Churchill overwon Engeland voor hij het Nazidom versloeg
rHET NATIONALE SPEL
DER BEVRIJDING
„Het Nazidom mag niet heerschen*''
Od Zaterdag 4 Mei en Maan
dag 6 Mei zal in het Stadion
te Amsterdam wederom in
denzelfden trant als oo 31
Augustus 1945 het nationale
spel der bevrijding gehouden
worden.
Het spel zal ditmaal evenwel
uiting geven aan datgene, wat
in een iaar tijds na de bevrij
ding tot stand gekomen is.
Evenals vorig iaar zal op de
grasmat van het stadion de
kaart van Nederland worden
geteekend. waarop de puin-
hoopen de toestand op 30
Maart 1945 aangeven. Vervol
gens voltrekt zich de bevrij
ding. waarna oo grootsche
wijze de gevallenen in dezen
oorlog herdacht zullen wor
den. Precies om 15 uur zal
daartoe een minuut stilte in
acnt worden genomen. Dan
gaat het spel. waaraan 5000
personen medewerken, verder
en toont vervolgens den we
deropbouw en het herstel van
ons land Op verschillende wij
zen wordt daarna de dank van
Nederland aan de bevriende
mogendheden en de terugkeer
naar toestanden van veiligheid
en gezinsgeluk gesymboli
seerd, waarop besloten wordt
met het gebed van wijlen Pres.
Roosevelt voor het behoud van
den vrede en het Nederland-
sche volkslied.
Het ontwerp voor dit natio
nale spel is van Carel Brieis,
terwijl de tekst van de hand
van A. den Doolaard is. De
muzikale omlijsting van het
geheel is van Hans Reineke
van Stuwe
Wegens de enorme belang
stelling voor deze manifestatie
wordt een herhaling gegeven
op 6 Mei des avonds, welke om
19.30 uur zal beginnen. De
HET AANTAL PRIESTER
SLACHTOFFERS IN
DACHAU.
Volgens de berichten, die het
Vaticaan hebben bereikt, zou
het aantal priesters dat in Da
chau stierf minstens tweedui
zend bedragen. Het laatste door
de Nazi-autoriteiten opgemaak
te rapport is gedateerd 15
Maart 1945. Daarm wordt o.m.
vermeld, dat zich onderde ge-
aanvang op den dag van de
bevrijding is om 14.30 uur Om
iedereen in den lande in de
gelegenheid te stellen dit feest
bij te wonen, zullen de Ned.
Spoorwegen oo deze data ex
tra treinen laten loopen.
vangenen 1495 geestelijken be
vonden, zoowel regulieren als
seculieren, waaronder een
Aartsbisschop en een Bisschop.
Zij behoorden tot 23 verschil
lende nationaliteiten en de
meerderheid bestond uit Pa
ters Jezuieten, Benedictijnen zn
Franciskanen. Onder hen telde
men 122 Franschen, 75 Tsje
chen. 791 Polen, 38 Belgen, 34
Nederlanders, 2 Zwitsers, 1
Spanjaard en 1 Noor.
AUGUST BORMS
GEFUSILLEERD.
De beruchte Vlamingant en
collaborateur uit twee oorlogen,
Dr. August Borms, werd gister
morgen te Brussel gefusilleerd.
In dit artikel, dat door een onzer
medewerkers vrij naar het Engelsch
werd bewerkt wordt een schilde
ring gegeven van de groote moei
lijkheden, welke Winston Churchill
in zijn eigen land had te overwin
nen voordat hij in staat was om het
geheele Britsche volk te mobilisee-
ren en op te voeren tot zulk een
verbetenheid voor de gemeenschap
pelijke zaak der geallieerden. Be
zeten door de idee: „De Nazi's mo
gen niet heerschen". steeg hij uit
ver boven zijn tijdgenooten en leg
de de grondslagen voor de overwin
ning op de belagers van democratie,
menschelijkheid en recht en be
vocht daarme, de bevrijding der
wereld uit de greep van het Natio
naal Socialisme.
Enkele jaren geleden werkte ik als
journalist aan het Engelsche blad van
Lord Beaverbrook de „Evening Stan
dard". En daar ontmoette ik voor het
eerst Winston Churchill, die aan het
zelfde blad verbonden was.
Hij gaf zich niet zooveel moeite
voor zijn artikelen als hij later zou
besteden aan zijn speeches. Want
jarenlang schreef Churchill elk woord
neer, dat hij van plan was in het Par
lement te spreken, en dan deed hij het
zelfs zonder schrijfmachine. Als zijn
speech op schrift stond, töog hij naar
zijn slaapkamer, ging voor de spiegel
staan en repeteerde zijn speech net
zoo lang, totdat hij elk woord en elke
intonatie volkomen beheerschte, in
clusief de origineele „improvisaties",
die steeds de speeches van Churchill
kenmerken.
In die dagen had Churchill geen ge
luk in zijn politieke loopbaan. Zijn
artikelen waren niet schitterend, of
schoon moet worden toegegeven, dat
het nog altijd de beste artikelen wa
ren, die er in dien tijd verschenen;
maar zfi misten die kwaliteiten, die
kenmerkend zijn voor „Churchill-op-
z'n-best".
De toekomstige Eerste Minister was
gewend mijn artikelen zorgvuldig te
lezen, ofschoon hij ze lang niet altijd
waardeerde. Hij hielp mij echter reus
achtig met zijn commentaar en ad
viezen
In dien tijd was Crurchill als be
zeten door «en groote gedachte.
Hitiers leidende gedachte was:
„Eén ras moet heerschen!"
Lenin's groote gedachte was:
„Eénklasse moet heerschen!"
Churchill's eenige gedachte was:
„Het Nazisme mag niet
heerschen!",
Het moet vernietigd worden!"
Dit was in Engeland geen popu
laire gedachte want het was toen nog
zóó, dat het verlangeh naar vrede bij
het Engelsche volk het verlangen om
Hitier te verslaan overheerschte.
En zoowel Churchill als het Britsche
volk wisten, dat de nederlaag van het
Nazisme alleen door een oorlog ver
wezenlijkt kon worden.
Churchill werd hierbij niet noe
menswaardig gesteund in zijn eigen
partij. Hij stond practisch alléén
tegenover het wantrouwen en de vij
andigheid van de Labourpartij en de
linksche groepen.
Velen herinnerden zich zijn aandeel
in het breken van de groote staking
of zijn openhartige scherpe en dui
door PETER HOWARD
delijke critiek op de toekomstige roode
bondgenooten.
Zoo zat Churchill eigenlijk moeder
ziel alleen in de maneschijn van een
loopbaan, die elke grootheid gemist
had.
Zijn machtig strijdlied tegen de
Nazi's was slechts een solo hij
zong alleen, maar een solo die hij
met fortissimo in de kolommen van
zijn krant, de „Evening Standard"
zong.
Intusschen was de eigenaar van dit
blad, Lord Beaverbrook, een voor
stander van de „Splendid Isolation",
dat zooveel wilde zeggen als: „Laten
wij ons niet bemoeien met anderen;
ieder land zorgt voor zichzelf,"
Hij werkte met kloeke, maar weinig
zeggende zinnen, zooals: „Dit jaar
komt er geen oorlog en 't volgend
jaar evenmin." Hij betaalde mij 'n
vorstelijk salaris en wij stonden dus
lijnrecht tegenover de ideeën van
Churchill.
Percy Cudlipp was toen hoofdre
dacteur van de „Evening Standard".
En hij kreeg heel wat te verduren.
Meestal ging het zóó:
's -Morgens komt er 'n telefoontje.
„Met Cudlipp? Zeg, je spreekt met
„Lord Beaverbrook! Hoe heet die
„kerel, die in je krant schrijft?:...
„Hoe zeg je?Ja, Winston Chur-
„chill. die naam bedoel ik. Nou,
„Cudlipp, ik hoop, dat je hem niet
„teveel voor zijn artikelen betaalt,
„hoor!Goeie genade, betaal je
„hem zoovéél? Het is toch niet
„waar? Verschrikkelijk.Nou, ik
„hoop in ieder geval, dat je niet te
„lang aan hem gebonden bent. Hoe
„lang loopt zijn contract?Alle-
„machtig, 'n jaar? Nog 'n héél
„jaar?.... Nou jongen probeer dan
„gauw of je hem van zijn eeuwig
„onderwerp „de Nazi's" af kunt
„brengen. Hij is gewoonweg bezeten-
„van dien vervloekten Hitier. Laat
„hem schrijven over onze binnen-
„landsche aangelegenheden, over
„die mooie onderwerpen, zooals
„Het Britsche Imperium, het Werk-
„loozen vraagstuk of de Landbouw.
„Laat hem over die dingen schrij-
„venIs er verder nog iets? Sa-
„lut dan;".
Er dan bleef Cudlipp met de hoorn
in zijn hand zitten
Later belde hij Churchill op. -
Het gesprek was ongeveer als volgt:
„Morgen. Mr. Churchill, waar
„denkt U deze week over te schrij-
„ven?
„Morgen, Mr. Cudlipp. Ik had zoo
„gedacht oiji deze week eens 'n har-
„tig woorde te wijden aan het Na-
„zisme. Wij moeten het land wak-
herschudden het wijzen op het ge-
„vaar dat deze misdadigersbende
„vormt, en ik heb zoo 'tidee, dat
„wij vandaag die droomen van de
„Nazi's over expansie op de Balkan
„eens onder de loupe moesten ne-
„men".
„Zeker, Mr. Churchill, dat zou in
teressant zijn. Maar ik vraag me
„af of wij misschien deze week Ónze
„lezers niet beter eens een artikkel
„konden aanbieden over onze in
terne aangelegenheden, b.v. de
„Werkeloosheid of de Landbouw?"
Zeker, volkomen juist Mr. Cul-
,,.,pp. Over die kwesties zullen wij
„zeker óók gaan schrijven. Maar
„deze week komt volgens mij, een
„stevige uiteenzetting over de Nazi-
„oogmerken precies op tijd"....
En dan zat Mr. Cudlipp weer met de
telefoonhoorn, die geen gehoor meer
gaf.
Op 'n avond moest ik naar Chur
chill's landhuis voor enkele aangele
genheden. Ik reed direct van mijn
werk in Fleet-Street naar zijn huis.
Het was een zomersche avond. Ik
droeg n oud pak, ik was warm en
moe van het lawaai en de drukte op
de krant.
Churchill was in zijn tuin. Hij droeg
een of ander antiek donker costuum
en hij zag eruit als een levend ge
worden reclame voor Michelin ban
den. Hij was bezig 'n muurtje te met
selen en hanteerde enthousiast de
steenen en de troffel.
Enkele vooraanstaande persoonlijk
heden zouden bij hem komen dineeren
en hij stond erop, dat ik zou blijven,
een zwarte kraai tusschen de schitte
rende paradijsvogels der society, een,
naar inktruikende journalist in een
stoffig pak tusschen witte dassen en
glinsterende juweelen. Maar hij maak
te, dat ik mij de meest welkome gast
gevoelde.
Churchill heeft die grootmoedigheid,
warme hartelijkheid en eenvoud in-het
gewone leven, die verklaren waarom
zijn vrienden zoo door dik-en-dun aan
hem gehecht zijn
Hij haalde zijn eigen scheergereed
schap en bleef bij mij staan, terwijl
ik mij in zijn badkamer waschte,
scheerde en toonbaar maakte.
Hij was een kameraad en bezorgd
voor mij, zooals een oudere broer be
zorgd kan zijn voor 'n jongere, doch
voor zichzelf had hij geen aandacht
om zoo netjes mogelijk tegenover zijn
vrienden te verschijnen.
Het wierp weer zoo'n nieuw licht op
dezen „burger".
Churchill had toentertijd geen ge
luk. Hij was zacht, opgewekt, philoso-
fisch en wijs.
Lord Beaverbrook heeft, toen hij
over Churchill schreef, gezegd, dat
„Churchill m een nederlaag" de meest
prachtige kameraad is, dien men' zich
denken kan.
Maar „Churchill, boven op de gol
ven van succes bezit in zich de stof
waar geweldenaars van gemaakt wor
den".
Soms sprak Churchill over de din
gen die hij in zijn geest en hart rond
droeg! Hij sprak met het smeulend
vuur van een ziener over de noodza
kelijkheid de Nazi's te vernietigen. Hij
gevoelde, dat de oorlog onvermijdelijk
was; en hoe eerder hij voorbij was,
des te eerder kon men zijn hoofd ge
rust neerleggen.
Hij was gegrepen door die gedachte,
precies zooals Hitler en Lenin gegre
pen waren door hun denkbeelden.
Na dien avond, doorgebracht in zijn
huis, was één ding mij zonneklaar. Ik
organiser of victory.
Organisator der Victorie.
had steeds getwijfeld of een énkel een
voudig idee: „De Nazi's moeten ver
nietigd worden", wel genoeg kracht
in zicht bezat om 'n nieuwe wereld op
te bouwen. Maar ik twijfelde er niet
meer aan, dat Churchill, als organisa
tor der overwinning op de Nazis, on
overtroffen zou zijn.
Ik verlangde niet naar oorlog. De
kon mijn hoop, dat de vrede bewaard
zou blijven, niet opgeven. Maar als
er dan oorlog over ons land moest
komen, dan wilde ik Churchill aan 't
roer. Ik zie hem nog staan, een don
kere gedrongen figuur, zooals hij af
scheid nam van mij dien zomeravond,
voor zijn huis.
Terwijl de overgroote meerderheid
van zijn landgenooten hem beschouw
de als afgedaan, voelde hijzelf reeds
zijn naderende bestemming.
Vanaf dien tijd werkte ik hard voor
Churchill's zaak, in het openbaar met
mijn artikelen, wanneer ik hiervoor
maar de kans kreeg en in het parti
culiere leven door zijn ideeën te on
derstrepen.
Zelfs na het uitbreken van den oor
log, toen Chamberlain premier was en
men nog steeds hoopte op een com
promis met de Nazi's, haalde ik me
het ongenoegen op den hals, wanneer
ik erop aandrong, dat Churchill zoo
spoedig mogelijk premier moest wor
den.
Toen begon echter Churchill's in
vloed te groeien. Hij ging in één run
naar zijn grootsche bestemming.
Churchill is de eenige man in deze
eeuw geweest, die in staat was het
geheele Britsche volk te mobiliseeren
en op te voeren tot zulk een harts
tocht voor de gemeenschappelijke
zaak, als andere ten toonspreidden
voor hun ideologieën.
„De Nazi's moeten vernietigd wor
den." Dat is gebeurd.
Maar wat zal er na deze vernieti
ging terecht komen van de groote
idee? Het is groot. Maar is het vol
doende voor onzen tijd?
Rome had de spreuk: „Carthago
moet verwoest worden". Carthago
werd verwoest. Maar daarna viel óók
Rome. I
Die idee werd niet gesteund door
het onzelfzuchtige patriotisme dat het
land tesamen houdt, nadat de gevaren
van buiten-af zijn overwonnen.
Duitschland werd overwonnen.
Zal Engeland genoeg macht over
hebben om d<^ overwinning in waar-
aertige vrede om te zetten?