24Ï KALENDERBLADEN VAN EEN WEEK JCent qe een. December (Kerstavond) i De Moeder Gods was nog niet gekomen tot den stal. de herders hielden nog rustig hun nachtwacht in het dal. Avond vóór Kerstmis, aloude vigilie of avondwake. Het zou weinig moeite kosten, tot iaat in den avond allen bezig te houden, met den winkel, met poetsen en wrijven, met het uitleggen van het Zondags pak, met koken en braden. Geen kloosterlijk stEzwijgen wordt ge vraagd in gezinnen met springlevende kinderen. Maar de rust van een gespannen verwachting. Met elkaar plaatsen wij de Kerstgroep, met elkaar zingen wij de eerste Kerstliederen en vertellen iets moois en zeggen een fijn versMorgen zult ge zijn glorie zien...." 25 December Kerstdag Kindje van louter zonnelicht, geef ons allen Uw gouden schijn, spreid uw geluk in den zwarten nacht, laat de wereld genezen zijn. Maar dan na de stilte! In het Kerstevange lie proeven wij al iets van de luidruchtige vreugde der herders. Oude afgoden stort ten van hun sokkels; ontelbare waterbron nen ontsprongen en klaterden er op los; boomen kregen blaren en knoppen en bloemen en vruchten in één nacht; de die ren spreken in dezen nacht als menschen omdat twee van hen het pasgeboren Kind hebben verwarmd met den mond.... Le genden zijn het, vrome sproken. Maar er schuilt iets heerlijks in. Kerstmis is een gulle, vreugdevolle dag na vele donkere dagen.... Zalig Kerstmus. 26 December Sint Steven Met recht komt Jesus u eer bewijzen en schenke de eerste kroone klaar, met recht mag u de wereld prijzen, o ware Vader en martelaar.... Uit het oude, beduimelde kerkboek van mijn grootvader, maar hoe feestelijk en gezond staat het er ter eere van Sint Steven, den eersten diaken, den eersten martelaar Christi, den eersten geloofsge tuige en bloedheld, stervend in den bloei van zijn jongemannen-leven voor het Kind dat Christus is. Daarom is Sint Steven de patroon van allen die vervolging lijden. En het is ook heel begrijpelijk, hoe juist de metselaars, wier handen zoo aan de steenen gewend zijn' en wier leven altijd opwaarts klimt met de steenen, die zij leggen, Sint Steven den gesteenigde! tot patroon der met selaars hebben uitgeroepen.... 27 December Sint Jan, de Apóstel Joannes, Zoon van Zebedeus en Salome, ik sta te staren op uw beeltenis en droome aan 't heerlijk schoon verloop van uw geschiedenis. Wij stellen ons Sint Jan, den Apostel en Evangelist ook steeds voor als een jonge man, wanneer wij op den derden Kerstdag zijn feestdag vieren. Maar na den jongen Steven, vieren wij vandaag den stokouden mensch, die vergrijsde in zijn bisschops ambt en op het laatst tot zijn geloovigen niet meer te fluisteren wits dan; Kinder- kens, bemint elkahder.... Met die boodschap plaatst de Kerk hem bij de kribbe, want hij behoort tot het hei lig Huisgezin: de Moeder van het godde lijk Kind was ook zijn Moeder.... 28 December Heilige Onnoozele Kinderen Geslachte, teed're kinderscharen! Gij eerstlings-offers aan Gods Zoon, speelt aan den voet der bloedaltaren nog argeloos met palm en kroon.. Jonkman en grijaard hebben wij bij het Kerstkind gezien. Vandaag zijn het de kin deren. Zij zijn, zegt de Kerk, de bloem der martelaren, die niet door te spreken, maar door te sterven den Heer hebben beleden. Er zijn niet aïtiju woorden bij noodig! Zij deelen naar een oude legende vandaag in den Hemel de lakens uit, en Sint Pieter kan protesteeren wat hij wü, hij heeft vandaag zijn sleutels af te geven, en Sint Nicolaas zijn boek. Geer enkele vaoer of moeder zal het dan hier op aarde een aanranding van het ge zag vinden, wanneer de jongste spruit in huis vandaag de lakens ui.deelt, zegt wat er gegeten zal worden, aan de ouderen taken oplegt, zetelt in vaders grooten zetel. 29 December Koning David Sanctus David Rex, ora pro nobis Heilige Koning David, bid voor ons. In onze huidigen feestkalender is deze dag gewijd aan St. Thomas, den heiligen Aarts bisschop van Canterbury. Oudtijds werd een andere feestdag gevierd, die meer met het Kerstfeest verband hield. In een oude kalender van Anno 1600 vind ik: Sanctus David Rex, de heilige Koning David. David wordt hier onder de heiligen gerekend, hoewel volgens de huidige be rekening alleen diegenen tot de heüig- verklaarden worden geteld, die in het Nieuw-Verbond geleefd hebben. Maar zegt niet de diaken in den Kerst nacht plechtig Jesus' levensverhaal in met den aanhef van St. Matthaeus: „Boek van de afstamming van Jesus Christus, zoon van David, zoon van Abraham"? 30 December In het octaaf van Kerstmis Christe, wie had van u vermoed, dat gij, edel koningsbloed, zoudt verschijnen vol van pijnen.... Een Zondag zonder kalender-heiligen, die dus in de liturgie weer eens een loutere Kerstdag is. De Mis is de dagmis van Kerst mis: Pur natus est, en opnieuw dompelen wij onszelf op dezen dag ir het mysterie:: God is mensch geworden, opdat de mensch in zekeren zin God zou worden. God der menschen, wij kinderen van God.... Het is opnieuw een Zondag waard.... 31 December Oude Jaar Vernieuw het aanschijn uwer aard' met al wat Gij nog hebt gespaard: ontsteek in ons het nieuwe vuur, want al het oude is verjaard. De laatste dag van het jaar, een feestdag voor het vrome volk, zonder een feestdag te zijn in de liturgie. De Kerk kent geen oud en nieuw, tenzij een oud en nieuw op de grens van tijd en eeuwigheid, geen tus- schentijdsche jaarwisselingen of eeuwwis selingen, maar alleen een verwisseling van het tijdelijke met het eindelooze leven. Toch voor ons: dag van terugzien en af scheid, dag van vooruitzien en welkom, een grensdag. Een balansdag ook. En is daar het oogenblik van de jaarwisse ling aangebroken, dan is er wel geen betere brug tusschen oud en nieuw denkbaar dan de brug van het gebed, want het gebed is de brug tusschen God en ons. Biddend binden wij oud aan nieuw.... 1 Januari Nieuwjaarsdag Dag vrouw, dag man, dag al te gaer, ■ik kom u wenschen een nieuw jaer Het heeft hier en daar den schijn gekregen, alsof aloude Nieuwjaarswenschen buiten gebruik zijn geraakt. Zonde! Zijn de kin deren er te groot voor geworden? Maar waarom dan de oude sjouwerlieden, bier voerders, nachtwakers, lantaarnopstekers, krantenbezorgers en water en vuurvrouw- tjes zich niet klein gevoelden? En zouden dan de kinderen te groot ge worden zijn om hun ouders geluk toe te wenschen. VIER SANS CULOTTEN. HET KERSTFEEST VAN lengs; zij dachten aan de god vruchtige feesten hunner jeugd; brokstukken van vergeten lof zangen kwamen hun weer in het geheugen, zij zagen zich weer terug in de catechismus in de kerk van hun faubourg, en de schoone processies van vroeger dagen trokken langs hun van tranen glinsterende oogen en ook de kruisdragers, de banieren, de wit gesluierde bruidjes. Ook dachten zij aan de kar tonnen rotsen en aan de schaapjes bij de Kribbe in hun parochiekerk, vroeger toen het Kerstmis was; aan de gekleur de vetpotjes, brandende tus schen het mos en altoos kwa men zij op den grijzen steen terug, waarvoor de Armeniër lag te bidden en ze voegden elkander toe: Het was dus waar? Hier is het, hier op dezen steenen vloer, dat het Kind, dat overal wordt aangebeden, Zijn eer sten kreet geslaakt heeft; hier is het dat Hij gekomen is, op dat de haat zou bezwijken en de trotsche harten zich zouden vernederen. Toen zij bij het krieken van den dag den tocht aanvaard den naar de stad, togen zij stE- zwijgend voorwaarts, met het hoofd omlaag, het hart ver vuld met nieuwe aandoenin gen en zij durfden niet tot el kaar spreken, uit vrees, voor de mogelijkheid maar in iets van zienswijze te verschillen. Het is ons niet bekend, wat er van Decius en Pimprenelle is geworden: Nonodi volgde de militaire loopbaan, die hem gunstig; was; zijn naamzijn ware naam is die van een der officieren, i^elke Napoleon na den veldslag van Kulm tot ge neraal bevorderde. Wat Tour- nesol betreft, deze heeft, een maal in Frankrijk terug, na zijn ontslag het ordekleed aan genomen. Hij is het, die in 1835 in de parochiekerk van de As sumption het verheven Misere re uitsprak over het stoffelijk overschot van La Fayette. Kerstliedje, een Kerstvers? Het is niet gek. als wii als jongen of meisje van de jeugd beweging een Kerstgedicht hebben geleerd en wij dragen dit in den huiselijken kring voor rond de kribbe, want waarom zouden wii verlegener zijn dan de herdersjongens en herderinnetjes In den Kersttijd speelt zich heel ons gezinsleven af rond de kribbe, rond de Kerstgroep, want het Kerstkindje is een der onzen. Wij behooren tot de velen, die in den Kerstnacht muziek in de lucht hebben ge hoord en hebben hooren zin gen, dat het Kind geboren is en waar het wel is te vinden. Want wie in zijn huis een mooie Kerstgroep heeft ge plaatst als middelpunt van zijn gezin gedurende den Kersttijd, die geeft blijk, dat hij ijverig heeft gezocht en dat hij inderdaad het Kind en zijn Moeder hééft gevonden! M ET den Kerstboom is dat een moeilijk geval, maar met de Kerstkribbe niet. ik bedoel, wanneer wij er over peinzen waaraan wij ze te danken hebben. Onze Kerstkribbe hebben wij doodeenvoudig te danken aan de groote vereering, die grot en kribbe van Bethlehem eeuwen lang genoten. Drie, vier eeuwen kwam men van heinde en verre naar Bethlehem stroomen. om daar bij de kribbe te bidden, niette genstaande bloedige vervolgin gen. En die konden bloedig zijn! Toen keizer Constantijn, na de kerkvervolgingen, rond de Geboortegrot een prachtige basiliek liet bouwen, bleven de christenen in dichte drommen aanstroomen. En de grootste geleerde van de toemalige Kerk. de oude Biibelvorscher Hieronyrous. betrok een cel, niet ver van de plaats der Ge boorte gelegen, waar hij heel den Bijbel in het Latijn ver taalde en onverpoosd de ket ters bestreed. In de zevende eeuw heeft men een brok van de ware Kribbe naar Rome vervoerd, en ze in een reliekschrijn van zilver en kristal ter vereering uitgesteld in de groote Maria- kerk. Twee eeuwen later liet Paus Gregorius IV voor de kleine Maria-kerk aan de overzijde van den Tiber een namaaksel vervaardigen, en allengs deed men dit meer, doch het bleef de eenvoudige voorstelling van het Kind in de kribbe tusschen os en ezel. met Maria en Jo seph en hoogstens twee her ders. Maar onze groote Kerstgroe pen, een kribbe in een stal met een menigte vroom volk, her ders. engelen, schapen erbij, hebben wij te danken aan Sint Franciscus van Assisi. Hij vroeg in 1233 aan Paus Honorius III toestemming om de geboorte van den Zaligma ker door levende personen voor te stellen. De Paus stem de toe. En op Kerstavond kwam Franciscus te Greccio, bouwde met behulp van zijn vriend Giovanni Velita een stal en een kribbe, plaatste er Maria en Joseph en een even eens levende os en ezel. En uit den wijden omtrek kwamen zijn minderbroeders en het vrome volk met lantaarns en brandende fakkels aange stroomd. tegen middernacht. Voor den stal werd een plech tige Mis gezongen en Sint Frans was er diaken, en zong er het Evangelie van den Kerstnacht. En toen hij de woorden zong: ..en legde hem neder in de kribbe", knielde hij enkele oogenblikken neer om het mysterie der Mensch- wording te overwegen en in zijn armen verscheen een stra lend Kindje Sindsdien deed de Kerst groep overal haar intrede en elke Kerstkribbe is in elke streek een stuk volkspoëzie ge worden. De herders zijn men schen uit eigen volk, met groo te hoeden of kleurige kielen, en hier komt een vrouw met een mand met eieren, elders een jongen met een pan vol pap ijlings toegeloopen. In de Fransche Kerstgroepen loopen de herderinnen met de herders stalwaarts en de kippen komen hen nagetrippeld. In de Beier- sche groepen dragen de her ders den groenen hoed met de veer. slaan de gitaar en roo- ken hun pij- wanneer zij el kaar met gezichten waar de vreugde vanaf straalt, de blij de boodschap vertellen Kijk, dat is de beteekenis ven de Kerstgroepen in onze huizen. Het is eigenlijk geen stuk sieraad. Het is een levend tafereel, waarin wij meeleven. Als de Kerstgroep gezet wordt, dan zetten wij niet al leen de beelden bij de kribbe, neen. dan is het. of wij er ook zelf bij gesleept worden en of wij door de beelden aan de hand bij de kribbe gebracht worden. Daarom steken wij er 's avonds de kaarsjes bij aan en bidden ons avondgebed bij de kribbe, want dan zijn wii de herders die nog weer even om het hoekje komen kijken. Dan zijn wii de mannekes en vrouwtjes van Bethlehem, die een nieuw nummertje muziek op de fluit hebben geleerd of een aardig liedje kennen en dit nu komen blazen of zingen, tot wii door Maria naar huis gestuurd worden met een zacht „Komt morgen nog eens weer!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

De Burcht | 1945 | | pagina 3