Zeer belangrijke Regeeringsverklaring over Indië
Besprekingen in Indië begonnen.
BASIS EN UITGANGSPUNT HET WOORD VAN H.M, DE KONINGIN:
Voorstellen aan
Sjarhir overhandigd!
Pontificaal Lof in de Kathedraal.
Maandaer 11 Februari 1946
Hoofdred.Rector H. Sondaal
Mr. Dr. C. Ch. A. van Haren
Directeur: G. van Elburg.
Bureaux: Papengracht 32. Tel
Red. 20015. Adm. 20826.
Abonnementsprijzen, 0.26 per
week. 1.10 per maand.
f 3.20 per kwartaal. Franco
per post 4.20.
No. 195
Katholiek Dagblad voor Leiden en Omstreken
Een trouw
geheugen
bij de levenden
is de troost der
dooden
DE REGEERING heeft een zeer belangrijke mededeeling gedaan. Zij heeft in eei
aantal concrete punten de basis ontvouwd waarop thans te Batavia onderhande
lingen worden gevoerd.
Indië zal zijn inwendige aangelegenheden zelf
regelen (zelfbestuur) als overgang naar het tijd
stip waarop het zelfstandig over zijn betrekkin
gen tot het Koninkrijk der Nederlanden zal
beslissen (zelfbeschikkingsrecht der volken).
HIER VOLGT DE REGEERINGSVERKLARING ONVERKORT;
De Nederlandsche Regeering
gaat bij haar beleid ten aan
zien van Indonesië uit van de
overtuiging,uitgedrukt in de
rede van H. M. de Koningin
van 6 December 1942.
Zij plaatst zich, daarop voort
bouwend, op het standpunt, dat
de bevolking van Indonesië, na
een begrensde periode van voor
bereiding, in vrijheid over haar
staatkundig lot zal moeten kun
nen beslissen. Mitsdien acht
zij het haar plicht, uit hoofde
van de op haar rustende en door
haar diep gevoelde verantwoor
delijkheid, alles in het werk te
stellen om zoo spoedig mogelijk
de voorwaarden in het leven
te roepen of tot vervulling te
brengen, die zulk een vrije be
slissing mogelijk zullen maken
en haar internationale erken
ning zullen verzekeren, daar
mede tevens uitvoering geven
de aan het bepaalde in artikel
73 van het charter der United
Nations.
Ook na de overgangsperiode
vraagt het heil der volken van
Indië, dat Indië blijve binnen
het Rijksverband. Maar Indië
beslissé dan in vrijheid.
De Regeering is daarbij, zon
der iets aan het in den aanvang
gestelde beginsel te kort te
doen, harerzijds eveneens over
tuigd, dat ook daarna het heil
van het land en van de onder
scheiden volken van Indonesië
zijn besten waarborg zal kun
nen blijven vinden in de vrij
willige bestendiging naar de
woorden van H.M. „een Rijks
verband, waarin Nederland, In
donesië, Suriname en Curagao
tezamen deel zullen hebben,
terwijl zij ieder op zichzelf de
eigen inwendige aangelegenhe
den in zelfstandigheid en steu
nend op eigen kracht, doch met
den wil elkander bij te staan,
zullen behartigen.
Op den grond van het voren
staande stelt de Nederlandsche
Regeering zich voor om in
overleg met veelzijdig gekozen,
gezaghebbende vertegenwoordi
gers van Indonesië, een struc
tuur te ontwerpen voor het Ko
ninkrijk en voor Indonesië, ge
baseerd op een deelgenootschap-
pelijken democratischen grond
slag. Deze structuur zal gelden
voor een begrensden tijdsduur,
binnen welken het mogelijk
wordt geacht, dat de voorwaar
den voor de hierboven bedoelde
vrije beslissing zullen zijn ver
vuld. Aan het einde van dien
tijdsduur zullen de deelgenoo-
ten zelfstandig beslissen om
trent de voortzetting hunner
betrekkingen op den grondslag
van een alsdan volledig en vrij
willig deelgenootschap. Verschil
van meening over de vraag, of
die tijdsduur alsnog behoort te
worden verlengd voordat een
vrije beslissing mogelijk is, zal
worden onderworpen aan een
verzoeningsprocedure of, zoo
noodig, aan arbitrage.
Ten aanzien van de in de vo
rige alinea genoemde structuur
zal het overleg worden gevoerd
aan de hand van de volgende
hoofdregels:
Het Gemeenebest Indonesië.
A. er zal zijn een gemeene
best Indonesië, deelgenoot in
het Koninkijk, samengesteld uit
landen met uiteenloopende gra
den van zelf regeering;
De Indonesische burger.
B. er zal ingesteld worden
een Indonesisch burgerschap
voor allen, die in Indonesië ge
boren zijn; Nederlandsche en
Indonesische burgers zullen be
voegd zijn tot het uitoefenen
van alle burgerschapsrechten in
alle deelen van het Koninkrijk;
Regeling van de inwendige
aangelegenheden door een
volksvertegenwoordiging
met Indische meerderheid.
C. De inwendige aangelegen
heden van het gemeenebest In
donesië zullen door de eigen or
ganen van dat gemeenebest
zelfstandig worden geregeld,
waarbij voor het Gemeenebest
als geheel wordt gedacht aan
een op democratische wijze sa
mengestelde Volksvertegen
woordiging, derhalve met een
substantieele Indonesische
meerderheid, een ministerie sa
mengesteld in politieke harmo
nie met de Volksvertegenwoor
diging en een vertegenwoordi
ger van de Kroon als Hoofd van
de regeering;
Waarborgen voor een goed
bestaan.
D. Teneinde in staat te zijn
om de plichten na te komen,
die artikel 73 van het Handvest
der Vereenigde Volken op het
Koninkrijk legt zal de verte
genwoordiger van de Kroon
onder verantwoordelijkheid van
de Regeering van het Konink
rijk met enkele bijzondere be
voegdheden bekleed zijn ter
waarborging van fundamentee-
le rechten van goed bestuur en
gezonde financiën. Hij oefent
deze bijzondere bevoegdheden
alleen uit indien deze rechten
en belangen worden aangetast;
De grondrechten van den
mensch.
E. De constitutie, waarin de
vorenbedoelde structuur zal
zijn vervat, zal waarborgen be
vatten ten aanzien van funda-
menteele rechten als gods-
„Ik weet dat geen politieke
eenheid en verbondenheid op
den duur kunnen blijven be
staan, die niet door de vrij
willige aanvaarding en trouw
van de overgroote meerderheid
der burgerij worden gedragen".
dienstvrijheid, rechtsgelijkheid,
ongeacht geloof en ras, be
scherming van persoon en goed,
onafhankelijkheid der recht
spraak, bescherming van de
rechten en minderheden, vrij
heid van onderwijs, vrijheid
van meening en meenings-
uiting;
Een Rijkskabinet van Ne
derlandsche en Indische
ministers.
F. De centrale organen, die
functies uitoefenen voor het
geheele Koninkrijk, zullen wor
den samengesteld uit vertegen
woordigers van de Rijksdeelen.
Gedacht is aan een Rijkskabi
net samengesteld uit ministers
uit alle Rijksdeelen en aan
Rijkswetgeving, die de instem
ming behoeft van de Volksver
tegenwoordigingen der onder
scheiden Rijksdeelen;
Het Gemeenebest-Indonesië
lid der U.N.O.
G. Na de inwerkingtreding
van de bovengenoemde Consti
tutie zal de Nederlandsche Re
geering de spoedige toelating
bevorderen van het Gemeene
best Indonesië als lid van de
U.N.O.
L/uit.-Gouv.-Gen. van Ned. Indië, Dr. H. van Mook, de bijzon
dere Britsche gezant, Sir Archibald Clark Kerr, en de Min.-
Pres. van de Indonesische „Republikeinsche Regeer' g", Soetan
Sjahrir, zijn gisteren bijeengekomen voor een onofficieele lunch
in een particulier huis op de Oranjeboulevard te Batavia.
Na een oefening van twee maanden maa kten de manschappen van het 2de ba
taljon lste regiment infanterie met hun carriers een prestatierit door de duinen
voor den commandant van het lste int litaire district, kol. Dudok van Heel.
Na de lunch-is omstreeks half
vier ten huize van Sir Archi
bald Clark Kerr (de ambassa
de), een officiëele bespreking
begonnen, waarhij de voorstel
len, die Dr. van Mook uit Ne
derland heeft meegebracht, aan
Sjahrir zijn overhandigd.
Het eerste onderwerp van
discussie vormde de coördinatie
van de voorlichting gedurende
de voortgang der besprekingen.
M enis ten aanzien van de vol-
gende punten tot overeenstem-
ming gekomen:
1. De officiëele instanties voor
voorlichting van elke partij
moeten de officiëele verklarin
gen van de andere partij in haar
geheel publiceeren.
2. Er zullen door geen der
partijen eenige moeilijkheden
in den weg gelegd worden aan
de circulatie van zuiver en
rechtstreeksch nieuws en com
mentaar.
3. De drie partijen zullen hun
best doen iedere toespeling van
provocatieve en opruiende pu
bliciteit tegen te gaan.
Voorts is overeenstemming
bereikt voor een plan tot het
coördineeren van de publiciteit:
in een aanhangsel werden hier
omtrent algemeene richtlijnen
uitgestippeld.
Nadat Dr. van Mook een in
leidende verklaring had voor
gelezen, .overhandigde hij aan
Sjahrir de uiteenzetting van de
politiek der Nederlandsche re
geering ten opzichte van Indo
nesië, welke ook aan de Staten-
Generaal te Den Haag is voor
gelegd.
Onderhandel ingsbevoegdheid
voor Sjahrir.
Sjahrir heeft van Soekarno
en het „Republikeinsch Kabi
net" volledige bevoegdheid ge
kregen om te onderhandelen
met Dr. van Mook en Sir Clark
Kerr.
Naar de ontknooping
van het Indisch drama
INDIEN op den grondslag van
de woorden van H. M. de
Koningin en van de concre
te Regeeringsverklaring geen
overeenstemming mocht wor
den bereikt, dan weet de we
reld bij wie de schuld ligt.
Keeren wij het liever om.
Op de basis door de Regeering
aangegeven moet het Indisch
drama zijn oplossing vinden
om de eenvoudige reden dat
hier voor ieder mensch die nog
zien en hooren wil den weg
wordt afgebakend welke alleen
maar tot heil van het Rijk van
Insulinde kan strekken.
Even spreekt Minister Lo-
gemann over de revolutie in
Indië om aanstonds te wijzen
op de diepere oorzaken van
het conflict. De extremisten,
die voor geen reden vatbaar
,zijn hebben zich schuldig ge
maakt aan gruwelijke misda
den. Maar hiermede kenschetst
men niet het conflict. Ware dit
zoo dan zou er maar een ant
woord geweest zijn: de wape
nen. Maar zoo is het niet.
Er leven in Indië veel vol
ken naast elkaar. Vreedzaam
vooral omdat een krachtig Ne-
derlandsch bewind orde en ge
zag handhaafden. Het ware
een groote dwaasheid te bewe
ren, dat die vele millioenen
uit zooveel verschillende stam
men en met zooveel verschil
lende talen rijp waren als het
Nederlandsche, het Engelsche,
het Zwitsersche volk en de
Scandinavische volken om zich
zelf de wet op te leggen en te
besturen alles naar West-
Europeesch model
Maar het ware eveneens
verkeerd om daaruit de con
clusie te trekken dat dus alles
maar bij het oude moet blij
ven. Die millioenen mogen dan
voor het grootste gedeelte niet
kunnen lezen en schrijven, zij
hebben hun gedachten, hun
persoonlijkheid, hun ras en
cutuur. IMaar zij kunnen het
niet in woorden brengen wat
er in hun zielen omgaat en zij
kunnen hun wenschen niet
formuleeren. Zij weten heel
goed, dat het Nederlandsch be
wind zegenrijk is voor hun.
land. Zij beseffen zeer wel, dat
zij zelf niet de rijkdommen
van hun land tot ontwikkeling
kunnen brengen. Zij weten van
de onderlinge vijandschap en
naijver van verschillende vol
ken. Toen de Nederlanders er
niet waren, werden zij uitge
buit door hun eigen dorps
hoofden en vorsten.
Zie vervolg pag. 2
Mgr. J. P. Huibers, Bisschop
van Haarlem, viert thans zijn
tienjarig pontificiaat. Ter ge
legenheid daarvan celebreerde
de Bisschop in de vrijwel ge
heele bezette kathedraal een
Pontificaal Lof.
Terwijl het zangkoor der ka
thedraal onder leiding van Dr.
A. J. M. Kat het „Ecce Sacer-
dos" van Bruckner zong,
schreed de jubileerende Bis
schop, voorafgegaan door een
stoet van koorknapen en geeste
lijken langs twee hagen van
leden der Kath. Jeugdbewegin
gen in uniform en met vlaggen.
Onder het Lof hield de Bis
schop een predicatie op tekst
„Onder uw bescherming" en
herinnerde eraan dat het 88
jaar geleden is, dat het wonder
van Lourdes plaatsgreep. Mgr.
zette de Katholieke opvatting
omtrent de vereering van Ma
ria uiteen en zeide dat nog nooit
iemand tevergeefsch een beroep
op haar gedaan had. Wat waren
de kerken tijdens den oorlog
vol en wat is er gebeden. En
hoezeer is ook dat gebed ver
hoord, aldus Mgr. Onze kathe
draal en de stad zijn gespaard
gebleven. Maar intusschen zijn
velen weer onverschillig ge
worden en hebben de weldaden
vergeten, die God hun in den
oorlog heeft gegeven. Mgr.
wijdde tenslotte zijn bisdom
aan Maria toe, zooals de pries
ters, de huisgezinnen, de jeugd
en de jeugdleiders, die Mgr.
een prachtige oorkonde hebben
aangeboden als huldeblijk,
waarvoor Mgr. in zijn predica
tie dankte. De Bisschop bad
ook voor de gevangenen in de
concentratiekampen, voor de ar
men en hulpbehoevenden, ja
voor het geheele Nederlandsche
volk.
Het zangkoor zong o.a. het
„Magnificat" van Philip Del-
monte, het „Ave Vera Virgini-
tas" van Josquin du Pré en het
.Janturn Ergo" van Bruckner.