swln-
denstraat 53 B. Schiedam; Theo Du-
caneaux. Van Speykstraat 28. Rotter
dam; Wlna Halmlngh, Pekelderweg
F 31. Stadskanaal <W.): Jantje Kui
pers. Hoofdstraat West 56. Wolvega.
Als die hun prijsjes ontvangen, heb
lk ln de 8 weken, dat lk lullle brie
ven ontvang al 100 prijzen verzonden
Honderd rnadselvriendjes en vrien
dinnetjes hehben dus al een beurt ge
had. Dc anderen blijven natuurlijk
ook meedoen, want ook zij komen
vast eens aan de beurt.
Nu kinderen, de redactie van de
krant zal wel zeggen„Oom Jan
schrllft veel te innge briefjes aan
zijn vrlendles en vriendinnetjes Ik
schel er dus uit met de hartelijke
groeten aan allen van
OOM JAN.
BROOD. BESCHUIT, AARDAP
PELEN, MELK, VLEES: 9 en 10.
TABAK: 9 en 10, uitsluitend
rook-, pruim- of shagtabak.
YVASPOEDER: 49 C. D. E 18 Res.
EENIIEIDSZEEP: 50.
TOILETZEEP: E 19 Res.
JAM: 51.
SUIKER: 52.
KAAS: 53.
VERMICELLI: 54.
PEULVRUCHTEN: 55 (250 gr.).
BLOEM: 56 en 57
KINDERVOEDING: Gort D 20
Res.; Rijst E 20 Res.
SNOEP: 9 Suikerwerk (150 gr.).
BOTER: 9 A margarine; 9 B bak
en braadvet; B 17, C 17. D 17 en
E 17 Res. roomboter.
Einde geldigheidsduur 4 Maart,
uitgez. Aardappelen 09 (26 Febr.),
zeepbonnen 49 en 50. C 18. D J8,
E 18. E 19 Res. (18 Maart), boter
6 A en 8 A (4 Maart). R 01 tabak
voor scheerzeep (29 April).
Kroniek van de
Volkstuin
Zaai- en pootgoed
Ofschoon het nog te vroeg ln het
Jaar ls voor veel zaal- en poot
goed ln de volle grond, laat de recht
geaarde volkstulnder zijn gedachten
reeds over deze zaken gaan.
Een vraag, welke hij onmiddellijk
te beantwoorden krijgt, ls; hoeveel
heb ik nodig voor mijn lapje grond?
Deze vraag ls niet zo zeer van belang
om te voorkomen, dat er teveel van
iets gekocht zou worden, doch aller
eerst om later niet ln de verleiding
te komen het eenmaal gekochte dan
ook maar goed- of kwaadschiks ln de
grond te stoppen. Vooral de beginne
ling zou biertoe misschien neiging
gevoelen, en het gevolg zou zijn, dat
gewassen elkaar verstikken en de
oogst zeker voor een deel mislukt.
Om dit te voorkomen, houden we
dus van meet af aan rekening met
ons teeltplan en garanderen daardoor
zelf al voor een belangrijk deel een
gelukken van ons werk.
Wat ls nu voor verschillende ge
wassen per vlerkante meter nodig?
Pronkbonen per vlerkante meter 7.5
gram; stoksnljbonen 5 gram; stam-
slabonen 7.5 gram; bruine bonen 10
gram; tuinbonen 20 gram; stamerw-
ten en stampeulen 10 gram. Voor
kllmerwten rekenen we per vlerkante
meter 7 gram. Waar de bonen en
vooral de bruine bonen ook dit Jaar
wel weer een belangrijk bestanddeel
zullen vormen van het voedsel, dat
we uit de tuin halen, ls er veel aan
gelegen, dat we met deze opgave reke
ning houden.
Ook voor andere gewassen volgt
hieronder nog een opgave van '-.et be
nodigde zaad. Bleten vragen per vler
kante meter slechts 2 gram zaad Zo-
merwortelen zelfs slechts 1.5 gram
en winterwortelen 1 gram. Voor radiis
gebruiken wc 5 gram per vlerkante
?etfer,Jamenas 2 Spinazie be
hoeft 30 gram. snljsla 2.5 gram. raap
stelen 15 gram. snijblet 5 gram. krop
sla 0.5 gram.
Postelein strooien we per vierkante
meter 10 gram. tuinkers 7 gram grote
uien 1.5 gram St. Jansulen 6.5 gram.
pofmals 2 gram en sulkermals 3.5
gram.
Niet genoeg kunnen we de amateur-
tuinders voor ogen houden, dat het.
niet de zuinigheid ls. die de wijsheid
bedriegt, doch dat juist een te royale
nand bij het zaaien een gevaar be
tekent De practijk heeft geleerd, dat
sommigen dit tot eigen schade nog
steeds over bet hoofd zien.
De Stormer spreekt...
DEN HAAG. 19 Febr. Dinsdag
22 Februari, des avonds van 18.45
18.55 uur. spreekt de Stormer in de
Jeugduitzending tot de rijpere jeugd
over het onderwerp: „Wat betekent
Horst Wessel voor ons?"
Aanvraagformulieren kolen voor
hef seizoen 1944'45
DEN HAAG, 19 Febr. De distri
butiediensten reiken van 20 Febr. tot
'en met 18 Maart 1944 tegelijk met
de uitreiking van levensmiddelen
kaarten voor de vierde periode, aan
vraagformulieren MD 323-06 uit ter
verkrijging van een brandstoffen-
kaart T 405 voor het stookseizoen
1944—1945.
Deze aanvraagformulieren worden
uitgereikt aan Nederlandse gezins
hoofden. die ten behoeve van hun
gezin of zichzelf in aanmerking
komen voor vaste brandstoffen voor
verwarmingsdoeleinden en hun stam
kaarten met de aanduiding „hoofd"
kunnen overleggen.
Op nader bekend te maken tijd
stippen reiken de distributiediensten
de nieuwe brandstoffenkaarten T 405
uit.
(Ingezonden Mededelingen
Rotterdam
TeL 38427
eo ti'aaR
Tel. 333298
omtrent Uw
Weet U wel, dat
ook op deze bon
nen verkrijgbaar is:
VRAAGT
UW
KRUIDENIER
KOOPMANS' MEELFABRIEKEN N.V.
VÜH
zei de schilder
l&L.
In één opzicht Lijkt Florita
niet op thee: er zitlen geen
thee-blaadjes in! Maar overi
gens zijn kleur, gear, smaak en
aroma bijna zoo fijn als echto
thee. U iuocI Uw winkelierook
eens Florita vragen! Om din
weer eens „Zondagschc" thee
te zetten. 10 tabletten 12'^ct.
TIIEETABLETTEN
met den echten thccsmaak
H.V KOFFIE HAMDEIHU „HAIAGALPA" ADAM
Wat garandeert
het succes
van een recept?
X
De zuiverheid van de in
grediënten garandeert hei
lukken van een recept. Zui
vere ingrediënten bevinden
zich in ieder pak, dat den
naam W. A. Scholten draagt.
Daarom is er zooveel voor
keur voor W. A. Scholten's
Butaroma, Albumona.Trans-
paranta, sago, verpakt aard
appelmeel, etc.
W. A. SCÏIOI/TUV
Aardappelmeelfabrieken
LEIDSCHENDAM
U moet de groeten hebben...
Op verzoek van de Wassenaarse
politie zijn hier aangehouden B. de
R. en M. H., oude bekenden van de
politie. Deze beiden waren naar
Wassenaar getrokken en hadden
daar bij een inwoner de groeten ge
bracht van een in een concentratie
kamp vertoevend familielid. Toen de
beide heren weer vertrokken waren,
vergezeld van de dank van de fami
lieleden, misten deze een aantal voor
werpen en kledingstukken...
INBREKER GEPAKT. Bij een
poging tot inbraak te Voorschoten
werd geknipt de 25-jarige K. uit Den
Haag. In verband met- de vele inbra
ken te Wassenaar we c' de man ook
hier verhoord en hij -'-nde er niet
minder dan elf. G' :i van deze
diefstallen afKcmstie werden te zij-»
nen huize aangetroffen.